• Contact
  • Direct contact
    Stel uw vraag
BAA
  • Diensten
    • Financiële administratie
    • Salarisadministratie
    • Jaarrekening, controles en rapportage
    • HRM
    • Ondernemingsadvies
    • Fiscaal advies
  • Over BAA
    • Medewerkers
    • Werken bij BAA
    • Sponsoring
  • Kennis
    • Artikelen
    • Inschrijven nieuwsbrief
  • Menu Menu
U bevindt zich hier: Home1 / privévermogen

Berichten

Eindelijk meer duidelijkheid over de box 3-heffing in 2023

7 april 2023/in Artikelen /door Jac Vossen

Na alle perikelen over de box 3-heffing de laatste jaren, is er nu eindelijk meer duidelijkheid over de wijze waarop vanaf 1 januari 2023 in box 3 vermogen gaat worden belast.

Eerst even terug in de tijd

2001. Het huidige belastingstelsel wordt ingevoerd. Op dat moment ziet het boxenstelsel het levenslicht. De heffing in box 3 wordt bepaald op een forfaitair percentage van 4% waarover 30% belasting verschuldigd is.

2017. Het box 3-stelsel wordt aangepast. Er wordt nu bij een bepaald vermogen uitgegaan van een fictieve beleggingsmix waarover een forfaitaire belastingheffing verschuldigd was.

December 2021. De Hoge Raad oordeelt dat alleen het werkelijke rendement mag worden belast en draagt de overheid op om een ander stelsel in te voeren (‘het Kerstarrest’).

2022. Het zogenaamde stelsel van rechtsherstel wordt ingevoerd. Hierbij wordt het vermogen opgeknipt in drie delen met een eigen forfaitair rendement: bank- en spaartegoeden, beleggingen en andere bezittingen en schulden.

Tot en met 2022 is het voor belastingplichtigen mogelijk om een keuze te maken wat voor hen het meest gunstige is, het oude stelsel van 2017 of het rechtsherstel van 2022.

Het nieuwe box 3-stelstel per 1 januari 2023

Met ingang van 2023 is deze keuze vervallen en is het rechtsherstel tot wet verheven. Op 15 maart 2023 zijn de percentages bekend geworden waartegen de diverse vermogensonderdelen worden belast:

• bank- en spaarrekeningen 0,36%
• beleggingen en andere bezittingen 6,17%
• schulden 2,57%

Over dit forfait is de belastingheffing 32%.

De berekening. Om nu te berekenen hoeveel belasting er in box 3 betaald moet worden, dienen er vier stappen te worden gevolgd.

  • Stap 1. Bepalen van de rendementen op de diverse vermogenscategorieën.
  • Stap 2. Bepalen van het totaal rendementspercentage (basis zijn de bij stap 1 berekende rendementen) totaal rendement/rendementsgrondslag.
  • Stap 3. Bepalen van box 3-voordeel: rendementspercentage x heffingsgrondslag.
  • Stap 4. Bepalen van box 3-heffing: het ‘box 3-voordeel’ van stap 3 x 32%.

De rendementsgrondslag genoemd in stap 2 is het totaal van de bezittingen minus de schulden. De heffingsgrondslag genoemd in stap 3 is de rendementsgrondslag minus het heffingsvrij vermogen (2023: € 57.000 per belastingplichtige).

Geen sinecure dus. Enkele voorbeelden moet het verduidelijken. Ter vergelijking ook de (meest gunstige) heffing voor 2022.

Voorbeeld 1

• Bank en spaartegoeden € 80.000
• Beleggingen € 150.000
• Schulden -/- € 75.000

Belastingheffing in 2022: € 1.056.

Belastingheffing in 2023: € 1.577 (een stijging van 49,3%).

Voorbeeld 2

• Bank en spaartegoeden € 125.000
• Onroerend goed € 800.000
• Schulden inzake het onroerend goed -/- € 250.000

Belastingheffing in 2022: € 8.051.

Belastingheffing in 2023: € 12.726 (een stijging van 58%).

Welke mogelijkheden zijn er nog om de box 3-heffing te verlagen?

Spaar-BV. Als het totaal vermogen grotendeels bestaat uit beleggingen kan door het overdragen van laag renderende beleggingen naar bijvoorbeeld een spaar-BV belasting worden bespaard.

Obligaties verkopen. Door obligaties te verkopen voor liquide middelen kan eveneens box 3-heffing worden bespaard.

Geld opnemen uit de BV. Ook het opnemen van gelden uit een BV waarvan men aandeelhouder is, kan leiden tot belastingbesparing. In box 3 krijgt men dan geld en daartegenover een schuld. Het geld wordt niet belast en de schuld is aftrekbaar tegen 2,46%. Hierbij dient wel rekening te worden gehouden met de volgende aspecten: over de lening is een zakelijke rente verschuldigd, er dient een leningovereenkomst te worden opgesteld waarin rente en aflossing staan vermeld. Kortom een en ander is maatwerk en overleg met uw adviseur alvorens u om deze reden geld opneemt uit uw BV. Ook het aflossen van leningen uit beleggingsvermogen leidt tot een verandering van de samenstelling en verlaagt de belastingheffing.

Met andere woorden door te schuiven met de componenten in box 3 kan het rendement en daarmee de belastingdruk worden verlaagd. Let wel op de zogenaamde ‘peildatumarbitrage.’ Dat wil zeggen het tijdelijk omzetten moet minstens drie maanden duren gerekend vanaf de peildatum (1-1), anders leidt een en ander niet tot een lagere box 3-heffing. Dat betekent dat als op 1 december een privéschuld bij de BV wordt aangegaan, dat deze schuld niet vóór 1 april van het volgende jaar mag worden afgelost vanuit privé.

We zijn er nog niet klaar mee…

De overheid wil uiteindelijk een heel nieuw box 3-stelsel invoeren. Daarbij wordt niet het vermogen, maar worden de vruchten van het vermogen belast. De vraag is dan of er sprake zal zijn van een vermogenswinstbelasting of vermogensaanwasbelasting.

Bij een vermogenswinstbelasting worden de daadwerkelijke opbrengsten in een jaar in de belastingheffing betrokken; bij een vermogensaanwasbelasting wordt ook rekening gehouden met zogenaamde ‘ongerealiseerde waardestijgingen.’

In eerste instantie was het de bedoeling dat dit stelsel in 2025 zou worden ingevoerd. In een persbericht op 23 maart 2023 heeft staatssecretaris van Rij echter laten weten dat dit op zijn vroegst per 1 januari 2027 zal worden.

BAA ADVIES. Door de wijziging in de box 3-heffing moet u op de peildatum van 1 januari 2024 extra alert zijn op de samenstelling van het vermogen in box 3. In de aanloop naar 1 januari 2024 kunt u een aantal maatregelen treffen waardoor u uiteindelijk zo weinig mogelijk box 3-heffing betaalt.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2023/04/box-3-heffing-2023.jpg 800 1200 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2023-04-07 08:19:002023-05-11 14:25:53Eindelijk meer duidelijkheid over de box 3-heffing in 2023

Liquide middelen in uw onderneming tóch privévermogen?

5 mei 2021/in Artikelen /door Jasper Werts

Als u als ondernemer voor de inkomstenbelasting geld verdient, is dat in eerste instantie vermogen van de onderneming. Let dan op dat dit niet onbedoeld tot uw privévermogen gaat behoren.

Belangrijk: de vermogensetikettering

Met de zogenaamde vermogensetikettering kan worden bepaald of een vermogensbestanddeel, zoals een bedrijfspand, een machine, een auto, enz., zakelijk of privévermogen is.

Tussen 10 en 90% keuzevermogen. Uit rechtspraak kan worden afgeleid dat vermogensbestanddelen die tenminste 90% dienstbaar zijn aan de onderneming, verplicht tot het ondernemingsvermogen gerekend moeten worden. Vermogensbestanddelen die daarentegen voor minimaal 90% privé gebruikt worden, zijn verplicht privévermogen. Alles hiertussen is keuzevermogen. Dit houdt in dat u als IB-ondernemer mag kiezen of de vermogensbestanddelen ondernemings- of privévermogen zijn. De keuze kan worden gemaakt totdat over het jaar van de investering een definitieve aanslag Inkomstenbelasting is opgelegd.

Liquide middelen ook vermogensetikettering

Ook voor liquide middelen (geld op een bankrekening of beleggingen) is de vermogensetikettering van belang voor de fiscale behandeling in de inkomstenbelasting. De liquide middelen moeten namelijk een reële functie hebben of gaan vormen binnen de onderneming, om als ondernemingsvermogen te kunnen worden gezien. Is dit niet het geval dan wordt het als privévermogen beschouwd.

Uw werkkapitaal. Binnen een onderneming is er werkkapitaal nodig. Daarmee kunnen facturen worden voldaan, belastingen en salarissen worden betaald. Boven op het werkkapitaal kunnen er ook overtollige liquide middelen zijn.

Tijdelijke overtollige liquide middelen

Deze zijn bedrijfsgebonden en dus zakelijk, als deze binnen een termijn van één jaar worden aangewend binnen de onderneming. Denk hierbij aan investeringen, overnames of als buffer voor financieel mindere tijden. Er is dan sprake van tijdelijke overtolligheid. Ook het aanhouden van liquide middelen voor de aflossing van langlopende schulden vallen hieronder.

Blijvend overtollige liquide middelen

De andere kant van de medaille zijn de blijvend overtollige liquide middelen. Die liquide middelen hebben namelijk geen functie voor de IB-onderneming meer en zijn daarom verplicht privévermogen. Dat is niet alleen het geld op de bankrekening maar bijvoorbeeld ook liquide middelen die blijvend buiten de onderneming zijn belegd en liquide middelen voor het betalen van privéschulden bij de Belastingdienst van u als IB-ondernemer. De bewijsplicht ligt overigens bij de Belastingdienst.

Uitgeleende liquide middelen

Uitgeleend geld toch box 3-vermogen? Over liquide middelen die de IB-ondernemer heeft uitgeleend aan een derde heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan. De inspecteur van de Belastingdienst was van mening dat er geen sprake was van ondernemingsvermogen en dat de liquide middelen als verplicht privévermogen in box 3 meegenomen dienden te worden.

Of geen box 3-vermogen? Het Hof Amsterdam was van mening dat bij het uitlenen van geld door een IB-ondernemer aannemelijk moet zijn dat de lening is verstrekt voor doeleinden die niet vreemd zijn aan de onderneming. Met andere woorden, voor een zakelijke lening is het beslissend of er sprake is van een verstrekking binnen het kader van de normale uitoefening van de onderneming. Bijvoorbeeld als beleggen uw hoofdactiviteit is. Er is echter door het Hof Amsterdam een uitzondering mogelijk gemaakt: overtollige liquide middelen risicoloos beleggen. Een groenteboer die vanuit zijn onderneming geld leent aan een vriend voor de opstart van een bedrijf dat handelt in computers en de groenteboer heeft daar verder geen actieve rol in, zal de toets niet doorstaan.

Nadelige gevolgen privévermogen

Box 3 belasting. Over liquide middelen als ondernemingsvermogen hoeft u geen belasting te betalen. Over privévermogen in box 3 wel zoals u weet. Maar er kan sprake zijn van nog meer nadelen.

Minder FOR. Door het aanmerken van liquide middelen als privévermogen, betekent dit ook een verlaging van het ondernemingsvermogen op de balans van de onderneming. En dit kan ertoe leiden dat er minder kan worden ‘gedoteerd’ aan de fiscale oudedagsreserve (FOR). En dat is voor u dus fiscaal nadelig.

Verlies belegging in box 3. Als u in uw onderneming heeft belegd met overtollige liquide middelen en u leidt hierop verlies, dan kunt u deze verliezen niet in mindering brengen op de winst in de onderneming. Immers de beleggingen zijn verplicht privévermogen en het verlies valt in box 3.

Verschil in successiewet. Het aanhouden van blijvend overtollige liquide middelen kan ook gevolgen hebben voor de Successiewet. Hierin worden ondernemingsvermogen en beleggingsvermogen namelijk verschillende behandeld.

BAA ADVIES. U mag overtollige liquide middelen tijdelijk in uw onderneming laten als ze bedrijfsgebonden en zakelijk zijn. U moet deze middelen dan binnen één jaar binnen uw onderneming aanwenden. Denk aan investeren of aan een buffer voor financieel mindere tijden. Overtollige liquide middelen kunnen door de Belastingdienst tot uw privévermogen (box 3) gerekend worden; mogelijk met terugwerkende kracht.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/11/liquide-middelen-zaak.jpg 200 300 Jasper Werts https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jasper Werts2021-05-05 15:03:002021-11-30 15:07:03Liquide middelen in uw onderneming tóch privévermogen?

Categorieën

  • Vacatures (4)
  • Artikelen (296)

Laatste nieuws

  • Wijzigingen schenkbelasting 202310 mei 2023 - 08:00
  • Voorjaarsnota 2023: dit kunt u verwachten10 mei 2023 - 07:54
  • Aanslag box 3? Overweeg bezwaar aan te tekenen!10 mei 2023 - 07:48
  • De grootste bankroof aller tijden – elk jaar weer in Europa10 mei 2023 - 07:33
  • Eindelijk meer duidelijkheid over de box 3-heffing in 20237 april 2023 - 08:19
  • Fiscaal voordeel als uw kinderen meewerken in de onderneming7 april 2023 - 07:42
  • “Ik word gepest!” Hoe om te gaan met grensoverschrijdend gedrag?7 april 2023 - 07:38
  • Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb vanaf 21 maart10 maart 2023 - 08:59
  • Welke versnelde afschrijvingen zijn er in 2023 mogelijk?10 maart 2023 - 08:55
  • AOW-leeftijd bereikt? Vergeet de ouderenkorting niet!10 maart 2023 - 08:50

Wat mogen we voor u ontcijferen?

Heeft u een concrete vraag of wilt u gewoon eens met ons kennismaken?
Wij kijken uit naar uw mailtje of telefoontje!

In onze nieuwsbrief delen onze professionals kennis en inzicht. Zo blijven onze klanten voorlopen op de feiten.

0493 - 69 52 98 info@baa.nl
Inschrijven nieuwsbrief
lid van Noab

Postbus 122
5720 AC Asten
Julianastraat 2
5721 GL Asten

Algemene voorwaarden | Privacy statement & cookies | Disclaimer

Scroll naar bovenzijde