• Contact
  • Direct contact
    Stel uw vraag
BAA
  • Diensten
    • Financiële administratie
    • Salarisadministratie
    • Jaarrekening, controles en rapportage
    • HRM
    • Ondernemingsadvies
    • Fiscaal advies
  • Over BAA
    • Medewerkers
    • Werken bij BAA
    • Sponsoring
  • Kennis
    • Artikelen
    • Inschrijven nieuwsbrief
  • Menu Menu
U bevindt zich hier: Home1 / toeslagen

Berichten

Bij echtscheiding: let op de eventuele toeslagen!

5 maart 2018/in Artikelen /door Jac Vossen

Tot 2018 liep iemand bij echtscheiding kans om bepaalde toeslagen te moeten terugbetalen. Vanaf 2018 herleeft de 10%-regeling waardoor men mogelijk minder hoeft terug te betalen. Hoe zit dat?

Echtscheiding en recht op een toelage?

Einde huwelijk of samenwoning? Krijgt u in 2018 te maken met het feit dat uw partner of medebewoner in de loop van het jaar vertrekt en heeft u recht op toeslagen die afhankelijk zijn van het inkomen (huur-, zorg- kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag)? Dan moet u de komende tijd wel alert blijven.

Wat u over de toeslagen moet weten

Belastingplichtige en (toeslag)partner. De hoogte van de toeslagen is afhankelijk van het gezamenlijke inkomen van belastingplichtige en zijn (toeslag)partner. De toeslag wordt berekend over het gezamenlijke jaarinkomen. Hierbij wordt er geen rekening mee gehouden of de belastingplichtige nu het gehele jaar of slechts een deel van het jaar een (toeslag)partner heeft.

Tot 1 januari 2012. Dat kan tot vervelende situaties leiden als een ex-partner na een echtscheiding/einde samenwoning ineens een veel hoger inkomen gaat genieten. Tot 1 januari 2012 werd met de stijging van dit inkomen géén rekening gehouden als dit méér dan 10% hoger was dan tijdens het huwelijk of de samenwoning. Vanwege onbekendheid met de regeling en de complexiteit van de regeling is deze per 1 januari 2012 afgeschaft.

2012 – 2017. Deze afschaffing leidde ertoe dat als na beëindiging van het partnerschap het inkomen van de ex-partner hoger was dan ten tijde van het huwelijk/samenwoning, de achtergebleven partner een fors bedrag aan toeslagen moest terugbetalen.

Ook kwam het voor dat de ex-partner géén aangifte deed en de Belastingdienst daarom een inschatting maakte van het inkomen van deze ex-partner. Deze schatting werd dan meegeteld als jaarinkomen ter berekening van het recht op toeslagen en dat leidde eveneens tot een terugbetaling.

Vanaf 1 januari 2018: herleving van de 10%-regeling

In het jaar 2017 heeft de Raad van State in twee procedures geoordeeld dat het meetellen van deze inkomensstijgingen in strijd is met het discriminatieverbod van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Naar aanleiding hiervan heeft het kabinet voorgesteld hiervoor een structurele voorziening in de wet te zullen gaan opnemen. In het eind 2017 aangenomen Belastingplan 2018 wordt de 10%-regeling van voor 2012 opnieuw ingevoerd.

Wat houdt de 10%-regeling nu in?

De regeling houdt in dat de belastingplichtige bij de berekening van het toetsingsinkomen van de voormalige partner of medebewoner kan vragen om géén rekening te houden met de inkomensstijging na het vertrek van de partner. Als voorwaarde geldt hierbij wel dat hierdoor het toetsingsinkomen tenminste 10% lager wordt.

Een voorbeeld 10%-regeling bij einde huwelijk of samenwoning

Anke en Ben gaan scheiden. Anke en Ben zijn gehuwd en wonen in een huurwoning waarvoor huurtoeslag wordt ontvangen. Op 1 april 2018 wordt de echtscheiding aangevraagd en verlaat Ben de woning en schrijft zich in op een ander adres. Het inkomen van Ben was € 1.250 per maand. Anke had een inkomen van € 1.000 per maand. Bij de aanvraag voor de huurtoeslag was als jaarinkomen van Ben € 15.000 vermeld (12 x € 1.250 – vakantiegeld laten we even buiten beschouwing).

Ben krijgt een nieuwe baan. Vanaf 1 juli 2018 krijgt Ben een nieuwe baan met een salaris van € 2.000 per maand. Het toetsingsinkomen voor Ben zou dan uitkomen op (6 x € 1.250) + (6 x € 2.000) = € 19.500.

Zónder regeling moet Anke terugbetalen. Zonder de toepassing van de 10%-regel zou het toetsingsinkomen van Anke en Ben voor huurtoeslag van Anke uitkomen op € 12.000 + € 19.500,- = € 31.500. Hierdoor zou Anke dus geen recht meer hebben op huurtoeslag en zou de gehele huurtoeslag voor het jaar 2018 moeten worden terugbetaald.

Mét 10%-regeling. Het inkomen van Ben is ná de echtscheiding meer dan 10% gestegen. Door de 10%-regeling wordt voor het inkomen van B geen rekening gehouden met de inkomensstijging na einde van het huwelijk. Hierdoor wordt het toetsingsinkomen voor de huurtoeslag voor Anke te bepalen: haar eigen inkomen € 12.000 + € 15.000 herleid jaarinkomen van Ben = € 27.000. Dit inkomen was ook ingevuld bij de aanvraag van de huurtoeslag; dus Anke hoeft geen huurtoeslag terug te betalen.

Let op: zelf naar vragen!

Degene die het betreft moet zelf vragen om de 10%-regeling toe te passen. Volgens de Belastingdienst is een belletje naar de belastingtelefoon (0800 – 0543) hiervoor voldoende. Dit verzoek moet uiterlijk binnen 6 weken na dagtekening van de definitieve beschikking over het desbetreffende jaar te worden gedaan.

En bij overlijden?

Bij overlijden speelt er iets insgelijks. De details kunt u nalezen in het artikel: “Bij overlijden: let op de eventuele toeslagen!”

BAA ADVIES. Krijgt u te maken met een echtscheiding of einde samenwoning? Dan kunt u een verzoek voor de 10%-regeling indienen en zo voorkomen dat u teveel toeslag terug moet betalen. Indien gewenst kan uw contactpersoon bij BAA ook hierbij behulpzaam zijn.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/toeslagen-scheiding.jpg 200 300 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2018-03-05 13:44:062021-12-05 13:46:33Bij echtscheiding: let op de eventuele toeslagen!

Bij overlijden: let op de eventuele toeslagen!

5 maart 2018/in Artikelen /door Jac Vossen

Als iemands partner komt te overlijden en men heeft recht op een inkomensafhankelijke toeslag, dan loopt men het risico dat men deze toeslag moet terugbetalen. Wat speelt?

Voor wie is dit interessant?

Tot 2018 liep iemand bij overlijden van de partner kans om bepaalde toeslagen te moeten terugbetalen. Vanaf 2018 herleeft de 10%-regeling waardoor u mogelijk minder hoeft terug te betalen. Hoe zit dat?

De achtergrondinformatie die u moet kennen

Belastingplichtige en (toeslag)partner. De hoogte van de toeslagen is afhankelijk van het gezamenlijke inkomen van belastingplichtige en zijn (toeslag)partner. De toeslag wordt berekend over het gezamenlijke jaarinkomen. Hierbij wordt er geen rekening mee gehouden of de belastingplichtige nu het gehele jaar of slechts een deel van het jaar een (toeslag)partner heeft.

Tot 1 januari 2012. Dat kan tot vervelende situaties leiden als de langstlevende na een overlijden bijvoorbeeld ten gevolge van het overlijden (nabestaandenpensioen) ineens een veel hoger inkomen gaat genieten. Tot 1 januari 2012 werd met de stijging van dit inkomen géén rekening gehouden als dit méér dan 10% hoger was door het overlijden. Vanwege onbekendheid met de regeling en de complexiteit van de regeling is deze per 1 januari 2012 afgeschaft.

2012 – 2017. Deze afschaffing leidde ertoe dat, als ten gevolge van overlijden van de partner, het inkomen van de langstlevende hoger was dan voor het overlijden, de langstlevende een fors bedrag aan toeslagen moest terugbetalen.

Vanaf 1 januari 2018: herleving van de 10%-regeling

In het jaar 2017 heeft de Raad van State in twee procedures geoordeeld dat het meetellen van deze inkomensstijgingen in strijd is met het discriminatieverbod van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Naar aanleiding hiervan heeft het kabinet voorgesteld hiervoor een structurele voorziening in de wet te zullen gaan opnemen. In het eind 2017 aangenomen Belastingplan 2018 wordt de 10%-regeling van voor 2012 opnieuw ingevoerd.

10%-regeling en overlijden

Bij overlijden. Bij overlijden wordt het toetsingsinkomen voor een aantal toeslagen niet meer herleid naar een gezamenlijk jaarinkomen. Het werkelijk genoten inkomen van de overledene telt mee tot de datum van overlijden. Voor de huurtoeslag telt het inkomen van de overledene wel voor het gehele jaar mee. Na het overlijden van de man krijgt de vrouw bijvoorbeeld een nabestaandenpensioen. Hierdoor stijgt haar inkomen. Dit wordt opgeteld bij het inkomen van de overleden echtgenoot. Hierdoor kan het totaalinkomen veel hoger worden dan het bedrag dat gedurende het jaar daadwerkelijk wordt ontvangen en dat kan weer gevolgen hebben voor het recht op toeslagen.

De 10%-regeling. Als het inkomen van de langstlevende meer dan 10% stijgt door het overlijden van de partner, kan de fiscus het gestegen inkomen buiten beschouwing laten. Ook hier weer een voorbeeld ter verduidelijking.

Een voorbeeld 10%-regeling bij overlijden

Werkelijk inkomen. Cees en Dirkje zijn gehuwd en wonen in een huurwoning waarvoor huurtoeslag wordt ontvangen. Cees heeft een inkomen van € 1.650 per maand. Dirkje heeft een inkomen van € 850 per maand. Cees overlijdt op 1 maart 2018. Hierdoor krijgt Dirkje een nabestaandenpensioen van € 500 per maand. In 2018 wordt aan inkomen daadwerkelijk ontvangen:

(2 x € 1.650) + (12 x € 850) + (10 x € 500) = € 18.500.

Berekenen inkomen voor de huurtoeslag. Voor de berekening van het recht op huurtoeslag wordt echter uitgegaan van een inkomen van:

(12 x € 1.650) + (12 x € 850) + (10 x € 500) = € 35.000.

Gevolg voor Dirkje. Dirkje moet hierdoor de volledige huurtoeslag over 2018 terugbetalen. Het inkomen van haar is echter met meer dan 10% gestegen door het overlijden van Cees. Op basis van de 10% regeling wordt nu de stijging van het inkomen van Dirkje door het overlijden van Cees niet meegenomen. Hierdoor wordt het herziene toetsingsinkomen voor toepassing van de huurtoeslag:

(12 x € 1.650) + (12 x € 850) = € 30.000.

Dit komt overeen met het begin van het jaar vermelde inkomen waardoor geen terugvordering van huurtoeslag meer aan de orde is.

Let op: zelf naar vragen!

Degene die het betreft moet zelf vragen om de 10%-regeling toe te passen. Volgens de Belastingdienst is een belletje naar de belastingtelefoon (0800 – 0543) hiervoor voldoende. Dit verzoek moet uiterlijk binnen 6 weken na dagtekening van de definitieve beschikking over het desbetreffende jaar te worden gedaan.

Bij echtscheiding speelt iets insgelijks

Lees daarvoor het artikel: “Bij echtscheiding: let op de eventuele toeslagen!”

BAA ADVIES. Mocht u zich in één van de bovenstaande situaties herkennen, doe dan tijdig een verzoek op de 10%-regeling. Indien gewenst kan uw contactpersoon bij BAA ook hierbij behulpzaam zijn.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/toeslagen-belastingdienst.jpg 200 300 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2018-03-05 13:40:542021-12-05 13:44:01Bij overlijden: let op de eventuele toeslagen!

De Bbz leidt niet meer tot verlies van toeslagen

4 januari 2017/in Artikelen /door Jac Vossen

Jaarlijks starten circa 130.000 mensen een bedrijf. Niet iedereen heeft echter voldoende financiële middelen. Zij kunnen in aanmerking komen voor een algemene bijstand ter voorziening in het levensonderhoud en bijstand ter voorziening in het bedrijfskapitaal; het zogenaamde “Besluit bijstandverlening zelfstandigen” (de Bbz). Voor hen verandert er in 2017 iets belangrijks …

Wat is de Bbz?

Voor wie is er de Bbz? De Bbz is onderdeel van de Wet werk en bijstand en staat open voor (pre-) starters, ondernemers in het MKB en in de landbouw alsmede voor vrije beroepsbeoefenaren. Zowel voor beginnende en gevestigde als voor oudere en stakende ondernemers.

Twee soorten uitkering. De Bbz is een periodieke uitkering voor levensonderhoud tot bijstandsniveau gedurende maximaal drie jaar én een lening voor bedrijfskapitaal.

Hoogte van de uitkering. De hoogte van deze lening is afhankelijk van de soort ondernemer.

  • Een startend ondernemer kan maximaal € 35.549,- ontvangen (normbedragen 2016).
  • Een gevestigde ondernemer kan in aanmerking komen voor maximaal € 193.089,- aan bedrijfskapitaal (normbedragen 2016).
  • Een oudere ondernemer kan een beroep doen op een bedrijfskrediet van maximaal € 9.654,- (normbedragen 2016).

Hoe wordt de Bbz (definitief) bepaald?

Eerst een lening. De periodieke aanvulling in het levensonderhoud en/of voorziening in bedrijfskapitaal wordt in eerste instantie als lening verstrekt.

Dan mogelijk een gift. Na afloop van het boekjaar vindt er een herberekening plaats op basis van de jaarcijfers. Nadat het inkomen over het boekjaar waarin de Bbz-uitkering werd verstrekt bekend is, wordt de hoogte van de bijstand definitief vastgesteld. Als het jaarinkomen (inclusief de Bbz-uitkering) beneden de jaarnorm van de bijstand ligt, wordt de lening tot de jaarnorm omgezet in een gift. De uitkeringsgerechtigde ondernemer hoeft deze dan niet meer terug te betalen.

Papieren inkomen. In het jaar dat de lening wordt omgezet in een gift wordt deze tot het belastbaar inkomen van dat desbetreffende jaar gerekend. Het komt soms voor dat in één jaar leningen van meerdere jaren in één keer worden omgezet in een gift. Daardoor wordt in dat jaar het belastbaar inkomen extra hoog. Dit inkomen wordt in de praktijk “papieren inkomen” genoemd, omdat op het moment van omzetting niet het geld zelf wordt ontvangen.

Gevolgen van hoog papieren inkomen

Dat hoge papieren inkomen (het belastbare inkomen) is tevens het toets-inkomen voor toeslagen zoals huurtoeslag, zorgtoeslag, enz. Het kwam regelmatig voor dat Bbz-genieters door dat papieren inkomen geen toeslagen meer kregen of deze moesten terugbetalen. Met alle financiële gevolgen van dien.

De oplossing vanaf 1 januari 2017

Met ingang van 1 januari 2017 vallen alle nieuwe omzettingen van de periodieke aanvullingen van levensonderhoud en bedrijfskapitaal in giften onder het eindheffingsloon. Dit betekent dat het “papieren inkomen” geen onderdeel meer uitmaakt van het belastbaar inkomen. Dit meldt de staatssecretaris in de schriftelijke antwoorden op het debat over het belastingplan 2017, dat werd gehouden op 16 november 2016.

De gevolgen

De ingehouden loonheffing vormt dus geen voorheffing meer op de inkomstenbelasting, maar is eindheffing. Daarom krijgen Bbz-genieters vanaf 1 januari 2017 geen jaaropgave meer van de gemeente en hoeven zij dat inkomen niet meer aan te geven in de aangifte inkomstenbelasting.

De ingehouden loonheffing kan echter ook niet meer verrekend worden. Het “papieren inkomen” vormt ook geen onderdeel meer voor het toets-inkomen van de toeslagen en heeft daardoor ook geen invloed op de te ontvangen of reeds ontvangen toeslagen.

Géén terugwerkende kracht!

De regeling kent geen terugwerkende kracht. Omzettingen van vóór 1 januari 2017 zullen dus niet worden gecompenseerd. Reeds vastgestelde belastbare inkomens moeten dan namelijk worden gecorrigeerd en dat zou leiden tot een grote kans op fouten. Ook uitvoeringstechnisch is terugwerkende kracht niet mogelijk.

BAA ADVIES. Heeft u in het verleden een Bbz-uitkering ontvangen die na 1 januari 2017 wordt omgezet in een gift? Check dan goed welke financiële en/of fiscale gevolgen dit voor u heeft. Uw BAA-adviseur kan u hierbij eventueel van dienst zijn.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/bijstand-voor-zelfstandigen.jpg 200 300 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2017-01-04 19:03:582021-12-08 19:05:58De Bbz leidt niet meer tot verlies van toeslagen

Categorieën

  • Vacatures (4)
  • Artikelen (282)

Laatste nieuws

  • Lof der zotheid: het energiedebat in de Tweede Kamer31 januari 2023 - 14:17
  • Administratieve topperAdministratief toptalent16 januari 2023 - 09:16
  • Het DGA-loon vanaf 1 januari 20236 januari 2023 - 09:55
  • Pensioen voor zzp’ers/ondernemers in de nieuwe pensioenwet6 januari 2023 - 09:21
  • DGA arbeidsongeschikt in 2023: wat nu?6 januari 2023 - 09:15
  • Veiligstellen jubelton voor 2023 en 20245 december 2022 - 12:36
  • Een vakantieauto van de zaak: geen, enkele of dubbele bijtelling?5 december 2022 - 11:40
  • Werknemers met werkstress en burn-out: antwoord op de meest gestelde vragen5 december 2022 - 11:35
  • Maak vóór 31 december ambtshalve bezwaar tegen box 3-heffing3 november 2022 - 08:33
  • Schenken woning: let op de vernieuwde waarderingsregels3 november 2022 - 08:22

Wat mogen we voor u ontcijferen?

Heeft u een concrete vraag of wilt u gewoon eens met ons kennismaken?
Wij kijken uit naar uw mailtje of telefoontje!

In onze nieuwsbrief delen onze professionals kennis en inzicht. Zo blijven onze klanten voorlopen op de feiten.

0493 - 69 52 98 info@baa.nl
Inschrijven nieuwsbrief
lid van Noab

Postbus 122
5720 AC Asten
Julianastraat 2
5721 GL Asten

Algemene voorwaarden | Privacy statement & cookies | Disclaimer

Scroll naar bovenzijde