• Contact
  • Direct contact
    Stel uw vraag
BAA
  • Diensten
    • Financiële administratie
    • Salarisadministratie
    • Jaarrekening, controles en rapportage
    • HRM
    • Ondernemingsadvies
    • Fiscaal advies
  • Over BAA
    • Medewerkers
    • Werken bij BAA
    • Sponsoring
  • Kennis
    • Artikelen
    • Inschrijven nieuwsbrief
  • Menu Menu
U bevindt zich hier: Home1 / lijfrente

Berichten

Pensioen voor zzp’ers/ondernemers in de nieuwe pensioenwet

6 januari 2023/in Artikelen /door Jac Vossen

Hoogstwaarschijnlijk gaat de Eerste Kamer in het voorjaar akkoord met de nieuwe pensioenwet die dan waarschijnlijk per 1 juli 2023 ingaat. Ondernemers kunnen dan meer sparen door het afstorten van lijfrentes. Wat moet u weten …

Zo is het nú geregeld

Belastingvoordeel lijfrentes. Door gebruik te maken van de zogenaamde jaarruimte kunt u profiteren van een belastingvoordeel om AOW en pensioen in de toekomst aan te vullen. De premie voor een lijfrente is meestal aftrekbaar tegen heen hoger belastingtarief dan het tarief dat van toepassing is als de lijfrente vanaf de AOW-leeftijd gaat uitkeren.

Beperkte jaarruimte. De jaarruimte is echter beperkt tot maximaal 13,3% van de zogenaamde premiegrondslag. De premiegrondslag is de winst uit onderneming minus de AOW-franchise. In 2022 was deze franchise € 12.837. Bovendien kan de jaarruimte nog worden beperkt door de toevoeging aan de oudedagsreserve (met ingang van 2023 afgeschaft). De jaarruimte was in 2022 maximaal € 13.594.

Reserveringsruimte. Naast de jaarruimte bestaat de mogelijkheid om gebruik te maken van de reserveringsruimte. Dit is de jaarruimte die u niet heeft opgemaakt in de afgelopen zeven jaar. Ook aan deze reserveringsruimte zitten maxima verbonden. Deze waren in 2022:

  • meer dan 10 jaar af van AOW-leeftijd: € 7.587;
  • minder dan 10 jaar af van AOW-leeftijd: € 14.978.

Voorbeeld 1
Caspar Kip is 40 jaar en behaalde in 2022 een winst uit onderneming van € 85.000. Er is € 2.000 aan de FOR toegevoegd. De berekende jaarruimte is dan als volgt.

13,3% van (€ 85.000 – € 12.837) = € 9.598. Minus de FOR van € 2.000 is de resterende jaarruimte nog € 7.598.

Caspar had nog een niet gebruikte jaarruimte van € 11.287 uit 2021 en een niet gebruikte jaarruimte van € 4.992 uit 2020.De maximaal te storten aftrekbare lijfrentepremie wordt derhalve: € 7.598 plus maximale reserveringsruimte € 7.587 = € 15.185.

De situatie na invoering van de nieuwe pensioenwet

Op 22 december 2022 is de nieuwe pensioenwet door de Tweede Kamer aangenomen en zoals gezegd zal deze naar verwachting in het voorjaar door de Eerste Kamer worden geaccordeerd en waarschijnlijk ingaan per 1 juli 2023 ingaan. Na invoering van de wet krijgen werkgevers en pensioenuitvoerders tot 1 januari 2027 de tijd om alle pensioenregelingen waarin pensioenopbouw plaatsvindt aan te passen aan het nieuwe stelsel. Vanaf 1 januari 2027 moet dan de pensioenopbouw van werknemers plaatsvinden op basis van de nieuwe wetgeving.

Na invoering van de wet (vermoedelijk 1 juli 2023) zullen een aantal variabelen bij de berekening van het bedrag dat kan worden afgestort als lijfrente voor een toekomstige pensioenvoorziening wel al gaan wijzigen.

Jaarruimte. De jaarruimte zal worden verhoogd van 13,3% naar maximaal 30% van de premiegrondslag. Voor de berekening van die premiegrondslag wordt de AOW-franchise ongeveer € 15.000. Het absolute maximum van de jaarruimte voor 2023 wordt € 29.960.

Reserveringsruimte. De maximale reserveringsruimte wordt verhoogd tot € 38.000 en de periode van reservering/inhaal van 7 jaar wordt opgetrokken naar 10 jaar.

Opbouw. Het storten van een lijfrente binnen de jaar- en reserveringsruimte kan nu tot het jaar dat de AOW-leeftijd wordt bereikt. In de nieuwe pensioenwet is het echter mogelijk om een aftrekbare lijfrente te storten tot maximaal 5 jaar ná ingang van de AOW-leeftijd.

Een voorbeeld
Caspar Kip heeft in 2024 weer een winst uit onderneming behaald van € 85.000. Omdat vanaf 2023 niet meer mag worden toegevoegd aan de oudedagsreserve wordt de berekening als volgt.

  • Jaarruimte: 30% van (€ 85.000 – € 15.000) = € 21.000.
  • Reserveringsruimte: € 11.287 (2021) + € 4.992 (2020) = € 16.279.
  • Maximaal aftrekbare af te storten lijfrentepremie: € 37.279 (zijnde € 21.000 + € 16.279).

Dit is een verhoging van de aftrekbare lijfrentepremie ten opzichte van 2022 met meer dan € 22.000.

Dit verandert ook! Door de invoering van de nieuwe pensioenwet kan een zelfstandig ondernemer dus een groter deel van het inkomen afstorten voor zijn/haar pensioen. Mits pensioenfondsen dit mogelijk maken, wordt het voor een zelfstandig ondernemer ook mogelijk om een pensioen op te bouwen bij een fond. Ook biedt de nieuwe wet de mogelijkheid om bij ingang van het pensioen (op pensioendatum) 10% van het pensioenkapitaal in één keer te laten uitkeren.

Pensioenfonds voor ZZP’ers

Pensioenfonds? Door invoering van de nieuwe pensioenwet wordt de mogelijkheid geschapen voor pensioenfondsen om tijdelijk te experimenteren met een pensioenregeling voor zzp’ers. Fondsen die een experiment met zzp’ers gaan doen, mogen zich daarbij alleen richten op ondernemers die in het beroep of sector actief zijn waarin het pensioenfonds zelf opereert. Het is op dit moment nog niet zeker of er pensioenfondsen zijn, die dit experiment zullen starten.

Keuzemogelijkheid 10% ineens. Door de invoering van de nieuwe pensioenwet wordt het (vanaf 1 januari 2027) voor iedereen die met pensioen gaat, mogelijk om 10% van het opgebouwde pensioen ineens op te nemen. Dit geldt dus ook voor zzp’ers. Deze regeling geldt zowel voor pensioenen de zijn opgebouwd bij een pensioenfonds of pensioenverzekeraar, als voor pensioenproducten (lijfrentes) van een bank of verzekeraar.

De nieuwe pensioenwet samengevat

  • Gaat waarschijnlijk per 1 juli 2023 in met een implementatieperiode tot 1 januari 2027
  • Uiterlijk 1 januari 2027 moeten alle pensioenregelingen zijn aangepast.
  • De maximale aftrekbare pensioen-/lijfrentepremie wordt met ingang van 1 juli 2023 hoger.
  • 10% van het pensioenkapitaal mag (vanaf 1 januari 2027) in één keer worden uitgekeerd.
  • Er komen voor zzp’ers mogelijk pensioenregelingen bij bestaande pensioenfondsen.
BAA ADVIES. Door de nieuwe pensioenwet ontstaat er vanaf vermoedelijk 1 juli 2023 een aanzienlijke fiscale verruiming voor het aftrekken lijfrentepremies. Ten opzichte van 2022 is er in 2023 sprake van een maximale verbetering van bijna € 40.000 (jaarruimte en reserveringsruimte). Daartegenover staat dat vanaf 1 januari 2023 niet meer mag worden toegevoegd aan de (fiscale) oudedagsreserve. Mocht u willen weten wat dat voor u betekent, neem dan contact met ons op.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2023/01/pensioen-zzp-ondernemer-pensioenwet.jpg 800 1200 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2023-01-06 09:21:192023-01-10 12:31:21Pensioen voor zzp’ers/ondernemers in de nieuwe pensioenwet

Geen premie Zvw bij omzetting stakingswinst in een lijfrente?

13 maart 2019/in Artikelen /door Pieter van Lieshout

Heeft u in het verleden een stakingswinst omgezet in een lijfrente? Dan opgelet! Want wellicht heeft u te veel bijdrage voor de Zorgverzekeringswet betaald.

Over stakingswinst Zvw verschuldigd?

De pensioenpremie die een werknemer (of een werkgever voor haar werknemer) betaalt, wordt niet tot het loon gerekend en hierover is ook geen premie Zvw verschuldigd.

Als u als ondernemer echter spaart voor uw oude dag, door uw stakingswinst om te zetten in een lijfrente, dan wordt er geen rekening gehouden met de aftrek voor inkomensvoorzieningen en valt de stakingswinst volledig in de heffing voor de Zvw.

Ongelijke behandeling werknemer en ondernemer

Hierdoor ontstaat er een ongelijke behandeling. Zeker als voor u als ondernemer bij het daadwerkelijk uitkeren van de lijfrente nogmaals Zvw wordt berekend over de uitkering.

Het Hof en de Hoge Raad braken zich hierover het hoofd

Wat speelde er? Een ondernemer staakte in 2014 zijn onderneming. Bij deze staking werd een stakingswinst behaald die volledig bestond uit de vrijval van de opgebouwde fiscale oudedagsreserve (FOR). Op grond van de wet kon de ondernemer deze stakingswinst onder voorwaarden omzetten in een lijfrente. De storting in de lijfrente werd gezien als uitgaven voor inkomensvoorzieningen en was aftrekbaar in de aangifte inkomstenbelasting.

Aanslag Zvw. De inspecteur van de Belastingdienst heeft een aanslag Zorgverzekeringswet (Zvw) opgelegd zónder rekening te houden met de aftrek van uitgaven voor inkomensvoorzieningen.

Wat vond het Hof hiervan?

Het Hof heeft geoordeeld dat ondernemers die zelfstandig pensioen opbouwen door middel van omzetting van een stakingswinst in een lijfrente ongelijk worden behandeld ten opzichte van werknemers die pensioen opbouwen. Want bij werknemers verminderen de pensioenpremies wél het bijdrage-inkomen voor de Zvw en bij ondernemers niet.

Het Hof keek ook naar jurisprudentie onder de Zfw (de voorganger van de Zvw). Op basis hiervan besliste zij dat er géén rechtsherstel mogelijk is. Met andere woorden: er kan niets aan worden gedaan.

De Hoge Raad was het er niet helemaal mee eens

In zoverre eens met het Hof. De Hoge Raad stelde vast dat de wetgever verzekeringsplichtigen die als werknemer een pensioen opbouwen en als ondernemer een oudedagsvoorziening opbouwen door een fiscaal aftrekbare toevoeging aan de FOR, heeft beschouwd als gelijke gevallen.

Volgens de Hoge Raad is er dan ook sprake van een ongelijke behandeling tussen beide, als de omzetting van de stakingswinst in een lijfrente niet in aftrek kan worden gebracht op het bijdrage-inkomen voor de Zvw. In zoverre was de Hoge Raad het dus met het Hof eens.

Maar … Voor deze ongelijke behandeling bestaat, aldus de Hoge Raad, echter géén objectieve rechtvaardiging en daarom is dit in strijd is met de wet. Volgens de Hoge Raad is er dus wél rechtsherstel mogelijk en moet de betaalde uitgaven voor inkomensvoorzieningen in mindering komen op het bijdrage-inkomen voor de Zvw.

Dus?

De inspecteur had dus rekening moeten houden met de aftrek voor inkomensvoorzieningen waardoor de stakingswinst niet geheel in het bijdrage-inkomen voor de Zvw viel. De betreffende ondernemer is dus in het gelijk gesteld. Heeft of krijgt u met eenzelfde situatie te maken? Teken dan bezwaar aan middels een bezwaarschrift.

BAA ADVIES. Heeft u uw onderneming gestaakt en heeft u destijds de stakingswinst omgezet in een lijfrente? Controleer dan goed of de aftrek voor inkomensvoorzieningen is geaccepteerd door de Belastingdienst. Als dat niet het geval is, teken dan bezwaar aan middels ons model bezwaarschrift of neem contact met ons op.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/stakingswinst-zvw.jpg 200 300 Pieter van Lieshout https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Pieter van Lieshout2019-03-13 12:03:382021-12-04 12:06:11Geen premie Zvw bij omzetting stakingswinst in een lijfrente?

Uw lijfrente komt vrij. Wat nu?

5 maart 2018/in Artikelen /door Pieter van Lieshout

Uw lijfrentekapitaal komt binnenkort vrij. Wat zijn de (on)mogelijkheden en wat zijn de fiscale gevolgen hiervan?

Wat is een lijfrente?

Met een lijfrente zorgt u op een fiscaal voordelige manier voor extra inkomen dat u periodiek krijgt uitbetaald vanaf een bepaald moment. Het mag ook extra inkomen voor een ander zijn, bijvoorbeeld uw partner, uw invalide (klein)kind of derden. U kunt hiervoor een lijfrenteverzekering afsluiten of ervoor sparen via een lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht.

Fiscale voorwaarden voor lijfrenten

Er zijn een aantal fiscale voorwaarden waar uw lijfrenteverzekering, geblokkeerde rekening of beleggingsrecht aan moet voldoen om als lijfrente beschouwd te kunnen worden.

  1. De lijfrente is afgesloten bij een toegelaten verzekeraar, instelling of beheerder (lees eventueel ook art. 3.126 Wet IB 2001). Ook de eigen B.V. valt hieronder.
  2. De lijfrente geeft u of de begunstigde recht op een periodieke uitkering. Een periodieke uitkering betekent dat:
    a. u of de begunstigde minstens 1 keer per jaar een uitkering krijgt;
    b. de periodes tussen de uitkeringen even lang zijn;
    c. het bedrag van de uitkering altijd even hoog is.
  3. De uitkering van de lijfrente voldoet aan bepaalde voorwaarden. Deze voorwaarden zijn afhankelijk van wanneer de lijfrente is afgesloten en wie de lijfrente uitkeert:
    d. een verzekeringsmaatschappij;
    e. een bank, een belegginsonderneming of -instelling;
    f. nabestaandenuitkering.
  4. U laat de lijfrente-uitkeringen tijdig ingaan of zet de lijfrente tijdig om in een andere lijfrente.

Wat kunt u met het vrijkomende kapitaal doen?

Wat u met het vrijkomende kapitaal kunt doen is afhankelijk van het moment dat u de verzekering heeft afgesloten. Niet alle lijfrenteproducten zijn namelijk hetzelfde. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een oud regime en een nieuw regime. De regels die golden onder het oude regime waren soepeler dan de regels onder het nieuwe regime.

Aan de hand van onderstaand schema kunt u bepalen onder welk regime uw lijfrente valt.

Oud regime Nieuw regime
Bij betaling van premie Afgesloten voor 16 oktober 1990 Afgesloten na 16 oktober 1990
Bij betaling van koopsom Afgesloten voor 1 januari 1992 Afgesloten na 1 januari 1992

Lijfrente onder het oude regime hebben meer mogelijkheden dan de lijfrente onder het nieuwe regime. Zie het schema hieronder.

Uitkering ineens Schenken Periodiek uitkeren Later uitkeren
Oud regime ✔ ✔ ✔ ✔
Nieuw regime ✘ ✘ ✔ ✔

De lijfrente-uitkering moet uiterlijk ingaan in het vijfde kalenderjaar ná het kalenderjaar waarin u de AOW-leeftijd bereikt.

Uitkeren of uitstellen?

Als het kapitaal vrijkomt heeft u twee mogelijkheden:

  1. u laat het kapitaal uitkeren; of
  2. u stelt de uitkering nog even uit om verder op te bouwen.

De redelijke termijn. Deze keuze moet u tijdig maken (zie fiscale voorwaarde 4 hierboven). De termijn waarbinnen u deze keuze moet maken is de zogenaamde ‘redelijke termijn’. Uiterlijk op 31 december van het kalenderjaar na het kalenderjaar waarin uw lijfrente afloopt moet u de keuze maken.

Let op. Er geldt een uitzondering voor lijfrenterekeningen omdat deze vaak geen einddatum kennen. In deze gevallen moet u uiterlijk uw keuze hebben gemaakt op 31 december van het kalenderjaar waarin u de leeftijd bereikt die zes jaar hoger is dan uw AOW-leeftijd.

Mogelijkheden oud regime

Levenslange of tijdelijke uitkering. U kunt kiezen voor een levenslange of tijdelijke uitkering die mag starten voor en na uw 65e. De uitkering moet uiterlijk ingaan in het kalenderjaar waarin u 75 jaar wordt. De minimale looptijd moet wel voldoen aan de sterftekans. M.a.w. hoe ouder u bent hoe korter de minimale looptijd. De hoogte van de uitkering kent geen maximum.

Eerder stoppen met werken. U kunt er ook voor kiezen om eerder te stoppen met werken en het vrijgekomen bedrag gebruiken ter overbrugging naar uw AOW of pensioen.

Verder geldt.

  • Er gelden geen beperkingen wie u aanmerkt als begunstigde.
  • U kunt de lijfrente schenken. Houd wel rekening met eventuele schenkbelasting.
  • U kunt ervoor kiezen om het kapitaal in één keer uit te laten keren. Dit kan nadelig zijn omdat u door de uitkering ineens in een hogere belastingschijf kan komen.

Mogelijkheden nieuw regime

Hierbij speelt een rol wie de lijfrente aan u uitkeert (zie fiscale voorwaarde 3 hierboven). Er wordt onderscheid gemaakt tussen een:

  1. verzekeringsmaatschappij; en
  2. een bank, een beleggingsonderneming of –instelling.

1. Verzekeringsmaatschappij. U heeft hier de keuze uit een oudedagslijfrente, een tijdelijke oudedagslijfrente, een overbruggingslijfrente of een nabestaandenlijfrente.

  • De oudedagslijfrente is een lijfrente-uitkering tot uw overlijden. De uitkeringen mogen niet stoppen voor uw overlijden. De uitkering mag op elk gewenst moment ingaan, maar uiterlijk 5 jaar na het jaar waarin u de AOW-leeftijd bereikt.
  • Bij een tijdelijke oudedagslijfrente ontvangt u minimaal vijf jaar lang een lijfrente-uitkering die ingaat in het jaar waarin u de AOW-leeftijd bereikt of in de vijf jaar daarna. De uitkeringen stoppen op een vastgestelde einddatum, bijvoorbeeld als u 80 jaar wordt. Het jaarlijkse bedrag van de uitkeringen mag in een kalenderjaar niet hoger zijn dan € 21.483 (2018);
  • De overbruggingslijfrente is alleen toegestaan voor lijfrentekapitaal die u heeft opgebouwd vóór 2006. De lijfrente-uitkeringen moeten (naar keuze) uiterlijk eindigen in het jaar:
    • waarin u 65 jaar wordt;
    • waarin u de AOW-leeftijd bereikt;
    • waarin een pensioen van u ingaat.

    Het jaarlijkse bedrag van de uitkeringen mag niet hoger zijn dan € 63.288.

  • Bij een nabestaandelijfrente ontvangen uw nabestaanden direct na uw overlijden een lijfrente-uitkering. Deze uitkeringen eindigen pas als zij overlijden. Er geldt een uitzondering voor kinderen jonger dan 30 jaar.

2. Bank of beleggingsonderneming of –instelling. Heeft u een geblokkeerde rekening bij een bank of beleggingsonderneming? Of een beleggingsrecht bij een beleggingsinstelling? Dan is deze rekening of dit beleggingsrecht alleen een lijfrente als de uitkering aan bepaalde voorwaarden voldoet. Welke voorwaarden dit zijn, is afhankelijk van het soort lijfrente. U kunt kiezen uit de oudedagsuitkering, een tijdelijke oudedagsuitkering die ingaat voordat u de AOW-leeftijd bereikt en een nabestaandenuitkering.

  • De oudedagsuitkering gaat om vaste uitkeringen die ingaan uiterlijk 5 jaar na het jaar waarin u de AOW-leeftijd bereikt. Deze uitkeringen moeten een looptijd hebben van minimaal 5 jaar en het totale bedrag van de uitkeringen mag niet hoger zijn dan € 21.483 per jaar. Is het totale bedrag van de uitkeringen per jaar hoger dan moeten deze uitkeringen een looptijd hebben van minimaal 20 jaar.
  • Bij de tijdelijke oudedagsuitkering gaat het om uitkeringen die u ontvangt voordat u de AOW-leeftijd bereikt. U moet deze uitkeringen minimaal 20 jaar plus het aantal jaren dat de uitkeringen eerder ingaan ontvangen.
  • Bij een nabestaandelijfrente ontvangen uw nabestaanden direct na uw overlijden een lijfrente-uitkering. Deze uitkeringen eindigen pas als zij overlijden. Er geldt een uitzondering voor kinderen jonger dan 30 jaar.
BAA ADVIES. Valt uw lijfrente binnenkort vrij? Dan krijgt u te maken met een oerwoud van regels, waardoor u al snel door alle bomen het bos niet meer ziet. Uw adviseur van BAA helpt u graag met het maken van de goede keuzes, rekening houdend met type lijfrenteproduct en de fiscale gevolgen.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/lijfrente-komt-vrij2.jpg 200 300 Pieter van Lieshout https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Pieter van Lieshout2018-03-05 13:50:102021-12-05 13:51:47Uw lijfrente komt vrij. Wat nu?

Categorieën

  • Vacatures (4)
  • Artikelen (282)

Laatste nieuws

  • Lof der zotheid: het energiedebat in de Tweede Kamer31 januari 2023 - 14:17
  • Administratieve topperAdministratief toptalent16 januari 2023 - 09:16
  • Het DGA-loon vanaf 1 januari 20236 januari 2023 - 09:55
  • Pensioen voor zzp’ers/ondernemers in de nieuwe pensioenwet6 januari 2023 - 09:21
  • DGA arbeidsongeschikt in 2023: wat nu?6 januari 2023 - 09:15
  • Veiligstellen jubelton voor 2023 en 20245 december 2022 - 12:36
  • Een vakantieauto van de zaak: geen, enkele of dubbele bijtelling?5 december 2022 - 11:40
  • Werknemers met werkstress en burn-out: antwoord op de meest gestelde vragen5 december 2022 - 11:35
  • Maak vóór 31 december ambtshalve bezwaar tegen box 3-heffing3 november 2022 - 08:33
  • Schenken woning: let op de vernieuwde waarderingsregels3 november 2022 - 08:22

Wat mogen we voor u ontcijferen?

Heeft u een concrete vraag of wilt u gewoon eens met ons kennismaken?
Wij kijken uit naar uw mailtje of telefoontje!

In onze nieuwsbrief delen onze professionals kennis en inzicht. Zo blijven onze klanten voorlopen op de feiten.

0493 - 69 52 98 info@baa.nl
Inschrijven nieuwsbrief
lid van Noab

Postbus 122
5720 AC Asten
Julianastraat 2
5721 GL Asten

Algemene voorwaarden | Privacy statement & cookies | Disclaimer

Scroll naar bovenzijde