• Contact
  • Direct contact
    Stel uw vraag
BAA
  • Diensten
    • Financiële administratie
    • Salarisadministratie
    • Jaarrekening, controles en rapportage
    • HRM
    • Ondernemingsadvies
    • Fiscaal advies
  • Over BAA
    • Medewerkers
    • Werken bij BAA
    • Sponsoring
  • Kennis
    • Artikelen
    • Inschrijven nieuwsbrief
  • Menu Menu
U bevindt zich hier: Home1 / DGA-taks

Berichten

De DGA taks – deel 4: de tijd dringt!

6 november 2023/in Artikelen /door Jac Vossen

Als u als DGA op 31 december 2023 meer dan € 700.000 schuld heeft aan uw bv, dan moet u over het meerdere fiks belasting betalen: de DGA taks. Bovendien is onlangs besloten om dit drempelbedrag per 31 december 2024 te verlagen naar € 500.000. Tijd voor actie?

Hoe zit het alweer met die DGA taks?

Als een DGA op 31 december 2023 een schuld heeft van meer dan € 700.000 aan zijn eigen BV wordt het bovenmatige deel (het positief fictief regulier voordeel) belast met 26,9% belastingheffing. Ter bepaling van het drempelbedrag wordt de schuld van de DGA aan zijn BV en de schuld van zijn partner aan dezelfde BV bij elkaar geteld. Een uitzondering hierop zijn eigen woningschulden in het kader van box 1. Deze schulden tellen niet mee voor het bedrag van € 700.000. Is een eigen woningschuld in 2023 ontstaan, dan moet hiervoor een hypothecaire zekerheid zijn afgegeven.

Er dient ook rekening te worden gehouden met schulden van zogenaamde verbonden personen. Dat zijn alle bloed- en aanverwanten in de rechte lijn. Voor hen geldt ook hetzelfde drempelbedrag en dat de schuld wordt samengeteld met de partner (aanverwant).

Weer een aanpassing op het laatste moment …

In de nacht van 26 op 27 oktober 2023 heeft de Tweede Kamer het Belastingplan 2024 aangenomen, maar ten gevolge van een amendement is het drempelbedrag per 31 december 2024 voor de Wet Excessief lenen van € 700.000 verlaagd naar € 500.000. De Belastingwet 2024 met amendementen dient wel nog te worden goedgekeurd door de Eerste Kamer. Voor de peildatum 31 december 2023 blijft het € 700.000.

Voor 2023 geldt er één box 2-tarief van 26,9% en vanaf 2024 gelden er twee tarieven: tot € 67.000 betaalt men 24,5% en boven € 67.000 is de belastingheffing 33% (gewijzigd Belastingplan 2024).

Positief en negatief regulier fictief voordeel

Als er in 2023 sprake is van een positief fictief regulier voordeel (schuld aan BV > € 700.000) en in 2024 is de schuld lager dan € 500.000, dan is in 2024 sprake van een negatief fictief regulier voordeel. Een negatief regulier fictief voordeel kan worden verrekend met een positief regulier fictief voordeel van het jaar ervoor of de zes jaren erna; een carry backregeling dus. Als er sprake is van een positief dan wel negatief regulier fictief voordeel, wordt de aanslag altijd opgelegd aan de DGA, ook al zijn de gelden door de BV verstrekt aan verbonden personen.

Er wordt gesproken over fictief omdat door de betaling van de DGA taks de daadwerkelijke schuld van de DGA aan de BV niet lager wordt.

Dividend gebruiken om schulden te verlagen

U kunt dividend gebruiken om de schuld aan de BV te verlagen en onder het geldende drempelbedrag te brengen. Maar doet u dat dan dit jaar nog of beter in 2024?

Dividend uitstellen tot 2024? De carry backregeling zou een reden kunnen zijn om niet in 2023 dividend uit te keren om de schuld te verlagen naar € 700.000 maar dit pas in het jaar 2024 te doen. In 2024 moet dan wel meer dividend worden uitgekeerd omdat het drempelbedrag (€ 500.000) dan naar alle waarschijnlijkheid lager is. Over 2023 en 2024 samen is er dan geen sprake van een belastingbetaling over het excessief bedrag. De belasting die in 2023 over het surplus is betaald, wordt in 2024 weer terugontvangen. Het grote voordeel is dat de gehele schuld per 1 januari 2024 kan worden opgenomen in box 3, waardoor er box 3-heffing wordt bespaard.

Het nadeel. Door de dividenduitkering uit te stellen tot 2024 kan de belastingheffing over het dividend hoger worden. Bij een uitkering in 2023 is er sprake van een heffing van 26,9% terwijl deze heffing in 2024 33% kan zijn over het bedrag boven € 67.000 (€ 134.000 bij fiscaal partners).

Goed berekenen dus. Bij de afweging van een dividenduitkering in 2023 of 2024 speelt de hoogte van het dividend én het vermogen in box 3 dus ook een belangrijke rol.

Een voorbeeld hoe een en ander uitwerkt in de praktijk:
Meneer X is op huwelijkse voorwaarden gehuwd met mevrouw Y en samen hebben ze drie kinderen A, B en C. Daarnaast heeft mevrouw Y nog 2 kinderen uit een eerder huwelijk: D en E. De BV bezit veel vermogen en heeft in de afgelopen jaren daarom diverse leningen verstrekt:

  • DGA X: een box 1-lening in 2012 voor de eigen woning € 950.000;
  • partner Y: een lening in 2020 voor een vakantiewoning € 300.000
  • kind A: een aflossingsvrije lening in 2018 voor de aankoop van eigen woning € 750.000;
  • kind B: een lening in 2021 voor de aankoop van een auto € 100.000;
  • kind C: een lening in 2019 als werkkapitaal voor een BV van C van € 850.000;
  • de partner van A: een lening in 2022 voor de start van een eigen onderneming van € 75.000;
  • stiefkind D: een lening in 2016 voor aanschaf van vakantiewoning in Portugal van € 900.000;
  • stiefkind E: een lening in 2015 ter aflossing van privé schulden ter grootte van € 800.000.

Hoe pakt dit uit onder de Wet Excessief lenen in 2023?

Valt in de regeling Valt buiten de regeling
• Lening X eigenwoning € 950.000
• Lening Y vakantiewoning € 300.000
• Lening A eigenwoning is € 50.000 € 700.000 vrijgesteld
• Lening B auto € 100.000 vrijgesteld
• Lening C werkkapitaal € 150.000 € 700.000 vrijgesteld
• Lening partner A eigen onderneming
(wordt opgeteld bij lening A)
€ 75.000
• Lening D vakantiewoning Portugal € 200.000 € 700.000 vrijgesteld
• Lening E aflossing privé schulden € 100.000 € 700.000 vrijgesteld
Totaal € 875.000 € 3.150.000

X moet dus in 2023 over € 875.000 – € 700.000 = € 175.000 een bedrag van circa € 47.000 aan belasting betalen (26,9%).

Voorkomen van heffing. Als de lening aan A wordt veranderd van een aflossingsvrije lening in een annuïtaire lening en hiervoor een hypothecaire zekerheid wordt verstrekt, valt deze lening niet meer onder de Wet excessief lenen. Hierdoor wordt de schuld van DGA X samen met zijn verbonden personen lager dan € 700.000 en hoeft er geen DGA taks meer te worden betaald.

Ook kan heffing worden voorkomen door het aflossen van (een deel van) de schuld met privévermogen, door dividend uit te keren of door middel van kwijtschelding van de schuld. In vergelijking met een dividenduitkering hoeft bij een kwijtschelding niet vooraf dividendbelasting te worden ingehouden en afgedragen door de BV. En dat levert dus een liquiditeitsvoordeel op.

BAA ADVIES. Het is de hoogste tijd om in actie te komen als uw schuld en die van verbonden personen op dit moment hoger is dan € 700.000. De materie is zeer complex en de wijziging in het Belastingplan 2024 maakt keuzes erg moeilijk. Laat altijd een maatwerkberekening maken door uw adviseur.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2023/11/dga-taks-de-tijd-dringt.jpg 800 1200 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2023-11-06 15:10:312023-11-08 13:29:07De DGA taks – deel 4: de tijd dringt!

Dividend uitkeren? Taxplanning wordt steeds belangrijker!

3 oktober 2023/in Artikelen /door Pieter van Lieshout

Als u uw bv dividend wilt laten uitkeren, is het aan te raden om dit door stijgende belastingtarieven goed te plannen. Taxplanning wordt steeds belangrijker.

Wat speelt er momenteel?

Belastingplan 2024. U betaalt als directeur-grootaandeelhouder (DGA) in 2023 26,9% inkomstenbelasting over een dividenduitkering uit uw bv. Het is de bedoeling dat vanaf 2024 voor uitkeringen tot € 67.000 per persoon een tarief van 24,5% gaat gelden en voor uitkeringen daarboven 31%.

Voordeel voor de schatkist. De verwachting in Den Haag is dat het twee-tarieven systeem in box 2 een gedragseffect bij de DGA’s teweegbrengt. Daar waar de DGA’s tot voorheen liever het geld in de bv lieten zitten (zonder belasting te heffen), verwacht men nu dat DGA’s de winstreserves tussentijds/jaarlijks (tot maximaal € 134.000) zullen gaan uitkeren. En dat levert weer extra geld op voor de Staat der Nederlanden.

Motie Klaver. Tijdens de politieke beschouwingen van het Belastingplan 2024 kwam Jesse Klaver met een motie om het toptarief te verhogen van 31 naar 33%. Die motie werd met een meerderheid aangenomen. Dat betekent maar liefst een verschil van 8,5% ten opzichte van het lage tarief. De verhoging van het minimumloon, de extra uitgaven voor kinderopvangtoeslag en het voorkomen van een verlaging van het kind-gebonden-budget moet immers ergens van betaald worden…

De gevolgen

Beter dit jaar dan volgend jaar. Wilt u maximaal € 67.000 (of € 134.000 in het geval van fiscale partnerschap) dividend uitkeren, doe dat dan niet in 2023, maar in 2024. Dat levert een besparing op van € 1.608 per persoon (26,9% – 24,5% x € 67.000).

Meer dan € 67.000? Maar wat als u meer dan € 67.000 (of € 134.000) wilt, of misschien wel moet, uitkeren? Denk bijvoorbeeld aan de ‘oudere’ DGA die geen actieve onderneming meer heeft, maar die de opgepotte winsten in een beleggings- bv heeft zitten. Of aan de DGA met veel winstreserves, de DGA die wil emigreren, de DGA die te maken krijgt met de Wet Excessief lenen of misschien wel aan een DGA die terminaal is. In deze gevallen kan het voordeliger zijn om nu al dividend uit te keren of dit in stappen te gaan doen.

Een voorbeeld

Als voorbeeld nemen we een getrouwde, gepensioneerde, mannelijke DGA (70 jaar) die een goedlopende onderneming had en die zijn winsten uit het verleden heeft opgepot in zijn bv. De (vereenvoudigde) balans ziet er als volgt uit:

Balans per 21-12-2022
Effecten € 775.000 Aandelenkapitaal € 18.000
Liquide middelen € 43.000 Algemene reserves € 800.000
€ 818.000 € 818.000

De man van 70 jaar heeft statistisch gezien een levensverwachting van ongeveer 10 jaar. Voor een vrouw is dit ongeveer 13 jaar. Als de DGA niets doet en op 80-jarige leeftijd overlijdt, dan moet afgerekend worden over de algemene reserve (ervan uitgaande dat de balans niet meer wijzigt). De belastingheffing is dan bijna € 253.000 (24,5% x € 134.000 + 33% x € 666.000). Kiest de DGA ervoor om tijdens leven al dividend uit te keren dan kan hij hiermee de belastingheffing verminderen.

  • Als de DGA de gehele algemene reserves in 2023 als dividend uitkeert is de belastingheffing € 215.200 (26,9% x € 800.000). Een besparing van grofweg € 38.000.
  • Als de DGA elk jaar vanaf 2024 tot aan zijn overlijden € 80.000 dividend uitkeert, is de belastingheffing € 196.000. Een besparing van circa € 57.000.
Leeftijd Dividend Heffing
71  € 80.000 € 19.600
72  € 80.000 € 19.600
73  € 80.000 € 19.600
74  € 80.000 € 19.600
75  € 80.000 € 19.600
76  € 80.000 € 19.600
77  € 80.000 € 19.600
78  € 80.000 € 19.600
79  € 80.000 € 19.600
80 € 80.000 € 19.600
€ 196.000

Hieruit blijkt dat taxplanning in verband met het uitkeren van dividend steeds belangrijker zal gaan worden.

Box 3-effecten. Bij het voorbeeld is er géén rekening gehouden met wat de DGA met het geld gaat doen. Als het box 3-vermogen betreft, wordt het tarief namelijk in 2024 verhoogd van 32% naar 34%. En in de motie van Klaver is zelfs opgenomen om dit tarief nog verder te verhogen naar 36%. Een manier om te voorkomen dat de dividenduitkering belast wordt bij het vermogen in box 3 is door het geld als agio weer terug te storten in de bv.

Hoger verzamelinkomen. Ook verhoogt een dividenduitkering het verzamelinkomen. Dit kan eventueel weer leiden tot lagere/geen toeslagen of verlies/vermindering van andere inkomensafhankelijke regelingen.

Dus dit jaar nog uitkeren?

Overweeg in elk geval om in de volgende gevallen dit jaar al dividend uit te keren. Als de DGA terminaal is, dan is het sowieso slim het dividend in 2023 uit te keren. Hetzelfde geldt voor een DGA die in 2024 of later wil gaan emigreren. Emigratie is namelijk een fictieve vervreemding waarbij er afgerekend moet worden. Dat geldt ook voor jongere DGA’s met een hoge winstreserve. Liever nu 26,9% belasting betalen dan straks 33%.

Maar niets is zeker

De aangenomen motie Klaver is nu onderdeel van het Belastingplan 2024, maar dat plan moet nog worden goedgekeurd door de Eerste en Tweede Kamer. Bovendien moeten we in november nog naar de stembus. Dus niets is nog zeker …

BAA ADVIES. Door wijzigingen van het box 2-systeem en de verwachte tariefsverhogingen in box 2 én 3 wordt het steeds belangrijker om aan taxplanning te doen als u dividend wilt laten uitkeren. Uiteraard helpen wij u daar graag bij.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2023/10/divident-uitkeren-taxplanning.jpg 800 1200 Pieter van Lieshout https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Pieter van Lieshout2023-10-03 12:27:592023-10-05 07:32:55Dividend uitkeren? Taxplanning wordt steeds belangrijker!

De DGA taks – deel 3: Wetsvoorstel wordt wet!

6 oktober 2022/in Artikelen /door Jac Vossen

Voor velen kwam het toch nog als een verrassing, menig specialist verwachtte dat de Wet excessief lenen ten grave zou worden gedragen. Nu is het wetsvoorstel toch nog door de Tweede Kamer aangenomen. Wat zijn de gevolgen voor de DGA?

Wetsvoorstel met grote meerderheid van stemmen aangenomen

In de Miljoenennota van 2019 werd al gesproken over de Wet excessief lenen: de DGA-taks. Na een internetconsultatie werden de contouren van het plan al wat duidelijker. In maart van dit jaar stuurde de staatssecretaris een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer. Groot was de verbazing toen op 13 september 2022 dit voorstel met een grote meerderheid van stemmen (138 van de 150 stemmen) werd aangenomen.

Gezien deze grote meerderheid van stemmen zal dit wetsvoorstel naar verwachting ook ongeschonden door de Eerste Kamer komen. Dit voorstel wordt los van alle andere belastingplannen voor 2023 behandeld. De Eerste Kamer gaat op 11 oktober 2022 aan de slag met het wetsvoorstel. Naar alle waarschijnlijkheid zal de nieuwe Wet excessief lenen per 1 januari 2023 ingaan.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 20 december 2022 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. Hiermee gaat de wet per 1 januari 2023 in.
De eerste peildatum wordt 31 december 2023 en de heffing (indien aanwezig) zal plaatsvinden in de aangifte inkomstenbelasting 2023.

Even het geheugen opfrissen

In de eerdergenoemde miljoenennota (Belastingplan 2019) was er voor de eerste keer sprake van de rekening-courantmaatregel. Dat wil zeggen: een belastingheffing op een teveel aan schuld van een directeur-grootaandeelhouder (DGA) aan zijn/haar eigen BV.

Concreet betekende dit als de schuld van de DGA aan zijn BV groter was dan € 500.000 het meerdere werd beschouwd als dividend waarover Box 2 heffing zou moeten worden betaald. Hierbij werden alle schulden van de DGA aan zijn/haar BV op één hoop geveegd en bij elkaar geteld. Er werd een uitzondering gemaakt voor de eigenwoningschuld van de DGA aan zijn/haar BV. Na een internetconsultatie en diverse overlegrondes werd het wetsvoorstel op een aantal punten aangepast.

Tweede Kamer: van voorstel naar wet

Op 24 maart 2022 stuurde staatssecretaris van Rij het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer. De motivatie hierbij was de volgende:

“Het kabinet wil excessief lenen bij de vennootschap tegengaan. DGA’s en andere aanmerkelijkbelanghouders kunnen langdurig belastingheffing uitstellen en soms zelfs afstellen. Dit doen ze door liquide middelen als lening bij de BV op te nemen in plaats van dividend uit te keren of loon te genieten. Dit wordt ongewenst geacht.”

In het betreffende wetsvoorstel staat dat een DGA maximaal een bedrag van € 700.000 mag lenen van zijn BV. (Het oorspronkelijk bedrag van € 500.000 is verhoogd naar € 700.000). Wordt er meer geleend dan vindt er belastingheffing plaats. De beoogde ingangsdatum is al 1 januari 2023 waardoor de eerste peildatum 31 december 2023 zal zijn.

Het wetsvoorstel is, na een plenair debat op 7 september 2022, met handopsteken aangenomen op 13 september 2022 waarbij 138 leden voor hebben gestemd. Alle ingediende moties en amendementen zijn verworpen. Voor de liefhebber: u kunt een stenogram van het Tweede Kamerdebat ter lering ende vermaek downloaden en eens lezen. Let wel… het zijn 22 volle pagina’s…

Welke gevolgen heeft de wet voor de DGA in 2023

Fictieve (dividend)uitkering. Vanaf 1 januari 2023 wordt op basis van deze wet het deel boven € 700.000 dat een DGA en zijn partner van de eigen BV lenen, als zogenaamde fictieve (dividend)uitkering gezien. Ook leningen van de BV aan (groot)ouders of (klein) kinderen boven het bedrag van € 700.000 tellen mee voor de berekening.

De eigen woning… Eigenwoningleningen die door de BV zijn verstrekt aan de DGA, aan de partner van de DGA of aan de (groot)ouders of (klein)kinderen tellen niet mee voor de berekening. De kwalificatie eigenwoninglening geldt echter alleen als de geldleners de rente over de lening kunnen aftrekken in box 1. Dit houdt in dat aflossingsvrije leningen die door de geldleners in box 3 moeten worden opgenomen niet kwalificeren als een eigenwoninglening. Er geldt bovendien dat voor nieuwe hypothecaire leningen die worden opgenomen na 1 januari 2023, hiervoor aan de BV hypothecaire zekerheid dient te worden verstrekt.

Voorbeeld
Lening aan DGA… DGA Jansen heeft op 31 december 2023 aan zijn BV een eigenwoningschuld van € 1.750.000 en een niet-eigenwoningschuld van € 1.000.000.

…. aan de zoon… De BV heeft ook nog een aflossingsvrije hypotheek van € 750.000 voor een eigenwoning aan de zoon van DGA Jansen verstrekt. In de aangifte van de zoon zit deze hypotheek in box 3.

… aan de dochter… Voor de eigen woning van de dochter van DGA Jansen heeft de BV ook een lening van € 750.000 verstrekt. Deze wordt door de dochter in haar aangifte verantwoord in box 1.

… en aan de ouders. De ouders van DGA Jansen hebben een niet-eigenwoninglening van € 800.000 bij de BV van DGA Jansen.

De hoogte van de lening van DGA Jansen is:
Eigenwoningschuld DGA Jansen telt niet mee
Niet-eigenwoning schuld € 1.000.000
Schuld van de zoon € 750.000 – € 700.000 € 50.000
Schuld van de dochter (eigenwoninglening) telt niet mee
Schuld van de ouders € 800.000 – € 700.000 € 100.000
Totaal schuld DGA Jansen € 1.150.000

€ 700.000 is dus vrijgesteld van belasting. De heffing over het meerdere is € 450.000 x 26,9% = € 121.050 vindt plaats bij DGA Jansen.

Dit betekent dus ook dat bij een DGA met bijvoorbeeld drie kinderen, de BV maximaal 4 x € 700.000 = € 2.800.000 onbelast mag uitlenen als zijnde niet-eigenwoningleningen.

Positief fictief regulier voordeel

Als op 31 december 2023 blijkt dat de schuld van de DGA aan zijn eigen BV groter is dan € 700.000, dan vindt er dus een heffing plaats over dat meerdere. Voor 2024 is de drempel dan niet meer € 700.000 maar het bedrag van de schuld op 31 december 2023.

Voorbeeld
DGA Peters heeft op 31 december 2023 een schuld aan zijn BV van € 800.000. Over 2023 betaalt hij 26,9% x € 100.000 = € 26.900 belasting.

Op 31 december 2024 heeft DGA Peters een schuld aan zijn BV van € 950.000. Over 2024 wordt dan de belastingheffing (tarief 2023) 26,9% x (€ 950.000 – € 800.000) = € 40.350.

Negatief fictief regulier voordeel

Als op 31 december van enig jaar de schuld van de DGA lager is dan deze op de vorige peildatum was, is er sprake van een zogenaamd negatief fictief regulier voordeel. Hiervoor geldt een carry backtermijn van één jaar en carry forwardtermijn van zes jaar. Carry back of achterwaartse verliesverrekening betekent dat dit negatief fictief regulier voordeel kan worden verrekend met een positief fictief regulier voordeel uit het voorgaande jaar.

Bij carry forward is er sprake van een voorwaartse verliesverrekening. Het negatief fictief regulier voordeel kan dan worden verrekend met de positieve reguliere voordelen in de komende zes jaren.

Voorbeeld
DGA Wouters heeft op 31 december 2023 een schuld aan zijn BV van € 900.000. De belastingheffing over € 200.000 (€ 900.000 – € 700.000) is € 53.800. In 2024 ontvangt Wouters een erfenis en lost € 300.000 af. De schuld per 31 december 2024 is dan € 600.000. De carry back naar 2023 geldt tot maximaal het eerdere positief fictief regulier voordeel van € 200.000. De belastingteruggave bedraagt € 53.800.

BAA ADVIES. U heeft weliswaar nog tot 31 december 2023 de tijd om maatregelen te nemen op het moment dat ‘uw’ schuld aan uw eigen BV groter is dan € 700.000, maar het is slim om zo snel mogelijk te bepalen wat u gaat doen. Denk aan bijvoorbeeld aflossen uit privévermogen of met een dividenduitkering vanuit de BV.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2022/10/dga-taks-wet.jpg 800 1200 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2022-10-06 07:19:442022-12-21 08:21:03De DGA taks – deel 3: Wetsvoorstel wordt wet!

Corona-update: fiscale reserve – DGA-taks – urencriterium – hypotheek

11 mei 2020/in Artikelen /door Pieter van Lieshout

De afgelopen weken zijn er weer extra fiscale maatregelen bijgekomen. Zo kunt u nu een fiscale coronareserve vormen, is de DGA-taks uitgesteld en gelden er versoepelingen bij het urencriterium en de aflossingseis bij de eigen woning.

De fiscale coronareserve

Carry back. Volgens de huidige wetgeving mag een verlies worden verrekend met de winst van het voorafgaande jaar (carry back). Met de carry back kan een verlies over het jaar 2020 verrekend worden met de winst van 2019.

Er is echter een probleem. Een verlies over 2020 kan pas plaatsvinden bij het doen van de aangifte vennootschapsbelasting 2020. En dat is pas begin 2021. Bovendien geldt als voorwaarde dat een definitieve aanslag vennootschapsbelasting 2019 moet zijn opgelegd. En dat is in veel gevallen niet het geval. Het kabinet vindt dat te lang duren en komt daarom met deze fiscale coronareserve.

De coronareserve. Ondernemingen die vennootschapsbelastingplichtig zijn mogen het verwachte verlies over 2020, voor zover dat verband houdt met de coronacrisis, al in 2019 aftrekken. Dit kan door een zogenoemde coronareserve te vormen. Deze reserve mag niet hoger zijn dan de winst over 2019. Daarnaast mag de fiscale coronareserve niet hoger zijn dan het te verwachten verlies in 2020 als gevolg van de coronacrisis.

De precieze uitwerking volgt. Door gebruik te maken van de fiscale coronareserve kan een teruggave worden gevraagd van de eerder over 2019 betaalde en/of te betalen vennootschapsbelasting. Dit kan door het verzoeken om een nadere voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2019. De precieze uitwerking van deze regeling is nog niet bekend, maar zal op korte termijn uitgewerkt worden in een beleidsbesluit.

Wetsvoorstel excessief lenen bij eigen BV uitgesteld

DGA-taks. Het plan van de overheid is om DGA’s die een schuld hebben bij de eigen BV van meer dan € 500.000 te gaan belasten. Wij schreven hier al eerder over deze DGA-taks.

Eén jaar uitgesteld. De bedoeling was dat deze regeling vanaf 1 januari 2022 zou ingaan, maar is nu vanwege de coronacrisis met een jaar uitgesteld tot 1 januari 2023.

Meer tijd … Zo heeft u als DGA meer tijd, tot 31 december 2023 (de eerste peildatum), om u voor te bereiden en schulden aan de eigen vennootschap die hoger zijn dan € 500.000 af te lossen. Overigens, het gaat nog steeds om een wetsvoorstel. Er is dus nog niks 100% definitief.

Versoepeling urencriterium

Voor een aantal aftrekposten zoals de zelfstandigenaftrek, de meewerkaftrek en de oudedagsreserve moet worden voldoen aan het urencriterium. Dat houdt in dat ten minste 1.225 uren per kalenderjaar wordt besteed aan werkzaamheden voor de onderneming. Door de coronacrisis kan het zijn dat in 2020 niet wordt voldaan aan dit criterium en waardoor geen gebruik meer kan worden gemaakt van de aftrekposten.

Er geldt nu een versoepeling. Voor de aangifte inkomstenbelasting mag voor de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 ervan uit worden gegaan dat in deze periode ten minste 24 uur per week aan de onderneming is besteed. Ook als dat niet werkelijk is geweest.

Arbeidsongeschikt? Dan geldt een urencriterium van 800 uur per kalenderjaar. In dat geval mag er voor de aangifte inkomstenbelasting van uit worden gegaan dat in die periode ten minste 16 uur per week aan de onderneming is besteed.

Seizoengebonden ondernemer? Ligt de piek van de werkzaamheden normaal juist in de periode van 1 maart tot en met 31 mei? Dan mag ervan uit worden gegaan dat in 2020 in deze periode evenveel uren zijn gewerkt als in 2019.

Versoepeling aflossingseis eigenwoningschuld

In geval van achterstand. Om hypotheekrente af te kunnen trekken moeten leningen (afgesloten vanaf 1 januari 2013) voldoen aan de aflossingseis. De lening moet namelijk in maximaal 360 maanden volgens een ten minste annuïtair schema worden afgelost. Als er op enig moment een achterstand in de aflossing ontstaat, is in de fiscale wetgeving vastgelegd op welke wijze en binnen welke termijnen die achterstand moet worden ingelopen.

Nieuwe maatregelen. Normaal moet een aflossingsachterstand uiterlijk het volgende jaar worden ingehaald om de aftrekbaarheid van de rente niet in gevaar te laten komen. Vanwege de coronacrisis komt het kabinet met twee maatregelen:

  1. de betaalpauze; en
  2. de tweede lening.

Betaalpauze. Kunt u uw hypotheekrente en aflossingen tijdelijk niet betalen? Dan kunt u een betaalpauze van maximaal 6 maanden afspreken met uw geldverstrekker. Deze betaalpauze moet zijn aangevraagd tussen 12 maart en 30 juni 2020 en moet uiterlijk 1 juli 2020 ingaan.

Zo snel mogelijk na afloop van de uitstelperiode van maximaal zes maanden wordt een nieuw annuïtair schema vastgesteld waarmee het inhalen van de aflossingsachterstand wordt uitgesmeerd over de resterende looptijd van de maximale termijn van 360 maanden van de lening. De niet betaalde rente is niet aftrekbaar in de aangifte inkomstenbelasting.

Nieuwe lening. De rente en aflossing die tijdelijk niet kan worden betaald kan ook worden ondergebracht in een nieuw leningsdeel. De schuld wordt dan gesplitst in een oud deel en een nieuw deel:

  • Oud deel. Voor de ‘oude’ schuld blijft het bestaande annuïtaire schema van toepassing, z’nder dat rekening wordt gehouden met de aflossingsachterstand.
  • Nieuw deel. Voor het deel van de aflossingsachterstand dat is ontstaan door de betaalpauze wordt een afzonderlijk aflossingsschema afgesproken. Daarbij is de looptijd maximaal gelijk aan de resterende looptijd van de oude schuld (nieuwe deel). Uitsmeren over de resterende looptijd is dus niet verplicht, het kan bijvoorbeeld ook in vijf jaar worden afbetaald.
BAA ADVIES. Alle coronamaatregelen zijn voortdurend in beweging. Ziet u door de bomen het bos niet meer? Of heeft u überhaupt vragen hierover? Neem dan gerust contact op met een BAA-adviseur.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/fiscale-ondersteuning.jpg 200 300 Pieter van Lieshout https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Pieter van Lieshout2020-05-11 14:50:282021-12-05 14:52:44Corona-update: fiscale reserve – DGA-taks – urencriterium – hypotheek

De DGA-taks: hoge schuld aan uw BV? Vanaf 2022 extra belasting!

26 september 2018/in Artikelen /door Jac Vossen

De DGA-taks of rekening-courant-maatregel speelt als u als DGA meer dan € 500.000 schuld aan uw eigen BV heeft. Vanaf 1 januari 2022 zult u dan over het bedrag boven de € 500.000 jaarlijks 26,9% belasting moeten betalen. Althans volgens de Miljoenennota.

De Miljoenennota en het Belastingplan 2019

In de Miljoenennota van het Belastingplan 2019 zijn er slechts enkele zinnen aan gewijd, maar de impact van die paar zinnen is des te groter. Er wordt namelijk een sanctie aangekondigd tegen excessieve schulden van de directeur-grootaandeelhouder (de DGA) aan zijn eigen BV. Als de schuld méér is dan € 500.000, zult u als DGA vanaf 1 januari 2022 over het bedrag boven de € 500.000 jaarlijks 26,9% belasting (box 2 tarief 2022) moeten betalen. Dit wordt ook wel de rekening-courantmaatregel of de DGA-taks genoemd.

Download eventueel de Miljoenennota 2019 en/of het Belastingplan 2019.

De DGA-taks, de rekening-courant maatregel oftewel de r/c-maatregel

In de zgn. aanbiedingsbrief van het pakket Belastingplan 2019 worden ook maatregelen opgesomd die niet zijn opgenomen in het Belastingplan 2019 maar daar wel een relatie mee hebben. Een van deze maatregelen is het ontmoedigen van excessief lenen van de eigen vennootschap; de DGA-taks.

Onderzoek: in 2015 meer dan 50 miljard van eigen BV’s geleend

Uit onderzoek is gebleken dat in 2015 alle DGA’s gezamenlijk voor een bedrag van meer dan 50 miljard euro hebben geleend van hun eigen BV’s. Hiervan leende 10% méér dan € 500.000 voor een totaal van 30 miljard euro. Hierbij is zowel sprake van volledig gedekte leningen (bijvoorbeeld hypothecaire zekerheid), als van ongedekte schulden van de DGA aan zijn/haar eigen BV.

Het kabinet grijpt in

Omdat het toezicht hierop door de Belastingdienst enerzijds zeer bewerkelijk is en anderzijds tot vele (tijdrovende) discussies leidt, heeft het kabinet ingegrepen. De vorm en inhoud van de maatregel en hoe het overgangsrecht eruit komt te zien, wordt in het voorjaar van 2019 door het kabinet uitgewerkt. Hierbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • álle schulden van de DGA aan zijn eigen BV worden bij elkaar opgeteld;
  • als de schuld hoger is dan € 500.000 wordt het meerdere als dividend bestempeld;
  • de maatregel treedt in werking op 1 januari 2022;
  • er wordt een uitzondering (of overgangsrecht) gemaakt voor de lening voor de eigen woning die de DGA heeft afgesloten bij zijn eigen BV.

Waarom moet u nu al na gaan denken?

Door deze maatregel nu al aan te kondigen, wil het kabinet u als DGA de mogelijkheid geven om de komende drie jaren ervoor te zorgen dat op 1 januari 2022 uw schuld aan uw BV lager is dan € 500.000 waardoor de box 2 heffing achterwege blijft. Wat zijn de mogelijkheden?

Hoe verlaagt u de rekening-courantschuld?

Een rekening-courantschuld van de DGA aan zijn/haar BV kan op twee manieren worden afgebouwd:

  1. aflossing met privévermogen;
  2. dividenduitkering vanuit de BV.

1. Aflossen schuld aan de BV met privévermogen

Aflossing vanuit privévermogen is mogelijk door liquide middelen en/of beleggingen vanuit privé over te hevelen naar de BV. Hierdoor verdwijnen deze uit het box 3 vermogen en vermindert uw schuld aan de BV. Hierdoor bespaart u de box 3 heffing én voorkomt u de belastingheffing in box 2.
Let op. De toekomstige rendementen op dit vermogen worden wél belast.

Voorbeeld. Stel, u heeft op 1 januari 2019 een schuld van € 750.000 aan uw BV. Als deze schuld er op 1 januari 2022 nog steeds is, moet u hierover in 2022 26,9% van € 250.000 is € 67.250 belasting betalen.

Een beleggingsportefeuille van € 250.000 in privé met een rendement van 6% levert € 10.750 op. (6% x € 250.000 = € 15.000. Minus box 3 heffing (stel 1,7% = € 4.250) is € 10.750).

Als u nu besluit de beleggingsportefeuille over te hevelen naar de BV ter aflossing van uw schuld, maakt u weliswaar in privé geen rendement meer, maar hoeft u ook de extra box 2 heffing niet te betalen. Hierdoor houdt u per saldo € 56.500 meer over.

Tip. Mocht u niet voldoende privévermogen hebben, dan kunt u zelfs nog overwegen om bij de bank op de overwaarde van de eigen woning een extra hypotheek op te nemen om hiermee de schuld aan de BV af te lossen. De rente die dient te worden betaald op deze lening is stukken lager dan de extra box 2 heffing.

2. Aflossen aan de BV middels dividenduitkering

U kunt er ook voor kiezen om de schuld aan de BV te verminderen door een dividenduitkering vanuit de BV. Zoals in het Belastingplan 2019 is aangekondigd, gaan de komende jaren de belastingtarieven in box 2 omhoog:

  • 2018 25%
  • 2019 25%
  • 2020 26,25%
  • 2021 26,9%

Tip. Het is dus van belang om niet te wachten tot 2020 met het uitkeren van dividend. Dit is echter ook niet gratis.

Voorbeeld. Stel, u wilt de schuld aan uw BV met € 250.000 verminderen. Dan heeft u een bruto dividend nodig van ca. € 333.000. Daarover betaalt u een box 2 belastingheffing van 25% (2019). Dat komt overeen met ca. € 83.000.

Wat brengt de toekomst?

Eenmalige belastingopbrengst in 2019. Het kabinet verwacht dat door de verhoging van de box 2 heffing vanaf 2020 en de rekening-courantmaatregel in 2022, in het jaar 2019 massaal dividend zal worden uitgekeerd. Dit zou moeten leiden tot een verwachte extra opbrengst van 1,8 miljard. Sommige deskundigen verwachten dat dit ook nog zal worden aangemoedigd door een tijdelijke verlaging van de dividendbelasting in 2019. Een vergelijkbare maatregel zoals in 2007 en 2014.

Nog niet definitief. MKB-Nederland en VNO-NCW vrezen voor negatieve effecten van het kabinetsvoorstel en gaan op korte termijn in overleg met staatssecretaris Menno Snel van Financiën. Bovendien betreft het nog steeds maar een kabinetsvoorstel wat nog door de Tweede en Eerste Kamer goedgekeurd moet worden.

Dus wat te doen? Wacht de definitieve wetgeving af en denk dan na óf en hoe u de schuld aan uw BV wilt aflossen.

BAA ADVIES. Heeft u als DGA een (hoge) schuld aan uw BV? Wacht dan tot de Eerste Kamer de DGA-taks behandeld heeft. Vervolgens kunt u zich door de BAA-adviseur laten voorlichten over wat voor ú de gevolgen zijn en welke maatregelen ú het beste kunt nemen.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/dga-taks.jpg 200 300 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2018-09-26 14:25:362021-12-05 14:27:21De DGA-taks: hoge schuld aan uw BV? Vanaf 2022 extra belasting!

Categorieën

  • Vacatures (4)
  • Artikelen (313)

Laatste nieuws

  • Eindejaarsactualiteiten: waar moet u nog op letten?5 december 2023 - 11:18
  • BelastingrenteBelastingrente: de nieuwe melkkoe van de overheid5 december 2023 - 11:03
  • Besparen op erfbelastingEenvoudig besparen op de erfbelasting met een opvul- en/of afvullegaat5 december 2023 - 10:44
  • De DGA taks – deel 4: de tijd dringt!6 november 2023 - 15:10
  • Fiscale mogelijkheden door verruiming lijfrenteaftrek6 november 2023 - 14:55
  • Bepalen rente over erfenis na overlijden6 november 2023 - 14:20
  • Dividend uitkeren? Taxplanning wordt steeds belangrijker!3 oktober 2023 - 12:27
  • Als DGA optimaal profiteren van de werkkostenregeling3 oktober 2023 - 11:49
  • De contouren van het nieuwe box 3-stelsel3 oktober 2023 - 11:43
  • De BOR (bedrijfsopvolgingsregeling) in een nieuw jasje4 september 2023 - 11:20

Wat mogen we voor u ontcijferen?

Heeft u een concrete vraag of wilt u gewoon eens met ons kennismaken?
Wij kijken uit naar uw mailtje of telefoontje!

In onze nieuwsbrief delen onze professionals kennis en inzicht. Zo blijven onze klanten voorlopen op de feiten.

0493 - 69 52 98 info@baa.nl
Inschrijven nieuwsbrief
lid van Noab

Postbus 122
5720 AC Asten
Julianastraat 2
5721 GL Asten

Algemene voorwaarden | Privacy statement & cookies | Disclaimer

Scroll naar bovenzijde