• Contact
  • Direct contact
    Stel uw vraag
BAA
  • Diensten
    • Financiële administratie
    • Salarisadministratie
    • Jaarrekening, controles en rapportage
    • HRM
    • Ondernemingsadvies
    • Fiscaal advies
  • Over BAA
    • Medewerkers
    • Werken bij BAA
    • Sponsoring
  • Kennis
    • Artikelen
    • Inschrijven nieuwsbrief
  • Menu Menu
U bevindt zich hier: Home1 / FOR

Berichten

Belastingplan 2023. Wat kunt u verwachten?

6 oktober 2022/in Artikelen /door Pieter van Lieshout

Traditiegetrouw zijn op Prinsjesdag de belastingplannen weer bekend gemaakt. We wezen u al eerder op het zuur en zoet van deze plannen. In dit artikel een overzicht van een aantal andere belangrijke plannen voor 2023.

Twee schijven in box 2

Het kabinet wil met ingang van 2024 twee belastingschijven in box 2 introduceren. De eerste schijf kent een belastingtarief van 24,5% en moet oplopen tot € 67.000. Bedragen hierboven, de tweede schijf, zijn belast tegen 31%. Met het oog op de Wet excessief lenen. kan het voordelig zijn om dit jaar en volgend jaar dividend uit te gaan keren.

Gebruikelijk loon omhoog

Het Kabinet wil af van de zogenaamde doelmatigheidsmarge. Dit is het percentage waarmee de DGA zijn salaris mag verminderen ten opzichte van het salaris van iemand met het meest vergelijkbare dienstverband. In de voorjaarsnota stond dat deze in 2023 omlaag gaat van 25% naar 15%. In de nota van wijziging op het Belastingplan 2023 van 5 oktober 2022 wordt voorgesteld om dit per 1 januari 2023 niet te verlagen van 25% naar 15% maar naar 0%. Hierdoor vervalt de doelmatigheidsmarge binnen enkele maanden. Hierdoor zal de DGA zichzelf mogelijk in 2023 meer loon moeten geven waarover meer loonbelasting is verschuldigd.

Meer vennootschapsbelasting

Het tarief in de vennootschapsbelasting bedraagt in 2022 in de eerste schijf (winst tot € 395.000) 15% en 25,8% voor het meerdere. De schijfgrens van € 395.000 zal met ingang van 2023 worden verlaagd naar € 200.000 waardoor bedrijven eerder het hoge tarief verschuldigd zijn. Daarnaast wil het kabinet het tarief in de lage schijf verhogen van 15% naar 19%. Een winst van € 400.000 in 2022 kost € 60.540 vennootschapsbelasting. Diezelfde winst kost in 2023 € 89.600 belasting. Een verschil van bijna € 30.000.

Zelfstandigenaftrek omlaag

Om het verschil tussen ondernemers en werknemers te verkleinen is een aantal jaar geleden afgesproken om de zelfstandigenaftrek jaarlijks terug te brengen. In het coalitieakkoord was afgesproken om de zelfstandigenaftrek vanaf 2023 verder terug te brengen tot € 1.200 in 2030. Het kabinet wil nu deze termijn naar voren halen waarbij de zelfstandigenaftrek al in 2026 teruggebracht wordt tot € 1.200 en in 2027 verder wordt verlaagd naar € 900.

2022 2023 2024 2025 2026 2027
€ 6.310 € 5.030 € 3.750 € 2.470 € 1.200 € 900

Geen bpm-vrijstelling meer voor bestelauto’s en meer motorrijtuigenbelasting

Het kabinet wil de vrijstelling voor een bestelauto van de ondernemer met ingang van 1 januari 2025 afschaffen. De hoogte van de bpm moet afhankelijk worden van de CO2-uitstoot.

Daarnaast wil het kabinet het tarief van de motorrijtuigenbelasting voor bestelauto’s van ondernemers verhogen. De bedoeling is dat In 2025 de motorrijtuigenbelasting wordt verhoogd met 15% en in 2026 nog eens met 6,96%.

Einde Oudedagsreserve (FOR)

De FOR houdt in dat een ondernemer voor de inkomstenbelasting onder voorwaarden jaarlijks een deel van de winst mag reserveren voor een oudedagsvoorziening, zodat er (tijdelijk) geen belasting over verschuldigd is. Volgens de plannen zal de FOR met ingang van 1 januari 2023 worden afgeschaft. De opgebouwde oudedagsreserve tot en met 31 december 2022 kan volgens de huidige regels worden afgewikkeld. Dat betekent dat het hele bedrag bij staking van de onderneming in één keer vrijkomt en dat daar belasting over verschuldigd is. Of het kan worden omgezet in een lijfrenteproduct.

Verhoging vrije ruimte werkkostenregeling (WKR)

Per 2023 wordt de vrije ruimte in de WKR verruimd. De vrije ruimte in de WKR van 1,7% tot een loonsom van € 400.000 stijgt naar 1,92% tot een loonsom van € 400.000. In de nota van wijziging op het Belastingplan 2023 van 5 oktober 2022 wordt voorgesteld het percentage voor de eerste
€ 400.000 te verhogen naar 2,14%. Hierdoor kunnen werkgevers meer onbelaste vergoedingen geven aan werknemers. Het kan dus voordelig zijn om een werknemer een lager brutoloon te geven en dit aan te vullen met een onbelaste vergoeding binnen de WKR.

Leegwaarderatio versoberd

Verhuurt u een woning dan moet u in beginsel in box 3 de WOZ opgegeven als bezitting. De leegwaarderatio kan echter de WOZ-waarde van een verhuurde woning in box 3 verminderen. De WOZ-waarde mag dan worden vermenigvuldigd met een percentage dat afhankelijk is van de kale huur ten opzichte van de WOZ-waarde. Het Kabinet wil de percentages in de leegwaarderatio gaan verhogen waardoor verhuurders meer inkomstenbelasting betalen in box 3 en waardoor men eventueel meer schenk- en erfbelasting verschuldigd is.

Voorbeeld
De WOZ-waarde van een verhuurde woning is € 250.000. De huur bedraagt € 1.000 per maand. De jaarhuur (€ 12.000) is dan 4,8% van de WOZ-waarde. Volgens de huidige regels (2022) moet een waarde van 67% x € 250.000 = € 167.500 aangegeven worden in box 3. Bij de nieuwe voorgestelde percentages zou een waarde van 95% x € 250.000 = € 237.500 aangegeven moeten worden.

Bij vakantiewoningen en niet-woningen (bedrijfspanden, enz.) is de leegwaarderatio overigens niet van toepassing. Het is verder ook de bedoeling dat de leegwaarderatio niet mag worden toegepast bij tijdelijk verhuurde woningen. Ook zou bij verhuur aan een gelieerde partij (zoals zoon of dochter) uitgegaan moeten worden van 100% van de WOZ-waarde.

Verhouding jaarlijkse huurprijs
tot WOZ-waarde
Huidige leegwaarderatio Nieuwe leegwaarderatio
Meer dan Minder dan
0% 1% 45% 73%
1% 2% 51% 79%
2% 3% 56% 84%
3% 4% 62% 90%
4% 5% 67% 95%
5% 6% 73% 100%
6% 7% 78% 100%
7% – 85% 100%

Verhoging overdrachtsbelasting

De bedoeling is dat het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting flink omhoog gaat. In het coalitieakkoord was afgesproken om het tarief te verhogen naar 9%. In de Voorjaarsnota 2022 was dit percentage al verhoogd naar 10,1% en het voorstel nu is om het tarief te verhogen naar 10,4%. Het tarief voor de eigen woning (2%) blijft echter ongewijzigd. Maar de verhoging geldt dus wel voor bijvoorbeeld woningen die worden aangekocht als belegging en voor bedrijfspanden. Voor starters blijft gelden dat er geen overdrachtsbelasting verschuldigd is, mits voldaan aan de voorwaarden van de zogenaamde startersregeling.

Voorbeeld
Wilt u een vakantiewoning of een tweede woning kopen? Dan is het dus voordeliger om dat nog dit jaar te doen. Bij aankoop van onroerend goed van bijvoorbeeld € 250.000 bespaart u (10,4% – 8%) x € 250.000 = € 6.000.

Inkomensafhankelijke combinatiekorting

Heeft u een kinderwens? Een kind geboren voor 1 januari 2025 kan een belastingvoordeel opleveren van ruim € 2.500. Het plan is namelijk om met ingang van 2025 de inkomensafhankelijke combinatiekorting af te schaffen (behalve voor kinderen die voor 2025 zijn geboren).

Mogelijkheid tot middeling verdwijnt

Het Kabinet wil de middelingsregeling per 1 januari 2023 afschaffen. Voor jaren na 2022, mits ook 2022 in het middelingstijdvak wordt betrokken, geldt overgangsrecht. Dit betekent dat het laatste tijdvak waarover nog kan worden gemiddeld 2022, 2023 en 2024 zijn.

BAA ADVIES. Heeft u vragen of ideeën over de mogelijke gevolgen van deze wijzigingen voor uw persoonlijke situatie? Bespreek dan met uw adviseur hoe u op de wijzigingen zo fiscaal gunstig mogelijk kunt anticiperen.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2022/10/belastingplan-2023-2.jpg 800 1200 Pieter van Lieshout https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Pieter van Lieshout2022-10-06 08:28:572022-11-17 18:08:05Belastingplan 2023. Wat kunt u verwachten?
Voorjaarsnota 2022

De Voorjaarsnota 2022. Wat kunnen we fiscaal verwachten?

1 juni 2022/in Artikelen /door Pieter van Lieshout

De Voorjaarsnota heeft, in tegenstelling tot andere jaren, dit jaar ook wijzigingen die vanaf 2023 of later ingaan. Wat kunt u verwachten?

Anders dan andere jaren

Op 20 mei heeft het kabinet Rutte de Voorjaarsnota 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden. Deze voorjaarsnota heeft een ander karakter dan eerdere jaren omdat deze naast de begrotingsmutaties uit het lopende jaar ook wijzigingen in de begroting voor 2023 en later bevat. Hieronder een samenvatting van een aantal belangrijke fiscale voorstellen die zijn gedaan en die wellicht voor u een rol kunnen (gaan) spelen.

Extra verhoging overdrachtsbelasting

Het tarief van de overdrachtsbelasting is nu 2% voor een woning waarin de koper zelf gaat wonen. Voor starters geldt een tarief van 0%. Het tarief voor alle andere onroerende zaken is 8% (vakantiewoningen, bedrijfspanden, enz.). In het coalitieakkoord was al afgesproken om het tarief van 8% te verhogen naar 9%, maar in de voorjaarsnota is het voorstel opgenomen dat dit tarief verhoogd wordt naar 10,1%.

Afschaffen van de fiscale oudedagsreserve (FOR)

De FOR (formeel: OudedagsReserve) houdt in dat een ondernemer voor de inkomstenbelasting onder voorwaarden jaarlijks een deel van de winst mag reserveren voor een oudedagsvoorziening, zodat er (tijdelijk) geen belasting over verschuldigd is. Het is de bedoeling dat deze FOR met ingang van 1 januari 2023 wordt afgeschaft. Een bestaande FOR kan echter wel op basis van de huidige regels worden afgewikkeld. De afschaffing van de FOR hangt samen met het wetsvoorstel “Toekomst pensioenen” waarin het aantrekkelijker wordt een lijfrentepremie te storten.

Box 2 krijgt twee belastingschijven

Een DGA die dividend ontvangt of winst maakt bij de verkoop van zijn aandelen, betaalt hierover nu 26,9% box 2-belasting. De bedoeling is om met ingang van 2024 twee schijven te introduceren. Een basistarief van 26% voor de eerste € 67.000 per persoon en een tarief van 29,5% voor het meerdere. Aangezien de nieuwe regeling met betrekking tot het excessief lenen nog steeds op de plank ligt kan het voordeliger zijn om nú al dividend uit te gaan keren.

1e schijf vennootschapsbelasting naar beneden

Het tarief in de vennootschapsbelasting bedraagt in 2022 in de eerste schijf (winst tot € 395.000) 15% en 25,8% voor het meerdere. De schijfgrens van € 395.000 zal met ingang van 2023 worden verlaagd naar € 200.000 waardoor bedrijven eerder het hoge tarief verschuldigd zijn.

Btw-tarief zonnepanelen naar 0%

De levering en installatie van zonnepanelen is nu belast met 21%. Particulieren kunnen (voor een eerste set panelen) via een speciale procedure de btw terugvragen als btw-ondernemer. De bedoeling is dat vanaf 1 juli 2023 het btw-tarief op zonnepanelen wordt teruggebracht naar 0%. Dit is eenvoudiger voor zowel particulieren als voor de Belastingdienst.

Verlaging doelmatigheidsmarge gebruikelijk loon

Op basis van de huidige doelmatigheidsmarge mag het gebruikelijk loon van een DGA 25% lager zijn dan het loon dat normaal is voor het niveau en de duur van de arbeid van de DGA. De bedoeling is het percentage met ingang van 2023 van 25% te verlagen naar 15%. Hierdoor moeten DGA’s meer loon toekennen en dus meer box 1-belasting gaan betalen.

Voorgenomen verhoging ouderenkorting wordt teruggedraaid

In het coalitieakkoord was afgesproken om de ouderenkorting te verhogen met € 376. Het voorstel is om deze verhoging niet door te laten gaan.

De 30% regeling wordt beperkt tot de Balkenende-norm (WNT-norm)

Werknemers die vanuit een ander land naar Nederland komen om te werken, kunnen dankzij de 30%-regeling maximaal 30% van hun loon onbelast ontvangen. Als gevolg van deze nieuwe maatregel geldt de regeling nog tot maximaal de WNT-norm (Wet normering topinkomens 2022: € 216.000).

Heffingsvrij vermogen box 3 toch niet naar € 80.000

Over de box 3-belasting is de laatste tijd al veel geschreven en de bedoeling is om vanaf 2025 het werkelijke rendement te gaan belasten. In het coalitieakkoord was afgesproken om het heffingsvrij vermogen per persoon in drie stappen te verhogen van € 50.650 naar uiteindelijk ca. € 80.000. Deze verhoging van het heffingsvrije vermogen wordt niet doorgevoerd.

Onbelaste kilometervergoeding gaat omhoog

Momenteel kunnen werknemers onbelast een kilometervergoeding krijgen van € 0,19/km en IB-ondernemers kunnen € 0,19/km (privéauto die zakelijk wordt gebruikt) in aftrek brengen op hun winst. Het voornemen is om deze vergoeding met ingang van 2023 te verhogen. Het exacte bedrag van de verhoging is nog niet bekend, maar de verwachting is dat de vergoeding in 2023 naar € 0,21/km gaat en in 2024 naar € 0,23/km.

BAA ADVIES. In de Voorjaarsnota staan dit jaar ook voorstellen voor 2023 en later. Of deze ook daadwerkelijk worden omgezet naar wetgeving is nog niet duidelijk. Wij adviseren u echter om er toch al kennis van te nemen en om er indien noodzakelijk al rekening mee te houden. Desgewenst in overleg met ons.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2022/06/voorjaarsnota-2022-fiscaal.jpg 800 1200 Pieter van Lieshout https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Pieter van Lieshout2022-06-01 09:29:072022-11-18 09:50:28De Voorjaarsnota 2022. Wat kunnen we fiscaal verwachten?

Directe belastingbesparing door de OR, maar let op

5 november 2021/in Artikelen /door Pieter van Lieshout

De oudedagsreserve (OR) (voorheen genoemd fiscale oudedagsreserve FOR) kan een prima regeling zijn voor zelfstandigen om een pensioen op te bouwen. Er zitten wel wat addertjes onder het gras. We hebben voor u de belangrijkste aandachtspunten op een rij gezet.

De OR …

Als ondernemer voor de inkomstenbelasting mag u jaarlijks een deel van de winst reserveren voor uw oudedagsvoorziening. Deze voorziening noemen we de oudedagsreserve (OR). Wanneer u zo’n OR vormt betekent dat niet dat u daadwerkelijk geld opzijzet, maar dat u een deel van de winst reserveert. De vorming van de OR komt namelijk in mindering op uw winst waardoor u minder belasting betaalt en het u direct belastingvoordeel oplevert.

OR-voorwaarden

Zoals voor alle regelingen, zijn er voor de OR een aantal voorwaarden van toepassing:

  • u moet ondernemer zijn voor de inkomstenbelasting;
  • u moet voldoen aan het urencriterium; en
  • u heeft aan het begin van het kalenderjaar de AOW-leeftijd nog niet bereikt.

De opbouw van deze reserve

Elk jaar kunt u kiezen of u wilt toevoegen aan de OR. De toevoeging aan de OR is een verplicht percentage van de winst (2021: 9,44%) met een maximum van € 9.395 (2021). De ondernemer mag dus niet een willekeurig bedrag toevoegen aan de OR. Let op! De OR mag door de toevoeging niet boven het ondernemingsvermogen uitkomen.

Voorbeeld
De winst van onderneming A bedraagt € 40.000 en de toevoeging aan de OR is
9,44% x € 40.000 = € 3.776.
De winst van onderneming B bedraagt € 110.000 en de toevoeging aan de OR is
9,44% x € 110.000 = € 10.384; maar afgetopt tot € 9.395.

Afname of vrijvallen van de oudedagsreserve

Soms kan de OR worden verminderd of zelfs worden opgeheven.

Een lijfrente kopen. Stel, u koopt een lijfrente als een inkomensvoorziening. Zoals u wellicht weet mag u de premie in mindering brengen in uw aangifte. De uitkering is te zijner tijd dan belast. U kunt er echter ook voor kiezen om de premie niet af te trekken, maar in de aangifte voor hetzelfde bedrag de OR te laten afnemen.

OR hoger dan ondernemingsvermogen? Als het bedrag van de oudedagsreserve hoger is dan het ondernemingsvermogen en zich een of meerdere van de volgende situaties voordoen, valt de OR vrij en valt deze verplicht in de winst:

  1. u staakt de onderneming geheel of gedeeltelijk;
  2. u hebt op 1 januari van het kalenderjaar de AOW-leeftijd bereikt; en/of
  3. u voldoet dit kalenderjaar en het vorige kalenderjaar niet aan het urencriterium.

Doet zich situatie 2 of 3 voor en u hebt dit tijdig in de gaten, dan kunt u de afname van de OR voorkomen door voor het einde van het desbetreffende kalenderjaar een kapitaalstorting in de onderneming te doen.

Voorbeeld
Ondernemer A bereikt op 31 december 2021 de AOW-leeftijd maar wil de onderneming ook nog na de AOW-leeftijd voortzetten.
Het vermoedelijke eigen vermogen per eind 2021 in de onderneming bedraagt € 3.440. De Oudedagsreserve bedraagt € 15.173.
Zonder extra kapitaalstorting is de oudedagsreserve in 2021 verplicht afgenomen met € 11.733 (het verschil tussen de OR en het ondernemingsvermogen).
Als ondernemer A nu nog voor het einde van het jaar 2021 een bedrag van € 12.000 als kapitaal stort in de onderneming, bedraagt het ondernemingsvermogen € 15.440.
Er is nu geen sprake meer van een verplichte afname omdat het ondernemingsvermogen groter is dan de OR.

De voordelen van de OR

Het voornaamste voordeel blijft het uitstel van belastingheffing en het eventuele tariefvoordeel. Door toevoegingen aan de OR verlaagt u ook uw belastbare inkomen. Dit kan weer gunstige gevolgen hebben voor andere inkomensafhankelijke regelingen zoals de arbeidskorting, algemene heffingskorting, toeslagen en inkomensafhankelijke aftrekposten.

Voorbeeld
De winst van uw onderneming is € 80.000. Hiermee valt u in de hoogste belastingschijf van 49,5%. Als u 9,44% van de winst (= € 7.552) toevoegt aan de OR, bespaart u hiermee direct ca. € 3.200 (€ 7.552 x 49,5% x 86%) inkomstenbelasting (86% i.v.m. 14% MKB winstvrijstelling en geen rekening houdend met overige inkomensafhankelijke regelingen).

Alle latere uitkeringen zijn dan bij u belast tegen het dan geldende tarief. Valt u met uw inkomen op dat moment bijvoorbeeld als AOW’er in de laagste schijf, dan betaalt u slechts ca. 20% inkomstenbelasting. Behalve het directe belastingvoordeel kan het dus ook tariefmatig een voordeel opleveren.

En de nadelen van de OR

Het grote nadeel van de OR is dat u een belastingclaim aan het opbouwen bent en dat wordt nog wel eens vergeten. Er komt een moment dat de OR vrijvalt en dat er afgerekend moet worden. Als de liquiditeiten er dan niet zijn of als deze ‘in de stenen zitten’, dan kan dit grote problemen opleveren. U heeft dan dus voldoende vermogen nodig (ondernemings- of privévermogen) om de belastingschuld te kunnen voldoen.

Ook kan tariefmatig een nadeel ontstaan. Stel, u trekt jaarlijks de toevoeging aan de OR af tegen het tarief in de eerste belastingschijf (2021: 37,10%). Op een gegeven moment valt het gehele saldo van de OR vrij en wordt deze bij uw jaarwinst opgeteld. Hierdoor komt u in de hoogste belastingschijf (2021: 49,5%).

Bijzondere situaties

Staken van de onderneming. Als de onderneming wordt gestaakt wordt de OR opgeheven. De bedragen waarover u uitstel van belastingheffing heeft gekregen, worden nu bij uw winst opgeteld en belast.

Overlijden van de ondernemer. Bij overlijden moet er eveneens afgerekend worden over de OR. Deze wordt dan opgeheven en wordt bij de belastbare winst opgeteld. Heeft u een partner en hij of zij zet uw onderneming voort, dán kan hij of zij de OR overnemen zonder dat er hoeft te worden afgerekend.

Wel of niet toevoegen?

Deze vraag blijft lastig te beantwoorden. Op jongere leeftijd is kiezen makkelijker dan naarmate het tijdstip om te stoppen met ondernemen dichterbij komt. Doteren (toevoegen) is in elk geval aantrekkelijk, als de toevoeging tegen een hoger tarief kan worden afgetrokken dan waartegen de latere vrijval waarschijnlijk zal worden belast en als u later de OR wilt omzetten naar een lijfrente- of bankspaarproduct en de uitkeringen hieruit minder zwaar belast zullen zijn dan de aftrek door de toevoeging aan de OR nu.

BAA ADVIES. Of toevoegen (doteren) aan de OR gunstig voor u is, hangt helemaal van uw persoonlijke situatie af. Bespreek uw actuele situatie, uw toekomstverwachtingen en wensen jaarlijks met uw adviseur. Zoals altijd helpen wij u graag verder met het maken van de juiste keuzes.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/11/werknemers-participatie.jpg 200 300 Pieter van Lieshout https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Pieter van Lieshout2021-11-05 07:44:212022-04-12 12:32:38Directe belastingbesparing door de OR, maar let op

Fiscale oudedagsreserve mogelijk weer fiscaal voordelig?!

10 mei 2019/in Artikelen /door Jac Vossen

Een (fiscale) oudedagsreserve (FOR) vormen is voordelig als deze in een hoog belasting tarief wordt opgebouwd en als deze vrijvalt in een laag belastingtarief. Hoe zit dat nu als in 2019 en 2020 de belastingtarieven in box 1 verlagen?

Wat is een (fiscale) oudedagsreserve (FOR)?

Het is een fiscale regeling waarmee ondernemers kunnen sparen voor de oudedag (pensioen), zónder dat dit ten koste gaat van het banksaldo. Het geld blijft daarbij dus in de onderneming. Het is uitsluitend een vorm van uitstel van belastingheffing over een deel van de winst. Niet meer en niet minder.

Wie kunnen een FOR vormen?

U kunt een (fiscale) oudedagsreserve vormen als:

  • u ondernemer bent in het kader van de Wet Inkomstenbelasting;
  • u niet de AOW leeftijd heeft bereikt (2019: 66 jaar en 4 maanden); en
  • u meer dan 1.225 uur per jaar werkzaam bent binnen de onderneming en dus voldoet aan het zogenaamde urencriterium.

Hoe wordt een FOR gevormd?

U vormt een (fiscale) oudedagsreserve door dit aan te geven in de aangifte inkomstenbelasting. De maximale toevoeging (ook wel dotatie genoemd) aan de (fiscale) oudedagsreserve is in 2019 een 9,44% van de winst, met een absoluut maximum van € 8.999. Deze toevoeging is bovendien begrensd door de hoogte van het ondernemingsvermogen op het einde van het kalenderjaar.

Voorbeeld 1
De winst van de eenmanszaak Vakantieplezier was in 2018 € 100.000 en de hoogte van het ondernemingsvermogen per einde van het kalenderjaar is € 8.500. De ondernemer heeft in het verleden nog geen (fiscale) oudedagsreserve gevormd.

De maximale dotatie is 9,44% van de winst: € 9.440, maar deze wordt in stap 1 verlaagd tot een bedrag van € 8.999 (het absolute maximum). Vervolgens wordt het in stap 2 nog eens verlaagd naar € 8.500 (het ondernemingsvermogen per einde kalenderjaar).

Hoe wordt het fiscale voordeel berekend?

In bovenstaand voorbeeld is sprake van een toevoeging van € 8.500,-. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op de winst van € 100.000, waardoor de winst voor ondernemersaftrek uitkomt op een bedrag van € 91.500,-. Dit bedrag wordt verminderd met de zelfstandigenaftrek van € 7.280 tot € 84.220. Hierop komt de MKB winstvrijstelling (14%) in mindering (€ 11.791), zodat een belastbare winst overblijft van € 72.429.

Het belastingtarief dat hierbij hoort is in 2018 51,95%. De toevoeging aan de (fiscale) oudedagsreserve van € 8.500 in het jaar 2018 dus leidt tot een belastinguitstel en liquiditeitsvoordeel van bijna € 3.798 ((€ 8.500 -/- 14%) x 51,95%).

De andere kant van de medaille

Zoals hierboven vermeld is sprake van een uitstel van belastingheffing. Dus ooit zal de (fiscale) oudedagsreserve vrijvallen. Op dat moment verhoogt deze de winst en dient u hier belasting over te betalen. In de praktijk blijkt dat vele ondernemers zich hier onvoldoende bewust van zijn en hiervoor geen geld opzij hebben gezet. De toevoeging aan de (fiscale) oudedagsreserve is namelijk uitsluitend een fiscale aftrekpost en er wordt dus niet een zogenaamd “potje pensioen” gevormd.

Wanneer valt een (fiscale) oudedagsreserve vrij?

Er zijn twee manieren van het vrijvallen: een vrijwillige vrijval en een verplichte vrijval.

1. Vrijwillige vrijval. Hiervan is sprake als het geld wordt gestort bij een bank/verzekeraar in de vorm van een lijfrente. Dit levert dan tevens een extra aftrekpost op in de vorm van een verhoogde MKB winstvrijstelling. Een bijkomend voordeel is ook dat in de toekomst niet meer hoeft te worden afgerekend met de belastingdienst over de (fiscale) oudedagsreserve.

2. Verplichte vrijval. Hiervan is sprake als:

  • u de onderneming staakt;
  • u komt te overlijden;
  • tot de hoogte van het ondernemingsvermogen per het einde van het kalenderjaar;
  • u de AOW-leeftijd heeft bereikt; of
  • in twee opeenvolgende jaren niet voldoet aan de 1225 uren-eis.

Fiscale gevolgen van de vrijval

Zoals gezegd verhoogt de (fiscale) oudedagsreserve als deze vrijvalt de winst.

Voorbeeld 2
De ondernemer van Vakantieplezier staakt in 2025 zijn onderneming. Op dat moment is de stand van de fiscale oudedagsreserve nog steeds € 8.500. De jaarwinst bedraagt € 45.000. De winst van Vakantieplezier in 2025 wordt dus € 53.500. De zelfstandigenaftrek is € 7.280, de stakingsaftrek € 3.630 en de MKB-winstvrijstelling (14%) € 5963. Deze wordt dan € 36.627.

Bij deze winst en op basis van de huidige wetgeving bedraagt het belastingtarief in 2025 37,05%. Over de vrijval van de fiscale oudedagsreserve moet dan € 2.708 belasting worden betaald ((€ 8.500 -14%) x 37,05%).

Ten opzichte van de toevoeging in voorbeeld 1 leidt dit uiteindelijk tot een voordeel van (€ 3.798 – € 2.708) = € 1.090.

Toevoegingen aan de FOR in 2019 en 2020

Zoals in de aanhef van dit artikel is vermeld, gaan de belastingtarieven in de toekomst omlaag

Tót € 68.500 Vanaf € 68.500
2018 40,85% 51,95%
2019 38,1% 51,75%
2020 37,8% 50,5%
2021 37,05% 49,5%
(AOW-leeftijd niet bereikt)

Als toevoegingen aan de (fiscale) oudedagsreserve in 2019 en 2020 dus in mindering worden gebracht tegen een tarief dat hoger is dan 37,05% en de verwachting is dat bij staking de winst voor belastingheffing niet hoger is dan € 68.500, levert dit altijd een belastingvoordeel op.

Het voordeel kan zelfs groter worden als u de AOW-leeftijd heeft bereikt en bij vrijval van de FOR een belastbaar inkomen heeft van minder dan € 35.000. Het belastingtarief hiervoor wordt vanaf 2021 namelijk 19,15%.

BAA ADVIES. Door de dalende belastingtarieven wordt een toevoeging aan de FOR mogelijk nóg interessanter dan nu het geval is. Het is echter verstandig om de FOR niet los te zien, maar als onderdeel van uw ‘appeltje voor de dorst’ te bekijken.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/FOR-fiscaal-voordelig.jpg 200 300 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2019-05-10 12:21:142021-12-04 12:23:28Fiscale oudedagsreserve mogelijk weer fiscaal voordelig?!

Categorieën

  • Vacatures (4)
  • Artikelen (289)

Laatste nieuws

  • Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb vanaf 21 maart10 maart 2023 - 08:59
  • Welke versnelde afschrijvingen zijn er in 2023 mogelijk?10 maart 2023 - 08:55
  • AOW-leeftijd bereikt? Vergeet de ouderenkorting niet!10 maart 2023 - 08:50
  • Weer een crisis… Hoeveel veronachtzaamde problemen kunnen we nog aan?10 maart 2023 - 08:44
  • Meer rust en zekerheid met financiële planning6 februari 2023 - 12:06
  • Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of voor onbepaalde tijd?6 februari 2023 - 08:50
  • Vergeet de (gewijzigde) renseigneringsverplichting niet!6 februari 2023 - 08:45
  • Lof der zotheid: het energiedebat in de Tweede Kamer31 januari 2023 - 14:17
  • Administratieve topperAdministratief toptalent16 januari 2023 - 09:16
  • Het DGA-loon vanaf 1 januari 20236 januari 2023 - 09:55

Wat mogen we voor u ontcijferen?

Heeft u een concrete vraag of wilt u gewoon eens met ons kennismaken?
Wij kijken uit naar uw mailtje of telefoontje!

In onze nieuwsbrief delen onze professionals kennis en inzicht. Zo blijven onze klanten voorlopen op de feiten.

0493 - 69 52 98 info@baa.nl
Inschrijven nieuwsbrief
lid van Noab

Postbus 122
5720 AC Asten
Julianastraat 2
5721 GL Asten

Algemene voorwaarden | Privacy statement & cookies | Disclaimer

Scroll naar bovenzijde