• Contact
  • Direct contact
    Stel uw vraag
BAA
  • Diensten
    • Financiële administratie
    • Salarisadministratie
    • Jaarrekening, controles en rapportage
    • HRM
    • Ondernemingsadvies
    • Fiscaal advies
  • Over BAA
    • Medewerkers
    • Werken bij BAA
    • Sponsoring
  • Kennis
    • Artikelen
    • Inschrijven nieuwsbrief
  • Menu Menu
U bevindt zich hier: Home1 / Artikelen

Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb vanaf 21 maart

10 maart 2023/in Artikelen /door Pieter van Lieshout

Ondernemingen met energiekosten die minimaal 7% van de omzet bedragen, kunnen vanaf 21 maart 2023 subsidie aanvragen. Wat zijn de voorwaarden en op hoeveel subsidie heeft ú eigenlijk recht?

De TEK-regeling

Via de Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb, de TEK-regeling, kunnen MKB-ondernemingen, waarvan de energiekosten minimaal 7% van de omzet zijn, een tijdelijke subsidie aanvragen. De regeling is open vanaf 21 maart en kan aangevraagd worden tot en met 2 oktober 2023 (17.00 uur).

De subsidie kan met terugwerkende kracht voor de periode 1 november 2022 tot en met 31 december 2023 aangevraagd worden. Eerst krijgt u een voorschot van 50% van het berekende subsidiebedrag. Later, als de zogenaamde modelprijzen bekend zijn, volgt de definitieve afrekening.

Wie kan de TEK aanvragen en wat zijn de voorwaarden?

MKB-ondernemingen kunnen de subsidie aanvragen, maar ook stichtingen, verenigingen en overige instellingen kunnen gebruik maken van de regeling. De voorwaarden voor deelname zijn:

  • De regeling is er voor MKB-ondernemingen volgens de Europese MKB-definitie: de onderneming heeft minder dan 250 werknemers en de jaaromzet is minder dan € 50 miljoen of het balanstotaal bedraagt minder dan € 43 miljoen.
  • Uw onderneming, vereniging of stichting is in Nederland gevestigd en staat op 31 december 2022 ingeschreven bij Kamer van Koophandel.
  • Uw onderneming, vereniging of stichting is energie-intensief. Dit betekent dat de energiekosten minimaal 7% van het bedrag van de omzet zijn (energie-intensiteitseis).
  • U heeft een zakelijk energiecontract. Dat wil zeggen dat het contract op naam staat van uw onderneming, vereniging of stichting.
  • U heeft geen vast energiecontract waarin lagere leveringstarieven zijn afgesproken dan de drempelprijs van de regeling. Dit geldt voor contracten met een ingangsdatum van voor 1 november 2022 en een einddatum na 31 december 2023.

Vermindering van het subsidiebedrag

Als u een tegemoetkoming door het prijsplafond heeft gekregen, wordt dit in mindering gebracht op de TEK-subsidie. Dit geldt ook voor de € 190, die u in november en december heeft gekregen via uw energieleverancier. Ook eventueel zelf opgewekte en teruggeleverde stroom wordt in mindering gebracht.

Hoe wordt de energie-intensiteitseis berekend?

De energie-intensiteitseis houdt in dat de energiekosten in totaal meer zijn dan 7% van het bedrag van de omzet. Uw netbeheerder geeft een schatting van uw jaarverbruik. Het gaat om het standaardjaarverbruik (het SJV) in m3 gas en de standaardjaarafname (de SJA) in kWh elektriciteit. Vervolgens rekent de RVO bij het voorschot met een gemiddelde prijs voor energie, ook wel de modelprijs genoemd, die door het CBS is vastgesteld. Voor gas is dit € 2,41 per m3 en voor elektriciteit is dit € 0,59 per kWh.

Voorbeeld
Stel, uw onderneming heeft een standaardjaarverbruik van 30.000 m3 gas en een standaardjaarafname elektriciteit van 20.000 kWh. De omzet van uw onderneming bedraagt € 1.125.000.

Berekening
30.0000 m3 x € 2,41 = € 72.300
20.0000 kWH x € 0,59 = € 11.800
Totale energiekosten € 84.100
€ 84.100 : € 1.125.000 = 7,5%

De totale energiekosten bedragen meer dan 7% van de omzet. Als aan de overige voorwaarden is voldaan, kan de TEK aangevraagd worden. Voor de bepaling van de omzet wordt het omzetcijfer uit de aangifte omzetbelasting gehanteerd.

Er gelden wel maxima

Voor de TEK-regeling gelden maximum bedragen per m3 gas en kWh elektriciteit. De subsidie kan oplopen tot maximaal € 160.000 en u kunt alleen subsidie krijgen als de modelprijs 2023 (die pas in januari 2024 wordt vastgesteld) hoger is dan € 1,19 m3 voor gas en € 0,35 kWh voor elektriciteit (ook wel de drempelprijs). De energiekosten tot deze drempelprijzen moet u zelf betalen. Voor de energiekosten boven de drempelprijs wordt 50% subsidie toegekend.

Hoe wordt het voorschot TEK-subsidie berekend?

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de RVO, ontvangt van uw netbeheerder uw SJV en SJA. Dit wordt omgerekend naar de volledige subsidieperiode van 14 maanden (1 november 2022 t/m 31 december 2023).

Voorbeeld
Stel, uw SJV was 30.000m3 gas was en uw SJA 20.000 kWh elektriciteit over een periode van een jaar (12 maanden). Omgerekend naar de volledige subsidieperiode (14 maanden) is dit: 35.000m3 gas en 23.333 kWh elektriciteit.

De maximale subsidie wordt dan € 2,41 -/- € 1,19 per m3 en voor elektriciteit € 0,59 -/- € 0,35 per kWh.

Gas 35.000 x (€ 2,41 -/- € 1,19) € 42.700
Elektriciteit 23.333 x (€ 0,59 -/- € 0,35) € 5.600
€ 48.300

De subsidie is 50% = € 24.150. U ontvangt dan in eerste instantie een voorschot van 50% = € 12.075.

In 2024, als de modelprijzen over 2023 bekend zijn, volgt de definitieve afrekening.

Hoe kunt u de TEK aanvragen

De TEK moet aangevraagd worden bij de RVO. Hiervoor is e-Herkenning niveau 3 nodig en ondernemers kunnen ook inloggen met DigiD. U moet dan bij de Kamer van Koophandel geregistreerd staan als eigenaar of bestuurder. De RVO probeert binnen acht weken na uw aanvraag een besluit te nemen.

BAA ADVIES. Vanaf 21 maart kunt u bij de RVO TEK-subsidie aanvragen als uw energiekosten 7% of meer van uw omzet bedragen. Alhoewel de subsidie gemaximeerd is, kan het aardig oplopen. U ontvangt eerst een voorschot van 50% en in 2024 volgt er de afrekening.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2023/03/tek-regeling-mkb.jpg 800 1200 Pieter van Lieshout https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Pieter van Lieshout2023-03-10 08:59:032023-03-14 09:11:58Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb vanaf 21 maart

Welke versnelde afschrijvingen zijn er in 2023 mogelijk?

10 maart 2023/in Artikelen /door Jac Vossen

Er bestaan diverse regelingen om versneld af te schrijven. Om ondernemers in 2023 extra te stimuleren om te investeren, is er een nieuwe regeling in het leven geroepen. Hoe zit dat?

Over afschrijven gesproken …

Zoals u weet, mag u als ondernemer kosten die u maakt in mindering brengen op de winst en daardoor betaalt u minder belasting. Bedrijfsmiddelen met een economische levensduur van meerdere jaren, moeten echter naar gelang het soort bedrijfsmiddel tussen vijf en tien jaar worden afgeschreven ten laste van de winst.

Voorbeeld
Peentjes BV schaft op 1 januari 2023 een wortelmachine aan van € 50.000. Deze wordt in 5 jaar afgeschreven en heeft na 5 jaar geen restwaarde. Hij mag dan in de jaren 2023 tot en met 2027 elke jaar 20% van € 50.000 = € 10.000 ten laste van het resultaat boeken.

Er bestaan twee regelingen voor willekeurig afschrijven

In een beperkt aantal situaties mag u van de afschrijvingsmethode afwijken en de bedrijfsmiddelen willekeurig afschrijven. Dit geldt bij:

  1. de VAMIL (Vervroegde afschrijving milieu-investeringen); en
  2. de WASO (Willekeurige afschrijving startende ondernemers).

Hierdoor wordt de fiscale winst in een betreffend jaar lager, waardoor er in dat jaar minder belasting betaald hoeft te worden. Willekeurige afschrijving is echter géén afstel maar uitstel van belastingheffing. In de volgende jaren is de afschrijving lager en daardoor is de winst dan hoger. In ieder geval levert het wel een liquiditeitsvoordeel op, doordat de belasting later moet worden betaald.

De VAMIL

Elk jaar publiceert de overheid een lijst van bedrijfsmiddelen die gelden als milieu-investeringen. U mag 75% van de aanschaffingskosten van een bedrijfsmiddel dat op de milieulijst staat, verminderd met de restwaarde van dat bedrijfsmiddel, in het investeringsjaar ten laste van het resultaat boeken. De overige 25% moet u volgens de normale regels afschrijven.

Voorbeeld
Ondernemer Brombeer koopt in 2023 een bedrijfsmiddel van € 30.000 dat op de milieulijst staat. Het bedrijfsmiddel gaat 5 jaar mee en heeft geen restwaarde. Brombeer mag nu 75% van € 30.000 = € 22.500 in 2023 ten laste van het resultaat boeken. De resterende € 7.500 dient in een periode van 5 jaar te worden afgeschreven. De totale afschrijving in 2023 is dus € 22.500 (willekeurig) + € 1.500 (regulier) = € 24.000.

De WASO

De WASO geldt alleen voor startende ondernemers in de inkomstenbelasting. U bent volgens de Belastingdienst een startend ondernemer gedurende de eerste vijf jaren na de start van uw onderneming. U moet dan ook aan het zogenaamde urencriterium voldoen, waardoor recht bestaat op de zelfstandigenaftrek. Naast de zelfstandigenaftrek moet er tevens nog aanspraak gemaakt kunnen worden op de startersaftrek (een extra aftrekpost op de winst gedurende een periode van 3 jaar).

Investeringen gedaan in de jaren dat er recht bestaat op de startersaftrek (of in het jaar voorafgaande van het recht op startersaftrek), mogen door de startend ondernemer willekeurig worden afgeschreven, mits voor de investering zelf recht bestaat op de investeringsaftrek. Het maximale bedrag dat in 2023 via de WASO willekeurig mag worden afgeschreven bedraagt € 354.000. Er geldt geen minimum, hetgeen betekent, dat de startend ondernemer er ook voor mag kiezen minder af te schrijven dan de reguliere afschrijving.

Voorbeeld
Karel Kloppertje start zijn winkel in 2022 en investeert in 2023 in een toonbank ter waarde van € 15.000. Hij voldoet in 2023 aan de criteria voor zelfstandingenaftrek en startersaftrek. De winst over het jaar 2023 van Karel was € 65.000 en hij kan er nu voor kiezen om in 2023 ineens € 15.000 ten laste van de winst te boeken. Hierdoor wordt de winst € 50.000 en wordt de te betalen belasting in 2023 minder. Bovendien komt Karel hierdoor in aanmerking voor hogere heffingskortingen. Karel mag zijn bedrag van de afschrijvingen kiezen. Zo mag hij bijvoorbeeld ook in 2023 € 1.000 afschrijven, in 2024 € 10.000 en in 2025 € 4.000. Volledig willekeurig dus. De ondernemer kiest en de Belastingdienst volgt deze keuze.

Een nieuwe regeling voor willekeurige afschrijving in 2023

Een nieuwe, tijdelijke regeling maakt voor IB-ondernemingen (eenmanszaken, vof’s) én Vpb-ondernemingen (bijv. BV’s) een versnelde afschrijving tot maximaal 50% van het investeringsbedrag mogelijk. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

  • de investering moet in 2023 gedaan zijn en uiterlijk op 31 december 2025 in gebruik zijn genomen. Daarbij geldt als investeringsjaar het jaar waarin de onderneming zich juridisch tot de investering verbonden heeft (koopcontract, opdrachtbevestiging, …);
  • er mag in 2023 50% worden afgeschreven en de resterende 50% moet worden afgeschreven op basis van de normale afschrijvingstermijnen;
  • de regeling geldt niet voor o.a.: gebouwen, schepen, bromfietsen en personenauto’s (wel voor elektrische auto’s);
  • de regeling geldt ook niet voor bedrijfsmiddelen die bestemd zijn voor verhuur aan derden.

Voorbeeld
Peentjes BV uit het eerste voorbeeld mag in 2023 een bedrag van 50% van € 50.000 = € 25.000 in mindering brengen op de winst. De rest moet in 5 jaar worden afgeschreven: € 5.000 in 2023 (!), 2024, 2025, 2026 en in 2027. In 2023 is de afschrijving dus € 30.000. De afschrijvingsperiode blijft gelijk en het totaalbedrag van afschrijving verandert ook niet, maar er vindt wel een groter bedrag aan afschrijvingen plaats in het eerste jaar.

BAA ADVIES. Om dit jaar versneld 50% van een investering af te schrijven biedt voordelen (bijv. liquiditeit) maar kent ook nadelen. Over het algemeen is het zo dat willekeurige afschrijving interessanter is naarmate de winst hoger is. Of u in uw situatie hier gebruik van moet maken is maatwerk. Uw contactpersoon bij BAA kan u bij uw keuzes van dienst zijn.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2023/03/versnelde-afschrijvingen-toonbank.jpg 800 1200 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2023-03-10 08:55:102023-03-14 08:57:56Welke versnelde afschrijvingen zijn er in 2023 mogelijk?

AOW-leeftijd bereikt? Vergeet de ouderenkorting niet!

10 maart 2023/in Artikelen /door Jasper Werts

Ouder worden komt met gebreken. Gelukkig kan de Belastingdienst als u recht op AOW heeft, een fiscale pleister op de wond plakken. Maar dan moet u wel opletten bij het indienen van de aangifte inkomstenbelasting.

De ouderenkorting?

Wat is het? Men komt voor de ouderenkorting in aanmerking als in het belastingjaar de AOW-leeftijd is bereikt. De ouderenkorting is een heffingskorting die ervoor zorgt dat u minder inkomstenbelasting hoeft te betalen. Een heffingskorting is namelijk letterlijk een korting op de te betalen inkomstenbelasting.

Het bouwt af tot 0. Als het totale inkomen (box1 + box2 + box3) niet hoger is dan € 38.464 (in 2022) dan is er recht op een ouderenkorting van € 1.726. De ouderenkorting bouwt af en is bij een inkomen van € 49.971 gedaald tot € 0.

Let op: doe eventueel samen aangifte. Bij een laag inkomen betaalt men minder belasting. Mogelijk kunnen dan niet alle heffingskortingen worden verrekend. Heeft u meer heffingskortingen dan u belasting betaalt, dan betaalt de Belastingdienst het verschil helaas niet uit. Door samen met een fiscaal partner aangifte te doen en goed te verdelen of aftrekposten te verschuiven kunnen deze heffingskortingen mogelijk toch worden benut.

De alleenstaande ouderenkorting

Wat is dit? Naast de ouderenkorting voor AOW’ers bestaat er mogelijk ook recht op de alleenstaande ouderenkorting (niet te verwarren met de alleenstaande ouderkorting!). Deze heffingskorting is speciaal in het leven geroepen om alleenstaande ouderen een belastingvoordeel te geven. In 2022 is de alleenstaande ouderenkorting € 449 en dit bedrag staat los van het inkomen en komt bovenop de ouderenkorting.

Alleen voor alleenstaande ouderen? Nee! In tegenstelling tot wat de term impliceert, is de alleenstaande ouderenkorting niet alleen voor alleenstaanden. Er kan ook recht op bestaan wanneer de belastingplichtige AOW’er een partner heeft die in een verpleeg- of verzorgingstehuis zit. Helaas komt het nogal eens voor dat de Belastingdienst de heffingskorting ten onrechte niet toekent. Dit komt mede omdat de meeste belastingplichtigen niet weten dat ook anderen dan alleenstaanden recht hebben op de alleenstaande ouderenkorting.

Dat zit zo. Op het moment dat fiscale partners om medische redenen niet meer samen kunnen wonen, wordt één van de twee vaak overgeplaatst naar een verzorgingsinstelling. In dit geval bestaat er voor beide partners recht op een AOW-uitkering voor alleenstaanden (ongehuwden). Het is aan de beide belastingplichtigen de keuze of ze hier ook gebruik van willen maken. Voor de duidelijkheid: men kan ook gewoon nog de AOW voor partners (gehuwden) ontvangen. Dit recht op een AOW voor alleenstaanden is belangrijk. Als er recht is op de AOW voor alleenstaanden, dan is er ook recht op de alleenstaande ouderenkorting.

Voorbeeld
Moeder en vader zijn gehuwd en hebben altijd samengewoond tot het moment dat om medische redenen vader is verhuisd naar een verzorgingsinstelling. Vader en moeder staan sindsdien op een ander adres ingeschreven.

Voor de AOW betekent deze verhuizing dat zowel vader als moeder recht hebben op een AOW voor alleenstaanden. Vader en moeder kunnen ook gewoon de AOW voor partners aanhouden. Door dit recht op een AOW voor alleenstaanden kan zowel vader als moeder de alleenstaande ouderenkorting benutten in de aangifte Inkomstenbelasting.

Aangifte inkomstenbelasting invullen. In de aangifte inkomstenbelasting volgt automatisch de ouderenkorting op basis van leeftijd en inkomen. Als AOW’er krijgt u uiteindelijk een vraag over het al dan niet hebben van een AOW-uitkering voor alleenstaanden. Hier dient ook “JA” ingevuld te worden als u recht heeft op de AOW uitkering als alleenstaande. Dit enkele kruisje kan u in 2022 al snel honderden euro’s inkomstenbelasting besparen.

BAA ADVIES. Hebt u de AOW gerechtigde leeftijd bereikt en heeft u een AOW uitkering voor partners? Dan is het in bepaalde gevallen toch mogelijk om de alleenstaande ouderenkorting te benutten. Een simpel kruisje in de aangifte Inkomstenbelasting kan u al snel honderden euro’s belasting besparen. Let wel op dat u aan de voorwaarden voldoet en de aangifte correct invult.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2023/03/ouderenkorting.jpg 800 1200 Jasper Werts https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jasper Werts2023-03-10 08:50:532023-03-15 12:45:00AOW-leeftijd bereikt? Vergeet de ouderenkorting niet!

Weer een crisis… Hoeveel veronachtzaamde problemen kunnen we nog aan?

10 maart 2023/in Artikelen /door Wil Hoebergen

– Een column van Wil Hoebergen over de aanpak van de 25 grootste problemen in Nederland –

Leidinggeven aan vakministers

Iedere minister-president in dit land heeft zijn eigen stijl van leidinggeven. We hadden Lubbers, de dossiervreter. Die wist overal vanaf en bemoeide zich met alles. Zijn opvolger Kok heeft jaren geprofiteerd van het fundament dat Lubbers gelegd heeft. En Balkenende was de slimste die we ooit gehad hebben, maar communicatief niet het grootste talent.

En toen kwam Mark Rutte… Voor degene die het nog niet doorheeft: het is géén dossiervreter en volgens Mark zelf moet je voor visie bij de Pearl zijn. Hij zegt dan ook dat hij leiding geeft aan een club ‘vakministers’, met wie hij liever niet over de inhoud discussieert, want ieder heeft tenslotte zijn eigen verantwoordelijkheid voor zijn ministerie en voor zijn problemen.

Die ‘vakministers’ zijn onder andere Sigrid Kaag op Financiën, Wopke Hoekstra op Buitenlandse Zaken en Hugo de Jonge op Volkshuisvesting (dat ministerie dat Mark bij de samenstelling van Rutte III heeft afgeschaft, want Nederland was qua bouwen wel af…). Dus allemaal mensen die hun sporen verdiend hebben op hun vakgebied. Toch? Wat een kermis.

Problemen te over

We hebben inmiddels al een heleboel problemen de revue zien passeren (Gronings gas, kinderopvangtoeslag) en hebben nog twee parlementaire enquêtes te gaan. Na het ontluisterende rapport over de Groninger Gaswinning (Groningers boven gas) krijgen we nog

  1. de aanpak van de Coronapandemie; en
  2. de dienstverlening, handhaving en fraudebestrijding bij de overheid (het vervolg op het onderzoek naar de kinderopvangtoeslag).

Meestal luidt zo’n enquête het einde van een kabinet in.

Er was slechts één crisis; de rest zijn Veronachtzaamde Problemen

Er is simpelweg de laatste 12 jaar geen richting gegeven door Mark en wij weten dat daar problemen van komen. Volgens Mark zijn al die problemen crises: asielcrisis, energiecrisis, stikstofcrisis, wooncrisis, klimaatcrisis, inflatiecrisis, toeslagencrisis, gascrisis, coronacrisis.

Wat is een crisis? Een crisis is een zware noodsituatie, die je niet ziet aankomen. En welke crises zagen we niet aankomen? Juist ja, alleen de Coronacrisis. Alle andere ‘crises’ zijn simpelweg Veronachtzaamde Problemen. Zaken die je niet of onvoldoende aanpakt en daardoor een stinkende en rokende puinhoop worden. De ‘vakministers’ en hun ambtelijke top maken er gewoon een puinhoop van en Rutte grijpt niet in.

Recessie op komst?

Inmiddels is de geest uit de fles en gaan we waarschijnlijk een diepe recessie tegemoet. Grote kans dat aan het einde van dit jaar de pleuris uitbreekt, want er gebeurt niets meer. Alle problemen en politici houden elkaar in de greep. Er wordt niet meer gebouwd, de milieuclubjes houden dat links- of rechtsom wel tegen en als er niet gebouwd wordt, gaat het vanzelf mis met de economische groei en daarmee is de recessie een feit.

We hebben inmiddels ongeveer 25 héle grote problemen, die de overheid moet aanpakken. Naast de al genoemde problemen verdienen de jeugdzorg, de gezondheidszorg, de automatisering bij de overheid/Belastingdienst, CO2, PFAS en een tekort aan elektriciteitscentrales ook nog prioriteit bij de aan te pakken problemen. Dat kun je niet in een keer aanpakken, dat los je niet allemaal tegelijk op. Maar hoe dan wel?

Stel prioriteiten, beste overheid!

Ik stel voor om alle problemen op een prioriteitenlijst te zetten. Geef ze vervolgens een nummer en los de problemen op nummervolgorde op. Je kunt namelijk niet CO2, PFAS, stikstof, klimaatproblemen, woningbouw en de asielzoekershuisvesting tegelijk oplossen. Nummers ervoor zetten én vooral … wetgeving maken. Wetgeving waarmee we idioten die overal tegen willen procederen buitenspel zetten. En daarna? Gas erop. Maar geen Gronings gas!

En het liefst met echte vakministers. Geen snuffelstagiairs zoals Sigrid, Wobke en Hugo. Die gaan lekker terug naar de diplomatie, McKinsey en naar school. Al weet ik niet zeker of dat laatste wel zo leuk is voor de kinderen op die school. Misschien kunnen we Hugo minister van Onbelangrijke Zaken maken.

En Mark? Die wordt dan woordvoerder van Hugo!

https://baa.nl/wp-content/uploads/2023/03/column-wil-crisis.jpg 800 1200 Wil Hoebergen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Wil Hoebergen2023-03-10 08:44:592023-03-14 09:01:47Weer een crisis… Hoeveel veronachtzaamde problemen kunnen we nog aan?

Meer rust en zekerheid met financiële planning

6 februari 2023/in Artikelen /door Jasper Werts

Met een financieel plan wordt de huidige financiële situatie geïnventariseerd en kunt u toetsten of uw toekomstwensen kunnen worden gerealiseerd. Wat moet u over financiële planning weten?

Inkomensrisico’s die we allemaal lopen

Een financieel zekere toekomst. De geplande pensioenstelselwijziging, inflatie, oververhitte woningmarkt, energiecrisis en sociale problemen kunnen zorgen voor financiële onzekerheden. Het leidt tot vragen als: heb ik voldoende inkomen tot aan mijn pensioenleeftijd? Is er na mijn pensioenleeftijd sprake van een pensioengat? Kan ik mijn huidige uitgaven handhaven als ik met pensioen ben? Kan ik de komende jaren gewoon van mijn jaarlijkse vakantie blijven genieten?

Een financieel plan helpt. Het leven verloopt zelden zoals we dit vooraf hebben uitgedacht, gepland of gehoopt. Er zijn dan ook allerlei scenario’s mogelijk die uw financiële situatie kunnen beïnvloeden. Voor sommige scenario’s kiest u zelf, andere overkomen u gewoon. Een financieel plan kan de verschillende levensscenario’s inventariseren en toetsen op de haalbaarheid van uw doelstellingen en wensen.

Onderdeel 1: de inkomensplanning

Een financieel plan begint vaak met inkomensplanning. Met wat …. als – vragen.

  1. Wat als ik eerder stop met werken? Heeft u lang genoeg gewerkt en bent u van plan eerder te stoppen met werken? Dat beslist u uiteraard zelf, maar dit heeft uiteraard wel financiële gevolgen. Eerder stoppen met werken betekent dat (een deel van) het arbeidsinkomen wegvalt en er mogelijk een inkomensgat ontstaat. Dit houdt in dat er mogelijk iets verandert in uw pensioenplanning en latere inkomen. Wat is verstandig? Het pensioen naar voren halen of interen op het vermogen? Heeft u dan later nog voldoende vermogen om uw doelstellingen en wensen te realiseren?
  2. Wat als ik werkloos raak? In tijden van recessie kan het gebeuren dat bedrijven ingrijpen in het personeelsbestand en dat u uw baan verliest. Of dat u uw eigen bedrijf moet sluiten. Er valt (tijdelijk) een deel van het inkomen weg en ook de pensioenopbouw wordt wellicht lager. Het is dan mogelijk om via een financieel plan inzicht te krijgen in het inkomen en of uw wensen en doelstellingen behaald kunnen worden.
  3. Wat als ik arbeidsongeschikt raak? Een ongeluk zit in een klein hoekje. Ook u kunt pech hebben en (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt worden. Wat betekent dit voor uw inkomen? Verandert uw financiële toekomst hierdoor? Wat kunt u hier nu al aan doen om zekerheid te krijgen?
  4. Wat als ik stop met de onderneming. Bent u toe aan iets anders en denkt u eraan om met uw onderneming te stoppen? Dan is het verstandig om inzicht te verkrijgen in de gevolgen voor uw financiële situatie. Wat is de onderneming nu waard en kan ik hiermee mijn financiële toekomst verzekeren? Wat zijn mijn verdere inkomsten tot en na mijn pensioenleeftijd? Hoe lang moet ik nog doorwerken om mijn wensen en doelstellingen te kunnen behalen?
  5. Wat als ik (of mijn partner) komt te overlijden? Als u (of uw partner) overlijdt, dan staat het leven plotseling op de kop. Maar zeker ook financieel verandert er een hoop. Duidelijkheid over nabestaandenuitkeringen, pensioenrechten en overige inkomsten kunnen voor financiële rust zorgen. Met een financieel plan kunt u snel duidelijkheid krijgen wat uw huidige inkomen en, belangrijker, uw toekomstige inkomen is of kan zijn. Op deze manier kunt u inzichtelijk krijgen wat u nog moet doen om uw financiële toekomst te verzekeren.

Onderdeel 2: de vermogensplanning

In het financieel plan is inkomensplanning voor veel mensen prioriteit nummer één. Maar met alleen inkomensplanning bent u er nog niet. Want de vermogensplanning mag immers niet vergeten worden. Hoe moet u uw vermogen dusdanig plannen om alle wensen en doelstellingen in de toekomst te behalen?

Zo dient in het financieel plan te worden bepaald hoe het vermogen moet worden benut of rendabel moet worden maken. Wilt u simpelweg alleen sparen op een bankrekening of met iets meer risico beleggen in de hoop op hogere rendementen? Of wilt u vermogen aanwenden om het inkomen aan te vullen? Kunt u uw tweede woning aanhouden? Kan de hypotheek in combinatie met uw wensen nog wel betaald worden?

Onderdeel 3: de estate planning

In een financieel plan mag de nalatenschapsplanning (estate planning) niet ontbreken. Dit is het verdelen van het vermogen (al dan niet samen met uw partner) op het moment dat u komt te overlijden.

Warm schenken. U kunt nu al tijdens leven een plan maken om (fiscaal gunstig) vermogen over te hevelen naar de volgende generatie. Met de warme hand kunt u bijvoorbeeld schenken op papier, schenken voor een eigen woning of studie of eventueel uw onderneming overdragen.

(Levens)-testament opstellen. Wilt u met de verdeling van uw vermogen liever niet wachten tot het moment dat u dit zelf niet meer kunt doen? Dan kunt u er ook voor kiezen om een testament op te stellen. Zo bestaat er het levenstestament voor het moment dat u tijdens uw leven niet zelf meer kunt beslissen. In dit levenstestament beschrijft u wat er moet gebeuren met (de instandhouding van) uw vermogen tijdens uw leven. Bij overlijden is er het welbekende testament om met de koude hand het vermogen te verdelen. U bepaalt zelf wie uw erfgenamen zijn en u geeft zelf aan wie wat erft en onder welke voorwaarden. In een financieel plan kunt u de schenkingen en testamenten iedere keer opnieuw laten evalueren en eventueel aanpassen aan de nieuwe gewenste situatie.

Wie maakt zo’n financieel plan?

Het is belangrijk dat u iemand inschakelt die kennis van zaken heeft. Iemand die hiervoor gestudeerd heeft en ook van alle actualiteiten op de hoogte is. U heeft de meeste zekerheid als u kiest voor een gecertificeerd planner. De Stichting FFP (Stichting Federatie Financieel Planners) is de beroepsorganisatie van ruim 3.000 financieel planners.

CFP®. Deze financieel planners zijn aangesloten bij FFP en daarmee opgenomen in het CFP-certificeringsregister. Een gecertificeerd financieel planner met het keurmerk CFP® is in staat om u te adviseren over uw financiële situatie én toekomst. De VOFP is de Vereniging van onafhankelijk financieel planners. De leden zijn ook gecertificeerd lid van de vereniging FFP en hebben recht op de titel CFP®.

BAA ADVIES. Een financieel plan geeft inzicht in uw huidige én in uw toekomstige inkomen en vermogen en of dit tegemoetkomt aan uw wensen. BAA heeft CFP® geregistreerde financieel planners die u hiermee van dienst kunnen zijn.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2023/02/financiele-planning.jpg 800 1200 Jasper Werts https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jasper Werts2023-02-06 12:06:522023-02-09 09:28:42Meer rust en zekerheid met financiële planning

Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of voor onbepaalde tijd?

6 februari 2023/in Artikelen /door Mirei Knapen

Een werknemer werd na tien maanden ziek en de werkgever besloot het tijdelijke contract niet te verlengen. Echter… de werknemer stapte naar de rechter en die besloot dat het loon doorbetaald moest worden. Opletten dus dat u het wel goed afspreekt.

Wat speelde er?

Contract voor onbepaalde of bepaalde tijd? Een winkelmedewerker vroeg haar werkgever om een kopie van de tijdelijke arbeidsovereenkomst die zij beiden ondertekend hadden. Ze ontving echter niets van haar werkgever. Na ca. tien maanden in dienst te zijn geweest, meldde deze medewerker zich ziek. De werkgever besloot het tijdelijke contract van deze medewerker niet te verlengen. De werknemer stapte hiermee naar de kantonrechter en pleitte dat haar loon met terugwerkende kracht zou worden doorbetaald. Volgens de werknemer was er namelijk sprake van een contract voor onbepaalde tijd en niet voor bepaalde tijd.

Dit vond de rechter

Verwachtingen op basis van gedrag. Om te bepalen of de werkgever het loon (met terugwerkende kracht) door moest betalen, moest worden bepaald of er sprake was van een arbeidsovereenkomst van bepaalde óf onbepaalde tijd. In het contract ontbrak een einddatum of enige andere vorm van duidelijkheid over wanneer het contract zou eindigen. De kantonrechter keek dus naar wat beide partijen redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten op basis van onder meer hun gedragingen.

De praktijk. De werkgever gaf aan dat hij tijdens het sollicitatiegesprek duidelijk had gemaakt wat de einddatum zou zijn, maar dit vond de rechter niet aannemelijk. De werkgever gaf de werknemers nooit een contract voor onbepaalde tijd, maar dit betekende niet dat dat de werknemer er van uit kon gaan dat het contract tijdelijk was.

Wettelijke informatieplicht. Sinds 1 augustus 2022 heeft de werkgever een wettelijke informatieplicht. De werkgever had de werknemer binnen één week na indiensttreding schriftelijk of elektronisch onder meer de einddatum of duur van de arbeidsovereenkomst moeten verstrekken. Omdat de werkgever ook dit niet gedaan had, besloot de kantonrechter om de loondoorbetaling toe te wijzen. Denk dus aan de volledigheid van een contract bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst.

Belangrijk dus!

In de praktijk gaat het nog vaak verkeerd. U moet alle details opnemen in de overeenkomst. En zeker als het een overeenkomst voor bepaalde tijd is. Bovendien moet u de werknemer tijdig en volledig informeren. Een checklist gebruiken als u iemand aanneemt kan hierbij handig zijn.

Voor- en nadelen arbeidscontract voor bepaalde/onbepaalde tijd

Als werkgever kunt u ervoor kiezen om een contract voor bepaalde tijd of onbepaalde tijd te geven aan uw werknemer. Beide varianten hebben zo hun voor- én nadelen. De belangrijkste zijn de navolgende.

Onbepaalde tijd. Een contract voor onbepaalde tijd kent als nadeel dat er geen specifiek eindmoment is, maar dat het contract moet worden opgezegd of beëindigd. Dit is vaak een lastige en dure procedure.

Het voordeel daar tegenover is dat u langdurig op een medewerker kunt vertrouwen. Verder heeft het contract voor onbepaalde tijd nog als voordeel dat u als werkgever sinds 1 januari 2020 een lagere WW-premie betaalt. Bij een contract van onbepaalde tijd mag u een proeftijd van twee maanden afspreken.

Bepaalde tijd. Een contract voor bepaalde tijd loopt ‘van rechtswege’ af bij het bereiken van een bepaalde datum. Het maakt het mogelijk om vrij goedkoop van een slecht functionerende werknemer af te raken. Dit betekent dat u geen ontslagvergunning hoeft aan te vragen bij het UWV of een ontbindingsverzoek hoeft in te dienen bij de rechter. Ook hoeft u het contract niet op te zeggen of u moet dat in het contract wel hebben afgesproken of een cao moet dat voorschrijven.

Werkgevers hebben wel een aanzegverplichting bij tijdelijke arbeidscontracten van zes maanden of langer. Een werkgever moet uiterlijk één maand voor het aflopen van het contract aan de werknemer laten weten, of hij het contract wel of niet wil verlengen.

De Wet werk en zekerheid voorziet echter wel vanaf dag één een transitievergoeding bij het niet-verlengen van een tijdelijk contract.

Het nadeel van de einddatum is dat u geen zekerheid heeft dat de werknemer nadien zal bijtekenen. Bovendien moet u een hoge WW-premie betalen voor een contract van bepaalde tijd. Daarnaast mag u bij een contract van bepaalde tijd alleen maar een proeftijd opnemen als het contract zes maanden of langer duurt. De proeftijd mag dan maximaal één maand zijn. Maar wanneer het tijdelijke contract twee jaar of langer duurt, mag de proeftijd maximaal twee maanden duren.

BAA ADVIES. Besteed voldoende aandacht aan de arbeidsovereenkomst voor een nieuwe werknemer en houdt u aan de informatieplicht. Contract voor bepaalde tijd? Spreek dan goed af wanneer het contract afloopt en neem dit in de overeenkomst op.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2023/02/arbeidsovereenkomst-bepaalde-onbepaalde-tijd.jpg 800 1200 Mirei Knapen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Mirei Knapen2023-02-06 08:50:522023-02-10 13:16:12Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of voor onbepaalde tijd?

Vergeet de (gewijzigde) renseigneringsverplichting niet!

6 februari 2023/in Artikelen /door Pieter van Lieshout

Heeft u aan iemand geld betaald voor bepaalde werkzaamheden of diensten, verricht voor uw bedrijf, die niet als werknemer bij u in loondienst is of als zzp’er werkzaamheden verricht? Dan moet u informatie over die uitbetaling bij de Belastingdienst melden via een web-formulier (voorheen ‘de IB47-regeling’).

Betalingen aan derden

Soms doet u uitbetalingen aan derden. De fiscus noemt dit ook wel UBD. Dat zijn betalingen die u bedrijfsmatig verricht aan personen die geen ondernemer zijn en die ook niet bij u in dienstbetrekking werkzaam zijn. Deze betalingen moet u doorgeven aan de Belastingdienst (renseignering). De gegevens die u aanlevert gebruikt de Belastingdienst onder andere voor het toezicht op het doen van een juiste aangifte inkomstenbelasting door degene die de betaling ontvangen heeft.

Verplichte registratie (renseignering)

Als inhoudingsplichtige bent u verplicht om op eigen initiatief onderstaande gegevens van de betalingen te registreren. Een inhoudingsplichtige is iemand die een loonheffingennummer heeft en die aangifte loonheffingen moet doen.

  • de naam, het adres, het BSN en de geboortedatum van de ontvanger van de betaling;
  • de in het kalenderjaar betaalde bedragen, inclusief kostenvergoedingen. Doet u meerdere betalingen aan één persoon dan kunt u deze betalingen ‘opsparen’ en in één keer een opgaaf doen;
  • de datum waarop de bedragen zijn uitbetaald.

Een niet-inhoudingsplichtige moet op uitnodiging van de fiscus dezelfde gegevens verstrekken. Maar hoeft dat dus niet op eigen initiatief te doen. Leg dus ook als niet-inhoudingsplichtige de gegevens wel ergens vast.

Maar niet van iedereen en alles

Niet álle betalingen aan natuurlijke personen hoeven te worden gemeld. Er bestaan drie uitzonderingen:

  1. de werkzaamheden en diensten die zijn verricht door werknemers;
  2. de werkzaamheden die zijn verricht als vrijwilliger;
  3. de werkzaamheden en diensten, waarvoor een factuur is uitgereikt als bedoeld in de Wet op de omzetbelasting 1968 waarop een bedrag van de omzetbelasting is vermeld.


Onduidelijkheid.
De punten 1 en 2 spreken voor zich. Bij punt 3 ontstonden nog weleens onduidelijke situaties. Er zijn namelijk ook ondernemers die vrijgestelde prestaties verrichten en daarom geen facturen hoeven te versturen (bijvoorbeeld in de zorg of onderwijs). Doen ze dat wel dan staat op de facturen van deze ondernemers nooit een btw-bedrag. Dit geldt tevens voor ondernemers (zzp’er/freelancer) die vallen onder de zogenaamde Kleine Ondernemersregeling en ook geen btw op hun facturen mogen vermelden. Geldt de renseigneringsplicht dan ook voor deze ondernemers?Ja, de Belastingdienst geeft aan dat in deze beide gevallen (bij btw-vrijgestelde prestaties – al of niet gefactureerd en KOR ondernemers) de persoonlijke gegevens van de betreffende ondernemer geregistreerd moeten worden.

Hoe doet u aangifte?

Moest voorheen het IB47-formulier worden gebruikt, nu moet u de gegevens online doorgeven aan de Belastingdienst. Dat kan via een webformulier, via een zogenaamd UBD-sjabloon (Excel) of eventueel via uw aangiftesoftware. Er is een speciale handleiding die u kunt downloaden. De gegevens dienen jaarlijks na afloop van het kalenderjaar, uiterlijk op 31 januari van het volgende kalenderjaar te worden aangeleverd.

Let op! Er is uitstel voor 2023 mogelijk. De Belastingdienst heeft inmiddels te kennen gegeven dat u uitstel kunt aanvragen voor het aanleveren van de gegevens. Dat kan door een brief, te sturen naar uw belastingkantoor met vermelding van reden of met een telefoontje naar de Belastingtelefoon (0800 – 0543 kies 2 voor ondernemers).

Veel gestelde vragen. Download desgewenst een lijst met veel gestelde vragen en de antwoorden daarop.

Wat als u de gegevens niet aanlevert?

Als u vergeet deze betalingen aan derden aan de Belastingdienst door te geven, dan bent u strafbaar en er kan dan een civiele procedure worden gestart om nakoming van de informatieplicht af te dwingen. Eventueel wordt daarbij een dwangsom gebruikt.

BAA ADVIES. Voldoe als inhoudingsplichtige tijdig aan de renseigneringverplichting. Zorg voor een goede administratie en informeer de derden die u heeft betaald dat u melding heeft gedaan van de betalingen. Hou als niet-inhoudsplichtige ook goed alle gegevens bij, want de Belastingdienst kan er wel om gaan vragen.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2023/02/renseigneringsverplichting.jpg 800 1200 Pieter van Lieshout https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Pieter van Lieshout2023-02-06 08:45:122023-02-09 08:47:29Vergeet de (gewijzigde) renseigneringsverplichting niet!

Lof der zotheid: het energiedebat in de Tweede Kamer

31 januari 2023/in Artikelen /door Wil Hoebergen

Lof der Zotheid is een boek van Erasmus uit 1509. In het boek houdt de godin Zotheid een lofrede op zichzelf en prijst haar algemene weldaden. Dankzij haar worden de zotten vrolijk en gelukkig; de wijzen zijn somber en ongelukkig.

– Een column van Wil Hoebergen over de zotheid van het energiedebat –

De Tweede Kamer heeft afgelopen dinsdag gedebatteerd over de mogelijkheden om de kloof inzake de energiekosten tussen arm en rijk te verkleinen. Want die kloof is uit de klauwen gelopen. Daar heb ik in 2019 al een voorspelling over gedaan. En die is uitgekomen.

Het probleem in het kort

Al je rijk bent … Als je ‘rijk’ bent kun je zonnepanelen leggen en betaal je op drie gebieden minder voor je energie.

  1. Je hebt géén kosten voor het opwekken van energie (je wekt het immers zelf op).
  2. Je betaalt géén energiebelasting over je verbruik.
  3. Je betaalt géén btw over het energieverbruik en de energiebelasting.

En als je arm bent. Als je ‘arm’ bent heb je deze voordelen niet en daar zijn onze onvolprezen Kamerleden inmiddels achter gekomen. Niet zelf bedacht, maar hoogstwaarschijnlijk gezien op het RTL Nieuws, want die bepaalt tegenwoordig de agenda van de Tweede Kamer. RTL Nieuws is die zender van de onomstotelijke waarheden en veel diepgang, ongeveer op het niveau RTL Boulevard!

Afschaffen salderingsregeling zou een oplossing zijn

Voor het debat werd er al een bommetje gegooid …. De kloof tussen arm en rijk zou het best gedicht kunnen worden door de salderingsregeling sneller af te schaffen. Stel, je wekt 15.000 kilowattuur op en gebruikt er zelf 10.000. Je levert 5.000 kWh terug aan een energiemaatschappij zoals Green Choice.

Green Choice is dé energiemaatschappij die alleen maar groene energie levert. De zon en de wind zijn inmiddels ook duurder geworden, blijkt uit de tarieven van Green Choice!

Maar …, als we niet meer mogen salderen levert de niet-zelf gebruikte 5.000 kWh niets meer op en dan zou dus het gat tussen de rijken en de armen kleiner worden. Althans… dat is de conclusie van onze Kamerleden. Het enige dat daar echter aan klopt, is dat de arme er niets mee opschiet en het voor de rijke geld kost. De energiemaatschappij is de lachende derde. Perfecte lobby weer van hen, maar met deze energieprijzen kun je dan ook heel wat (lobby)kosten maken!

Opheffen salderingsregeling heeft geen voordelen

Opheffen van de salderingsregeling levert dus geen voordeel op. Daarover wordt dus een hele dag gediscussieerd en Groen Links en PvdA gaan in deze Carnavalsoptocht nog een stapje verder en willen het geld dat bespaard wordt, gebruiken om de energie op te vangen in batterijen. Als je geen zonnepanelen hebt, hoef je volgens mij ook geen batterijen aan te schaffen!

Altijd vermakelijk om meneer Klaver zijn eigen Groen Links achterban (logo GL: links staat rechts en groen is rood) weer het bos in te zien sturen! Overigens snapt de rest van de Kamer er ook niks van, maar dit was wel een voorlopig hoogtepunt.

Maar wat dan wel? Hoe ga je nu de kloof tussen arm en rijk echt verkleinen?

Ga energiebelasting heffen over het verbruik. Ja, denk er even over na … Gewoon energiebelasting betalen over de kilowatturen die je in je eigen huis verbruikt, net zoals we dat deden vóórdat er zonnepanelen waren. Dus… belasting betalen over álle energie die je verbruikt. Óók over de energie die je zelf opgewekt hebt.

Als je zonnepanelen legt, begin je eigenlijk een energiecentrale en ben je zelf de grootste klant van die centrale. Dat je niets hoeft te betalen voor de eigen opgewekte energie lijkt me duidelijk, maar je betaalt als eigenaar van zonnepanelen gewoon energiebelasting én btw over jouw verbruik. In het voorbeeld betaal jij dan over 10.000 kilowattuur en je hoort dan gewoon een fatsoenlijke vergoeding te krijgen voor die 5.000 kilowattuur die je terug levert. Bijvoorbeeld 10% minder dan de netto marktprijs. Hoe moeilijk of makkelijk kan het nu zijn?

Overheid wees slim!

Als de Tweede Kamer het voorstel van het sneller afschaffen van het salderen erdoor duwt (zal ongetwijfeld gebeuren), dan heb je als overheid weer eens bevestigd, wat wij als burgers eigenlijk al weten.

  1. De overheid is verschrikkelijk onbetrouwbaar.
  2. De overheid weet in de verste verte niet waar het eigenlijk over gaat.
  3. De overheid stimuleert om géén zonnepanelen meer te leggen (hoezo groen denken?).
  4. De overheid is er niet voor arme mensen, die zijn alleen maar lastig.

Wanneer stoppen we met afgestudeerde studenten politicologie fractiemedewerker te maken en vervolgens tot stemvee te promoveren als Tweede Kamerlid? Éérst 10 jaar met je poten in de klei en niet direct op het fluweel onder de Haagse kaasstolp, is mijn bescheiden mening. Dat levert minder Hugo’s en Sophies op.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2023/01/column-lof-der-zotheid3.jpg 800 1200 Wil Hoebergen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Wil Hoebergen2023-01-31 14:17:102023-02-01 14:56:46Lof der zotheid: het energiedebat in de Tweede Kamer

Het DGA-loon vanaf 1 januari 2023

6 januari 2023/in Artikelen /door Jac Vossen

Vanaf 1 januari 2023 moet het gebruikelijk loon voor de DGA anders worden bepaald. Geldt dat ook in uw situatie en wat moet u dan regelen?

Wat speelt?

Onderstaand artikel heeft betrekking op de beloning van de directeur-grootaandeelhouder (DGA). Een DGA is iemand die meer dan 5% aandelen bezit in een BV én werkzaam is bij die BV. We kondigden al eerder aan dat het bepalen van het gebruikelijk loon per 1 januari 2023 gaat veranderen. We bespreken eerst de situatie in 2022 en vervolgens de wijzigingen voor 2023.

Hoe werd het gebruikelijk loon van de DGA bepaald tot en met 2022:

De wet (en rechtspraak) geeft aan dat bij het bepalen van het gebruikelijk loon een zogenaamde drietrapsraket moet worden gebruikt.

  1. De eerste trap geeft aan dat het loon minimaal gelijk moet zijn aan 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Dat is het loon dat iemand zou kunnen verdienen in loondienst in een vergelijkbare functie maar zonder het aandeelhouderschap.
  2. De tweede trap geeft aan dat het bij de eerste trap berekende loon wordt verhoogd tot minimaal het salaris van een werknemer (met vergelijkbare kwaliteiten) in dienst van de BV, die een hoger salaris verdient dan het bij de eerste trap berekende loon.
  3. De derde trap geeft tenslotte aan dat het bij de eerste en/of tweede trap berekende loon minimaal € 48.000 moet bedragen.

Voorbeeld 1
DGA Hendrix zou bij loondienstverband € 80.000 verdienen (meest vergelijkbare dienstbetrekking). Het DGA-loon is dan dus € 80.000 x 75% = € 60.000. Als in de BV echter een werknemer werkzaam is die een salaris heeft van € 65.000, dan moet het DGA-loon worden verhoogd naar € 65.000.

Hoe is het nu met ingang van 2023?

In eerste instantie bestond het voornemen om het doelmatigheidspercentage van 25% te verlagen naar 15%, maar uiteindelijk is dit in de Belastingwet 2023 (op 20 december 2022 aangenomen door de Eerste Kamer) verminderd tot 0%. Bovendien is het minimale gebruikelijk loon verhoogd tot € 51.000 en vervalt de uitzonderingspositie voor de zogenaamde startups (de eerste drie jaren een lager DGA-salaris).

Wat betekent dit?

Met ingang van 1 januari 2023 wordt de drietrapsraket als volgt:

  1. Minimaal 100% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking.
  2. Als dit minder is dan het hoogste salaris van de werknemers werkzaam binnen de BV, dan wordt het DGA-loon verhoogd tot minimaal dit loon.
  3. Als de uitkomst van 1 en 2 lager is dan € 51.000 wordt het DGA-loon vastgesteld op € 51.000.

Voorbeeld 2
Op basis van de eerste trap wordt het DGA-loon voor Hendrix (voorbeeld 1) in 2023 € 80.000. Dit is meer dan het salaris van de meestverdienende werknemer binnen de BV, dus € 80.000 blijft ook binnen trap 2 in stand. Vervolgens is dit loon ook meer dan € 51.000 van trap 3, dus DGA Hendrix ziet hierdoor zijn loon per 1 januari 2023 stijgen van € 65.000 naar € 80.000 (+23%).

Veel DGA’s zullen vanaf 2023 een hoger loon moeten hanteren. Hebt u de salarisadministratie uitbesteed aan een loonservicebureau dan zal dit bureau hiermee rekening houden bij de loonverwerking.

En de afroommethode?

In 2004 besliste de Hoge Raad dat als de opbrengsten van de BV (nagenoeg) geheel voortvloeien uit de persoonlijke arbeid van de DGA, het gebruikelijk loon moet worden vastgesteld op basis van de opbrengsten van de BV minus de kosten. Daarnaast mocht het, op deze wijze berekende, loon van de DGA nog 30% (tot en met 2022: 25%) lager worden vastgesteld. Op deze manier hoefde niet de moeilijke discussie gevoerd te worden over hoe hoog het salaris is voor de meest vergelijkbare dienstbetrekking, maar keek de belastingdienst uitsluitend naar het resultaat van de BV.

In 2016 bepaalde de rechter echter dat dit alleen mocht als er geen salarissen bekend zijn voor een vergelijkbare dienstbetrekking. In de praktijk blijkt er echter meestal wel een vergelijkbare dienstbetrekking te vinden.

Dus wat nu te doen?

Is er voor u reden om het loon aan te passen? Dan ligt het voor de hand om dat in januari te laten ingaan, maar u kunt het ook pas in december rechttrekken. Over het gehele jaar 2023 moet het DGA salaris minimaal € 51.000 per jaar zijn geweest. Past u uw salaris niet aan, dan kan de Belastingdienst achteraf het salaris verhogen en een belastingaanslag met boete en rente opleggen. Als het salaris lager is dan het gebruikelijk loon dan ligt de bewijslast bij u als DGA om aan te tonen waarom u van mening bent dat het salaris lager moet zijn. Er bestaat óók de mogelijkheid om hierover van tevoren afspraken met de Belastingdienst te maken. Desgewenst kunnen we dat verzoek voor u indienen.

BAA ADVIES. DGA’s zullen vanaf 2023 een hoger gebruikelijk loon moeten hanteren. Neem contact op met uw adviseur/salarisadministrateur als dit voor u ook geldt, als u hierover vragen heeft, of als u afspraken over een lager loon wilt maken met de inspecteur.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2023/01/dga-loon-2023.jpg 800 1200 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2023-01-06 09:55:152023-01-10 13:00:51Het DGA-loon vanaf 1 januari 2023

Pensioen voor zzp’ers/ondernemers in de nieuwe pensioenwet

6 januari 2023/in Artikelen /door Jac Vossen

Hoogstwaarschijnlijk gaat de Eerste Kamer in het voorjaar akkoord met de nieuwe pensioenwet die dan waarschijnlijk per 1 juli 2023 ingaat. Ondernemers kunnen dan meer sparen door het afstorten van lijfrentes. Wat moet u weten …

Zo is het nú geregeld

Belastingvoordeel lijfrentes. Door gebruik te maken van de zogenaamde jaarruimte kunt u profiteren van een belastingvoordeel om AOW en pensioen in de toekomst aan te vullen. De premie voor een lijfrente is meestal aftrekbaar tegen heen hoger belastingtarief dan het tarief dat van toepassing is als de lijfrente vanaf de AOW-leeftijd gaat uitkeren.

Beperkte jaarruimte. De jaarruimte is echter beperkt tot maximaal 13,3% van de zogenaamde premiegrondslag. De premiegrondslag is de winst uit onderneming minus de AOW-franchise. In 2022 was deze franchise € 12.837. Bovendien kan de jaarruimte nog worden beperkt door de toevoeging aan de oudedagsreserve (met ingang van 2023 afgeschaft). De jaarruimte was in 2022 maximaal € 13.594.

Reserveringsruimte. Naast de jaarruimte bestaat de mogelijkheid om gebruik te maken van de reserveringsruimte. Dit is de jaarruimte die u niet heeft opgemaakt in de afgelopen zeven jaar. Ook aan deze reserveringsruimte zitten maxima verbonden. Deze waren in 2022:

  • meer dan 10 jaar af van AOW-leeftijd: € 7.587;
  • minder dan 10 jaar af van AOW-leeftijd: € 14.978.

Voorbeeld 1
Caspar Kip is 40 jaar en behaalde in 2022 een winst uit onderneming van € 85.000. Er is € 2.000 aan de FOR toegevoegd. De berekende jaarruimte is dan als volgt.

13,3% van (€ 85.000 – € 12.837) = € 9.598. Minus de FOR van € 2.000 is de resterende jaarruimte nog € 7.598.

Caspar had nog een niet gebruikte jaarruimte van € 11.287 uit 2021 en een niet gebruikte jaarruimte van € 4.992 uit 2020.De maximaal te storten aftrekbare lijfrentepremie wordt derhalve: € 7.598 plus maximale reserveringsruimte € 7.587 = € 15.185.

De situatie na invoering van de nieuwe pensioenwet

Op 22 december 2022 is de nieuwe pensioenwet door de Tweede Kamer aangenomen en zoals gezegd zal deze naar verwachting in het voorjaar door de Eerste Kamer worden geaccordeerd en waarschijnlijk ingaan per 1 juli 2023 ingaan. Na invoering van de wet krijgen werkgevers en pensioenuitvoerders tot 1 januari 2027 de tijd om alle pensioenregelingen waarin pensioenopbouw plaatsvindt aan te passen aan het nieuwe stelsel. Vanaf 1 januari 2027 moet dan de pensioenopbouw van werknemers plaatsvinden op basis van de nieuwe wetgeving.

Na invoering van de wet (vermoedelijk 1 juli 2023) zullen een aantal variabelen bij de berekening van het bedrag dat kan worden afgestort als lijfrente voor een toekomstige pensioenvoorziening wel al gaan wijzigen.

Jaarruimte. De jaarruimte zal worden verhoogd van 13,3% naar maximaal 30% van de premiegrondslag. Voor de berekening van die premiegrondslag wordt de AOW-franchise ongeveer € 15.000. Het absolute maximum van de jaarruimte voor 2023 wordt € 29.960.

Reserveringsruimte. De maximale reserveringsruimte wordt verhoogd tot € 38.000 en de periode van reservering/inhaal van 7 jaar wordt opgetrokken naar 10 jaar.

Opbouw. Het storten van een lijfrente binnen de jaar- en reserveringsruimte kan nu tot het jaar dat de AOW-leeftijd wordt bereikt. In de nieuwe pensioenwet is het echter mogelijk om een aftrekbare lijfrente te storten tot maximaal 5 jaar ná ingang van de AOW-leeftijd.

Een voorbeeld
Caspar Kip heeft in 2024 weer een winst uit onderneming behaald van € 85.000. Omdat vanaf 2023 niet meer mag worden toegevoegd aan de oudedagsreserve wordt de berekening als volgt.

  • Jaarruimte: 30% van (€ 85.000 – € 15.000) = € 21.000.
  • Reserveringsruimte: € 11.287 (2021) + € 4.992 (2020) = € 16.279.
  • Maximaal aftrekbare af te storten lijfrentepremie: € 37.279 (zijnde € 21.000 + € 16.279).

Dit is een verhoging van de aftrekbare lijfrentepremie ten opzichte van 2022 met meer dan € 22.000.

Dit verandert ook! Door de invoering van de nieuwe pensioenwet kan een zelfstandig ondernemer dus een groter deel van het inkomen afstorten voor zijn/haar pensioen. Mits pensioenfondsen dit mogelijk maken, wordt het voor een zelfstandig ondernemer ook mogelijk om een pensioen op te bouwen bij een fond. Ook biedt de nieuwe wet de mogelijkheid om bij ingang van het pensioen (op pensioendatum) 10% van het pensioenkapitaal in één keer te laten uitkeren.

Pensioenfonds voor ZZP’ers

Pensioenfonds? Door invoering van de nieuwe pensioenwet wordt de mogelijkheid geschapen voor pensioenfondsen om tijdelijk te experimenteren met een pensioenregeling voor zzp’ers. Fondsen die een experiment met zzp’ers gaan doen, mogen zich daarbij alleen richten op ondernemers die in het beroep of sector actief zijn waarin het pensioenfonds zelf opereert. Het is op dit moment nog niet zeker of er pensioenfondsen zijn, die dit experiment zullen starten.

Keuzemogelijkheid 10% ineens. Door de invoering van de nieuwe pensioenwet wordt het (vanaf 1 januari 2027) voor iedereen die met pensioen gaat, mogelijk om 10% van het opgebouwde pensioen ineens op te nemen. Dit geldt dus ook voor zzp’ers. Deze regeling geldt zowel voor pensioenen de zijn opgebouwd bij een pensioenfonds of pensioenverzekeraar, als voor pensioenproducten (lijfrentes) van een bank of verzekeraar.

De nieuwe pensioenwet samengevat

  • Gaat waarschijnlijk per 1 juli 2023 in met een implementatieperiode tot 1 januari 2027
  • Uiterlijk 1 januari 2027 moeten alle pensioenregelingen zijn aangepast.
  • De maximale aftrekbare pensioen-/lijfrentepremie wordt met ingang van 1 juli 2023 hoger.
  • 10% van het pensioenkapitaal mag (vanaf 1 januari 2027) in één keer worden uitgekeerd.
  • Er komen voor zzp’ers mogelijk pensioenregelingen bij bestaande pensioenfondsen.
BAA ADVIES. Door de nieuwe pensioenwet ontstaat er vanaf vermoedelijk 1 juli 2023 een aanzienlijke fiscale verruiming voor het aftrekken lijfrentepremies. Ten opzichte van 2022 is er in 2023 sprake van een maximale verbetering van bijna € 40.000 (jaarruimte en reserveringsruimte). Daartegenover staat dat vanaf 1 januari 2023 niet meer mag worden toegevoegd aan de (fiscale) oudedagsreserve. Mocht u willen weten wat dat voor u betekent, neem dan contact met ons op.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2023/01/pensioen-zzp-ondernemer-pensioenwet.jpg 800 1200 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2023-01-06 09:21:192023-01-10 12:31:21Pensioen voor zzp’ers/ondernemers in de nieuwe pensioenwet
Pagina 1 van 29123›»

Categorieën

  • Vacatures (4)
  • Artikelen (289)

Laatste nieuws

  • Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb vanaf 21 maart10 maart 2023 - 08:59
  • Welke versnelde afschrijvingen zijn er in 2023 mogelijk?10 maart 2023 - 08:55
  • AOW-leeftijd bereikt? Vergeet de ouderenkorting niet!10 maart 2023 - 08:50
  • Weer een crisis… Hoeveel veronachtzaamde problemen kunnen we nog aan?10 maart 2023 - 08:44
  • Meer rust en zekerheid met financiële planning6 februari 2023 - 12:06
  • Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of voor onbepaalde tijd?6 februari 2023 - 08:50
  • Vergeet de (gewijzigde) renseigneringsverplichting niet!6 februari 2023 - 08:45
  • Lof der zotheid: het energiedebat in de Tweede Kamer31 januari 2023 - 14:17
  • Administratieve topperAdministratief toptalent16 januari 2023 - 09:16
  • Het DGA-loon vanaf 1 januari 20236 januari 2023 - 09:55

Wat mogen we voor u ontcijferen?

Heeft u een concrete vraag of wilt u gewoon eens met ons kennismaken?
Wij kijken uit naar uw mailtje of telefoontje!

In onze nieuwsbrief delen onze professionals kennis en inzicht. Zo blijven onze klanten voorlopen op de feiten.

0493 - 69 52 98 info@baa.nl
Inschrijven nieuwsbrief
lid van Noab

Postbus 122
5720 AC Asten
Julianastraat 2
5721 GL Asten

Algemene voorwaarden | Privacy statement & cookies | Disclaimer

Scroll naar bovenzijde