• Contact
  • Direct contact
    Stel uw vraag
BAA
  • Diensten
    • Financiële administratie
    • Salarisadministratie
    • Jaarrekening, controles en rapportage
    • HRM
    • Ondernemingsadvies
    • Fiscaal advies
  • Over BAA
    • Medewerkers
    • Werken bij BAA
    • Sponsoring
  • Kennis
    • Artikelen
    • Inschrijven nieuwsbrief
  • Menu Menu
U bevindt zich hier: Home1 / erfbelasting

Berichten

Het familiefonds: voor wie over zijn graf heen wil regeren

3 september 2018/in Artikelen /door Jac Vossen

Wilt u ook na uw dood uw vermogen bij elkaar houden en voorkomen dat het er doorheen wordt gejaagd? Dan kunt u dat regelen met een familiefonds. Hoe zit dat?

Het schrikbeeld is het Ferrari-syndroom

De komende jaren zullen vele vermogens overgaan van de éne naar de andere generatie. De meeste mensen willen dat doen met het betalen van zo weinig mogelijk schenk- dan wel erfbelasting.

Een ander, niet te onderschatten, aspect is dat velen ook na hun dood het vermogen bij elkaar willen houden. Bij deze personen leeft ook het schrikbeeld van het zogenaamde Ferrari-syndroom. De nabestaanden die de zuur verdiende centjes er binnen enkele jaren doorheen jagen. Wilt ú dus over uw graf heen regeren, dan kunt u dit regelen door een familiefonds op te zetten.

Doel en voordelen van het familiefonds

Het primaire doel van het familiefonds is dus het bij elkaar houden van het overgedragen vermogen. Kinderen en kleinkinderen die in het fonds deelnemen, hoeven over de waardestijging van het vermogen in het fonds géén erfbelasting te betalen. Ook hoeft over het tijdens leven overgedragen vermogen uiteindelijk geen erfbelasting te worden betaald. Bij de overdracht kan optimaal gebruik worden gemaakt van de vrijstellingen en de tarieven van de eerste schijf van de schenkbelasting.

Op deze manier kan vermogen aan (klein-) kinderen worden overgedragen waarbij de zeggenschap over het vermogen bij de ouders blijft. Tenslotte wordt de betrokkenheid bij het familievermogen vergroot, de (klein-)kinderen worden al vroeg bij het familiekapitaal betrokken.

Samengevat:

  • Bij elkaar houden van het overgedragen vermogen.
  • Voor deelnemers géén erfbelasting over de waardestijging.
  • Over tijdens leven overgedragen vermogen géén erfbelasting.
  • Optimaal gebruikmaken van vrijstellingen schenkbelasting.

De nadelen van het familiefonds

Een familiefonds kent ook een aantal nadelen. Het is complex, er zijn jaarlijkse kosten voor de fiscale begeleiding en u moet van tevoren goed weten wat u wilt. Over uw graf heen regeren is dus nog ziet zo heel makkelijk … Er zijn uiteraard ook alternatieven, maar daarover later meer.

De vorm van het familiefonds

Een familiefonds is een besloten fonds voor gemene rekening en ontstaat meestal door het opstellen van een contract. Hiervoor is geen notariële akte noodzakelijk.

De deelnemers, beheerder en bewaarder van het familiefonds

Alleen familieleden kunnen deelnemen in het fonds. In het contract spelen drie partijen een rol, te weten:

  1. de participanten (deelnemers in het fonds);
  2. de beheerder; en
  3. de bewaarder.

De participanten. Dit zijn degenen voor wiens rekening wordt belegd – bijvoorbeeld u, uw partner, uw (klein)kinderen. Degene die deelneemt in het fonds krijgt een deelnamebewijs (participatie). Dat deelnamebewijs geeft recht op een deel van het vermogen van het fonds en dus ook op de opbrengsten (bijvoorbeeld beleggingsrendement) die door het fonds worden behaald.

De beheerder. Deze regelt het dagelijkse beleid, zoals het beleggingsbeleid, het voeren van de administratie, enz.

De bewaarder. De bewaarder is de eigenaar van het belegde fondsvermogen. De bewaarder kan zowel een natuurlijk persoon (de ouders) als een stichting zijn.

De (familie)-stichting. Vanuit aansprakelijkheidsrisico wordt vaak de (familie)-stichting gekozen als bewaarder en soms ook als beheerder van het fondsvermogen. De zeggenschap over het vermogen zit dan volledig bij het bestuur van de stichting. Dit bestuur wordt dan meestal gevormd door de ouders. De participanten krijgen dan certificaten in plaats van participatiebewijzen.

Inbreng in het familiefonds

Een familiefonds ontstaat op het moment dat bijvoorbeeld ouders privébeleggingen overdragen naar het fonds. In ruil daarvoor krijgen de ouders dan zogenaamde participatiebewijzen die de waarde vertegenwoordigen van het overgedragen vermogen. Als een stichting optreedt als bewaarder en of beheerder, krijgen de ouders certificaten ter grootte van het ingebrachte vermogen.

Het vermogen dat in het fonds kan worden ingebracht kan bestaan uit vermogen uit een familiebedrijf, een effectenportefeuille, geld, onroerend goed of kunst.

Overdracht van vermogen

De overdracht van vermogen naar de (klein-)kinderen kan op twee manieren plaatsvinden.

  1. Schenken. Ouders kunnen participaties/certificaten schenken of geld schenken om participaties te kopen.
  2. Lenen. Ouders kunnen aan de (klein-)kinderen een geldsom lenen waarmee deze participaties/certificaten kunnen kopen. Ook kunnen zij aan de kinderen participaties/certificaten verkopen waarbij de koopsom door de kinderen wordt schuldig gebleven in de vorm van een lening en dus niet wordt betaald.

Schenken. Een voordeel van schenken is dat de waardeaangroei direct bij de kinderen komt te liggen. Ook kan aan de schenking extra voorwaarden worden verbonden, zoals bijvoorbeeld een uitsluitings- en/of herroepingsclausule. Een nadeel is dat direct schenkbelasting is verschuldigd over het bedrag boven de vrijstelling.

Lenen. Bij de tweede variant zijn de eerdergenoemde voordelen ook van toepassing maar is pas schenkbelasting verschuldigd, bij de kwijtschelding van een (deel van de leensom). Bij grotere bedragen kan hierdoor optimaal gebruik worden gemaakt van de jaarlijkse schenkvrijstellingen en de eerste schijf van de schenkbelasting.

Het familiefonds fiscaal bezien

Fiscaal transparant. Voor de belastingheffing is het fonds fiscaal transparant. Dat wil zeggen dat het fonds zelf niet belastingplichtig is maar dat de participanten belasting moeten betalen. De waarde van de participatie in het fonds vormt box 3 vermogen en daarover dient jaarlijks belasting te worden betaald. Deze belasting is afhankelijk van het totale box 3 vermogen en kan oplopen van 0,6% tot 1,61% van het vermogen.

Let op. Realiseer u dat de participanten geen geld ontvangen maar wel belasting in box 3 moeten betalen. Het is daarom raadzaam dat het fonds jaarlijks een bedrag uitkeert waarmee deze box 3 heffing kan worden betaald.

De alternatieven voor het familiefonds

Voor relatief kleine vermogens kunt u zich afvragen of u voor de kinderen deze ingewikkelde structuur moet opzetten en daarbij jaarlijks kosten moet betalen voor de fiscale begeleiding. Ook is het uitkeringsmoment onzeker en weet u nu nog niet wanneer de kinderen het geld echt nodig zouden hebben.

Als alternatieven kunt u denken aan schenking onder bewind of schenking onder schuldigerkenning (het zogenaamde schenken op papier). Bij de laatste variant dient echter daadwerkelijk ieder jaar 6% rente te worden betaald over het bedrag van de schenking.

BAA ADVIES. Met een familiefonds houdt u familievermogen bij elkaar en kunt u fiscaalvriendelijk vermogen overdragen naar de kinderen of kleinkinderen. Zij moeten echter, óók zolang ze geen geld ontvangen, wél box 3 belasting betalen. Voor kleinere vermogens bestaan er ook alternatieven. Overleg met uw contactpersoon bij BAA wat in úw situatie de beste oplossing is.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/familiefonds-1.jpg 200 300 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2018-09-03 14:16:292021-12-05 14:19:11Het familiefonds: voor wie over zijn graf heen wil regeren

Ik-opa-testament: mogelijk toch extra erfbelasting verschuldigd?

5 april 2017/in Artikelen /door Jasper Werts

Een ik-opa-testament is een manier om dubbele vererving en dubbele betaling van erfbelasting te voorkomen. Dit is ‘generation skipping’. Heeft u ooit zo’n testament afgesloten of overweegt u dat, dan moet u met enkele zaken goed rekening houden.

Het ik-opa-testament, wat is dat?

Met een ik-opa-testament bepaalt u dat een bedrag wordt toegekend aan uw kleinkind(eren). Het kleinkind kan dit bedrag pas opeisen als zijn eigen ouders (uw kind en de andere ouder) zijn overleden. Uw kleinkind krijgt dan bij uw overlijden feitelijk nog niets in handen.

Dubbele erfbelasting voorkomen. Door een ‘ik-opa/oma-clausule’ vererft een deel van het vermogen rechtstreeks van grootouders naar kleinkinderen. Anders zou het vermogen eerst naar uw kind gaan en na zijn overlijden bij de kleinkinderen terechtkomen, waardoor over hetzelfde vermogen tweemaal erfbelasting is verschuldigd.

Dubbele erfbelasting voorkomen, hoe werkt dat?

Kleinkind krijgt een vordering bij zijn ouder. Opa maakt een testament en laat een bepaald bedrag na aan een kleinkind. De ouder van het kleinkind erft dat bedrag en krijgt daarbij een schuld bij het kleinkind. Het kleinkind heeft dus een vordering op de ouder.

Ouder heeft vruchtgebruik. De ouder erft en krijgt ook het vruchtgebruik over die erfenis. De ouder mag vrij over het bedrag beschikken. De ouder moet over het vruchtgebruik erfbelasting betalen. Dat wordt bepaald aan de hand o.a. de leeftijd en wettelijke rente.

Kleinkind moet meteen erfbelasting betalen. Als opa dood gaat, moet het kleinkind meteen erfbelasting betalen. Maar …. het kleinkind kan niet meteen over de erfenis beschikken. Daarvoor moeten eerst de ouders komen te overlijden. Makkelijk gezegd hoeft het kleinkind daarom niet over het hele bedrag erfbelasting te betalen.

Hoeveel erfbelasting moet het kleinkind dan betalen? Het kleinkind moet erfbelasting betalen over de erfenis minus het vruchtgebruik. Hoe jonger de ouder is, hoe groter het vruchtgebruik want naar alle waarschijnlijkheid kan het kleinkind langer niet over de erfenis beschikken. Het vruchtgebruik wordt door de Belastingdienst vastgesteld op basis van tabellen die gebaseerd zijn op o.a. de leeftijd en wettelijke rentepercentages.

Het grote voordeel. Het kleinkind heeft dus géén vruchtgebruik van de vordering op de ouder. Hierdoor wordt het voor de erfbelasting voor een lager bedrag aangeslagen dan de waarde van de vordering. En als dan de ouder is overleden, hoeft het kleinkind over de vordering géén erfbelasting meer te betalen.

Wat u nu moet weten

Aanpassingen Successiewet. De wetgever heeft in de loop der jaren allerlei maatregelen getroffen. Zo staat nu in artikel 10 van de Successiewet dat het kleinkind mogelijk ook over het niet eerder belaste vruchtgebruik erfbelasting moet betalen. Dus eigenlijk zijn we weer terug bij af.

Dit is echter te voorkomen als opa in het testament ervoor zorgt dat de erfenis voor de kleinkinderen samen niet hoger is dan de erfenis voor het kind. Heeft u al een ik-opa-testament, dan moet u dit dus laten checken.

Twee alternatieven

Nalatenschap ter grootte van vrijstelling. Natuurlijk zijn er ook nog andere mogelijkheden. Een voorbeeld daarvan is eenvoudig te realiseren. Opa kan alle kinderen en kleinkinderen een bedrag gelijk aan de vrijstelling (€ 20.209 in 2017) nalaten in het testament. Met 2 kinderen en 6 kleinkinderen kan op die manier over een bedrag van 2 (opa én oma) x 8 x € 20.209 = € 323.344 aan erfbelasting worden bespaard.

Beperkt ik-opa-testament. Zo kan er ook worden gekozen voor een beperkt ik-opa-testament. Dit werkt volgens dezelfde voorwaarden als het ik-opa-testament, alleen wordt nu een legaat, in de vorm van een renteloze vordering, overeengekomen. Dit legaat is gelijk aan de vrijstelling van het kleinkind, berekend volgens de rekenmethode van de Successiewet. Tevens geldt hierbij als voorwaarde dat de vordering van de kleinkinderen per kind niet groter mag zijn dan de erfenis die het kind van opa krijgt.

Er is dan bij overlijden van opa geen erfbelasting verschuldigd over de verkrijging door het kleinkind. Let op: per geval dient bekeken te worden hoe hoog het legaat kan zijn en of aan de overige voorwaarden van het ik-opa-testament wordt voldaan.

Als opa (of oma) al is overleden

Opa of oma is al overleden en had een ik-opa-testament. De ouder komt er nu achter dat dit testament nu fiscaal negatief kan uitpakken. De ouder kan dan o.a. de volgende twee zaken overwegen:

  1. Schuld aan zijn kind (het kleinkind) aflossen. Hij lost dan de vordering die het kind heeft af. Dat is de zgn. blote eigendom (blote eigendom = volledige bedrag minus vruchtgebruik).
  2. Vordering mét rente. Een andere optie is dat de ouder over de vordering aan zijn kind rente gaat betalen. Hij zet dus de renteloze vordering om in een vordering met rente.
BAA ADVIES. De wetgever heeft in de loop der jaren veel veranderd aan de Successiewet. Daarom is het aan te raden om een ik-opa-testament goed te laten checken op de nieuwe regels. En dat geldt óók als opa of oma al overleden is. Laat dus feitelijk elk ik-opa-testament goed controleren op de fiscale gevolgen ervan. Uw adviseur van BAA helpt u graag verder.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/ik-opa-testament.jpg 207 300 Jasper Werts https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jasper Werts2017-04-05 18:33:402021-12-08 18:37:59Ik-opa-testament: mogelijk toch extra erfbelasting verschuldigd?

In 2011 of 2012 erfbelasting betaald? Dan krijgt u wellicht geld terug!

2 mei 2016/in Artikelen /door Jac Vossen

Uit onderzoek blijkt dat er erfgenamen zijn die in 2011 of 2012 te veel erfbelasting hebben betaald. Valt u binnen deze groep? Dan kunt u belasting terugkrijgen! Wat speelt er en hoe krijgt u deze erfbelasting terug?

Eerst even terug in de tijd

Tot 2001. Het splitsen van het vruchtgebruik en de blote eigendom van de ouderlijke woning tussen ouders en kinderen was een instrument dat tot het jaar 2001 regelmatig werd geadviseerd om erfbelasting te besparen. We schreven daar al eerder over. Lees ook het artikel “Oude afspraak over vruchtgebruik en blote eigendom repareren”.

2001. Door de gewijzigde wetgeving in 2001 werd deze constructie al een stuk minder aantrekkelijker. Zowel blote eigendom als vruchtgebruik dienden te worden aangegeven in Box III. Hierover waren dan zowel de blote eigenaar als de vruchtgebruiker belasting verschuldigd.

2010. Tot het jaar 2010 was het zo dat voor de kinderen sprake was van een onbelaste waardeaangroei van blote eigendom naar volle eigendom. Zo behield deze vorm van estateplanning nog iets van zijn aantrekkelijkheid. Door het besluit van de staatssecretaris van 6 januari 2011 viel deze waardestijging, voor overlijdens vanaf 1 januari 2010, nu volledig in de heffing van erfbelasting.

2012. Omdat dit in de gehele maatschappij als heel onrechtvaardig werd ervaren, heeft de staatssecretaris dit in een besluit van 4 april 2012 versoepeld. Hierin staat:

  • dat alléén de waardestijging van de woning vanaf 1 januari 2010 tot de datum van overlijden onder de heffing van erfbelasting valt;
  • de waardeaangroei van de woning tussen de akte van levering (splitsing blote eigendom en vruchtgebruik) en de datum van 1 januari 2010 valt dan geheel buiten de heffing,
  • niet meer de vrije verkoopwaarde van de woning geldt als uitgangspunt maar de WOZ waarde van de woning
  • als een aanslag erfbelasting onherroepelijk vaststaat, kan een belanghebbende verzoeken de overgangsregeling alsnog toe te passen en de aanslag ambtshalve te laten verminderen.

Dus wat speelt er nu?

Ambtshalve vermindering binnen 5 jaar. Zoals gezegd trad het besluit in werking per 4 april 2012. Het kende echter een terugwerkende kracht tot 1 januari 2010. Als een belanghebbende de overgangsregeling wil laten toepassen, dan kan dat middels het indienen van een verzoek om een ambtshalve vermindering. Dit dient formeel te geschieden binnen een termijn tot vijf jaar na de datum van overlijden van de erflater.

Onderzoek toont aan … Uit onderzoek blijkt dat in het jaar 2011 en 2012 aanslagen erfbelasting zijn opgelegd volgens het besluit van 6 januari 2011.

Dit betekent dat hierin de volledige waardeaangroei van de woning van de datum van akte tot de datum van overlijden in de heffing van erfbelasting is betrokken. Hierdoor is er door de erfgenamen te veel belasting betaald.

En zoals we hierboven al beschreven, kan deze teveel betaalde belasting door het indienen van een verzoek tot ambtshalve vermindering binnen 5 jaar bij de belastingdienst worden teruggevraagd.

Een rekenvoorbeeld

Aan de hand van een sterk vereenvoudigd voorbeeld zullen we bovenstaande trachten verduidelijken:

Het voorbeeld. Op 1 juli 2000 zetten de ouders (gehuwd in gemeenschap van goederen) het huis op naam van hun enig kind. Ze behielden zelf het vruchtgebruik.

• Waarde van de woning: € 300.000
• Waarde vruchtgebruik: € 180.000
• Waarde blote eigendom: € 120.000

Op 1 juli 2011 zijn vader en moeder ten gevolge van een noodlottig ongeval overleden:

De WOZ-waarde van de woning in het jaar 2000 bedroeg € 300.000
De WOZ-waarde van de woning in het jaar 2010 bedroeg € 425.000
De WOZ-waarde van de woning in het jaar 2011 bedroeg € 400.000

Belaste waarde. De belaste waarde voor de te betalen erfbelasting op basis van het besluit van 6 januari 2011 was de volgende:

WOZ-waarde in 2000 € 300.000 +
Bij: waardestijging woning tussen 2000 en 2011 € 100.000 +
Af: betaald voor aankoop blote eigendom € 120.000 –
Af: rentederving 6% x 11 jaar x € 120.000,- = €   79.200 –
Belaste waarde voor de aangifte erfbelasting: € 200.800

Dit had het moeten zijn. Op basis de versoepeling in het besluit van 4 april 2012 is de belaste waarde voor de heffing van de erfbelasting echter de volgende:

WOZ-waarde in 2000 € 300.000 +
Bij: waardestijging woning tussen 2010 en 2011 €            0 +
Af: betaalde blote eigendom € 120.000 –
Af: rentederving 6% x 11 jaar x € 120.000,- = €   79.200 –
Belaste waarde voor de aangifte erfbelasting: € 100.800

Het gevolg. Al met al leidt dit tot een lagere waarde voor de erfbelasting van € 100.000 en daarmede een lagere aanslag successierecht van minimaal € 10.000 (uitgaande van een tarief van 10%).

Maar opgelet; u krijgt het niet vanzelf

Omdat de staatssecretaris in het besluit van 4 april 2012 aangeeft dat de Belastingdienst niet uit eigener beweging de reeds onherroepelijk vaststaande aanslagen dient aan te passen, dient het initiatief te worden genomen door belanghebbenden. Bent u zo’n belanghebbende, dan moet u dus zelf om ambtshalve vermindering vragen.

BAA ADVIES. Heeft u in 2011 of 2012 geërfd, erfbelasting betaald en was er sprake van een constructie van blote eigendom en vruchtgebruik van een woning van voor 2010? Dan hoeft de waardestijging van deze woning tussen 2010 en de datum van overlijden niet meegeteld te worden bij de te belaste waarde voor de erfbelasting.
Vermoed u dat u ook te veel erfbelasting heeft betaald, raadpleeg dan uw contactpersoon bij BAA. Samen kunt u dan beoordelen of het indienen van een verzoek tot ambtshalve vermindering zinvol is.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/erfbelasting-ouderlijke-woning.jpg 234 300 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2016-05-02 20:02:542021-12-13 20:05:08In 2011 of 2012 erfbelasting betaald? Dan krijgt u wellicht geld terug!

Wetswijziging: huwelijkse voorwaarden of gemeenschap van goederen?

5 april 2016/in Artikelen /door Jac Vossen

Moet u zich deze vraag nog stellen: huwelijkse voorwaarden of gemeenschap van goederen? Op dit moment ligt er een wetsvoorstel om de gemeenschap van goederen als uitgangspunt te wijzigen. Hoe zit dat? En waarom zou u er zich (nu al) druk over moeten maken?

Huwelijksvermogensrecht en politiek Den Haag

Op 18 februari 2016 vond een debat in de Tweede Kamer plaats naar aanleiding van het wetsvoorstel tot wijziging van het huwelijksvermogensrecht. Diverse politieke partijen waren kritisch omtrent de nut en noodzaak van het ingediende initiatiefwetsvoorstel. In 2014 is door PvdA, D66 en VVD een voorstel ingediend dat in in 2015 nog twee keer is aangepast. Dit voorstel ligt nu ter verdere behandeling door de Tweede Kamer.

Zo is het nu (nog) geregeld

Gemeenschap van goederen is de basis. In Nederland is, net als in Suriname en Zuid-Afrika, het basisstelsel voor wat betreft huwelijksvermogensrecht de wettelijke gemeenschap van goederen. Dit betekent dat op het moment dat men trouwt, alle bezittingen en schulden gezamenlijk vermogen worden. Hierbij is niet van belang of dit vermogen er al was voor het huwelijk of dat dit tijdens het huwelijk is verkregen/ontstaan.

Huwelijkse voorwaarden als alternatief. Wil men dat niet, dan moet men naar de notaris voor het opstellen van huwelijkse voorwaarden. Hierin kan men dan bijvoorbeeld regelen van wie welk vermogen is, wat geschiedt met opgebouwd vermogen tijdens het huwelijk en wat hiermee gebeurt bij een echtscheiding of een overlijden.

Dit speelt in Den Haag

Beperkte gemeenschap. Het ingediende wetsvoorstel leidt ertoe dat de wettelijke gemeenschap (beide echtelieden bezitten ieder 50% van het totaal) niet meer de basis wordt, maar dat sprake is van een beperkte gemeenschap. Het wetsvoorstel regelt het volgende:

  • Vermogen opgebouwd vóór het huwelijk blijft privé vermogen;
  • schulden ontstaan vóór het huwelijk blijven privé schulden;
  • gemeenschappelijk opgebouwd vermogen vóór het huwelijk valt in de gemeenschap;
  • schulden ontstaan tijdens het huwelijk vallen in de gemeenschap en beide echtelieden zijn hier ieder 50% voor aansprakelijk tenzij tegenbewijs;
  • erfenissen en giften blijven privé vermogen van degene die deze ontvangt.

Papieren op orde! Een groot kritiekpunt op het wetsvoorstel is de administratieve lastendruk. Alles valt en staat namelijk met een correcte administratie van de privé vermogens van beide echtelieden en het vermogen dat zij samen opbouwen. In het wetsvoorstel is opgenomen dat wanneer echtgenoten hun aanspraak op privé vermogen niet kunnen bewijzen, deze goederen alsnog gemeenschappelijk zijn.

Administratie niet verplicht. Het voeren van een administratie wordt niet verplicht gesteld. Bij onroerend goed kan aan de hand van de notariële akte worden vastgesteld door wie en wanneer het onroerend goed is verkregen en hoe de financiering heeft plaatsgevonden. Alleen bij herbelegging van voorhuwelijks vermogen, erfenissen en giften kan gebrek aan een goede administratie, tot problemen leiden.

Nog in behandeling! Maar zoals gezegd: het wetsvoorstel moet echter nog worden goedgekeurd door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. Mocht het wetsvoorstel worden aangenomen, blijft de mogelijkheid om via een notariële akte iets anders te regelen, net zoals men nu via huwelijkse voorwaarden kan afwijken van de wettelijke algehele gemeenschap van goederen. Maar wat moet u hier nu mee?

Erfbelasting verlagen – wat moet u nú al overwegen?

Het kan zeker geen kwaad om te bekijken wat de fiscale gevolgen zijn als u of uw partner onverwijld komt te overlijden. Aan de hand van een sterk vereenvoudigd voorbeeld schetsen we hieronder de fiscale gevolgen in verschillende situaties.

Voorbeeld

We gaan uit van een traditioneel huwelijk tussen een man en een vrouw. De gehanteerde tarieven zijn die van 2016.

• Voorhuwelijks vermogen van de man
• Voorhuwelijks vermogen van de vrouw
• Verworven vermogen man tijdens huwelijk
• Verworven vermogen vrouw tijdens huwelijk
• Eindvermogen man
• Eindvermogen vrouw
• Er zijn geen erfenissen of giften, er zijn geen kinderen en er is geen testament
€ 60.000
€ 1.850.000
€ 190.000
€ 25.000
€ 250.000
€ 1.875.000
Situatie 1. Algehele gemeenschap van goederen – man of vrouw overlijdt
• Gezamenlijk vermogen
• Nalatenschap
• Partnervrijstelling
• Te betalen erfbelasting
€ 2.125.000
€ 1.062.500
€ 636.180
€ 73.073
Situatie 2. Huwelijkse voorwaarden – man overlijdt
• Nalatenschap
• Partnervrijstelling
• Geen erfbelasting verschuldigd
€ 250.000
€ 636.180
nihil
Situatie 3. Huwelijkse voorwaarden – vrouw overlijdt
• Nalatenschap
• Partnervrijstelling
• Te betalen erfbelasting
€ 1.875.000
€ 636.180
€ 235.573
Situatie 4. Wetsvoorstel wijziging huwelijksvermogensrecht – man overlijdt
• Nalatenschap 50% tijdens huwelijk
100% voorhuwelijk
• Partnervrijstelling
• Geen erfbelasting verschuldigd
€ 107.500
€ 60.000
€ 636.180
nihil
Situatie 5. Wetsvoorstel wijziging huwelijksvermogensrecht – vrouw overlijdt
• Nalatenschap 50% tijdens huwelijk
100% voorhuwelijk
• Partnervrijstelling
• Te betalen erfbelasting
€ 107.500
€ 1.850.000
€ 636.180
€ 252.073

Conclusie

Zoals u ziet, kan het veel uitmaken wie er voor het huwelijk hoeveel vermogen had en wie er als eerste komt te overlijden. Hoe beter u een en ander regelt hoe minder erfbelasting er betaald moet worden. En dát kunt u nú ook al regelen!

Schakel nu al hulp in

Opheffen huwelijkse voorwaarden? Zoals uit bovenstaand voorbeeld blijkt zou het opheffen van de huwelijkse voorwaarden tijdens het huwelijk in deze situatie leiden tot een besparing van belasting van circa € 162.500,- (€ 235.573 – € 73.073) mits de vrouw (meest vermogende) als eerste overlijdt.

Een goed testament helpt! Overlijdt de man namelijk als eerste dan leidt de opheffing tot een nadeel van € 73.000,-, want dan is de vrouw erfbelasting verschuldigd over haar “eigen” vermogen. Dit kan echter door het opmaken van een goed testament worden voorkomen.

Van de andere kant … Het opheffen van de huwelijkse voorwaarden kan echter ook weer onbedoelde gevolgen hebben voor een echtscheiding en dat is dan ook niet wat u voor ogen had/heeft.

BAA ADVIES. Het opheffen van huwelijkse voorwaarden in combinatie met het opstellen van een testament kan tot grote voordelen leiden. Het kan echter per situatie verschillen. Wilt u weten wat ú voor úw situatie het beste kunt doen? Raadpleeg dan uw contactpersoon bij BAA.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/huwelijksvermogensrecht.jpg 211 300 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2016-04-05 20:08:112021-12-13 20:10:28Wetswijziging: huwelijkse voorwaarden of gemeenschap van goederen?

Categorieën

  • Vacatures (4)
  • Artikelen (296)

Laatste nieuws

  • Wijzigingen schenkbelasting 202310 mei 2023 - 08:00
  • Voorjaarsnota 2023: dit kunt u verwachten10 mei 2023 - 07:54
  • Aanslag box 3? Overweeg bezwaar aan te tekenen!10 mei 2023 - 07:48
  • De grootste bankroof aller tijden – elk jaar weer in Europa10 mei 2023 - 07:33
  • Eindelijk meer duidelijkheid over de box 3-heffing in 20237 april 2023 - 08:19
  • Fiscaal voordeel als uw kinderen meewerken in de onderneming7 april 2023 - 07:42
  • “Ik word gepest!” Hoe om te gaan met grensoverschrijdend gedrag?7 april 2023 - 07:38
  • Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb vanaf 21 maart10 maart 2023 - 08:59
  • Welke versnelde afschrijvingen zijn er in 2023 mogelijk?10 maart 2023 - 08:55
  • AOW-leeftijd bereikt? Vergeet de ouderenkorting niet!10 maart 2023 - 08:50

Wat mogen we voor u ontcijferen?

Heeft u een concrete vraag of wilt u gewoon eens met ons kennismaken?
Wij kijken uit naar uw mailtje of telefoontje!

In onze nieuwsbrief delen onze professionals kennis en inzicht. Zo blijven onze klanten voorlopen op de feiten.

0493 - 69 52 98 info@baa.nl
Inschrijven nieuwsbrief
lid van Noab

Postbus 122
5720 AC Asten
Julianastraat 2
5721 GL Asten

Algemene voorwaarden | Privacy statement & cookies | Disclaimer

Scroll naar bovenzijde