De nieuwe eenarmige bandiet: de dekkingsgraad van pensioenfondsen
We hebben een eenarmige bandiet ontwikkeld voor professionals: de dekkingsgraad van pensioenfondsen. Hoe lager de dekkingsgraad, hoe lager de pensioenuitkering. Ze trekken er elke maand een keer aan!
– De visie van Wil Hoebergen op de dekkingsgraad van de pensioenfondsen. –
De dekkingsgraad van pensioenfondsen
De dekkingsgraad wordt bepaald door de rendementen van de pensioenfondsen en als de rendementen tegenvallen dendert de pensioenuitkering direct omlaag.
Toch raar eigenlijk, als je 40 jaar pensioen hebt opgebouwd, in tijden van relatief grote welvaart, en het zit even niet mee met het rendement, dat uw pensioen direct naar beneden wordt bijgesteld. Waar ging dat nou mis, maar beter nog: hoe kunnen we dat voor de toekomst voorkomen? Regeren is vooruitzien!
Waar ging het mis?
1. Het ging mis met de rekenrentes
We hebben op enig moment de vaste rekenrente van pensioenen (vroeger 4% per jaar) losgelaten en zijn op maandelijks fluctuerende rekenrentes overgestapt; op dit moment circa 1,5%. Het gevolg hiervan is dat je om het pensioen maandelijks te kunnen uitbetalen bij een hoge rente minder pensioenkapitaal nodig hebt en bij een lage rente meer. Pensioenen hebben dus baat bij een hoge rente, of in ieder geval een vaste rente.
Conclusie 1. De vaste rekenrente moet opnieuw worden ingevoerd.
2. Het ging mis met de overheadkosten en de beleggingen
Nederland heeft meer dan 200 bedrijfspensioenfondsen, waarvan ruim 60 voor allerlei verschillende beroepsgroepen. Grote pensioenfondsen zoals het ABP, PGGM en het Pensioenfonds Metaal en Techniek passen met enige regelmaat hun naam of logo aan. Activiteiten die horen bij een zichzelf respecterend bedrijf. Daar worden de pensioengerechtigden ook zeker “beter” van. Kortom, aan overheadkosten geen gebrek!
Los van de overheadkosten, worden er natuurlijk ook verschrikkelijke zeperds gemaakt met de beleggingen. Er is inmiddels al veel kapitaal via pensioenfondsen de markt ingestroomd, pensioengeld dat elkaar aan het beconcurreren is. Zo werd bijv. pensioengeld van V&D werknemers via Sun Capital in V&D geïnvesteerd, dat, zoals u weet, inmiddels failliet is.
Conclusie 2. Bespaar op de overheadkosten en beleg verantwoord en vooral simpel.
Journalist Cees Grimbergen onderzocht de Nederlandse pensioenindustrie. Bekijk eens de drie uitzendingen van de Zwarte Zwanen van Omroep MAX:
|
3. Teveel systeemwijzigingen
We hebben de afgelopen jaren zoveel systeemwijzigingen gehad, dat we door de bomen het bos niet meer zien. Bij elke nieuwe wijziging moet er weer met alle uitzonderingen rekening worden gehouden. De lobbyisten van o.a. de bedrijfstakpensioenfondsen zorgen voor rookgordijnen en strooien zand in de raderen.
Conclusie 3. Er zijn teveel betrokkenen die geen baat hebben bij een eenvoudig systeem (dit is hét probleem van onze maatschappij).
Hoe gaan we de toekomst in?
1. Maak één groot pensioenfonds
Elke inwoner krijgt op zijn BSN een registratienummer bij een nieuw op te richten pensioenfonds. Alle pensioenafdrachten gaan naar dat fonds, zowel de inhoudingen op het loon, als de bijdrage van de werkgever, EN OOK de vrijwillige extra stortingen door de deelnemer.
Daarmee krijg je een transparant inzicht in de opbouw van je pensioen (het is immers maar één ‘bank’-rekening). Je hebt daarbij geen keuzevrijheid, je deelt mee in het beleggingsresultaat van het totale gehele fonds (maatschappij-winstdeling). Dat deed men in de jaren ‘80 en ‘90 ook en daar had niemand problemen mee. Het scheelt een hoop beleggingsadviseurs = minder kosten, minder uitwassen.
2. Schaf lijfrenten en stamrechten af
Naast pensioenopbouw zijn er nu meerdere oudedagsvoorzieningen mogelijk:
- lijfrentepremies storten bij verzekeringsmaatschappijen;
- lijfrentepremies storten bij banken (banksparen)
- stamrecht aankopen bij verkoop/overdracht onderneming.
Dit zijn allemaal oudedagsvoorzieningen, die je kunt vangen in het vorengenoemde pensioenfonds. Alles in één pot, op één rekening. Eenvoud siert.
3. Pensioensparen via je eigen hypotheek
Een mogelijkheid is ook dat het nieuwe grote pensioenfonds het verstrekken van hypotheken tot een voorname taak gaat zien. Op deze manier wordt het betalen van hypotheekrente ineens een stuk interessanter. Immers de betaalde hypotheekrente levert ook direct rendement op voor jouw eigen pensioenpot.
4. Nabestaandenpensioen en zelf opgebouwd pensioen
Bij ouderdomspensioen hoort ook een nabestaandenpensioen. We halen immers niet allemaal de pensioendatum. Een deel van de premie/stortingen in het fonds worden gebruikt om een solidaire verzekering op te bouwen voor nabestaanden. De pot wordt gevuld met premies, waaruit uitkeringen worden verstrekt bij vooroverlijden.
Het nabestaandenpensioen is bij overlijden een aanvulling op de al bestaande pensioen-spaarrekening. Die pensioenspaarrekening valt niet vrij ten gunste van het fonds, maar gaat naar de nabestaanden, waarmee een enorme onrechtvaardigheid in ons pensioensysteem in één klap kan worden opgelost: jij of je nabestaanden krijgen gewoon je ingelegde geld + rendement terug.
5. Ondernemers en pensioen
Ondernemers betalen ook een premie aan het pensioenfonds en kunnen voor grote investeringen in hun bedrijf naar believen ook geld ‘lenen’ van hun eigen pensioenspaarrekening. De rente op de lening komt indirect ten goede aan hun pensioen.
6. De hoogte van de pensioenuitkeringen
De AOW blijft bestaan: de boterham. Daarbovenop wordt bij het bereiken van de pensioenleeftijd een vast gedeelte van het opgebouwde kapitaal gebruikt voor een levenslang pensioen: het beleg op de boterham. De rest van de pensioenspaarrekening is naar believen op te nemen, allemaal in één jaar of spreiden over 25 jaar, de keus is aan een ieder. Blijft er iets over aan het einde van uw leven, dan gaat dat naar uw nabestaanden.
Het vervolg?
Bovenstaande is een eenvoudig, helder en eerlijk voorstel. Dus wordt dit zeker afgeschoten door politiek Den Haag en andere niet bij deze oplossing baat hebbende figuren!