Uitspraak box 3 heffing: ontwikkelingen
In juni heeft de Hoge Raad in een collectieve rechtszaak geoordeeld dat voor de jaren 2013 en 2014 een rendement van 4% niet haalbaar is. Betekent dit nu dat er een teruggave van de betaalde vermogensrendementbelasting volgt?
Wat speelt?
Te hoge box 3-heffing. Al jaren strijden belangenorganisatie en belastingplichtige tegen de in hun ogen te hoge vermogensrendementsheffing op vermogen. Men is van mening dat de belastingheffing groter is dan het feitelijk behaalde rendement. Om hun gelijk te halen zijn diverse partijen naar de rechter gestapt tot aan de Hoge Raad toe. We schreven daar al eerder over.
Uitspraak Hoge Raad. In juni (14) heeft de Hoge Raad in een collectieve rechtszaak geoordeeld dat voor de jaren 2013 en 2014 een rendement van 4% niet haalbaar is. Wat betekent dat nu?
De box 3-heffing
Over vermogen betaalt u als belastingplichtige inkomstenbelasting. Dit is al jaren zo. Echter vanaf de invoering van de nieuwe Belastingwet in 2001 wordt er gerekend met een forfaitair rendement. Iedereen wordt geacht op vermogen (spaargeld, effecten, tweede woning, enz.) 4% rendement te maken. Over dit rendement moet 30% belasting worden betaald in de aangifte. Dit komt samen neer op een effectieve belasting van 1,2% (4% x 30%) over het vermogen.
4% is toch helemaal niet haalbaar?
De wetgever heeft zich op het standpunt gesteld dat een rendement van 4% over een periode van meerdere jaren haalbaar mag worden geacht, zonder dat belastingplichtigen daar veel risico voor hoeven te nemen.
In juni oordeelde de Hoge Raad echter dat een forfaitair rendement van 4% voor de jaren 2013 en 2014 niet haalbaar was, tenzij belastingplichtigen kozen voor een hoog beleggingsrisico.
Is dat nu goed nieuws?
Ja en nee. Het goede nieuws is dus dat de overheid wordt gecorrigeerd, want u moet wel ‘veel’ risico lopen om 4% rendement te halen. Maar … de Hoge Raad zegt óók dat er geen sprake hoeft te zijn van een schending van artikel 1 Europees Verdrag Rechten van de Mens.
Buitensporige last. Dit artikel moet mensen beschermen tegen een ongeoorloofde inbreuk op eigendomsrecht. Er moet dan daadwerkelijk sprake zijn van een buitensporige last voor de belastingplichtige.
Toetsen aan uw persoonlijke omstandigheden. De Hoge Raad geeft aan dat als het rendement in een jaar lager is dan 1,2% u kán worden geconfronteerd met een buitensporige last. Maar dat heeft een individueel karakter en moet worden getoetst aan uw gehele feiten en omstandigheden (denk aan vermogens- en inkomenssituatie). Hier zal in de praktijk niet heel snel sprake van zijn.
De rechter hoeft dit niet op te lossen
De Hoge Raad geeft verder aan dat het niet aan de rechter is om oplossingen aan te dragen. Waarschijnlijk wordt bedoeld dat de overheden (landen of EU) zelf de wetgeving aan dienen te passen.
Wat betekent dit nu voor u?
Als u bij de Belastingdienst bezwaar heeft gemaakt voor 2013 tot en met 2016, dan heeft u meegelopen met de massaal bezwaarprocedure. Het gevolg van deze uitspraak is dat de Belastingdienst de bezwaren afwijst. De aanslagen inkomstenbelasting worden niet aangepast. Als u uitstel van betaling heeft aangevraagd, dan moet de aanslag alsnog betaald worden.
2017 en 2018
Voor de jaren 2017, 2018 en toekomstige jaren kunt u altijd nog bezwaar maken. Mits u zich aan de bezwaartermijnen houdt. Een definitieve aanslag staat onherroepelijk vast (en daar kan dus geen bezwaar meer tegen worden gemaakt) als niet binnen zes weken na dagtekening bezwaar is ingediend.
Tót dat moment kunt u een gemotiveerd bezwaar tegen de aanslag indienen. Een gemotiveerd bezwaar indienen betekent in dit geval dat wordt beschreven waarom u het niet eens bent met de vermogensrendementsheffing in box 3.
BAA ADVIES. De uitspraak van de Hoge Raad over de hoge box 3-heffing leidt niet tot een vermindering van de aanslag inkomstenbelasting voor de jaren 2013 t/m 2016. Voor 2017 en 2018 kunt u bezwaar aantekenen of u kunt uw adviseur dat laten doen. Mits u dat doet binnen de geldende bezwaartermijn … |