• Contact
  • Direct contact
    Stel uw vraag
BAA
  • Diensten
    • Financiële administratie
    • Salarisadministratie
    • Jaarrekening, controles en rapportage
    • HRM
    • Ondernemingsadvies
    • Fiscaal advies
  • Over BAA
    • Medewerkers
    • Werken bij BAA
    • Sponsoring
  • Kennis
    • Artikelen
    • Inschrijven nieuwsbrief
  • Menu Menu
U bevindt zich hier: Home1 / btw

Berichten

Privéauto zakelijk gebruiken: wat met de btw?

6 september 2021/in Artikelen /door Pieter van Lieshout

Als u als ondernemer uw privéauto ook zakelijk gebruikt, mag u € 0,19 per kilometer in aftrek brengen en autokosten zijn dan niet aftrekbaar. Maar hoe zit het met de btw?

Privéauto en de btw

Wordt een auto die de ondernemer tot zijn privévermogen rekent ook voor zakelijke doeleinden gebruikt dan kan de ondernemer de btw over het onderhoud en gebruik aftrekken. Maar alleen voor het deel dat de auto ook voor belaste omzet wordt gebruikt. Voor het privégebruik is dus geen aftrek mogelijk en moet er gecorrigeerd worden. Hierbij geldt woon-werkverkeer overigens voor de btw als privégebruik.

Voor het bepalen van het privégebruik is het van belang of de ondernemer wel of niet een kilometeradministratie bijhoudt.

Wél een kilometeradministratie

Houdt de ondernemer een sluitende kilometeradministratie bij dan kan met behulp hiervan berekend worden wat de verhouding is tussen het zakelijk gebruik en het privégebruik. Ook kan de ondernemer berekenen of dat het zakelijk gebruik betrekking heeft op belaste of vrijgestelde omzet.

Voorbeeld
Uit de kilometeradministratie blijkt dat een ondernemer op jaarbasis 40.000 kilometers heeft gereden, waarvan 30.000 zakelijke kilometers. Daarnaast blijken uit de administratie de volgende gegevens:

    • 40.000 km, verbruik 1:15; brandstofkosten € 1,80 per liter → € 4.800; inclusief € 833 btw.
    • Grote onderhoudsbeurt, apk, nieuwe banden € 850; inclusief € 147 btw.
    • Totaal btw in het betreffende jaar: € 980.

De ondernemer kan dan (30.000 : 40.000) x € 980 = € 735 btw in aftrek brengen.

Stel de onderneming uit dit voorbeeld is een taxibedrijf die naast belaste omzet voor de omzetbelasting (taxivervoer) ook vrijgestelde omzet heeft (ambulancevervoer). Als het taxivervoer 75% is en het ambulancevervoer 25%, dan moet de aftrek voorbelasting evenredig worden verlaagd. Het bedrag van € 735 wordt dus gecorrigeerd met 25% zodat per saldo € 551 als aftrekbare omzetbelasting resteert.

Géén kilometeradministratie

Houdt de ondernemer géén kilometeradministratie bij waaruit het privégebruik blijkt, dan mag in eerste instantie álle btw over het onderhoud en het gebruik worden afgetrokken. Maar op het einde van het jaar moet echter wel de afgetrokken btw voor het privégebruik gecorrigeerd worden door middel van een forfait. Dit forfait is een vast percentage en bedraagt 1,5% van de cataloguswaarde (inclusief btw en bpm).

Voorbeeld
Stel dat de auto uit het voorbeeld een cataloguswaarde heeft van € 50.000. In eerste instantie is alle btw aftrekbaar (€ 980). Op het einde van het jaar moet het privégebruik worden gecorrigeerd (€ 50.000 x 1,5% = € 750). De aftrek per saldo bedraagt in dit geval € 980 – € 750 = € 230. Het verschil met de aftrek bij de sluitende kilometerregistratie bedraagt € 735 – € 230 = € 505.

Als het aantal zakelijk gereden kilometers echter heel weinig is, kan de balans de andere kant uitslaan. Voornamelijk ZZP’ers en freelancers met een privéauto die zakelijk wordt gebruikt, hebben afgelopen jaar, ten gevolge van Corona, veel minder kilometers gereden. Online vergaderen is bovendien nog steeds populair. Het kan in die situatie dus best zo zijn dat de 1,5% forfaitregeling gunstiger kan uitpakken dan de sluitende kilometeradministratie.

Nieuwe auto aangeschaft?

Als in de loop van het jaar een nieuwe auto wordt aangeschaft, dan moet het forfait tijdsevenredig worden berekend. Wordt de auto op 1 juli aangeschaft dan bedraagt de correctie voor het privégebruik 6/12 x 1,5% x € 50.000 = € 375.

Dus de auto zakelijk of privé?

Er spelen heel wat factoren mee om te bepalen of u beter zakelijk of privé kunt rijden. Niet alleen het verwacht aantal zakelijk en privé gereden kilometers en de btw spelen een rol. In geval u zakelijk gaat rijden tellen ook de afschrijving en uiteraard de bijtellingsregels mee.

BAA ADVIES. Rijdt u met uw privéauto ook zakelijk? Dan is een sluitende kilometerregistratie een middel om betaalde btw op brandstof en onderhoudskosten deels in aftrek te kunnen brengen. Het is sowieso verstandig om altijd te (laten) berekenen wat het meest voordelig is: de auto als privévermogen of als bedrijfsvermogen.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/11/priveauto-zakelijk-gebruik2.jpg 200 300 Pieter van Lieshout https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Pieter van Lieshout2021-09-06 19:34:442021-11-29 19:39:57Privéauto zakelijk gebruiken: wat met de btw?

Zakendoen in de EU: hoe zit dit met de btw?

6 januari 2021/in Artikelen /door Jasper Werts

Door de open grenzen binnen de Europese Unie en de mogelijkheden van internet, vergroten steeds meer ondernemers hun afzetmarkt tot buiten Nederland. Al deze transacties leiden dus tot grensoverschrijdende prestaties voor de omzetbelasting. Hoe moet u daarmee omgaan?

Complexe btw-regels

Binnen Nederland zijn de btw-regels complex. Afhankelijk van de plaats van levering of dienst, vrijstelling of hoog/laag tarief, moet worden bepaald wat het correcte btw-bedrag is. Maar ook voor grensoverschrijdende prestaties moet nauwkeurig worden bijgehouden wat de omstandigheden zijn en waar de btw verschuldigd is. Dit kan soms lastige gevolgen hebben. We maken het u graag duidelijk.

1. Prestaties in de EU: ondernemer aan ondernemer

Als u goederen of diensten levert, dan moet u beoordelen wat de plaats van de levering of dienst is.

Levert u als btw-ondernemer aan bijvoorbeeld een Belgische btw-ondernemer dan is er sprake van een Intracommunautaire levering. Op basis van (Europese) wetgeving treedt dan de verleggingsregeling op. Dit betekent dat u levert met btw verlegd en dat de btw-verplichting verlegd wordt naar de Belgische ondernemer. Deze moet vervolgens de btw op aangifte in België afdragen, maar kan dan de betaalde btw ook in aftrek brengen. U moet hiervoor een opgaaf ICP (intracommunautaire prestaties) indienen.

2. Prestaties in de EU: ondernemer aan particulier

Er is sprake van afstandsverkopen. In deze tijden van webshops en open grenzen kopen particulieren steeds vaker hun goederen via internet. Ook van deze leveringen is niet meteen te zeggen wat de btw-verplichtingen zijn. Het leveren van goederen en diensten aan particulieren in andere EU-lidstaten zijn zogenaamde afstandsverkopen. Voor afstandsverkopen geldt een speciale regeling.

Er gelden drempelbedragen per lidstaat. U heeft bij verkopen aan particulieren uit andere EU-lidstaten te maken met drempelbedragen. Om te voorkomen dat u zich bij slechts enkele leveringen al in een ander land moet registreren, hebben de EU-landen drempelbedragen per jaar met elkaar afgesproken. Tot aan de gestelde drempelbedragen moet u Nederlandse btw in rekening brengen, tenzij u ervoor kiest vanaf de eerste euro al btw aangifte te doen in de lidstaat. Komt u in één jaar boven het drempelbedrag van een lidstaat uit, dan moet u zich voor de btw registreren in die lidstaat en de btw van die lidstaat in rekening gaan brengen. Tevens moet u in die lidstaat dan aangifte doen en de verschuldigde btw afdragen.

Voorbeeld
U levert aan Belgische particulieren. Het drempelbedrag voor afstandsverkopen voor België is € 35.000. Leveringen tot € 35.000 geschieden met Nederlandse btw. Voor de leveringen boven de grens van € 35.000 moet u zich in België registreren. Vanaf dat moment moet u dus Belgische btw in rekening brengen en in België btw-aangifte doen.

Nieuwe regeling voor afstandsverkopen per 1 juli 2021

Per 1 juli 2021 gaan de afzonderlijke drempelbedragen verdwijnen. Er komt één drempelbedrag van € 10.000 voor alle EU landen gezamenlijk . Dit is de zogenaamde eenvoudige regeling voor kleine ondernemers. Tot dit bedrag vinden de afstandsverkopen en digitale diensten plaats in Nederland en is Nederlandse btw verschuldigd. Wordt dit bedrag overschreden dan moet er bij grensoverschrijdende leveringen meteen btw worden betaald in de lidstaat waar de goederen en diensten aan de particulier worden geleverd. U heeft hiervoor twee mogelijkheden:

  1. u registreert u (per lidstaat) en doet daar met een buitenlandse btw-nummer de btw-aangifte;
  2. u gebruikt de OSS-regeling (One-Stop-Shop).

Van MOSS- naar OSS-regeling vanaf 1 juli 2021

Op dit moment kunnen ondernemers die elektronische diensten of digitale diensten leveren aan particulieren in andere EU landen, gebruikmaken van de MOSS regeling. Deze regeling zal naar verwachting vanaf 1 juli 2021 worden uitgebreid: de OSS-regeling (One-Stop-Shop-Regeling). Alle ondernemers kunnen dan bij invoering via de OSS regeling hun btw-verplichtingen in het buitenland gaan doen.

In de praktijk betekent deze regeling het volgende. Meldt u in Nederland aan voor de OSS-regeling. U geeft dan via Nederland de betreffende btw aan en draagt die af. Het grote voordeel is dat u zich dan niet in een of meerdere lidstaten moet registreren en u hoeft dan daar ook geen aangifte meer te doen.

Tja…. en het Verenigd Koninkrijk?

Het VK is uit de Europese Unie gestapt en dus gelden voor leveringen van diensten of goederen per 1 januari 2021 dezelfde regels als voor alle andere landen buiten de EU. De MOSS-regeling en straks de OSS-regeling zijn dus niet van toepassing voor het Verenigd Koninkrijk.

BAA ADVIES. Leveren aan lidstaten van de EU kan een flinke administratieve en financiële last zijn. Daar komt waarschijnlijk per 1 juli 2021 verandering in. We houden u daarvan op de hoogte.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/zakendoen-eu-btw.jpg 200 300 Jasper Werts https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jasper Werts2021-01-06 17:46:362021-12-01 17:48:59Zakendoen in de EU: hoe zit dit met de btw?

Corona-update: btw – huurakkoord – DGA

20 april 2020/in Artikelen /door Admin

In deze Corona-update bespreken we enkele losse onderwerpen die allen een gevolg zijn van de door de overheid genomen ondersteuningsmaatregelen. Denk aan speciale btw-afspraken, het huurakkoord voor de retailsector en de positie van de DGA bij de steunmaatregelen.

Omzetbelasting

Laag btw-tarief sportaccommodaties

Bij sporten in een sportaccommodatie is sprake van een laag btw-tarief. Omdat sporten in een accommodatie op dit moment verboden is, worden door veel sportscholen online sportlessen aangeboden. Het kabinet heeft besloten dat ook voor online sportlessen het lage tarief van toepassing is. Dit lage btw-tarief blijft van toepassing tot de sportaccommodaties weer open mogen.

Btw-vrijstelling uitlenen zorgpersoneel

De beroepsgroep die op dit moment volop in de picture staat is het zorgpersoneel. Er moet tenslotte voldoende zorgpersoneel ter beschikking staan. Dit ter beschikking stellen geschiedt ook door uitzendbureaus. Op dit uitlenen van personeel is het tarief van 21% btw van toepassing. Voor de periode van 16 maart 2020 tot 16 juni 2020 heeft het kabinet besloten dat het uitlenen van zorgpersoneel is vrijgesteld van de heffing van omzetbelasting. Zónder dat dit invloed heeft op de aftrek van de voorbelasting door de uitlener.

Huurakkoord retailsector

Verhuurders en huurders, vertegenwoordigd door IVBN, INretail, Vastgoed Belang, Detailhandel Nederland, EZK, NVB en VGO hebben op 10 april jl. een steunakkoord bereikt voor en door de Nederlandse Retailsector. Hierin staat de solidariteit van alle partijen centraal, met als uitgangspunt fairness en het helpen van bedrijven die het nodig hebben.

Voor de korte termijn komt dit op het volgende neer:

  • een periode van huuropschorting van 3 maanden vanaf april 2020 mits er sprake is van een omzetdaling van minimaal 25% in de periode van april-mei en juni 2020;
  • de hoogte van de huuropschorting is mede afhankelijk van de proportionaliteit in grootte en draagkracht van de verhuurder en huurder;
  • de hoogte van huuropschorting bedraagt minimaal 50% van de huur en waar nodig 75% of 100% van de huurpenningen;
  • de huuropschorting is alleen van toepassing als het omzetverlies aantoonbaar wordt veroorzaakt door de coronacrisis.

De DGA

De overheid heeft voor de zelfstandig ondernemers vele ondersteuningsmaatregelen in het leven geroepen, maar gelden deze ook allen voor de DGA?

DGA en TOGS

Bij de TOGS wordt geen onderscheid gemaakt naar soort onderneming, zowel eenmanszaken, samenwerkingsverbanden als ook BV’s kunnen hiervoor in aanmerking komen, dus ook de DGA.

DGA en NOW

Bij de NOW is sprake van een regeling voor werkgevers die werknemers moet doorbetalen. De DGA is hier een vreemde eend in de bijt. De werkgever is namelijk zijn eigen BV en de werknemer is de persoon zelf. Het salaris van de DGA komt alleen in aanmerking voor de NOW als er sprake is van een DGA die verplicht verzekerd is voor de sociale verzekeringswetten en dat is voor de overgrote meerderheid van de DGA’s niet aan de orde. Dus voor de NOW komt de DGA normaal gesproken niet in aanmerking.

DGA en TOZO

Ook een DGA kwalificeert zich als ondernemer voor deze regeling, mits hij/zij minimaal 1.225 uur werkzaam is in de BV en meer dan 50% van de aandelen/zeggenschap in de BV bezit. Over dit laatste is er nog enige onduidelijkheid.

DGA en gebruikelijk loon

Het door de overheid vastgestelde minimale gebruikelijk loon voor de DGA bedraagt in 2020 € 46.000. Dit salaris dient uiterlijk op het einde van het jaar te zijn verloond. Omdat op dit moment onzeker is of de crisis voor het gehele jaar 2020 gevolgen heeft voor de omzet en liquiditeit, is het een optie om naar de toekomst toe tijdelijk een lager maandsalaris te verlonen. Op het einde van het jaar kan dan het gebruikelijk loon voor het gehele jaar 2020 worden vastgesteld.

BAA ADVIES. De regels en voorwaarden omtrent de Corona-overheidsmaatregelen worden nog steeds van tijd tot tijd aangepast. Twijfelt u of u voor een van de maatregelen in aanmerking komt, neem dan contact met ons op.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/corona-update.jpg 200 300 Admin https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Admin2020-04-20 14:54:042021-12-14 19:10:15Corona-update: btw – huurakkoord – DGA

Auto importeren: wat betekent dit voor btw, bpm en bijtelling?

2 november 2017/in Artikelen /door Jasper Werts

De laatste jaren neemt het aantal geïmporteerde auto’s in Nederland enorm toe. Met name in Duitsland worden ieder jaar steeds meer gebruikte auto’s door Nederlanders gekocht. Dit lijkt op het eerste gezicht een eenvoudige transactie, maar er zitten toch wat fiscale addertjes onder het gras.

Auto importeren en de bpm

De bpm. Op het moment dat een auto wordt geïmporteerd in Nederland, moet er belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) worden betaald. Het bedrag is afhankelijk van het soort motorrijtuig, de netto catalogusprijs (prijs excl. bpm en btw) en het tarief van de bpm op basis van de CO2-uitstoot.

Historisch of actueel tarief. Bij een gebruikt motorrijtuig kunt u kiezen voor het historische of voor het actuele tarief. Kreeg uw auto bijvoorbeeld in 2012 vóór het eerst een kenteken? Dan mag u met de tarieven vanaf 2012 het voor u meest voordelige bpm-bedrag berekenen. U kunt dan dus kiezen voor het bpm-tarief van 2012 (of 2013, enz.) en of het huidige actuele tarief (2017).

Korting op de bpm. Koopt u een gebruikte auto, dan kunt uw wellicht een korting op de bpm krijgen. De korting op de bruto bpm van een in het buitenland gebruikt motorrijtuig met een buitenlands kenteken mag u vaststellen met:

  • een koerslijst; of
  • een taxatierapport (alleen voor motorrijtuigen met meer dan normale gebruiksschade, en voor motorrijtuigen die niet in een koerslijst voorkomen); of
  • de forfaitaire tabel.

De ondernemersregeling bpm. Voor de bpm bestaat ook de zogenaamde ondernemersregeling bpm. Dit houdt in dat u als ondernemer bij de aanschaf en import van een bestelauto géén bpm hoeft te betalen als de bestelauto voor meer dan 10% zakelijk wordt gebruikt. Mocht niet meer aan de voorwaarden worden voldaan, dan dient de volledige bpm alsnog te worden afgedragen.

Auto importeren en de btw

Wel of geen btw betalen bij import? Sommige importbedrijven adverteren met de tekst dat een particulier geen btw hoeft te betalen als hij een auto in Duitsland koopt. Nederlandse autodealers vertellen daarentegen dat een particulier dubbel btw betaalt bij import uit Duitsland. Beide beweringen zijn echter niet juist. Het is dus zaak om bij import goed te kijken naar de gevolgen voor de btw.

Nieuwe of bijna nieuwe auto. Een auto wordt als “nieuw of als bijna nieuw vervoersmiddel” gezien als hij niet langer dan 6 maanden geleden voor het eerst in gebruik is genomen of niet meer dan 6.000 kilometer heeft gereden.

Als er sprake is van een nieuwe auto, dan is er btw verschuldigd in Nederland. De koper dient de Duitse leverancier te vragen géén btw op de factuur te vermelden, want de aanschaf van de auto is in Nederland belast. Anders bestaat de mogelijkheid dat er dubbel btw wordt betaald, zowel in Duitsland als in Nederland!

Geen nieuwe of bijna nieuwe auto. Als de auto al langer dan 6 maanden geleden voor het eerst in gebruik is genomen of er al meer dan 6.000 kilometers mee gereden is, dan is de situatie anders. Duitsland mag in dit geval btw heffen en de Duitse leverancier zet daarom Duitse btw op de factuur. Er is dan niet nogmaals in Nederland btw verschuldigd na import uit Duitsland. Aangezien de Duitse btw (19%) lager is dan de Nederlandse btw (21%), lijkt het wat btw betreft aantrekkelijker om een ‘oude’ auto aan te schaffen.

Ondernemers en de btw. Ondernemers die een auto aanschaffen in Duitsland krijgen te maken met een intracommunautaire verwerving. Dit houdt in dat de btw-plicht wordt verlegd naar de afnemer. De ondernemer draagt de btw dus af in Nederland en kan deze via dezelfde aangifte weer terugvragen indien er sprake is van een ondernemer met belaste prestaties voor de btw.

Auto importeren en de bijtelling auto van de zaak

Rijdt u als ondernemer meer dan 500 kilometer privé met een auto van de zaak, dan krijgt u te maken met de bijtelling voor privégebruik. Voor de bijtelling voor geïmporteerde auto’s wordt ook de cataloguswaarde inclusief btw en bpm, (zoals vermeld in de gegevens bij de RDW), als basis genomen.

Voor geïmporteerde auto’s zijn dezelfde regels voor de bijtellingspercentages van toepassing als voor binnenlandse auto’s. Dit betekent dat het bijtellingspercentage op de datum van de 1e tenaamstelling in het buitenland mag worden aangehouden. Ook voor dit percentage kan gebruik worden gemaakt van de 60 maandenperiode. Een handig schema met alle bijtellingspercentages voor 2017 vindt u op onze website.

BAA ADVIES. Er zitten nogal wat fiscale haken en ogen aan het importeren van een auto uit het buitenland. Het is dus raadzaam om van tevoren goed na te gaan wat de gevolgen zijn bij de aanschaf van een auto uit bijvoorbeeld Duitsland. BAA kan u helpen om de fiscale gevolgen op een rijtje te zetten en uw keuze te vereenvoudigen.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/auto-importeren.jpg 227 300 Jasper Werts https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jasper Werts2017-11-02 17:41:342021-12-07 17:45:06Auto importeren: wat betekent dit voor btw, bpm en bijtelling?

BTW en privé gebruik auto: alsnog BTW teruggave?

2 juni 2017/in Artikelen /door Jasper Werts

In april 2017 heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan die mogelijk tot een BTW teruggave kan leiden. Wat moet u weten?

Waar gaat dit over?

Als ondernemer kunt u de btw op aanschafkosten (of leaseprijs), brandstofkosten en onderhoudskosten in aftrek brengen. In de laatste aangifte van het jaar moet u dan corrigeren voor het privégebruik. Dit geldt zowel voor de auto van de zaak die u ook privé rijdt, als voor de privéauto die u ook zakelijk rijdt! U kunt de correctie op twee manieren corrigeren.

Correctie middels werkelijk gereden privékilometers. De eerste manier is op basis van de werkelijke kosten en de werkelijk privé gereden kilometer. Hiervoor is een sluitende kilometeradministratie nodig. Omdat dit in de praktijk tot nogal wat (administratieve) moeilijkheden leidt, heeft de staatssecretaris een forfaitair systeem voorgesteld.

Forfaitaire correctie. Zo kan op basis van de cataloguswaarde van de auto en een forfait van 2,7% of 1,5% de BTW-correctie voor het privégebruik worden bepaald. En hier gaat het nu over! Want veel ondernemers vinden die 2,7/1,5% veel te hoog.

Veel ondernemers hebben bezwaar ingediend

Op 1 juli 2011 heeft de staatssecretaris bekend gemaakt dat de bepaling van het privégebruik op een bovenstaande manier dient te worden bepaald. De massale bezwaarschriften voor de fiscale jaren vanaf 1 juli 2011 hebben betrekking op deze forfaitaire methode. De Hoge Raad heeft hierover in april uitspraak gedaan.

Uitspraak Hoge Raad

Recht op teruggaaf. In april 2017 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over de bepaling van het privégebruik van de auto van de zaak. De Hoge Raad vindt dat het gebruik van de forfaitaire methode ertoe heeft geleid dat de ondernemer méér BTW heeft afgedragen dan de over het privégebruik toe te rekenen (werkelijke) kosten. Dit houdt in dat de ondernemer dan recht heeft op een teruggave van BTW.

Derde manier om de BTW correctie te berekenen. De Hoge Raad heeft een derde mogelijkheid bepaald om het privégebruik aan te tonen. Dit is nog niet precies ingevuld, maar heeft wel enkele handvaten gekregen. Om de teruggave te kunnen aantonen dient de ondernemer gegevens over het privégebruik te verstrekken waarop het standpunt wordt gebaseerd: een redelijk inschatting.

Een redelijke inschatting. Zo dient bijvoorbeeld de aard van de onderneming duidelijk te worden gemaakt, de zakelijke doeleinden waarvoor de auto van de zaak bruikbaar is, de werkzaamheden die binnen de onderneming plaatsvinden of de statistische gegevens van het autogebruik. De optelsom van de genoemde punten moet de redelijke schatting kunnen aantonen

De staatssecretaris is aan zet

Op grond van de uitspraken van de Hoge Raad dient de staatssecretaris nu een oordeel te geven over de massale bezwaarschriften. Dit kan inhouden dat op basis van een zelf onderbouwde, redelijke schatting een teruggave van BTW over het privégebruik over de fiscale jaren vanaf 1 juli 2011 mogelijk is.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/btw-privegebruik-auto-1.jpg 225 300 Jasper Werts https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jasper Werts2017-06-02 18:04:062021-12-08 18:06:54BTW en privé gebruik auto: alsnog BTW teruggave?

U wilt kosten doorbelasten, maar hoe zit het dan met de btw?

4 mei 2017/in Artikelen /door Jasper Werts

Een ondernemer spreekt met zijn klant af dat hij gemaakte kosten aan hem zal doorbelasten. In de praktijk gaat het dan vaak mis met de btw. In dit artikel leest u wat de juiste manier is en hoe u negatieve btw-gevolgen kunt voorkomen.

Voorbeeld – U levert diensten met 21% btw

U verricht diensten die u met 21% btw moet belasten. U spreekt af dat u de reiskosten voor de uitvoering van een opdracht kunt doorbelasten aan de opdrachtgever. U moet dan deze kosten factureren met 21% btw. De reiskosten die u doorbelast, die u factureert, is omzet die u tegen uw normale tarief moet doorbelasten.

Misverstand 1. Het is een misverstand dat alleen ondernemers die belaste prestaties verrichten (btw berekenen), doorbelaste kosten moeten factureren met btw.

Voorbeeld – U levert vrijgestelde prestaties

U bent huisarts. U verricht vrijgestelde prestaties; u hoeft geen btw te berekenen. Sinds een tijd leent u uw persoonlijke assistent twee dagen in de week uit aan een andere huisarts. De loonkosten belast u evenredig door aan de huisarts. Doordat dit uitlenen regelmatig en duurzaam plaatsvindt, dient u btw door te berekenen op de factuur.

Misverstand 2. Oók ondernemers die vrijgestelde prestaties verrichten en organisaties die geen ondernemer voor de btw zijn, kunnen te maken krijgen met het berekenen van btw over de doorbelaste kosten aan een derde. Dit kan voorkomen als kosten regelmatig en duurzaam worden doorbelast en deze kosten betrekking hebben op een andere organisatie.

Is er sprake van doorlopende posten?

Een doorlopende post is een betaling door een ondernemer op naam en voor rekening van een derde.

  • A = u
  • B = de uiteindelijke afnemer, uw klant
  • C = de feitelijke leverancier

De uiteindelijke afnemer (B) ontvangt een factuur van de feitelijke leverancier (C). U (A) betaalt de factuur op naam en voor rekening van B. Als er tussen u (A) en uw klant (B) een contractuele relatie bestaat, dan is er sprake van een doorlopende post. Dit betekent dat u (A) slechts als doorgeefluik fungeert, waardoor er bij het doorberekenen van de betaalde kosten géén btw verschuldigd is. U maakt dit bedrag gewoon over naar de rekening van C.

Is er sprake van elkaar gelieerde ondernemingen?

Het doorbelasten van kosten kan vrij van btw gebeuren als er sprake is van gelieerde ondernemingen. Bij gelieerde ondernemingen kan worden verzocht om de regels voor een fiscale eenheid voor de omzetbelasting toe te passen. Dit is alleen mogelijk als de ondernemingen op financieel, organisatorisch én op economisch gebied verweven zijn. Op deze manier is het toegestaan zonder btw onderling kosten door te belasten.

Is er sprake van verzendkosten?

Op het moment dat er verzendkosten op de factuur worden gezet, komt de btw ook om de hoek kijken. Het is niet altijd duidelijk wat er op de factuur moet komen te staan.
Hoofdregel is dat de verzendkosten in principe belast zijn met btw.

  • U levert goederen met 21% btw aan uw afnemer, dan dient u de verzendkosten ook te belasten met 21%.
  • Als u bijv. etenswaren met 6% levert, dán moet u de verzendkosten ook met 6% btw factureren.
  • Voor vrijgestelde goederen die worden verzonden, kunnen ook de verzendkosten vrijgesteld worden opgenomen op de factuur.

Voorbeeld – u levert goederen met 6% én met 21% btw

U levert diverse goederen belast met de tarieven 6% én 21% aan uw klant. Zowel de goederen als de verzendkosten worden gefactureerd. U moet nu de volledige verzendkosten meenemen tegen het hoogste tarief dat op de goederen rust; in dit geval 21%.

Misverstand 3. Het is een misverstand, dat u verzendkosten moet belasten met het btw percentage dat betrekking heeft op het grootste deel van de goederen. Als dus 99% van de verzending bestaat uit met 6% btw belaste goederen en slechts 1% uit goederen met 21% belaste btw, dan moet u toch de alle verzendkosten met 21% btw factureren.

Is er sprake van openbaar vervoer?

Reist u met het openbaar vervoer en u spreekt af die kosten door te belasten? Hou er dan rekening mee dat op de bonnetjes van bus, trein, taxi, metro en tram 6% btw zit. Die mag u aftrekken als voorbelasting (óók als er géén btw op het bonnetje staat) en als u ze op de factuur zet, moet u deze kosten belasten met uw “normale” btw-tarief.

BAA ADVIES. De btw-regels lijken soms eenvoudig, maar worden in de praktijk vaak verkeerd toegepast. De Belastingdienst is niet misselijk als er fouten worden geconstateerd. Twijfelt u of u bij doorbelaste kosten de btw goed berekent? Vraag dan even advies bij uw BAA-adviseur.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/btw-doorbelaste-kosten.jpg 199 300 Jasper Werts https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jasper Werts2017-05-04 18:13:132021-12-08 18:16:02U wilt kosten doorbelasten, maar hoe zit het dan met de btw?

Btw-aangifte, correcties en bijtellingen 2016

4 januari 2017/in Artikelen /door Jasper Werts

Bent u ondernemer voor de btw? Dan moet u btw afdragen én kunt u betaalde btw daarop in mindering brengen. Maar opgelet: u moet dan wel in januari 2017 corrigeren voor privégebruik. In dit artikel leest u daar mee over.

Btw en privégebruik

Btw-plicht. Levert u als ondernemer goederen en/of diensten, oftewel: verricht u zogenaamde belaste prestaties? Dan moet u btw in rekening brengen en afdragen aan de Belastingdienst. U mag dan echter ook aan u in rekening gebrachte btw in aftrek brengen. Als er vrijgestelde prestaties worden verricht is de voorbelasting slechts naar rato aftrekbaar.

Privégebruik. U maakt als ondernemer echter gedurende het jaar mogelijke kosten die zowel een zakelijk als privékarakter hebben. De btw op de kosten met een privékarakter is in principe niet aftrekbaar. Het privégebruik van de auto is zo’n veel voorkomende correctie. Wat moet u over dit soort correcties weten?

Januari 2017: btw-correctie voor privégebruik in 2016

In de laatste btw-aangifte van het jaar moet er een btw-correctie voor het privégebruik worden meegenomen. Voor het belastingjaar 2016 zult u dus deze maand (januari) hier rekening mee moeten houden. Hieronder vallen de btw correcties op het privé gebruik van de auto en het privé aandeel van gas, water en elektra indien deze kosten volledig als ondernemingskosten zijn geboekt. Ook de btw op het privé gebruik van producten uit het eigen bedrijf dient in de laatste btw aangifte te worden gecorrigeerd.

Btw in de horeca

Verstrekkingen van eten en drinken aan personen die tijdelijk in een horecagelegenheid aanwezig zijn, kunnen als kosten van de onderneming in aftrek worden gebracht. De btw op deze kosten is echter nooit aftrekbaar. Dit geldt ook voor het geval u door een cateringbedrijf op een externe locatie eten en drinken laat verzorgen.

BUA: de meest gebruikte manier om te corrigeren

Het Besluit uitsluiting aftrek Omzetbelasting 1968 (BUA) is de meest gebruikte manier om bedrijfskosten met een privékarakter te corrigeren. In het BUA is de aftrek van btw voor diverse uitgaven uitgesloten. De belangrijkste zijn de navolgende.

  • Personeelsverstrekkingen
    Denk aan huisvesting, gelegenheid tot sport en ontspanning, privévervoer, kantineverstrekkingen, loon in natura, enz. De btw op deze kosten zijn niet aftrekbaar als de kosten per werknemer per jaar minder dan € 227 (exclusief btw) bedragen.
  • Relatiegeschenken
    De btw op relatiegeschenken is niet aftrekbaar als de kosten per jaar per ontvanger meer bedragen dan € 227 (exclusief btw).

De zogenaamde fictieve prestaties

Als het BUA niet van kracht is, dan is er mogelijk sprake van fictieve prestaties. Dit is bijvoorbeeld aan de orde als u zelf uw bedrijfsgoederen privé gebruikt en daar géén vergoeding voor betaalt. De auto is daarvan het bekendste voorbeeld.
De correctie wordt gemaakt door btw te heffen over de gratis verrichte prestatie. Het gratis verstrekken van monsters en geschenken van geringe waarde (minder dan € 15,- per stuk) blijft buiten de heffing van btw.

Btw over auto- en brandstofkosten

Als ondernemer kunt u de btw op aanschafkosten (of leaseprijs), brandstofkosten en onderhoudskosten in aftrek brengen. In de laatste aangifte van het jaar moet u dan corrigeren voor het privégebruik. Dit geldt zowel voor de auto van de zaak die u ook privé rijdt, als voor de privéauto die u ook zakelijk rijdt! U kunt de correctie op twee manieren corrigeren.

  1. Corrigeren volgens de gereden kilometers. Als er een sluitende kilometeradministratie aanwezig is, dan kunt u de btw-correctie op basis van het werkelijke gebruik berekenen. Woon-werkverkeer wordt voor de omzetbelasting gerekend tot het privégebruik. De verhouding privékilometers t.o.v. het totaal aantal kilometers bepaalt welk deel van de in aftrek gebrachte btw u moet corrigeren voor het privégebruik.
  2. Corrigeren volgens een forfait. Heeft u geen sluitende kilometeradministratie, dan kunt u volgens een forfait de btw-correctie bepalen. De correctie bedraagt dan:
    • 2,7% van de cataloguswaarde (inclusief btw en bpm).
    • 1,5% van de cataloguswaarde (inclusief btw en bpm) voor marge-auto’s (auto’s aangekocht zonder btw). Als een auto (waarvoor u bij aankoop de btw in aftrek heeft gebracht) 5 jaar of langer door u in gebruik is, dan kunt u ook het forfait van 1,5% toepassen.

Herziening BTW op onroerende zaken

Op het moment dat een onroerende zaak wordt aangekocht en in gebruik genomen, dient te worden bepaald in welke verhouding deze onroerende zaak zakelijk en privé wordt gebruikt. De btw is aftrekbaar voor zover de onroerende zaak zakelijk wordt gebruikt.

De jaarlijkse herziening. Vanaf het eerste jaar begint de zogenaamde herzieningsperiode van 10 jaar te lopen. Ieder jaar wordt herzien of het gebruik is gewijzigd en/of de aftrek van de btw dient te worden gecorrigeerd.

De eventuele correctie. Zo moet u dus ieder jaar 1/10 deel van de oorspronkelijk in aftrek gebrachte btw herzien en op basis van de verhouding zakelijk/privé corrigeren in de btw-aangifte.

BAA ADVIES. De btw-regels zijn niet eenvoudig. Om hoge naheffingen en boetes te voorkomen, is het belangrijk om op een juiste wijze btw-aftrek te corrigeren voor privégebruik. BAA kan u helpen om een correcte btw-aangifte in te dienen.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/btw-privegebruik-auto.jpg 225 300 Jasper Werts https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jasper Werts2017-01-04 19:01:032021-12-08 19:03:18Btw-aangifte, correcties en bijtellingen 2016

Vanaf 2017 btw terugvragen oninbare factuur stuk makkelijker

28 oktober 2016/in Artikelen /door Pieter van Lieshout

Betaalt uw afnemer niet, maar heeft u de btw wel al aan de fiscus afgedragen? Dan is het terugvragen van deze btw nu een heel gedoe. Het duurt lang en moet via een apart verzoek. Gelukkig wordt het vanaf 1 januari 2017 een stuk eenvoudiger.

Pfff… niet betaalde facturen

U heeft het vast al eens meegemaakt. U levert een bepaalde dienst of een bepaald product, stuurt hiervoor een factuur, draagt de vermelde omzetbelasting keurig af en vervolgens… wordt de factuur niet betaald. Balen! U krijgt niet betaald, maar u heeft wel de btw al afgedragen. Hoe kunt u straks deze btw weer terugkrijgen?

Huidige wetgeving; hoe is het nu geregeld?

Als u een dienst of product levert, stuurt u de afnemer een factuur. Op dat moment heeft u een vordering op deze afnemer. Op grond van de huidige wetgeving ontstaat het recht op teruggaaf van btw pas op het moment waarop vaststaat dat uw vordering niet is of zal worden betaald. U moet dan een apart teruggaafverzoek indienen binnen één maand na het tijdvak waarin het recht op teruggaaf ontstaat.

Onder deze wetgeving kan het jaren duren voor u recht op aftrek krijgt van de eerder afgedragen btw. Er moet namelijk eerst duidelijk zijn dat uw afnemer uw factuur niet of maar gedeeltelijk zal betalen. In de praktijk kan het dus lang duren voordat die duidelijkheid er is.

Belastingplan 2017; hoe wordt het geregeld?

Het wordt eenvoudiger. Op Prinsjesdag heeft het kabinet de fiscale plannen voor 2017 bekend gemaakt. Hierin is ook een regeling opgenomen die de teruggaaf van btw bij oninbare vorderingen eenvoudiger maakt.

Dit verandert niet. Ook in de nieuwe opzet ontstaat het recht op teruggaaf van btw pas op het tijdstip waarop de oninbaarheid van de vordering kan worden vastgesteld.

Dit verandert wel. Wat er verandert is dat het recht op teruggaaf ontstaat uiterlijk één jaar na de factuurdatum.

Ook dit verandert. Een tweede wijziging ten opzichte van de huidige wetgeving is dat de teruggaaf van btw kan worden gedaan via de btw-aangifte in plaats van via een apart verzoek. Indien later de oninbaar geachte vordering alsnog (gedeeltelijk) wordt voldaan, zult u de teruggevraagde btw op deze betaling weer verschuldigd worden.

Facturen van vóór 1 januari 2017

In het belastingplan is overgangsrecht opgenomen voor facturen met een factuurdatum van vóór 1 januari 2017. In deze gevallen wordt de termijn van één jaar geacht te zijn aangevangen op 1 januari 2017. Dit houdt concreet in dat voor deze vorderingen btw-teruggaaf kan worden verkregen op 1 januari 2018 (uiteraard tenzij al eerder duidelijk is dat de vordering niet wordt betaald).

Hoe zit dat bij de niet-betalende afnemer?

Bij de niet-betalende afnemer werkt de regeling andersom. De afnemer heeft de btw afgetrokken en niet betaald. Eén jaar na het tijdstip van opeisbaarheid van de vordering is de niet-betalende afnemer de btw verschuldigd. Betaalt hij daarna alsnog, dan krijgt hij opnieuw recht op aftrek. Ook dit kan plaatsvinden via de reguliere btw-aangifte.

Als een vordering wordt overgedragen

De nieuwe teruggaafregeling voorziet ook in de overdracht van vorderingen. In het belastingplan is opgenomen dat indien een vordering is overgedragen aan een andere ondernemer, de overnemer in de plaats treedt van de overdragende ondernemer. Let op! Als overnemer kunt u het eventuele recht op teruggaaf van de btw op oninbare vorderingen niet in mindering brengen in de periodieke btw-aangifte, maar dient u de inspecteur om de btw-teruggaaf te verzoeken.

Vier bijzondere situaties

Er zijn vier bijzondere situaties waarmee u te maken kunt krijgen.

  1. De klant betaalt een deel.
  2. Wat met extra vorderingskosten?
  3. U komt een lening overeen.
  4. De kredietverzekering keert uit.

Meer hierover leest u in het eerder verschenen artikel (18 januari 2016): “De klant wil of kan niet betalen. Hoe zit dat met de btw?”

BAA ADVIES. U kunt vanaf 1 januari 2017 één jaar na de factuurdatum via de reguliere btw-aangifte de btw van (gedeeltelijk) niet-betaalde facturen terugvragen. Dat is dus een stuk makkelijker dan zoals het nu geregeld is.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/btw-factuur.jpg 200 300 Pieter van Lieshout https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Pieter van Lieshout2016-10-28 19:14:492021-12-09 19:18:37Vanaf 2017 btw terugvragen oninbare factuur stuk makkelijker

Wat met de btw als u levert aan particulieren in het buitenland?

26 mei 2016/in Artikelen /door Jasper Werts

Met name door de opkomst van internet leveren er steeds meer ondernemingen hun producten ook aan het buitenland. Hoe zit het met de btw als u levert aan particuliere klanten binnen de EU?

De laatste decennia is de internationale handel enorm toegenomen. Dit is mede te danken aan de onstuitbare opmars van het internet. Dankzij het internet kan iedereen waar ook ter wereld goederen en diensten aanschaffen in ieder gewenst land met de laptop op schoot. De wereld is kleiner geworden, maar de regels uitgebreider en ingewikkelder. Dit geldt ook voor de grensoverschrijdende verkoop van goederen in Europa. De toenemende verkopen aan particulieren in andere EU-landen kan gevolgen hebben voor uw administratie en btw over de goederen.

Leveren aan particulieren in Europa – de basisregel voor de btw

Stel, u verkoopt als Nederlandse ondernemer goederen aan particulieren in heel Europa. De goederen dienen te worden belast met Nederlandse btw. De klant betaalt de btw en u als verkoper draagt deze btw af aan de Nederlandse Belastingdienst. Dit is de normale situatie voor de verkoop aan een binnenlandse of buitenlandse particulier.

Leveren aan particulieren in Europa – de uitzonderingen

Er zijn echter enkele uitzonderingen op bovenstaande situatie.

  • Uitzondering 1. De eerste uitzondering geldt voor telecommunicatie-, omroep- en elektronische diensten aan particulieren. We schreven daar al eerder over; lees het artikel “Webshophouder de klos door nieuwe EU btw-regeling?”
  • Uitzondering 2. De andere uitzondering zijn de zogenaamde afstandsverkopen.

Afstandsverkopen en drempelbedragen

Afstandsverkopen? Er is sprake van afstandsverkopen als goederen worden verkocht aan een klant in een ander EU-land die geen btw-aangifte doet en de goederen worden vervoerd naar het andere EU-land door of voor uw rekening als leverancier.

Drempelbedragen per land. Er gelden echter drempelbedragen voor deze afstandsverkopen aan particulieren. Wordt er door u als ondernemer in één jaar meer dan de in een EU-land geldend drempelbedrag geleverd, dan moet het btw-tarief van dat betreffende land in rekening worden gebracht. Dit dient te gebeuren vanaf het moment dat de omzet voor dat land hoger is dan het drempelbedrag, voor de rest van het jaar en in ieder geval ook voor het volgende jaar.

Voorbeeld drempelbedragen
België: € 35.000 Italië: € 35.000
Duitsland: € 100.000 Luxemburg: € 100.000
Frankrijk: € 35.000 Portugal: € 35.000
Spanje: € 35.000 Nederland: € 100.000

Alle drempelbedragen vindt u op de website van de Europese Commissie (‘distance selling’).

Registratie als btw-ondernemer en aangifte doen

Op het moment dat u in één land boven de drempelbedragen levert aan particulieren, dan heeft dit grote gevolgen voor uw administratie. U moet vanaf dat bedrag btw van het land van de klant in rekening brengen. Dit betekent dat u zich als btw-ondernemer moet registreren in het land van de klant. Door het verkrijgen van het btw-nummer is het mogelijk om een btw-aangifte in te dienen en de btw af te dragen in de betreffende landen.

BAA ADVIES. Als u aan particulieren in een ander EU land levert, brengt u gewoon de Nederlandse btw in rekening en draagt die ook in Nederland af. Als u echter het geldende drempelbedrag overschrijdt, moet u zich in dat land als btw-ondernemer registeren en btw-aangifte doen.
Dit proces vergt de nodige (financiële) inspanningen en de nodige tijd. BAA kan u hierin assisteren en helpen om de registratie en aangifte correct en volledig te voltooien.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/btw-particulieren-buitenland.jpg 200 300 Jasper Werts https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jasper Werts2016-05-26 19:48:192021-12-13 19:50:42Wat met de btw als u levert aan particulieren in het buitenland?

De klant wil of kan niet betalen. Hoe zit dat met de btw?

18 januari 2016/in Artikelen /door Pieter van Lieshout

U heeft het vast al eens meegemaakt. U levert een bepaalde dienst, stuurt hiervoor een factuur, draagt de vermelde omzetbelasting af en vervolgens… wordt de factuur niet betaald. Balen! U krijgt niet betaald én heeft de btw al afgedragen. Kunt u die btw nog terugkrijgen? En zo ja, hoe?

Hoe kunt u de afgedragen omzetbelasting terugvragen?

In de Wet op de Omzetbelasting staat dat u de afgedragen omzetbelasting kunt terugvragen als een klant/afnemer niet betaalt. Het terugvragen van omzetbelasting bij zo’n oninbare vordering is echter alleen mogelijk door een schriftelijk verzoek in te dienen bij uw belastingkantoor.

Voorwaarde voor teruggave btw. Om de omzetbelasting terug te kunnen krijgen, moet u aannemelijk kunnen maken dat de afnemer niet heeft betaald en ook niet zal betalen. Let op, u hoeft niet per se een deurwaarder in te schakelen om de wanbetaling van de afnemer aan te tonen. Het is voldoende als u aan kunt tonen dat u verschillende pogingen heeft ondernomen om de factuur te innen. Denk aan het versturen van herinneringen, aanmaningen en overige schriftelijke correspondentie.

Zeker vermelden. Verder moet u in ieder geval in het verzoek vermelden:

  • naam en adres van de afnemer;
  • factuurdatum en factuurnummer;
  • het niet betaalde bedrag;
  • het bedrag aan omzetbelasting dat u terug vraagt.

Wanneer moet u het verzoek indienen?

Het verzoek moet schriftelijk worden ingediend bij uw belastingkantoor binnen één maand na afloop van het tijdvak waarin het recht op teruggave van afgedragen omzetbelasting is ontstaan. Dit recht ontstaat op het moment wanneer redelijkerwijs aangenomen kan worden dat de afnemer niet zal betalen. Denk bijvoorbeeld aan een brief of email waarin de afnemer verklaart de factuur niet te gaan betalen. In de praktijk wordt als uiterste datum voor het indienen van het verzoek om teruggave de datum aangehouden “waarin de betaling in rechte niet meer kan worden gevorderd”. Dit is bijvoorbeeld het geval als de afnemer failliet is verklaard.

Voorbeeld
• 18 januari 2016 Factuurdatum
• 2 februari 2016 “Alles naar wens”-telefoontje
• 18 februari 2016 Schriftelijke herinnering
• 26 februari 2016 Telefonische herinnering
• 2 maart 2016 Laatste aanmaning
• 12 maart 2016 Telefonische aanmaning
• 17 maart 2016 Eventueel inschakelen incassobureau
• 11 april 2016 Uiterlijke datum btw terugvragen als u besloten heeft na 12 maart
geen verdere incasso-stappen meer te nemen.

Als u te laat bent. Doet u het verzoek niet binnen één maand na het tijdvak waarin redelijkerwijs is vast komen te staan dat de vordering niet zal worden voldaan, dan verklaart de Belastingdienst het verzoek niet ontvankelijk. Maar de Belastingdienst kan uw verzoek dan wel ambtshalve in behandeling nemen. Doet men dat toch niet, dan is beroep bij de Rechtbank niet meer mogelijk. Dien dus uw verzoek tijdig in.

Kunt u een creditfactuur gebruiken om de btw te verrekenen?

In de praktijk komt het nogal eens voor dat een leverancier voor een onbetaalde factuur een creditfactuur maakt en deze enkel in de eigen administratie houdt. Let op, dat is juridisch niet toegestaan. Het is bovendien ook niet toegestaan als u die creditfactuur naar de afnemer stuurt met dezelfde datum als de oorspronkelijke factuur. Een creditfactuur kunt u alleen gebruiken als de overeenkomst wordt ontbonden, minder wordt geleverd dan afgesproken of de prijs wordt verlaagd.

Vier bijzondere situaties

  1. De klant betaalt een deel. Als de klant slechts een gedeelte van de factuur betaalt, moet dat bedrag evenredig worden verdeeld over de prestatie en de omzetbelasting. Het is niet juist om te stellen dat de prestatie is voldaan en de omzetbelasting niet.
    Voorbeeld
    Openstaande factuur: € 1.210 (incl. € 210 btw)
    Klant betaalt: € 500
    De vordering bedraagt dan: € 710,- (incl. € 123 btw).
    Het openstaande bedrag is dus NIET € 500,- plus € 210 btw. En als verdere betalingen uitblijven, kunt u dus NIET € 210 terugvragen, maar € 123.
  2. Wat met extra vorderingskosten? Indien u extra kosten maakt om een factuur te innen, denk aan aanmaningskosten, invorderingskosten en eventuele rente, dan kunt u deze kosten doorberekenen aan uw klant. Als een klant geld overmaakt, moet u dat eerst toekennen aan deze gemaakte kosten. Een betaling van uw klant moet dan eerst worden toegerekend aan deze kosten en rente, vervolgens aan de prestatie.
    Voorbeeld
    Openstaande factuur: € 1.210 (incl. € 210 btw)
    Incassokosten en rente: € 290
    Totale vordering € 1.500
    Als de klant nu € 1.000 betaalt, dan moet u dit eerst afboeken op de incassokosten en de rente. De resterende € 500 moet u weer evenredig verdelen over de hoofdsom en de btw (zie situatie 1).
  3. U komt een lening overeen. Stel, de klant kan echt niet meteen betalen en u komt met hem een lening overeen. U zet de vordering, de openstaande factuur, dan dus om in een lening. Op dat moment is de oorspronkelijke vordering voldaan en vervalt het recht om de afgedragen omzetbelasting terug te vragen als de klant alsnog de lening niet, of niet helemaal, aflost.
  4. De kredietverzekering keert uit. Om de risico’s van niet betalende afnemers te dekken kunt u een kredietverzekering afsluiten. Als een klant niet betaalt dan keert de verzekeringsmaatschappij een bepaald bedrag uit. Deze uitkering wordt dan niet gezien als betaling van de factuur door de afnemer. In deze situatie behoudt u dus het recht om de afgedragen terug te vragen!
BAA ADVIES. Als u weet dat een klant een openstaande factuur niet gaat betalen, vraag dan tijdig de reeds afgedragen btw terug en/of infomeer uw boekhouder. De btw verrekenen in bijzondere situaties, zoals een gedeeltelijke betaling en bij incassokosten, is geen sinecure. Laat u dan goed adviseren.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/fonds-gemene-rekening.jpg 206 300 Pieter van Lieshout https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Pieter van Lieshout2016-01-18 15:11:312021-12-14 19:23:42De klant wil of kan niet betalen. Hoe zit dat met de btw?

Categorieën

  • Vacatures (4)
  • Artikelen (296)

Laatste nieuws

  • Wijzigingen schenkbelasting 202310 mei 2023 - 08:00
  • Voorjaarsnota 2023: dit kunt u verwachten10 mei 2023 - 07:54
  • Aanslag box 3? Overweeg bezwaar aan te tekenen!10 mei 2023 - 07:48
  • De grootste bankroof aller tijden – elk jaar weer in Europa10 mei 2023 - 07:33
  • Eindelijk meer duidelijkheid over de box 3-heffing in 20237 april 2023 - 08:19
  • Fiscaal voordeel als uw kinderen meewerken in de onderneming7 april 2023 - 07:42
  • “Ik word gepest!” Hoe om te gaan met grensoverschrijdend gedrag?7 april 2023 - 07:38
  • Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb vanaf 21 maart10 maart 2023 - 08:59
  • Welke versnelde afschrijvingen zijn er in 2023 mogelijk?10 maart 2023 - 08:55
  • AOW-leeftijd bereikt? Vergeet de ouderenkorting niet!10 maart 2023 - 08:50

Wat mogen we voor u ontcijferen?

Heeft u een concrete vraag of wilt u gewoon eens met ons kennismaken?
Wij kijken uit naar uw mailtje of telefoontje!

In onze nieuwsbrief delen onze professionals kennis en inzicht. Zo blijven onze klanten voorlopen op de feiten.

0493 - 69 52 98 info@baa.nl
Inschrijven nieuwsbrief
lid van Noab

Postbus 122
5720 AC Asten
Julianastraat 2
5721 GL Asten

Algemene voorwaarden | Privacy statement & cookies | Disclaimer

Scroll naar bovenzijde