• Contact
  • Direct contact
    Stel uw vraag
BAA
  • Diensten
    • Financiële administratie
    • Salarisadministratie
    • Jaarrekening, controles en rapportage
    • HRM
    • Ondernemingsadvies
    • Fiscaal advies
  • Over BAA
    • Medewerkers
    • Werken bij BAA
    • Sponsoring
  • Kennis
    • Artikelen
    • Inschrijven nieuwsbrief
  • Menu Menu
U bevindt zich hier: Home1 / Vermogen

Berichten

De contouren van het nieuwe box 3-stelsel

3 oktober 2023/in Artikelen /door Jac Vossen

Op 8 september 2023 heeft staatssecretaris van Rij de contouren voor een nieuwe box 3-heffing geschetst, die 1 januari 2027 moet worden ingevoerd. Het nieuwe kabinet moet hier nog een definitief besluit over nemen. Dat haast is geboden blijkt wel uit het navolgende.

Advies advocaat-generaal aan de Hoge Raad

20 september 2023. In een advies heeft de advocaat-generaal aan de Hoge Raad geadviseerd om ook de herstelwet box 3 (het keuzestelsel tot en met 2022) in strijd te verklaren met het discriminatieverbod en eigendomsrecht. Dat betekent dat als de Hoge Raad het advies overneemt de spaarvariant die vanaf 2023 geldt de toets der kritiek niet gaat weerstaan. In zijn advies geeft de advocaat-generaal namelijk aan dat de Wet rechtsherstel box 3 nog steeds een schending is van het eigendomsrecht. Dit geldt dan met name voor bezitters van ander vermogen dan spaargeld. Als reden geeft de advocaat-generaal dat dit vermogen wordt belast tegen één en hetzelfde positieve rendementstarief, terwijl het in de praktijk gaat om zeer verschillende en mogelijk zelfs negatief renderende vermogensbestanddelen.

Plan box 3 vanaf 1 januari 2027

In het nieuwe stelsel wordt in beginsel het totale werkelijke rendement belast en vindt géén forfaitaire rendementsheffing meer plaats over het vermogen op een bepaalde peildatum. De nieuwe box 3-heffing valt uiteen in drie componenten:

1. Het directe rendement. In box 3 wordt het directe rendement zoals rente van bank- en spaarrekeningen, huur van onroerend goed en dividend van beleggingen belast. De kosten die met deze inkomsten samenhangen zijn aftrekbaar.

2. Vermogensaanwasbelasting. Naast het direct rendement is er ook sprake van indirect rendement zoals waardemutaties, bijvoorbeeld in effectenportefeuilles (zogenaamde ongerealiseerde resultaten). Als hoofdregel geldt dat jaarlijks de waardeontwikkeling van het vermogen wordt belast. De waardeontwikkeling wordt bepaald door de mutatie van het vermogen tussen 1 januari en 31 december in de heffing te betrekken. Bij een negatief resultaat is het verlies verrekenbaar met box 3-inkomen in toekomstige andere jaren. Hierbij is de belastingheffing niet afhankelijk van het moment van verkoop. Wel is het dan zo dat over niet-gerealiseerde koersresultaten al belasting moet worden betaald.

3. Vermogenswinstbelasting. Voor onroerende zaken en niet-beursgenoteerde aandelen (bijvoorbeeld familiebedrijven, belang kleiner dan 5%) geldt een uitzondering op deze hoofdregel. Hiervoor is het praktisch onmogelijk om uit te gaan van een vermogensaanwasbelasting. Ieder jaar zou dan namelijk een waardebepaling dienen plaats te vinden van het onroerend goed en van de niet-beursgenoteerde aandelen. Dat vindt zelfs de overheid te gortig. Vandaar dat voor deze vermogensobjecten is gekozen voor een vermogenswinstbelasting. Hierbij wordt de waardeontwikkeling pas belast als deze vermogensbestanddelen worden verkocht. De waardeontwikkeling wordt ook belast als de belastingplichtige voor het moment van verkoop emigreert of overlijdt.

Voor vakantiewoningen geldt een uitzondering

Er geldt nog een extra uitzonderingspositie voor vakantiewoningen. Als de vakantiewoning niet wordt verhuurd en alleen voor eigen gebruik is, wordt het eigen gebruik met een forfait in box 3 belast. Naar verwachting zal dit forfait uitkomen op 4% van de WOZ-waarde van de vakantiewoning. Om het forfait te mogen hanteren worden wel eisen gesteld aan de mate van eigen gebruik. Hoe deze er concreet uit zullen zien, is nu nog niet bekend. Een mogelijkheid zou kunnen zijn: bij meer dan 50% eigen gebruik is forfait van toepassing en bij 50% of minder eigen gebruik worden de werkelijke huurinkomsten minus kosten in de heffing betrokken. Een vakantiewoning die gedurende het gehele jaar aan derden wordt verhuurd, valt onder de vermogenswinstbelasting (huur belast, kosten aftrekbaar). Hiervoor gaat een langjarige administratieplicht gelden waarbij gegevens van aankoop, investeringen en kosten dienen te worden geregistreerd en bewijzen dienen te worden bewaard. De waardeontwikkeling wordt pas belast bij verkoop.

Wat wordt het box 3-tarief?

Over het directe rendement en het indirecte rendement zal waarschijnlijk een belastingtarief gaan gelden van 35%.

Van heffingsvrij vermogen naar heffingsvrij inkomen

In het huidige box 3-stelsel is nog sprake van een heffingsvrij vermogen. Voor 2023 en 2024 bedraagt dit € 57.000 per belastingplichtige. Is het totale vermogen (bezittingen minus schulden) lager dan dit bedrag, dan vindt er geen box 3-heffing plaats.

In de brief van de staatssecretaris wordt met ingang van 2027 een heffingsvrij inkomen geïntroduceerd. Dat betekent dat als het directe en indirecte rendement lager is dan een bepaald bedrag er geen box 3-heffing plaatsvindt. Er wordt gesproken over een bedrag van € 1.000.

U kunt op internet nog reageren

Het wetsvoorstel van de staatssecretaris is in internetconsultatie gebracht. Dat betekent dat alle Nederlanders tót 20 oktober 2023 hun reactie en/of commentaar kunnen geven op het voorstel voor een nieuw box 3-stelsel. Ook de diverse belangengroeperingen en brancheorganisaties zullen vanzelfsprekend met adviezen komen. Vervolgens moet het (aangepaste) voorstel in de zomer van 2024 in de Tweede Kamer aanhangig worden gemaakt, wil de invoering per 1 januari 2027 mogelijk zijn.

BAA ADVIES. Het kabinet probeert met knip- en plakwerk het huidige box 3-stelsel op de been te houden. Met de brief van de staatssecretaris wordt gehoor gegeven aan de sterke maatschappelijke wens om zo snel mogelijk te heffen over het werkelijk behaald rendement. Dit is echter slechts een eerste aanzet. We houden u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2023/10/nieuwe-box-3-stelsel.jpg 800 1200 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2023-10-03 11:43:282023-10-04 11:15:19De contouren van het nieuwe box 3-stelsel

Aanslag box 3? Overweeg bezwaar aan te tekenen!

10 mei 2023/in Artikelen /door Jac Vossen

De Belastingdienst is drukdoende met het opleggen van de aanslagen over 2021 en 2022. De vraag die zich nu voordoet is: ‘Is het zinvol om (weer) bezwaar aan te tekenen tegen de definitieve aanslagen inkomstenbelasting?’

Box 3 blijft de gemoederen bezighouden

In april schreven we nog dat er meer duidelijkheid was over de wijze waarop vanaf 1 januari 2023 box 3-vermogen belast gaat worden. Inmiddels is de datum van 1 mei 2023 verstreken en zijn al vele aangiften 2022 ingediend. Als de definitieve aanslagen in de bus vallen, is het dan zinvol om bezwaar aan te tekenen?

Ook voor de jaren 2017 tot en met 2020 speelde indertijd deze vraag. Na intensief overleg met diverse beroepsorganisaties is hier eind 2022 over geoordeeld dat dit niet nodig was. Nu zijn we echter weer enkele maanden verder en dient deze vraag zich opnieuw aan.

Werkwijze belastingdienst bij opleggen van de aanslagen:

Rechtsherstel box 3. Ten gevolge van het zogenaamde Kerstarrest van 24 december 2021 zal de Belastingdienst bij het opleggen van de aanslag inkomstenbelasting kiezen voor de voor de belastingplichtige zo gunstig mogelijk uitkomst van twee systemen:

  • het box 3-stelsel vanaf 2017 met de mix en de forfaitaire bedragen (oude stelsel); of
  • de Spaarvariant (wet Rechtsherstel box 3) waarbij er sprake is van drie vermogenscategorieën met ieder een eigen vastgesteld forfaitair rendement.

Uw situatie. Omdat ook bij de Spaarvariant nog steeds wordt gewerkt met forfaits en niet met echte rendementen is het best mogelijk dat het forfaitaire rendement in uw situatie toch nog steeds hoger uitvalt dan het rendement dat u daadwerkelijk hebt genoten. Inmiddels zijn hier al diverse gerechtelijke procedures over gevoerd waarbij de belastingplichtige bijna altijd in het gelijk werd gesteld. Opgelet dus.

Gerechtelijke uitspraken werkelijk rendement

In 2022 zijn er al diverse gerechtelijke uitspraken geweest.

Hof Arnhem – Leeuwarden. In meerdere procedures (29-3-2022, 26-04-2022 en 17-05-2022) wordt aan belastingplichtigen rechtsherstel geboden door het rendement vast te stellen op het werkelijke rendement in plaats van het forfaitaire rendement.

Hof – Den Bosch. In een procedure van 2 november 2022 bleek dat het vermogen van X grotendeels uit beleggingen bestond. De heffing (forfaitair rendement) volgens het oude stelsel was € 47.811 en het rendement volgens de spaarvariant bedroeg € 50.966. X kon echter aantonen dat het werkelijke rendement € 36.000 was. De rechter heeft de box 3-aanslag verlaagd tot een belastingheffing over € 36.000. De staatssecretaris is het er echter niet mee eens en legt de zaak voor aan de Hoge Raad.

Rechtbank – Den Haag. De rechter oordeelde op 5 december 2022 dat ‘de op rechtsherstel gerichte compensatie in beginsel dient aan te sluiten bij het werkelijk behaalde rendement’. De bewijslast hiervan ligt echter bij de belastingplichtige. Als het effecten betreft, dient hierbij ook rekening te worden gehouden met ongerealiseerde koersresultaten.

Gerechtelijke uitspraken rentevergoeding

Een ander aspect waarover belastingplichtigen zijn gaan procederen is de rente die ze mis hebben gelopen doordat ze (zoals achteraf blijkt) een te hoge box 3-heffing hebben betaald.

Hof Arnhem. Op 17 januari 2023 oordeelde de rechter dat de belanghebbende inderdaad recht had op de vergoeding van rente. Deze rentevergoeding wordt berekend over de periode tussen de betaling en de terugbetaling door de Belastingdienst. De rentevergoeding wordt gebaseerd op de belastingrente (4%). Hierbij is de rechter van oordeel dat er weliswaar op basis van de nationale wet geen rente hoeft te worden vergoed, maar het betreft hier een schending van Europees recht en dan is een rentevergoeding wel aan de orde. In deze casus was het werkelijke rendement lager dan het rendement berekend volgens de Spaarvariant.

Hof Arnhem. In een procedure voor hetzelfde gerechtshof van 7 februari 2023 was de rechter echter van mening dat er géén recht bestond op een rentevergoeding. Hierbij was het werkelijke rendement hoger dan het rendement berekend volgens de Spaarvariant.

De truc van de staatssecretaris

Mede ten gevolge van de diverse gerechtelijke uitspraken die in het nadeel van de Belastingdienst uitvielen, heeft de staatssecretaris op de pauzeknop gedrukt. Er worden op dit moment geen nieuwe definitieve aanslagen opgelegd over 2021 voor de rendementsheffing bij beleggers die effecten en vastgoed in box 3 hebben. Op basis van de Spaarvariant wordt ervan uitgegaan dat Nederlandse belastingplichtigen in 2022 ruim 5,5% rendement hebben behaald op hun beleggingen. Door het slechte beursjaar was er echter sprake van een gemiddeld vermogensverlies van rond de 14%.

Ook worden er geen definitieve aanslagen over het jaar 2022 opgelegd bij belastingplichtigen met box 3-heffing, deze aanslagen blijven voorlopig waardoor mensen wel hun voorlopige aanslag moeten betalen of teruggave ontvangen maar bezwaar maken hiertegen kan niet.

Belastingbetalers die eerder bezwaar hebben gemaakt tegen aanslagen over de jaren 2017 tot en met 2021 ontvangen voorlopig geen uitspraak op hun bezwaarschriften. De Hoge Raad zal later dit jaar een uitspraak moeten doen of de Spaarvariant voldoende tegemoetkomt aan de uitspraak van het Kerstarrest. De staatssecretaris is hier optimistisch over maar deskundigen hebben twijfels.

Hoe nu verder?

Het aantekenen van bezwaar tegen definitieve aanslagen inkomstenbelasting over de jaren 2021 en 2022 heeft zin op het moment dat u als belastingplichtige kunt aantonen dat het werkelijk genoten rendement lager is dan het door de Belastingdienst berekende rendement. Het is dan slim om meteen op grond van de uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden om een rentevergoeding te verzoeken. Tot de tijd dat u geen definitieve aanslagen ontvangt, kunt u alvast een berekening opstellen van de werkelijke rendementen over deze jaren.

Als er sprake wordt van een ‘massaal bezwaarprocedure’ is het aantekenen van bezwaar niet meer nodig.

BAA ADVIES. Hou de brievenbus goed in de gaten. Kom op het moment dat u een definitieve aanslag krijgt op basis van rendementen die hoger zijn dan het echte rendement, in actie en teken individueel bezwaar aan.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2023/05/box-3-bezwaar-aantekenen.jpg 800 1200 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2023-05-10 07:48:082023-05-11 16:34:37Aanslag box 3? Overweeg bezwaar aan te tekenen!

Eindelijk meer duidelijkheid over de box 3-heffing in 2023

7 april 2023/in Artikelen /door Jac Vossen

Na alle perikelen over de box 3-heffing de laatste jaren, is er nu eindelijk meer duidelijkheid over de wijze waarop vanaf 1 januari 2023 in box 3 vermogen gaat worden belast.

Eerst even terug in de tijd

2001. Het huidige belastingstelsel wordt ingevoerd. Op dat moment ziet het boxenstelsel het levenslicht. De heffing in box 3 wordt bepaald op een forfaitair percentage van 4% waarover 30% belasting verschuldigd is.

2017. Het box 3-stelsel wordt aangepast. Er wordt nu bij een bepaald vermogen uitgegaan van een fictieve beleggingsmix waarover een forfaitaire belastingheffing verschuldigd was.

December 2021. De Hoge Raad oordeelt dat alleen het werkelijke rendement mag worden belast en draagt de overheid op om een ander stelsel in te voeren (‘het Kerstarrest’).

2022. Het zogenaamde stelsel van rechtsherstel wordt ingevoerd. Hierbij wordt het vermogen opgeknipt in drie delen met een eigen forfaitair rendement: bank- en spaartegoeden, beleggingen en andere bezittingen en schulden.

Tot en met 2022 is het voor belastingplichtigen mogelijk om een keuze te maken wat voor hen het meest gunstige is, het oude stelsel van 2017 of het rechtsherstel van 2022.

Het nieuwe box 3-stelstel per 1 januari 2023

Met ingang van 2023 is deze keuze vervallen en is het rechtsherstel tot wet verheven. Op 15 maart 2023 zijn de percentages bekend geworden waartegen de diverse vermogensonderdelen worden belast:

• bank- en spaarrekeningen 0,36%
• beleggingen en andere bezittingen 6,17%
• schulden 2,57%

Over dit forfait is de belastingheffing 32%.

De berekening. Om nu te berekenen hoeveel belasting er in box 3 betaald moet worden, dienen er vier stappen te worden gevolgd.

  • Stap 1. Bepalen van de rendementen op de diverse vermogenscategorieën.
  • Stap 2. Bepalen van het totaal rendementspercentage (basis zijn de bij stap 1 berekende rendementen) totaal rendement/rendementsgrondslag.
  • Stap 3. Bepalen van box 3-voordeel: rendementspercentage x heffingsgrondslag.
  • Stap 4. Bepalen van box 3-heffing: het ‘box 3-voordeel’ van stap 3 x 32%.

De rendementsgrondslag genoemd in stap 2 is het totaal van de bezittingen minus de schulden. De heffingsgrondslag genoemd in stap 3 is de rendementsgrondslag minus het heffingsvrij vermogen (2023: € 57.000 per belastingplichtige).

Geen sinecure dus. Enkele voorbeelden moet het verduidelijken. Ter vergelijking ook de (meest gunstige) heffing voor 2022.

Voorbeeld 1

• Bank en spaartegoeden € 80.000
• Beleggingen € 150.000
• Schulden -/- € 75.000

Belastingheffing in 2022: € 1.056.

Belastingheffing in 2023: € 1.577 (een stijging van 49,3%).

Voorbeeld 2

• Bank en spaartegoeden € 125.000
• Onroerend goed € 800.000
• Schulden inzake het onroerend goed -/- € 250.000

Belastingheffing in 2022: € 8.051.

Belastingheffing in 2023: € 12.726 (een stijging van 58%).

Welke mogelijkheden zijn er nog om de box 3-heffing te verlagen?

Spaar-BV. Als het totaal vermogen grotendeels bestaat uit beleggingen kan door het overdragen van laag renderende beleggingen naar bijvoorbeeld een spaar-BV belasting worden bespaard.

Obligaties verkopen. Door obligaties te verkopen voor liquide middelen kan eveneens box 3-heffing worden bespaard.

Geld opnemen uit de BV. Ook het opnemen van gelden uit een BV waarvan men aandeelhouder is, kan leiden tot belastingbesparing. In box 3 krijgt men dan geld en daartegenover een schuld. Het geld wordt niet belast en de schuld is aftrekbaar tegen 2,46%. Hierbij dient wel rekening te worden gehouden met de volgende aspecten: over de lening is een zakelijke rente verschuldigd, er dient een leningovereenkomst te worden opgesteld waarin rente en aflossing staan vermeld. Kortom een en ander is maatwerk en overleg met uw adviseur alvorens u om deze reden geld opneemt uit uw BV. Ook het aflossen van leningen uit beleggingsvermogen leidt tot een verandering van de samenstelling en verlaagt de belastingheffing.

Met andere woorden door te schuiven met de componenten in box 3 kan het rendement en daarmee de belastingdruk worden verlaagd. Let wel op de zogenaamde ‘peildatumarbitrage.’ Dat wil zeggen het tijdelijk omzetten moet minstens drie maanden duren gerekend vanaf de peildatum (1-1), anders leidt een en ander niet tot een lagere box 3-heffing. Dat betekent dat als op 1 december een privéschuld bij de BV wordt aangegaan, dat deze schuld niet vóór 1 april van het volgende jaar mag worden afgelost vanuit privé.

We zijn er nog niet klaar mee…

De overheid wil uiteindelijk een heel nieuw box 3-stelsel invoeren. Daarbij wordt niet het vermogen, maar worden de vruchten van het vermogen belast. De vraag is dan of er sprake zal zijn van een vermogenswinstbelasting of vermogensaanwasbelasting.

Bij een vermogenswinstbelasting worden de daadwerkelijke opbrengsten in een jaar in de belastingheffing betrokken; bij een vermogensaanwasbelasting wordt ook rekening gehouden met zogenaamde ‘ongerealiseerde waardestijgingen.’

In eerste instantie was het de bedoeling dat dit stelsel in 2025 zou worden ingevoerd. In een persbericht op 23 maart 2023 heeft staatssecretaris van Rij echter laten weten dat dit op zijn vroegst per 1 januari 2027 zal worden.

BAA ADVIES. Door de wijziging in de box 3-heffing moet u op de peildatum van 1 januari 2024 extra alert zijn op de samenstelling van het vermogen in box 3. In de aanloop naar 1 januari 2024 kunt u een aantal maatregelen treffen waardoor u uiteindelijk zo weinig mogelijk box 3-heffing betaalt.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2023/04/box-3-heffing-2023.jpg 800 1200 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2023-04-07 08:19:002023-05-11 14:25:53Eindelijk meer duidelijkheid over de box 3-heffing in 2023

Stand van zaken compensatie box 3-belastingheffing

1 juni 2022/in Artikelen /door Jac Vossen

Naar aanleiding van het zogenaamde Kerst-arrest van de Hoge Raad over de box 3-heffing is de overheid koortsachtig op zoek naar oplossingen. Wat zijn de plannen op dit moment?

Kamerbrief 15 april 2022: dit gaat er niet gebeuren

In een brief van 15 april heeft de staatssecretaris van Financiën aangegeven wat er niet gaat gebeuren. In deze brief staat vermeld dat niet alle box 3-heffing vanaf 2017 zal worden terugbetaald. Dit zou namelijk 26,5 miljard euro kosten. Ook is het volgens de brief niet mogelijk om bij alle belastingplichtigen het werkelijke rendement op te vragen. Dit is voor de Belastingdienst niet uitvoerbaar en mogelijk hebben belastingplichtigen deze informatie niet meer.

Kamerbrief 28 april 2022: dit zijn de plannen van dit moment

Rechtsherstel en compensatie. Na het debat in de Tweede Kamer op 20 april heeft de staatssecretaris op 28 april in een kamerbrief de contouren weergegeven hoe het rechtsherstel zal plaatsvinden en de compensatie er voorlopig zal komen uit te zien.

Vermogensmix en forfaitaire spaarvariant. Het kabinet heeft gekozen voor de zogenaamde ‘forfaitaire spaarvariant.’ Hierbij wordt opnieuw het box 3-inkomen berekend op basis van de werkelijke vermogensmix (hoeveelheid spaargeld, hoeveelheid niet-spaargeld en hoeveelheid schulden). Echter… wel met nieuwe forfaitaire rendementen. Mocht hierbij blijken dat het op basis van de nieuwe mix berekende rendement lager is dan de huidige box 3-heffing, dan wordt het teveel betaalde door de Belastingdienst teruggestort.

De gevolgen. In grote lijnen komt het erop neer dat (kleine) spaarders geld terugkrijgen en dat beleggers (ook met slechte rendementen) geen compensatie zullen ontvangen. Zie ook onderstaande voorbeeldberekeningen met bedragen die dan zouden worden gecompenseerd/terugbetaald.

Wanneer hoort u wat?

In de kamerbrief wordt vermeld dat belastingplichtigen die tijdig bezwaar hebben aangetekend tussen 1 juli en 4 augustus 2022 herziene aanslagen zullen ontvangen over de jaren 2017 tot en met 2020 voor zover de aanslagen al definitief waren opgelegd.

Geautomatiseerd rechtsherstel vindt vervolgens vanaf september 2022 ook plaats bij andere belastingplichtigen van wie de aanslag over één of meerdere van de jaren 2017 tot en met 2020 nog niet onherroepelijk vaststaat. Belastingplichtigen hoeven hiervoor zelf geen actie te ondernemen.

Niet-tijdig-bezwaar-makers

In de brief wordt ook een passage gewijd aan belastingplichtigen die niet tijdig bezwaar hebben gemaakt. Hierin staat vermeld dat het kabinet voor het einde van het jaar een besluit zal nemen of deze belastingplichtigen wel/niet rechtsherstel krijgen en dus ook worden gecompenseerd.

Deze compensatie zal dan op dezelfde manier plaatsvinden als bij de bezwaarmakers. De staatssecretaris kan dan gebruikmaken van zijn bevoegdheid om ambtshalve herziening toch toe te kennen op basis van het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021.

Eind mei 2022 heeft de Hoge Raad echter in een procedure van een belastingplichtige die niet tijdig bezwaar had aangetekend, besloten in het nadeel van de belastingplichtige. Desondanks gaan er in de Tweede Kamer stemmen op dat het niet eerlijk is om alleen mensen die tijdig bezwaar hebben ingediend geld terug te geven, maar dat iedereen die benadeeld is door de in 2017 ingevoerde forfaitaire vermogensmix moet worden gecompenseerd. De Hoge Raad heeft in 2021 immers bepaald dat de manier waarop de Belastingdienst vanaf 2017 belasting heft over de vermogens niet eerlijk was. Inmiddels heeft de staatssecretaris verklaard dat hij uiterlijk op Prinsjesdag zijn besluit kenbaar zal maken.

Voor de aanslagen over de jaren 2021 en volgende geldt dat deze automatisch zullen vallen onder de ‘forfaitaire spaarvariant.’ Deze aanslagen worden namelijk opgelegd na het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021.

De forfaitaire spaarvariant

In de nieuwe forfaitaire spaarvariant wordt uitgegaan van drie groepen: spaargeld, niet-spaargeld en schulden. De daarbij behorende rendementspercentages zijn als volgt:

2017 2018 2019 2020
Spaargeld 0,25% 0,12% 0,08% 0,04%
Niet-spaargeld (beleggingen, onroerend goed, enz.) 5,39% 5,38% 5,59% 5,28%
Schulden -3,43% -3,20% -3,00% -2,74%

In onderstaande voorbeelden gaan we uit van een gelijk vermogen, in verschillende groepen en van één belastingplichtige zonder partner. Om het overzichtelijk te houden, beperken we ons tot belastingjaar 2020. Voor de andere jaren is de wijze van berekenen tenslotte gelijk en veranderen alleen de getallen.

Voorbeeld 1

Nu. De heer Mazzel heeft op 1 januari 2020 een spaarrekening met een saldo van € 530.846. Na het heffingsvrije vermogen van € 30.846 is het belastbaar vermogen € 500.000. Dhr. Mazzel heeft hierover € 5.755 box 3-heffing betaald.

Forfaitaire spaarvariant. Dhr. Mazzel hoeft nu slechts € 60 betalen: (0,04% x € 500.000) x30% heffing. Meneer Mazzel heeft dus geluk en krijgt een compensatie van maar liefst € 5.755 – € 60 = € 5.695.

Voorbeeld 2

Nu. Mevrouw Pech heeft op 1 januari 2020 ook een vermogen van € 530.846, maar dit bestaat geheel uit beleggingen. Ook zij heeft hierover € 5.755 belasting betaald.

Forfaitaire spaarvariant. De berekening voor mevr. Pech is nu echter: (5,28% x € 500.000) x 30%) = € 7.920. Dit is meer dan in de oude wetgeving, dus de compensatie voor mevrouw Pech wordt 0.

Voorbeeld 3

Nu. Mevrouw Mix heeft op 1 januari 2020 een spaarrekening met een saldo van € 265.423 én een beleggingsportefeuille met een waarde van € 265.423. Het belastbaar vermogen was dus € 500.000 en de belastingheffing van box 3 € 5.755.

Forfaitaire spaarvariant. De heffing voor mevr. Mix wordt: ((0,04% x€ 250.000) + (5,28% x € 250.000)) x30% = € 3.990. Mevrouw Mix zal een compensatie ontvangen van € 5.755 – € 3.990 = € 1.765.

Voorbeeld 4

Nu. Het vermogen van de heer Pandjes is op 1 januari 2020 opgebouwd uit € 260.282 spaargeld, een verhuurd pand (geen eigen woning) met een waarde van € 520.564 en een hypotheek van € 253.100. Rekening houdende met het heffingsvrije vermogen (naar rato verdeeld over spaargeld en niet-spaargeld) en de niet aftrekbare drempel bij de schulden, is het totale belastbare vermogen van de heer Pandjes ook € 500.000. Ook dhr. Pandjes is op basis van de huidige wetgeving een box 3-heffing verschuldigd van € 5.755.

Forfaitaire spaarvariant. De belastingheffing bij rechtsherstel komt uit op een bedrag van € 5.895, namelijk ((0,04% x € 250.000) + (5,28% x € 500.0000) – (2,74% x € 250.000)) x 30%. Ook de heer Pandjes zal geen compensatiebedrag ontvangen.

De vermogensmix wordt cruciaal

Dhr. Mazzel Mevr. Pech Mevr. Mix Dhr. Pandjes
Spaargeld € 530.846 € 265.423 € 260.282
Belegging € 530.846 € 265.423
Onroerend goed € 520.564
Schulden € 250.000
Box 3-heffing was € 5.755 € 5.755 € 5.755 € 5.755
Box 3-heffing wordt € 60 € 7.920 € 3.990 € 5.895
Compensatie € 5.695 € 0 € 1.765 € 0

Uit bovenstaande voorbeelden blijkt duidelijk dat de samenstelling van het box 3-vermogen cruciaal zal worden of iemand wel/geen compensatie zal ontvangen. Alle personen uit de voorbeelden hebben in het verleden dezelfde box 3-heffing betaald, maar krijgen allen een andere compensatie.

BAA ADVIES. Het is de verwachting dat deze forfaitaire spaarvariant ook weer zal worden voorgelegd aan de Hoge Raad en het is onzeker of deze de toets der kritiek zal kunnen weerstaan. Wij blijven het uiteraard voor u volgen en houden u op de hoogte.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2022/06/compensatie-box-3-belastingheffing.jpg 800 1200 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2022-06-01 09:20:052022-11-18 09:51:06Stand van zaken compensatie box 3-belastingheffing

Vermogen in box 3, 2 of 1? Boxhoppen wordt nog minder interessant

26 mei 2016/in Artikelen /door Jac Vossen

Zoals wellicht bekend, wijzigt er volgens het Belastingplan 2016 per 1 januari 2017 een en ander voor de zogenaamde box 3 heffing. Wat zijn die wijzigingen en wordt het ‘boxhoppen’ (vermogen van box 3 naar 2 of 1) nu nog minder interessant?

Vermogen in box 3, 2 of 1? Boxhoppen – misbruik of gebruik?

Vermogen in box 3 kost al snel geld. Door de invoering van het zogenaamde boxenstelsel in 2001, wordt het vermogen in box 3 belast met een heffing van 1,2%. Dit percentage is opgebouwd uit een verondersteld rendement van 4% en een heffing van 30%. Een rendement van 4% is echter in deze tijd zeer moeilijk te realiseren. Op een spaarrekening is een rente van 1% al heel hoog.

Dit is boxhoppen. Vandaar ook dat belastingplichtigen steeds intensiever op zoek gaan naar de mogelijkheden om vermogen vóór 1 januari (de peildatum) van box 3 over te hevelen naar box 1 of box 2. Dit wordt het zogenaamde boxhoppen genoemd. Het geld gaat dan van de privé spaarrekening naar de spaarrekening bij de onderneming. Na het passeren van de cruciale datum van 1 januari, wordt het vermogen dan weer teruggestort naar de privé spaarrekening. De Belastingdienst heeft dit in het verleden onderkend en hier antimisbruikmaatregelen voor opgesteld.

Boxhoppen en de antimisbruikmaatregelen van de Belastingdienst

Dubbele heffing. Indien het vermogen voor 1 januari van een desbetreffend jaar box 3 heeft verlaten en vóór 1 april van het daaropvolgende jaar weer terug is in box 3 (3 maandstermijn), vindt er een dubbele heffing plaats. Het vermogen wordt dan zowel belast in box 1 of 2 (zakelijke inkomsten) waar het zich bevindt per 1 januari, als in box 3 als privé vermogen.

Zakelijke motieven. Deze dubbele heffing vindt in principe ook plaats als het vermogen weer voor 1 juni terug is in Box III (6 maandstermijn). De belastingplichtige kan dan echter met tegenbewijs komen en aantonen dat zakelijke motieven ten grondslag lagen aan de overheveling van het vermogen. Hoe dit bewijs eruit moet zien, staat niet in de wet beschreven. Een zakelijk motief zou bijvoorbeeld een tijdelijke kredietbehoefte van de onderneming kunnen zijn.

Belastingplan 2016; wat verandert er in 2017?

In het Belastingplan 2016 en twee moties wordt het boxhoppen verder aangepakt.

Wijziging tarieven box 3. Deze wijziging gaat in per 1 januari 2017. Het vrijgestelde vermogen wordt € 25.000 per belastingplichtige. Het forfaitair rendement ligt tussen 2,91% en 5,5% en is afhankelijk van de hoogte van het vermogen. Bij een vermogen van € 220.000 per persoon is de heffing identiek aan de huidige box 3 heffing. Bij een lager vermogen is de heffing lager en bij een hoger vermogen betaalt u in 2017 meer box 3 heffing.

Update 10 oktober 2017
Volgens de plannen in het regeerakkoord van 10 oktober wordt het heffingsvrij vermogen per 1 januari 2019 verhoogd tot € 30.000 per persoon.

Voorbeeld box 3 berekening 2017

We vergelijken in onderstaand voorbeeld de huidige box 3 heffing, de nieuwe box 3 heffing (vanaf 1 januari 2017) en de heffing in box 1.

De uitgangspunten zijn:

  • Vermogen van een echtpaar € 100.000
  • Rente op de spaarrekening bij de bank 1%
  • Rente ontvangen op de gelden ter beschikking gesteld aan onderneming/BV 3%
  • Belastingheffing in box 1 maximaal 45,76%
Box 3 heffing huidig Box 3 heffing 2017 Box 1 heffing
Vermogen € 100.000 € 100.000 € 100.000
Heffingsvrij vermogen € 40.000 € 50.000
Renteopbrengst € 1.000 € 1.000 € 3.000
Belastingheffing € 720 € 436 € 1.372
Netto opbrengst € 380 € 564 € 1.628
Belastingheffing 72% 43,6% 45,76%

Wat valt er op? Op dit moment is het gunstiger om vermogen zakelijk te laten belasten (in onderneming of door ter beschikkingstelling aan BV) dan privé op een laag-rendementrekening (spaarrekening) in box 3. Dit verschil verdampt bij een vermogen van € 100.000,- vanaf 2017.

IB-ondernemer opgelet. Een IB ondernemer (eenmanszaak of Vof) moet, volgens gerechtelijke uitspraken, blijvend overtollig geld rekenen tot zijn Box III vermogen. Daarbij is niet van belang of dit geld op een privé (spaar)rekening staat of op een (spaar)rekening bij de eenmanszaak of vennootschap onder firma.

DGA opgelet. Gelden die geparkeerd staan bij de BV vallen hier niet onder. Deze worden gezien als ter beschikking gesteld vermogen en over de ontvangen rente is belastingheffing volgens het tarief van Box I verschuldigd.

Tweede Kamer nog niet tevreden

Met twee moties naar aanleiding van het Belastingplan 2016 wil de Tweede Kamer het boxhoppen nog verder aanpakken. In de ene motie, roept de Kamer het kabinet op om te komen met voorstellen, om alle sluiproutes om box 3 heffing te ontlopen tegen te gaan. In de andere motie wordt de regering door de Tweede Kamer opgeroepen om in 2018 te komen met een box 3 heffing waarbij het werkelijk rendement wordt belast.

BAA ADVIES. U mag geld overhevelen van uw privérekening naar uw zakelijke rekening als u daar een zakelijk motief voor heeft. Wilt u méér weten over het fenomeen boxhoppen of wilt u meer inzicht in uw vermoedelijke box 3 heffing in 2017? Raadpleeg dan uw contactpersoon bij BAA.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/vermogen-box-3.jpg 206 300 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2016-05-26 19:42:402021-12-13 19:45:04Vermogen in box 3, 2 of 1? Boxhoppen wordt nog minder interessant

Categorieën

  • Vacatures (4)
  • Artikelen (307)

Laatste nieuws

  • Dividend uitkeren? Taxplanning wordt steeds belangrijker!3 oktober 2023 - 12:27
  • Als DGA optimaal profiteren van de werkkostenregeling3 oktober 2023 - 11:49
  • De contouren van het nieuwe box 3-stelsel3 oktober 2023 - 11:43
  • De BOR (bedrijfsopvolgingsregeling) in een nieuw jasje4 september 2023 - 11:20
  • Uw eenmanszaak/Vof zonder afrekening met de Belastingdienst inbrengen in een BV29 augustus 2023 - 13:44
  • Verklaring geen privégebruik auto (van de zaak): voorkom problemen29 augustus 2023 - 13:22
  • Doe effe normaal… hoe moeilijk is dat?28 augustus 2023 - 11:00
  • Dividend uitkeren in 2023 of toch in 2024? Wat is voordeliger?12 juni 2023 - 11:05
  • De toekomst van de Youngtimer- en Oldtimerregeling12 juni 2023 - 10:46
  • Wat is er aan de hand in Nederland?12 juni 2023 - 10:30

Wat mogen we voor u ontcijferen?

Heeft u een concrete vraag of wilt u gewoon eens met ons kennismaken?
Wij kijken uit naar uw mailtje of telefoontje!

In onze nieuwsbrief delen onze professionals kennis en inzicht. Zo blijven onze klanten voorlopen op de feiten.

0493 - 69 52 98 info@baa.nl
Inschrijven nieuwsbrief
lid van Noab

Postbus 122
5720 AC Asten
Julianastraat 2
5721 GL Asten

Algemene voorwaarden | Privacy statement & cookies | Disclaimer

Scroll naar bovenzijde