• Contact
  • Direct contact
    Stel uw vraag
BAA
  • Diensten
    • Financiële administratie
    • Salarisadministratie
    • Jaarrekening, controles en rapportage
    • HRM
    • Ondernemingsadvies
    • Fiscaal advies
  • Over BAA
    • Medewerkers
    • Werken bij BAA
    • Sponsoring
  • Kennis
    • Artikelen
    • Inschrijven nieuwsbrief
  • Menu Menu
U bevindt zich hier: Home1 / Omzetbelasting

Berichten

Alternatieve omzetberekening bij de TVL

Alternatieve omzetberekening bij de TVL

1 juli 2022/in Artikelen /door Pieter van Lieshout

Als u vanwege de coronamaatregelen TVL heeft ontvangen, dan is deze tegemoetkoming bepaald op basis van het geleden omzetverlies. Dat gebeurt voor btw-ondernemers op basis van de aangifte omzetbelasting. Maar wat als die niet de juiste afspiegeling geeft van de werkelijkheid?

De Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)

De TVL was een financiële en belastingvrije tegemoetkoming van de overheid die ondernemers ondersteunde bij haar vaste lasten door omzetverlies vanwege de coronamaatregelen. Kort gezegd konden ondernemers met een omzetverlies van minimaal 30% vanaf juni 2020 gebruikmaken van de regeling. De laatste TVL-periode sloot op 31 maart 2022. De hoogte van de TVL was (en is) afhankelijk van het percentage omzetverlies.

Hoe wordt het omzetverlies bepaald?

Het omzetverlies wordt berekend door het verschil tussen de omzet in de referentieperiode en de omzet in de subsidieperiode te bepalen en deze te delen door de omzet in de referentieperiode.

Voorbeeldberekening TVL Q1 2022 (bron: RVO)
Omzet Q1 2019 was € 420.000. In Q1 2022 werd een omzet van € 252.000 verwacht. Dat is een omzetverlies van 40%. Het aandeel vaste lasten dat bij de SBI-code hoort is 25%. Het TVL-subsidiepercentage is 100%. De onderneming ontvangt: € 420.000 x 40% x 25% x 100% = € 42.000 met een voorschot van 80% (€ 33.600). Bij de vaststelling van TVL Q1 2022 geeft de onderneming het daadwerkelijke omzetverlies door. Onderneming A ontvangt de rest van de subsidie of moet een deel van de TVL terugbetalen als het omzetverlies lager was dan verwacht.

Bent u btw-plichtig? Dan wordt voor de berekening van het omzetverlies de omzet gebruikt die is aangegeven in de aangifte omzetbelasting. De regelgever van de TVL laat niet toe dat de subsidie op een andere wijze wordt berekend. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb) sluit zicht hierbij aan en acht deze berekeningswijze vanwege uitvoerbaarheid en de administratieve lasten niet onredelijk (het CBb is de hoogste rechter op het gebied van het economisch bestuursrecht).

Het CBb geeft aan dat een alternatieve omzetberekening alleen geldt voor ondernemingen die géén aangifte omzetbelasting doen. Maar wat nu als de aangifte omzetbelasting niet de juiste afspiegeling geeft van het werkelijk geleden omzetverlies in een bepaalde periode?

Bijvoorbeeld als de omzet in augustus wordt behaald, maar dat de verkoopfactuur, bijvoorbeeld vanwege allerlei bureaucratische regelingen, pas begin oktober kan worden verstuurd? In welke periode valt nu de omzet? Is dit de periode wanneer de dienst is geleverd (3e kwartaal) of is dit in de periode wanneer de verkoopfactuur is verzonden (4e kwartaal)?

Dit vindt het CBb

Evenredigheidsbeginsel niet van toepassing. Het CBb stelt dat moet worden aangesloten bij de ingediende aangifte omzetbelasting. Dit blijkt uit diverse uitspraken, bijvoorbeeld in 2021 en 2022. In deze zaken werd door de appelante (iemand die in beroep gaat) een beroep gedaan op het evenredigheidsbeginsel dat bepaalt dat: “de voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit niet onevenredig mogen zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen”.

Behálve in uitzonderlijke gevallen. Uit beide uitspraken blijkt echter dat het CBb het beroep op het evenredigheidsbeginsel afwijst, tenzij er sprake is van een zeer uitzonderlijk geval. Het is alleen niet duidelijk wat uitzonderlijke gevallen zijn en er zijn dus blijkbaar wél mogelijkheden voor een btw-plichtige om een alternatieve omzetberekening toe te passen bij het bepalen van het omzetverlies. Maar ja…, welke?

BAA ADVIES. Moet u TVL terugbetalen omdat het omzetverlies niet voldoende was? Wellicht loont een beroep op het evenredigheidsbeginsel en komt u door gebruik te maken van een alternatieve omzetberekening toch in aanmerking voor de TVL. Er moet dan wel sprake zijn van een uitzonderlijk geval. Neem contact met ons op om te kijken of u hiervoor mogelijk in aanmerking kunt komen.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2022/07/alternatieve-omzetberekening-tvl.jpg 800 1200 Pieter van Lieshout https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Pieter van Lieshout2022-07-01 09:39:452022-09-14 07:26:57Alternatieve omzetberekening bij de TVL

Eten en drinken: hoe zit de fiscale vork in de steel?

30 september 2020/in Artikelen /door Jasper Werts

Ook ondernemers en werknemers moeten eten en drinken. Hoe zit dat met de aftrekbaarheid van de kosten en van de btw? Dit artikel beschrijft de verschillende fiscale behandelingen van uitgaven voor eten en drinken in de onderneming.

Inkomstenbelasting

Aftrekbaar … Uitgaven voor eten en drinken met het oog op zakelijke belangen van de onderneming zijn aftrekbaar van de winst. Er geldt geen maximum voor deze kosten. Voorbeelden van deze kosten zijn kantinekosten en zakelijke besprekingen in horecagelegenheden. Uitgaven met privébedoelingen zijn niet aftrekbaar.

… maar beperkt. Voor de bepaling van de fiscale winst uit de onderneming zijn er wettelijke aftrekbeperkingen ingevoerd voor uitgaven voor eten en drinken. Deze zogenaamde gemengde kosten dienen op grond van de wet deels te worden uitgesloten.

Gemengde kosten deels uitsluiten. U kunt op twee manieren deze gemengde kosten deels uitsluiten. Voor de Wet Inkomstenbelasting is er een keuzemogelijkheid. Ofwel:

  • U trekt alle kosten af maar corrigeert hiervoor door € 4.700 (forfait) bij de winst te tellen (in 2019 € 4.600);
  • U mag er echter ook voor kiezen om slechts 80% van de gemengde kosten in aftrek te brengen (20% van de kosten dus niet).

Het is aan u om (samen met uw adviseur) te bepalen wat fiscaal het meest voordelig is.

En de vennootschapsbelasting?

Voor de Wet op de vennootschapsbelasting bestaat er ook een keuzemogelijkheid:

  • U trekt alle kosten af en corrigeert door 0,4% van het belastbare loon van alle werknemers samen, met een minimum van € 4.700 bij de winst te tellen (2019: € 4.600);
  • U mag er echter ook voor kiezen om slechts 73,5% van de gemengde kosten in aftrek te brengen (26,5% van de kosten dus niet).

Omzetbelasting

Hoofdregel voor de omzetbelasting is de omstandigheid of het zakelijke uitgaven betreft.

Eigen gebruik ondernemer. Als u als ondernemer voor u zelf eten en/of drinken koopt, dan is de btw niet aftrekbaar. Aanschaf van koffie/thee en overige kantineproducten kunnen een zakelijk karakter hebben en daardoor aftrek van btw rechtvaardigen. U als ondernemer moet bij vragen van de Belastingdienst aannemelijk maken dat de aanschaf van deze producten ook zakelijk is. Koffiebonen, koekjes, chips en cola als u geen kantoor, geen kantine en geen personeel heeft, is bijv. moeilijk aannemelijk te maken.

Consumptie in horecagelegenheden. Als ondernemer zult u vaker in een horecagelegenheid dineren, lunchen of een gewoon een kop koffie drinken. De btw op lunch met een werknemer, een diner met een klant of een snel ontbijt onderweg is echter niet aftrekbaar.

Personeelsfeest op locatie. Niet zelden wordt er een zaal afgehuurd en verzorgt de zaaleigenaar het eten en drinken. Of er wordt een partytent gehuurd en een cateraar zorgt voor de spijs en de drank. In alle gevallen waarbij een speciaal daarvoor ingerichte ruimte wordt gehuurd en een cateraar wordt ingeschakeld, is de btw niet aftrekbaar.

Eten en drinken voor personeel. Vaak wordt er ook eten en drinken op de zaak geleverd of in de kantine bezorgd. De btw is dan gewoon aftrekbaar. U kunt gedurende het jaar alle btw op de inkoop van eten en drinken in aftrek brengen. Maar … als u aan uw personeel een te lage vergoeding vraagt of het zelfs gratis verstrekt dan bevoordeelt u de werknemers. Zij betalen veel minder voor het eten en drinken dan wat gangbaar is in de horeca.

Broodje van het tankstation voor onderweg. Of de btw aftrekbaar is, hangt altijd van de vraag of het een zakelijke uitgave is. Een mens moet eten en dit is privé; kosten voor eten op zichzelf is geen zakelijke uitgave. Als u echter ’s avonds nog een afspraak heeft bij een klant en onderweg een broodje bij het tankstation koopt, dan is het zakelijk en de btw is wel aftrekbaar.

Correctie btw-aftrek bij vergoeding aan personeel

Eten en drinken voor een te lage vergoeding verstrekken wordt als vergoeding aan het personeel gezien. Deze bevoordeling moet voor de omzetbelasting worden gecorrigeerd. Als de vergoeding per werknemer per jaar méér is dan € 227, dan mag over het bedrag niet alle btw in aftrek worden gebracht. Dit staat beschreven in het BUA (Besluit Uitsluiting Aftrek van voorbelasting).

Voorbeeld 1
Bij bedrijf X krijgen alle 10 werknemers elke maand een gratis lunch aangeboden in de bedrijfskantine. Deze bevoordeling heeft per werknemer een waarde van € 150 per jaar. De volledige btw op de inkopen van het eten en drinken is dan aftrekbaar.

Voorbeeld 2
Bij bedrijf Y krijgen alle 10 werknemers elke week een gratis lunch aangeboden in de bedrijfskantine. Deze bevoordeling heeft per werknemer een waarde van € 300. De btw op de kantineverstrekkingen dient te worden gecorrigeerd. In dit geval 10 werknemer x € 300 x 9% btw = € 270.

Inkoop door horecabedrijven. Btw op inkopen van horecabedrijven is uiteraard volledig aftrekbaar als voorbelasting. De aangekochte goederen moeten dan natuurlijk wel gebruikt worden voor het tegen betaling uitserveren van maaltijden en dranken. Voor eigen gebruik door de ondernemer en het personeel moet u dus een correctie doen en is de btw op de inkoop niet aftrekbaar.

Niet aftrekbare btw zijn wél kosten

U ziet, vaak is de btw voor eten en drinken niet of slechts gedeeltelijk aftrekbaar. U mag echter de btw die niet aftrekbaar is wel als kosten aftrekken. Mits het een zakelijk aangelegenheid betrof uiteraard.

Administratie

U moet dus in uw boekhouding rekening houden met privé/zakelijk karakter, locatie, enz. En dan ook nog aftrekbaarheid van de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en de eventueel aftrekbare btw. Daar komt bovenop dat u eventueel nog deels zaken moet corrigeren. Als u de uitgave doet, weet u nog wel hoe het zit, maar weet u dat ook nog als u over 4 weken het bonnetje in uw boekhouding moet verwerken of de factuur moet boeken? Noteer dan altijd goed met wie u wanneer u wat heeft genuttigd, of wanneer, wat waarom en voor wie heeft besteld. En … zorg dat u alles goed met uw boekhouder communiceert.

BAA ADVIES. Ook u en uw werknemers moeten eten en drinken. Deze uitgaven zijn echter niet altijd zakelijk en dus niet als kosten aftrekbaar. Bovendien bestaan er verschillende beperkende maatregelen, zoals het BUA, om de btw aftrek te beperken. Die worden nogal eens over het hoofd gezien. Laat u dus niet verrassen en voorkom naheffingen door het ten onrechte terugvragen van btw.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/aftrek-eten-drinken.jpg 200 300 Jasper Werts https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jasper Werts2020-09-30 16:53:062021-12-02 16:55:39Eten en drinken: hoe zit de fiscale vork in de steel?

Aankoop vakantiewoning? Let op de fiscale spelregels!

8 februari 2018/in Artikelen /door Pieter van Lieshout

Als u een vakantiewoning koopt, krijgt u namelijk te maken met de inkomstenbelasting en misschien ook wel met omzetbelasting en overdrachtsbelasting. Alle reden om u hierover (van tevoren) goed te informeren.

De vakantiewoning en de inkomstenbelasting

In principe zal de vakantiewoning in de aangifte inkomstenbelasting aangegeven moeten worden in box 3. Verhuurt u de woning, dan is de ontvangen huur onbelast, maar u betaalt belasting over de WOZ-waarde van de vakantiewoning.

Voorbeeld
U koopt een vakantiewoning voor € 150.000. De jaarlijkse huur bedraagt € 12.500,-. De WOZ is eveneens € 150.000.

De belasting in box 3 over de vakantiewoning (zonder rekening te houden met het heffingsvrije vermogen van € 25.200 p.p.) bedraagt ca. € 1.500. Box 3 kent met ingang van 2017 verschillende tarieven, waardoor de uitkomst uiteraard afhankelijk is van uw persoonlijke situatie.

Tabel berekening rendement op vermogen over 2018

Schijf Uw (deel van de) grondslag sparen en beleggen Percentage 0,36% Percentage 5,38% Percentage gemiddeld rendement
1 Tot en met € 70.800 67% 33% 2,017%
2 Vanaf € 70.801 tot en met € 978.000 21% 79% 4,326%
3 Vanaf € 978.001 0% 100% 5,38%

De huurinkomsten zijn onbelast zodat het nettoresultaat € 11.000,- (€ 12.500 -/- € 1.500) bedraagt. Geen slechte investering, gezien de huidige rentestanden…

De vakantiewoning en de overdrachtsbelasting

Koopt u een nieuwe nog niet eerder gebruikte vakantiewoning, dan moet u 21% omzetbelasting betalen. Er geldt in dit geval een vrijstelling voor de overdrachtsbelasting. In de overige gevallen is 2% overdrachtsbelasting verschuldigd.

Koopt u een gemeubileerde woning dan is over dat deel van de inventaris van de koopsom géén overdrachtsbelasting verschuldigd. Verkoopt u de woning dan is weer overdrachtsbelasting verschuldigd.

De vakantiewoning en de omzetbelasting

Zoals gezegd betaalt u 21% omzetbelasting als u een nog niet eerder gebruikte vakantiewoning koopt. Koopt u een vakantiewoning die al meer dan 2 jaar geleden in gebruik is genomen dan betaalt u in principe géén omzetbelasting (onder voorwaarden kunt u ervoor kiezen om toch omzetbelasting in rekening te brengen).

Omzetbelasting terugvragen. De omzetbelasting die u betaalt kunt u in bepaalde gevallen terugvragen van de Belastingdienst. Dit hangt af van wat u met de vakantiewoning gaat doen. Heeft u de vakantiewoning gekocht voor uzelf of gaat u de vakantiewoning ook verhuren?

  • Als de woning enkel voor eigen gebruik is dan kunt u de betaalde omzetbelasting niet terugvragen.
  • Als u de vakantiewoning gaat verhuren aan anderen op een dusdanige wijze dat sprake is van exploitatie van een vermogensbestandsdeel, dan kunt u de omzetbelasting (gedeeltelijk) terugvragen. Volgens de Belastingdienst is hier sprake van als de vakantiewoning doorgaans 140 dagen per jaar wordt verhuurd.
  • Als u de vakantiewoning uitsluitend aan anderen verhuurt, dan kunt u alle in rekening gebrachte omzetbelasting terugvragen.
  • Als u naast verhuur de vakantiewoning ook privé gaat gebruiken dan krijgt u niet alle omzetbelasting terug. Heeft u de vakantiewoning in het jaar van aankoop voor 20% voor u zelf gebruikt dan kunt u ook maar 80% van de omzetbelasting terugkrijgen.

Hoe terugvragen? Om de omzetbelasting terug te kunnen vragen moet u als btw-ondernemer bij de Belastingdienst geregistreerd staan. U moet vervolgens aangifte omzetbelasting doen waar de aan u in rekening gebrachte omzetbelasting teruggevraagd kan worden.

Let op! Als u de omzetbelasting heeft teruggevraagd, dan volgt de Belastingdienst de vakantiewoning 10 jaar (jaar van aankoop is jaar 1). Wijzigt het gebruik van de vakantiewoning, bijvoorbeeld doordat u de vakantiewoning voor 40% privé gaat gebruiken of bij verkoop van de woning, zal de teruggevraagde omzetbelasting herzien moeten worden.

Voorbeeld
In 2016 heeft u een vakantiehuisje van € 150.000 (exclusief € 31.500 btw) gekocht. U verhuurt het huisje in 2016 t/m 2020 voor 80% en 20% gebruikte u het huisje zelf. In de aangifte omzetbelasting vraagt u 80% van€ 31.500 (= € 25.200) terug.

Over de huurinkomsten moet u 6% omzetbelasting in rekening brengen en afdragen. Op 1 januari 2021 verkoopt u het vakantiehuisje weer aan een particulier die het huisje voor zichzelf gaat gebruiken. Over de verkoop kunt u géén btw in rekening brengen. Wel moet de in het verleden teruggevraagde omzetbelasting worden herzien.

Op 1 januari 2021 zijn vijf jaar voorbij. Nog vijf jaar te gaan. De herziening is nu dus 5 jaar x 1/10 x € 25.200 = € 12.600. Dit bedrag moet u terugbetalen aan de Belastingdienst.

Herziening voorkomen. Er zijn een aantal mogelijkheden om deze herziening te voorkomen.

  1. U verkoopt pas ná de herzieningstermijn (jaar van aanschaf + 9 jaar).
  2. Als de koper de vakantiewoning voor 90% of meer voor belaste prestaties gaat gebruiken, dan kunt u op verzoek de woning tóch verkopen met omzetbelasting. In dit geval hoeft de omzetbelasting bij aankoop niet te worden herzien.
  3. Verkoopt u binnen 2 jaar na eerste ingebruikname de woning, dan kunt u voor met omzetbelasting belaste verkoop kiezen.
BAA ADVIES. Bij de aankoop van een vakantiewoning krijgt u met verschillende belastingen te maken. Vooral de regels voor omzetbelasting zijn moeilijk en lastig. Omdat de vakantiewoning door de Belastingdienst 10 jaar wordt gevolgd, kan dat bij verkoop wel eens tot een grote herziening van de teruggevraagde omzetbelasting leiden. Uw adviseur bij BAA kan u helpen met het maken van de beste keuzes.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/aankoop-vakantiewoning.jpg 200 300 Pieter van Lieshout https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Pieter van Lieshout2018-02-08 13:34:372021-12-05 13:36:46Aankoop vakantiewoning? Let op de fiscale spelregels!

Categorieën

  • Vacatures (4)
  • Artikelen (282)

Laatste nieuws

  • Lof der zotheid: het energiedebat in de Tweede Kamer31 januari 2023 - 14:17
  • Administratieve topperAdministratief toptalent16 januari 2023 - 09:16
  • Het DGA-loon vanaf 1 januari 20236 januari 2023 - 09:55
  • Pensioen voor zzp’ers/ondernemers in de nieuwe pensioenwet6 januari 2023 - 09:21
  • DGA arbeidsongeschikt in 2023: wat nu?6 januari 2023 - 09:15
  • Veiligstellen jubelton voor 2023 en 20245 december 2022 - 12:36
  • Een vakantieauto van de zaak: geen, enkele of dubbele bijtelling?5 december 2022 - 11:40
  • Werknemers met werkstress en burn-out: antwoord op de meest gestelde vragen5 december 2022 - 11:35
  • Maak vóór 31 december ambtshalve bezwaar tegen box 3-heffing3 november 2022 - 08:33
  • Schenken woning: let op de vernieuwde waarderingsregels3 november 2022 - 08:22

Wat mogen we voor u ontcijferen?

Heeft u een concrete vraag of wilt u gewoon eens met ons kennismaken?
Wij kijken uit naar uw mailtje of telefoontje!

In onze nieuwsbrief delen onze professionals kennis en inzicht. Zo blijven onze klanten voorlopen op de feiten.

0493 - 69 52 98 info@baa.nl
Inschrijven nieuwsbrief
lid van Noab

Postbus 122
5720 AC Asten
Julianastraat 2
5721 GL Asten

Algemene voorwaarden | Privacy statement & cookies | Disclaimer

Scroll naar bovenzijde