• Contact
  • Direct contact
    Stel uw vraag
BAA
  • Diensten
    • Financiële administratie
    • Salarisadministratie
    • Jaarrekening, controles en rapportage
    • HRM
    • Ondernemingsadvies
    • Fiscaal advies
  • Over BAA
    • Medewerkers
    • Werken bij BAA
    • Sponsoring
  • Kennis
    • Artikelen
    • Inschrijven nieuwsbrief
  • Menu Menu
U bevindt zich hier: Home1 / WKR

Berichten

Belastingplan 2023. Wat kunt u verwachten?

6 oktober 2022/in Artikelen /door Pieter van Lieshout

Traditiegetrouw zijn op Prinsjesdag de belastingplannen weer bekend gemaakt. We wezen u al eerder op het zuur en zoet van deze plannen. In dit artikel een overzicht van een aantal andere belangrijke plannen voor 2023.

Twee schijven in box 2

Het kabinet wil met ingang van 2024 twee belastingschijven in box 2 introduceren. De eerste schijf kent een belastingtarief van 24,5% en moet oplopen tot € 67.000. Bedragen hierboven, de tweede schijf, zijn belast tegen 31%. Met het oog op de Wet excessief lenen. kan het voordelig zijn om dit jaar en volgend jaar dividend uit te gaan keren.

Gebruikelijk loon omhoog

Het Kabinet wil af van de zogenaamde doelmatigheidsmarge. Dit is het percentage waarmee de DGA zijn salaris mag verminderen ten opzichte van het salaris van iemand met het meest vergelijkbare dienstverband. In de voorjaarsnota stond dat deze in 2023 omlaag gaat van 25% naar 15%. In de nota van wijziging op het Belastingplan 2023 van 5 oktober 2022 wordt voorgesteld om dit per 1 januari 2023 niet te verlagen van 25% naar 15% maar naar 0%. Hierdoor vervalt de doelmatigheidsmarge binnen enkele maanden. Hierdoor zal de DGA zichzelf mogelijk in 2023 meer loon moeten geven waarover meer loonbelasting is verschuldigd.

Meer vennootschapsbelasting

Het tarief in de vennootschapsbelasting bedraagt in 2022 in de eerste schijf (winst tot € 395.000) 15% en 25,8% voor het meerdere. De schijfgrens van € 395.000 zal met ingang van 2023 worden verlaagd naar € 200.000 waardoor bedrijven eerder het hoge tarief verschuldigd zijn. Daarnaast wil het kabinet het tarief in de lage schijf verhogen van 15% naar 19%. Een winst van € 400.000 in 2022 kost € 60.540 vennootschapsbelasting. Diezelfde winst kost in 2023 € 89.600 belasting. Een verschil van bijna € 30.000.

Zelfstandigenaftrek omlaag

Om het verschil tussen ondernemers en werknemers te verkleinen is een aantal jaar geleden afgesproken om de zelfstandigenaftrek jaarlijks terug te brengen. In het coalitieakkoord was afgesproken om de zelfstandigenaftrek vanaf 2023 verder terug te brengen tot € 1.200 in 2030. Het kabinet wil nu deze termijn naar voren halen waarbij de zelfstandigenaftrek al in 2026 teruggebracht wordt tot € 1.200 en in 2027 verder wordt verlaagd naar € 900.

2022 2023 2024 2025 2026 2027
€ 6.310 € 5.030 € 3.750 € 2.470 € 1.200 € 900

Geen bpm-vrijstelling meer voor bestelauto’s en meer motorrijtuigenbelasting

Het kabinet wil de vrijstelling voor een bestelauto van de ondernemer met ingang van 1 januari 2025 afschaffen. De hoogte van de bpm moet afhankelijk worden van de CO2-uitstoot.

Daarnaast wil het kabinet het tarief van de motorrijtuigenbelasting voor bestelauto’s van ondernemers verhogen. De bedoeling is dat In 2025 de motorrijtuigenbelasting wordt verhoogd met 15% en in 2026 nog eens met 6,96%.

Einde Oudedagsreserve (FOR)

De FOR houdt in dat een ondernemer voor de inkomstenbelasting onder voorwaarden jaarlijks een deel van de winst mag reserveren voor een oudedagsvoorziening, zodat er (tijdelijk) geen belasting over verschuldigd is. Volgens de plannen zal de FOR met ingang van 1 januari 2023 worden afgeschaft. De opgebouwde oudedagsreserve tot en met 31 december 2022 kan volgens de huidige regels worden afgewikkeld. Dat betekent dat het hele bedrag bij staking van de onderneming in één keer vrijkomt en dat daar belasting over verschuldigd is. Of het kan worden omgezet in een lijfrenteproduct.

Verhoging vrije ruimte werkkostenregeling (WKR)

Per 2023 wordt de vrije ruimte in de WKR verruimd. De vrije ruimte in de WKR van 1,7% tot een loonsom van € 400.000 stijgt naar 1,92% tot een loonsom van € 400.000. In de nota van wijziging op het Belastingplan 2023 van 5 oktober 2022 wordt voorgesteld het percentage voor de eerste
€ 400.000 te verhogen naar 2,14%. Hierdoor kunnen werkgevers meer onbelaste vergoedingen geven aan werknemers. Het kan dus voordelig zijn om een werknemer een lager brutoloon te geven en dit aan te vullen met een onbelaste vergoeding binnen de WKR.

Leegwaarderatio versoberd

Verhuurt u een woning dan moet u in beginsel in box 3 de WOZ opgegeven als bezitting. De leegwaarderatio kan echter de WOZ-waarde van een verhuurde woning in box 3 verminderen. De WOZ-waarde mag dan worden vermenigvuldigd met een percentage dat afhankelijk is van de kale huur ten opzichte van de WOZ-waarde. Het Kabinet wil de percentages in de leegwaarderatio gaan verhogen waardoor verhuurders meer inkomstenbelasting betalen in box 3 en waardoor men eventueel meer schenk- en erfbelasting verschuldigd is.

Voorbeeld
De WOZ-waarde van een verhuurde woning is € 250.000. De huur bedraagt € 1.000 per maand. De jaarhuur (€ 12.000) is dan 4,8% van de WOZ-waarde. Volgens de huidige regels (2022) moet een waarde van 67% x € 250.000 = € 167.500 aangegeven worden in box 3. Bij de nieuwe voorgestelde percentages zou een waarde van 95% x € 250.000 = € 237.500 aangegeven moeten worden.

Bij vakantiewoningen en niet-woningen (bedrijfspanden, enz.) is de leegwaarderatio overigens niet van toepassing. Het is verder ook de bedoeling dat de leegwaarderatio niet mag worden toegepast bij tijdelijk verhuurde woningen. Ook zou bij verhuur aan een gelieerde partij (zoals zoon of dochter) uitgegaan moeten worden van 100% van de WOZ-waarde.

Verhouding jaarlijkse huurprijs
tot WOZ-waarde
Huidige leegwaarderatio Nieuwe leegwaarderatio
Meer dan Minder dan
0% 1% 45% 73%
1% 2% 51% 79%
2% 3% 56% 84%
3% 4% 62% 90%
4% 5% 67% 95%
5% 6% 73% 100%
6% 7% 78% 100%
7% – 85% 100%

Verhoging overdrachtsbelasting

De bedoeling is dat het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting flink omhoog gaat. In het coalitieakkoord was afgesproken om het tarief te verhogen naar 9%. In de Voorjaarsnota 2022 was dit percentage al verhoogd naar 10,1% en het voorstel nu is om het tarief te verhogen naar 10,4%. Het tarief voor de eigen woning (2%) blijft echter ongewijzigd. Maar de verhoging geldt dus wel voor bijvoorbeeld woningen die worden aangekocht als belegging en voor bedrijfspanden. Voor starters blijft gelden dat er geen overdrachtsbelasting verschuldigd is, mits voldaan aan de voorwaarden van de zogenaamde startersregeling.

Voorbeeld
Wilt u een vakantiewoning of een tweede woning kopen? Dan is het dus voordeliger om dat nog dit jaar te doen. Bij aankoop van onroerend goed van bijvoorbeeld € 250.000 bespaart u (10,4% – 8%) x € 250.000 = € 6.000.

Inkomensafhankelijke combinatiekorting

Heeft u een kinderwens? Een kind geboren voor 1 januari 2025 kan een belastingvoordeel opleveren van ruim € 2.500. Het plan is namelijk om met ingang van 2025 de inkomensafhankelijke combinatiekorting af te schaffen (behalve voor kinderen die voor 2025 zijn geboren).

Mogelijkheid tot middeling verdwijnt

Het Kabinet wil de middelingsregeling per 1 januari 2023 afschaffen. Voor jaren na 2022, mits ook 2022 in het middelingstijdvak wordt betrokken, geldt overgangsrecht. Dit betekent dat het laatste tijdvak waarover nog kan worden gemiddeld 2022, 2023 en 2024 zijn.

BAA ADVIES. Heeft u vragen of ideeën over de mogelijke gevolgen van deze wijzigingen voor uw persoonlijke situatie? Bespreek dan met uw adviseur hoe u op de wijzigingen zo fiscaal gunstig mogelijk kunt anticiperen.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2022/10/belastingplan-2023-2.jpg 800 1200 Pieter van Lieshout https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Pieter van Lieshout2022-10-06 08:28:572022-11-17 18:08:05Belastingplan 2023. Wat kunt u verwachten?

Belastingplan 2021 – welke wijzigingen staan u te wachten?

30 september 2020/in Artikelen /door Pieter van Lieshout

Het kabinet heeft op Prinsjesdag 15 september 2020 de belastingplannen voor 2021 kenbaar gemaakt. Wat worden de belangrijkste wijzigingen als de Tweede en Eerste Kamer het Belastingplan hebben aangenomen?

De vennootschapsbelasting gaat omlaag, maar opgelet

Om het vestigingsklimaat te versterken gaat het tarief van de vennootschapsbelasting omlaag. Voor 2020 geldt een tarief van 16,5% tot een belastbaar bedrag van € 200.000. Winsten boven dit bedrag worden belast tegen 25%. In 2021 daalt het tarief tot 15% en geldt dit voor een belastbaar bedrag tot € 245.000. Het hogere tarief blijft gelijk. De plannen zijn om de eerste schijf in 2022 te verhogen naar € 395.000.

Let op. De winsten in de BV zijn weliswaar lager belast, maar u als aandeelhouder zal in box 2 zwaarder worden belast. Het box 2-tarief is in 2020 26,25% en zal in 2021 stijgen naar 26,9%.

Voorbeeld
Stel uw BV maakt een winst van € 200.000 en u bent van plan om een dividenduitkering te doen van € 100.000. In 2020 betaalt u dan € 33.000 vennootschapsbelasting en € 26.250 inkomstenbelasting (totale heffing van € 59.250).

In 2021 betaalt u € 30.000 vennootschapsbelasting en € 26.900 inkomstenbelasting (totale heffing € 56.900).

De DGA-taks. Houdt óók rekening met het wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen vennootschap (de DGA-taks). Hierin is opgenomen dat vanaf 2023 leningen bij de eigen BV boven € 500.000 worden belast tegen het dan geldende aanmerkelijk belang-tarief.

De overdrachtsbelasting omlaag én omhoog

De overdrachtsbelasting wordt verhoogd en verlaagd. Het algemene tarief gaat van 6% naar 8%. Zo zullen bedrijfs- en beleggingspanden belast zijn tegen 8%. Het 2% tarief geldt voor natuurlijke personen (niet zijnde starters) die een woning kopen en die dient als hoofdverblijf. Voor starters geldt een vrijstelling van de overdrachtsbelasting.

De werkkostenregeling (WKR) wordt beperkt

Per 1 januari 2020 is de vrije ruimte in de werkkostenregeling (WKR) verhoogd van 1,2% naar 1,7% voor een loonsom tot € 400.000. Boven de € 400.000 geldt een percentage van 1,2%. In verband met de coronacrisis is de vrije ruimte tijdelijk voor 2020 éénmalig verhoogd naar 3% voor een loonsom tot € 400.000. Hier kunt u dít jaar nog uw voordeel mee doen. Met ingang van 2021 zal het percentage van de vrije ruimte worden beperkt van 1,2% naar 1,18%.

Bijtelling elektrische auto van de zaak omhoog

Het bijtellingspercentage voor elektrische auto’s (ook waterstofauto’s en elektrische auto’s met geïntegreerde zonnepanelen) gaat van 8% naar 12% en geldt tot een maximum catalogusprijs van € 40.000. Het reguliere percentage blijft net als in 2020 op 22%.

Voorbeeld
Stel, u overweegt in 2021 een Audi e-tron met een catalogusprijs van € 85.000 te kopen. De bijtelling is 12% x € 40.000 + 22% x € 45.000 = € 14.700. Bij een inkomstenbelastingtarief van 49,5% kost deze auto per jaar € 7.275.

Grens box 3 vermogensrendementheffing omhoog, maar het tarief ook

Vanaf 2021 mag u meer belastingvrij vermogen hebben. Voor 2020 geldt dat u over de eerste € 30.846 per persoon geen vermogensrendementsheffing betaalt. Deze grens wordt in 2021 verhoogd naar € 50.000 per persoon. Het tarief in box 3 gaat echter wel van 30% naar 31%.

De zelfstandigenaftrek wordt beperkt

De zelfstandigenaftrek is een aftrek voor ondernemers die aan het urencriterium voldoen (1.225 uur per jaar besteden aan de onderneming). De zelfstandigenaftrek is al jaren onderwerp van discussie en wordt in 2021 lager. In 2020 was de zelfstandigenaftrek nog € 7.030 en deze wordt in 2021 € 6.670. de bedoeling is dat de zelfstandigenaftrek tot en met 2036 verder wordt afgebouwd naar een bedrag van € 3.240.

Nieuw: de baangerelateerde investeringskorting (BIK)

Het kabinet stimuleert bedrijven om investeringen te doen met een nieuwe investeringskorting vanaf 2021, de baangerelateerde investeringskorting (BIK). Als bedrijven een investering doen, zoals de aankoop van een nieuwe machine krijgen ze een korting die ze kunnen verrekenen via de loonheffing. Details van de regeling worden nog verder uitgewerkt. Uiteraard houden wij u daarvan op de hoogte.

Hoe kunt voorsorteren op deze plannen van de overheid?

  • Overweegt u om dividend uit te keren? Het tarief gaat omhoog. Als u dus voornemens bent om dividend uit te keren overweeg dan om dit nog dit jaar te doen. Zeker met het oog op de wet excessief lenen bij de eigen BV die als het zwaard van Damocles boven de DGA hangt.
  • Profiteer dit jaar nog van de eenmalige verhoging van de WKR tot 3%. Denk bijvoorbeeld aan een fiets van de zaak of aan thuiswerkfaciliteiten.
  • Wilt u een elektrische auto gaan rijden? In 2020 geldt nog een bijtelling van 8% tot een bedrag van € 45.000. Bij de auto in bovenstaand voorbeeld scheelt dat bij een belastingtarief van 49,5% ongeveer € 1.137 (€ 6.138 in 2020 t.o.v. € 7.275 in 2021).
  • Bepaal voor het einde van het jaar hoe u met uw spaargeld in box 3 omgaat. Zolang er nog geen alternatief is voor een nieuwe vermogensrendementsheffing blijft de spaar-BV interessant.
  • Overweegt u een grote investering te doen, of twijfelt u daarover? Houd er dan rekening mee dat er waarschijnlijk een nieuwe investeringskorting-regeling komt.

Het gehele pakket aan belastingplannen en maatregelen kunt u trouwens terugvinden op de website van de Rijksoverheid.

BAA ADVIES. Het Belastingplan 2021 is weliswaar bekend gemaakt, maar moet nog goedgekeurd worden door de Tweede en Eerste Kamer. Probeer bij het maken van keuzes voor te sorteren op dit plan. Desgewenst helpen wij u daarbij.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/belastingplan-2021.jpg 200 300 Pieter van Lieshout https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Pieter van Lieshout2020-09-30 16:25:292021-12-02 16:28:39Belastingplan 2021 – welke wijzigingen staan u te wachten?

De fiets van de zaak, nieuwe spelregels

8 september 2020/in Artikelen /door Jasper Werts

Op 1 januari 2020 zijn enkele belangrijke regels voor de fiets van de zaak veranderd. Dit betekent dat er steeds meer mogelijkheden zijn om een fiets aan werknemers aan te bieden. Voor veel werkgevers onbekend. Hoe zit dat?

Fiets verstrekken aan de werknemer

Onder een fiets wordt een fiets verstaan die door spierkracht wordt aangedreven en eventueel is voorzien van een hulpmotor. Zo is een e-bike of een speed-pedelec wel een fiets, maar een brommer of scooter niet. Als u vóór 1 januari 2015 een fiets gaf aan een werknemer, dan kon dit fiscaal gunstig worden gedaan. Door de afschaf van het ‘Fietsplan’ is dit niet meer mogelijk. Dat betekent dat de verstrekking van een fiets wordt gezien als loon in natura en zodoende wordt belast met loonheffing. Er zijn echter alternatieven …

De fiets en de werkkostenregeling (WKR)

Binnen de WKR kunt u als werkgever maximaal 1,7% van het totale fiscale loon (de vrije ruimte) besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen. Voor 2020 geldt eenmalig een verhoging van de WKR naar 3% voor de eerste € 400.000 loonsom. Dit betekent dat u binnen deze vrije ruimte ook een fiets kunt verstrekken. U bent als werkgever na deze verstrekking geen eigenaar meer. Er gelden géén beperkingen voor de fiets wat betreft prijs, type en aard van het gebruik. Maar als u echter boven de vrije ruimte uitkomt, dan moet over het meerdere een eindheffing van 80% loonheffing worden betaald.

Een fiets ter beschikking stellen

U kunt binnen uw onderneming ook een fiets aanschaffen en aan een werknemer (ook aan u zelf als DGA) ter beschikking stellen. U als werkgever blijft in dat geval eigenaar. Op de investering kan worden afgeschreven en u kunt mogelijk gebruikmaken van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek KIA). Dit betekent een extra fiscale aftrekpost. Maar opgelet: net als bij de auto van de zaak geldt voor het privégebruik van de fiets dan een fiscale bijtelling.

De bijtelling fiets van de zaak

Werknemers gebruiken hun fiets van de zaak vaak ook privé. En over die privékilometers moet belasting worden betaald. Bij een auto van de zaak wordt er momenteel een vast percentage van de cataloguswaarde van de auto bij het belastbaar inkomen geteld.

7% bijtelling. Voor de fiets van de zaak geldt met ingang van 1 januari 2020 een bijtelling van 7% van de cataloguswaarde (de consumentenadviesprijs of de oorspronkelijke nieuwwaarde) bij het fiscale loon. Die bijtelling is al van toepassing als de fiets voor (een deel van) het woon-werkverkeer ter beschikking staat. Wordt de fiets verder niet privé gebruikt, dan blijft de bijtelling tóch 7%.

Geldt niet voor accessoires. Voor de ter beschikking gestelde accessoires (denk aan fietstassen, manden, enz.) geldt géén fiscale bijtelling. De accessoires die worden vergoed door de werkgever zijn in principe belastbaar loon of kunnen worden ondergebracht in de vrije ruimte van de WKR.

De fiets van de zaak en de btw

Een ondernemer voor de btw heeft recht op aftrek van voorbelasting op goederen die hij voor btw-belaste doeleinden gebruikt. Voor volledige btw-aftrek moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  • de fiets is verstrekt voor woon-werkverkeer van de werknemer
  • de fiets kost niet meer dan € 749 (inclusief btw)
  • in het kalenderjaar en de twee voorafgaande jaren is geen fiets verstrekt aan de werknemer
  • voor maximaal 50% van de reisdagen wordt aan de werknemer een andere reisvergoeding verstrekt

Speciale regeling van toepassing. Bij het verstrekken (werknemer wordt eigenaar) of ter beschikking stellen van een fiets van de zaak aan een werknemer (onderneming blijft eigenaar) is echter een afwijkende regeling goedgekeurd.

Btw-aftrek gemaximeerd. De btw op een verstrekte of ter beschikking gestelde fiets is in beginsel aftrekbaar tot een maximum van € 130. Dit betekent dat de btw op fietsen met een waarde tot € 749 inclusief btw volledig aftrekbaar is. Voor duurdere fietsen is het meerdere niet aftrekbaar.

Voorbeeld 1
U koopt een fiets van € 1.500 (inclusief € 260 btw) en verstrekt deze fiets aan een werknemer. Door de goedkeuring kunt u nu (maximaal) € 130 btw in aftrek te brengen.

De werknemer betaalt een eigen bijdrage. Stel, u wilt best een fiets verstrekken, maar met een catalogusprijs van maximaal € 700. De werknemer wil echter een duurdere fiets en is bereid hiervoor een eigen bijdrage te betalen. Die eigen bijdrage mag u voor de btw berekening in mindering brengen op de aankoopprijs. U mag dan de hele btw in aftrek brengen, maar moet wél over de eigen bijdrage van de werknemer btw afdragen.

Voorbeeld 2
De werknemer uit voorbeeld 1wil een fiets van € 1.500 (inclusief btw) en is bereid hiervoor een eigen bijdrage van € 800 te betalen. De eigen bijdrage mag, voor berekening van de btw, in mindering worden gebracht op de aankoopprijs (€ 1.500 – € 800 = € 700). De volledige btw ad € 260 op de aanschaf van € 1.500 is aftrekbaar. Over de eigen bijdrage van € 800 moet de werkgever wel btw afdragen.

De fiets van de zaak en reiskosten

Er bestaat geen onbelaste kilometervergoeding meer voor de met de fiets van de zaak afgelegde kilometers. U kunt als werkgever dus niet meer belastingvrij € 0,19 per kilometer vergoeden aan de werknemer. Tenzij dit wordt ondergebracht in de vrije ruimte van de WKR. Gebruikt de werknemer echter zijn of haar eigen fiets, dan kan uiteraard wel een onbelaste reiskostenvergoeding voor zakelijke kilometers worden vergoed.

De fiets van de zaak en de renteloze lening

Een alternatief om te overwegen. Ziet u het niet zitten om elke maand de bijtelling op te nemen in de loonadministratie, dan kunt u ook een fiets aan de werknemer verstrekken. Zoals gezegd wordt de werknemer dan eigenaar en wordt de waarde van de fiets als belast loon meegenomen of opgenomen in de WKR. U kunt echter ook overwegen om de werknemer renteloos geld te lenen voor een (dure) fiets.

Renteloze lening? Géén rente wordt door de Belastingdienst gezien als niet zakelijk. Normaal moet over dit rentevoordeel loonheffing worden afgedragen. Maar… voor de elektrische fiets geldt echter een uitzondering. In de WKR geldt een nihilwaardering voor het rentevoordeel van de werknemer. Dat houdt in dat er géén loonheffing over hoeft te worden betaald.

Lening afbetalen. Desgewenst kunt u de vrije ruimte van de WKR vervolgens benutten om de lening elk jaar een stuk kwijt te schelden. Doordat de fiets eigendom is van de werknemer, kunt u bovendien ook een onbelaste kilometervergoeding verstrekken. En deze vergoeding kan dan weer worden gebruikt om de lening af te lossen. Het is wel aan te raden om dit in een overeenkomst vast te leggen om onduidelijkheden te voorkomen.

Voorbeeld 3
Stel, u komt inderdaad met de werknemer overeen dat de lening moet worden terugbetaald uit de woon-werkverkeer-vergoeding van € 0,19 per kilometer. De werknemer woont 10 km van bedrijf en werkt 5 dagen per week. De reiskostenvergoeding bedraagt dan bijvoorbeeld ca. 10 x 2 x € 0,19 x 214 werkdagen (maximaal, rekening houdend met vakantie, ziekte e.d.) = € 800 per jaar.

Voorbeeld 4
U verstrekt aan de werknemer uit voorbeeld 3 een renteloze lening van € 2.200 voor de aankoop van een e-bike. U spreekt daarbij af dat drie jaar lang een bedrag van € 200 uit de WKR ruimte wordt gebruikt voor de aflossing en dat de het restant wordt afgelost uit de belastingvrije reiskostenvergoeding van € 0,19 per km. Dat komt neer op een aflossing van 2 jaar uit de reiskostenvergoeding.

De fiets van de zaak en de IB-ondernemer

Voor de IB-ondernemer die een fiets koopt en zélf gebruikt, zijn de regels voor het gebruik van de fiets bijna identiek. Voor het privégebruik geldt een bijtelling van 7% over de aanschafprijs. Voor de btw over de aankoopprijs geldt echter geen beperking. Deze is bij 100% zakelijk gebruik volledig aftrekbaar. Bij een privégebruik van 50% is in principe slechts 50% van de voorbelasting aftrekbaar.

BAA ADVIES. De fiets van de zaak biedt verschillende mogelijkheden. Let wel op de extra maatregelen bij het ter beschikking stellen van een fiets aan een werknemer. U moet rekening houden met bijtelling en een aftrekbeperking voor de btw. Mogelijk kunt u gebruik maken van fiscale voordelen om uw werknemers aan het fietsen te krijgen.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/fiets-zaak-2020.jpg 200 300 Jasper Werts https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jasper Werts2020-09-08 16:56:142021-12-02 16:58:56De fiets van de zaak, nieuwe spelregels

Hoe u de werkkostenregeling nog optimaal kunt benutten in 2016

29 september 2016/in Artikelen /door Jasper Werts

Er zijn mogelijkheden om nog dit jaar binnen de werkkostenregeling (WKR) de vrije ruimte optimaal te benutten en zo een eindheffing van 80% te voorkomen. Een aantal tips voor u op een rijtje.

De werkkostenregeling (WKR) en de vrije ruimte

De WKR vervangt de regeling voor vrije vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers. Binnen de WKR kunt u maximaal 1,2% van uw totale fiscale loon besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor uw werknemers of uzelf als directeur-grootaandeelhouder (DGA): de zogenaamde vrije ruimte.

Over het bedrag dat boven deze vrije ruimte als vergoeding of verstrekking aan uw werknemers wordt uitgereikt betaalt u loonheffingen in de vorm van een eindheffing van 80%.

De gebruikelijkheidstoets

De WKR biedt veel vrijheden wat betreft de vergoedingen en verstrekkingen aan het personeel. De WKR kent echter een belangrijke beperking, de gebruikelijkheidstoets. Dit betekent dat de vergoedingen en verstrekkingen (die in de vrije ruimte of het eindheffingsloon vallen) niet meer dan 30% mogen afwijken van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is.

Met andere woorden: het dure, gouden horloge voor een tijdelijke werknemer met minimumloon is in principe niet gebruikelijk.

Voorbeeld bedrijf X

• Totale fiscale loonsom in 2016 € 150.000
• Te benutten vrije ruimte in 2016 (1,2%) € 1.800
• Totale vergoedingen en verstrekkingen in 2016 € 600 (kosten inclusief BTW!)
• Resterende vrije ruimte in 2016 € 1.200

Bedrijf X kan nog € 1.200 aan vergoedingen en verstrekkingen uitkeren aan haar werknemers zonder daarover eindheffing verschuldigd te zijn. Mocht bedrijf X in de resterende maand nog besluiten om € 2.200 aan vergoedingen en verstrekkingen aan haar werknemers uit te keren, dan komt bedrijf X € 1.000 boven de vrije ruimte uit. Over dit meerdere van € 1.000,- moet 80% eindheffing (€ 800,-) worden betaald.

Een aantal tips op een rijtje

Onbelaste vergoedingen. Gebruik de gerichte vrijstellingen en nihilwaarderingen om bepaalde zaken onbelast te vergoeden, te verstrekken of ter beschikking te stellen. De vergoedingen en verstrekkingen binnen deze categorieën tasten de vrije ruimte niet aan. Denk hierbij o.a. aan de kilometervergoeding (€ 0,19/km), werkkleding, telefoonkosten en studiekosten.

Doorschuiven naar 2017 niet mogelijk. De resterende vrije ruimte kan alleen in 2016 worden benut. Doorschuiven van de vrije ruimte naar 2017 is niet mogelijk. U kunt op verschillende manieren de resterende vrije ruimte benutten. Let op: hiervoor geldt ook de gebruikelijkheidstoets.

  • Een hogere kilometervergoeding dan € 0,19/km valt niet onder de gerichte vrijstelling, maar dient in de vrije ruimte opgenomen te worden.
  • Uitkeren bonus aan werknemer (bijv. kerstgratificatie). Werkgevers kunnen een onbelaste bonus uitkeren aan de werknemers, waaronder de DGA.
  • Eindejaars/kerstdiner of –borrel.
  • Kerstpakket.
  • Fiets van de zaak.
  • Bijdrage aan “Lief-en-leed-potje”.

Tip. Als uw vrije ruimte al volledig is benut en u wilt uw werknemers toch graag een kerstpakket of presentje geven, denk dan aan het nieuwjaarspakket. Dit pakket geeft u aan uw werknemers begin 2017. Hierdoor valt deze verstrekking niet binnen de WKR van 2016 (geen eindheffing van 80%).

BAA ADVIES. U kunt in december nog actie ondernemen om de vrije ruimte binnen de WKR optimaal te benutten. Wilt u overleg over bovengenoemde én andere mogelijkheden om uw resterende ruimte te benutten? Of heeft u nog vragen over de werkkostenregeling in het algemeen? Neem contact op met uw relatiebeheerder van BAA.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/wkr-2016-300px.jpg 200 300 Jasper Werts https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jasper Werts2016-09-29 19:18:532021-12-09 19:21:07Hoe u de werkkostenregeling nog optimaal kunt benutten in 2016

Fietsplan – fiets van de zaak, kan dat nog?

2 mei 2016/in Artikelen /door Jasper Werts

Per 1 januari 2015 is de ‘Nationale Fietsplan’-regeling afgeschaft. Zijn er dan geen mogelijkheden meer om uw werknemers een fiets aan te bieden? Een fiets van de zaak? Toch wel! We zetten ze voor u op een rijtje.

Fiets van de zaak, waarom eigenlijk?

Natuurlijk is het fiscale voordeel een belangrijke reden om werknemers een fiets van de zaak aan te bieden. De afschaffing van ‘Nationale Fietsplan’-regeling wordt door velen nu een gemiste kans genoemd. De fiets van de zaak biedt namelijk verschillende mogelijkheden voor werknemers, zowel financieel als niet-financieel.

Fietsen is gezond

Fietsen heeft een positieve invloed op de productiviteit en ontspanning van de werknemer. Door te fietsen raakt het hoofd leeg en wordt het lichaam fitter. Door een fitter lichaam neemt het ziekteverzuim af en hier wordt zowel de werkgever als de werknemer gelukkiger van. Daarnaast neemt door een toename van het fietsgebruik het aantal files en de parkeerdruk af.

Fiets verstrekken en de financiële voordelen

Financiële voordelen zijn er ook. Door de afschaf van het ‘Fietsplan’ is het fiscaal vriendelijk ter beschikking stellen van een fiets niet meer mogelijk. Dit betekent dat de verstrekking van een fiets nu als loon in natura wordt gezien en zodoende wordt belast met loonheffing. Wat u wél kunt doen is deze verstrekking onderbrengen in de Werkkostenregeling (WKR).

Fiets en WKR

Binnen de WKR kunt u maximaal 1,2% van het totale fiscale loon (de vrije ruimte) besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen. Dit betekent dat u een fiets kunt verstrekken binnen deze vrije ruimte. Er gelden geen beperkingen voor de fiets wat betreft prijs, type of aard van het gebruik. Het kan gaan om een normale fiets, e-bike of scooter. Opgelet. Als u echter bóven de vrije ruimte uitkomt, dan moet over het meerdere een naheffing van 80% worden afgedragen. Een fiets van € 1.995,- kost u dan maar liefst ongeveer € 3.600.

Lenen voor een fiets

De werknemer kan ook zelf een fiets (e-bike, scooter) kopen. U mag dan binnen de WKR een renteloze lening verstrekken aan een werknemer voor de aanschaf van een fiets.

Fiets kilometervergoeding; kan dat?

Net als bij het gebruik van een auto kunt u ook voor met de fiets gereden kilometers onbelast € 0,19 per zakelijk gereden kilometer vergoeden.

Tip. Het is dus óók mogelijk om een renteloze lening met uw werknemer af te spreken én een reiskostenvergoeding van € 0,19.

Voorbeeld. Stel, de werknemer koopt een e-bike van € 1.995,- incl. BTW. Hij fietst iedere dag 10 km heen én terug naar de zaak. 10 x 2 x € 0,19 = € 3,80. Hij heeft dan na 525 werkdagen, de lening weer terugbetaald.

U stelt een fiets ter beschikking

Zelf aanschaffen en afschrijven. U kunt ook zelf de fiets aanschaffen en binnen de onderneming gebruiken. Op de investering kan worden afgeschreven en er kan gebruik worden gemaakt van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Dit betekent een extra fiscale aftrekpost.

Geen bijtelling. Goed om te weten is dat er géén bijtelling over een fiets van de zaak wordt gerekend. Die bijtelling kan bijv. voor de auto dit jaar oplopen tot maar liefst 25%.

Een voor allen. De fiets kan dan ook aan verschillende medewerkers ter beschikking worden gesteld. Het is niet verplicht of noodzakelijk om de fiets toe te wijzen aan één werknemer. Op deze manier kan door verschillende werknemers bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van zowel dezelfde auto van de zaak als dezelfde fiets van de zaak.

BAA ADVIES. Ondanks de afschaffing van de ‘Nationale Fietsplan’-regeling zijn er nog diverse mogelijkheden om uw werknemers gebruik te laten maken van de fiets. Buiten de fysieke voordelen biedt de fiets ook nog enkele fiscale en financiële voordelen. Reden genoeg om te overwegen om uw werknemer op de fiets te zetten. BAA kan u hierbij adviseren over de mogelijkheden en gevolgen voor u en uw werknemers.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/fietsplan.jpg 220 300 Jasper Werts https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jasper Werts2016-05-02 19:56:402021-12-13 19:59:33Fietsplan – fiets van de zaak, kan dat nog?

Categorieën

  • Vacatures (4)
  • Artikelen (304)

Laatste nieuws

  • De BOR (bedrijfsopvolgingsregeling) in een nieuw jasje4 september 2023 - 11:20
  • Uw eenmanszaak/Vof zonder afrekening met de Belastingdienst inbrengen in een BV29 augustus 2023 - 13:44
  • Verklaring geen privégebruik auto (van de zaak): voorkom problemen29 augustus 2023 - 13:22
  • Doe effe normaal… hoe moeilijk is dat?28 augustus 2023 - 11:00
  • Dividend uitkeren in 2023 of toch in 2024? Wat is voordeliger?12 juni 2023 - 11:05
  • De toekomst van de Youngtimer- en Oldtimerregeling12 juni 2023 - 10:46
  • Wat is er aan de hand in Nederland?12 juni 2023 - 10:30
  • Mijn Digitale Zaak: subsidie voor digitaliserende ondernemers12 juni 2023 - 10:22
  • Wijzigingen schenkbelasting 202310 mei 2023 - 08:00
  • Voorjaarsnota 2023: dit kunt u verwachten10 mei 2023 - 07:54

Wat mogen we voor u ontcijferen?

Heeft u een concrete vraag of wilt u gewoon eens met ons kennismaken?
Wij kijken uit naar uw mailtje of telefoontje!

In onze nieuwsbrief delen onze professionals kennis en inzicht. Zo blijven onze klanten voorlopen op de feiten.

0493 - 69 52 98 info@baa.nl
Inschrijven nieuwsbrief
lid van Noab

Postbus 122
5720 AC Asten
Julianastraat 2
5721 GL Asten

Algemene voorwaarden | Privacy statement & cookies | Disclaimer

Scroll naar bovenzijde