Het Lage inkomensvoordeel (LIV); u kunt dit jaar nog extra profiteren
Sinds 1 januari 2017 is het Lage inkomensvoordeel (LIV) van toepassing. Voor u als werkgever kan dat leiden tot extra voordeel. En zeker dit jaar! Want dit jaar is het LIV nog te combineren met de premiekortingen die in 2018 komen te vervallen. Hoe zit dat?
Financiële regelingen arbeidsgehandicapten 2017
Er zijn allerlei financiële tegemoetkomingen die het aantrekkelijk maken om bepaalde werknemers in dienst te houden of te nemen. Deze regelingen moeten voorkomen dat u als werkgever uit vrees voor hoge kosten niet begint aan een dienstverband met zogenaamde arbeidsgehandicapten. Voorbeelden van deze regelingen zijn:
- mobiliteitsbonus voor oudere werknemers en arbeidsgehandicapten (premiekorting);
- loonkostensubsidie;
- loondispensatie ;
- proefplaatsing;
- no-riskpolis;
- vergoeding voorzieningen werkgever.
De premiekortingen in 2017
Er zijn per 1 januari 2017 drie premiekortingen van toepassing:
- premiekorting oudere werknemer;
- premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer;
- premiekorting jongere werknemer (alleen voor dienstverbanden die zijn ingegaan vóór 1 januari 2016).
Wilt u meer weten over deze premiekortingen? Informeer dan bij uw adviseur en/of download het overzicht “Premiekortingen 2017”.
Vanaf 1 januari 2017: het Lage inkomensvoordeel (LIV)
Het Lage inkomensvoordeel (LIV). Vanaf 1 januari 2017 is het LIV van toepassing. U kunt een vergoeding krijgen voor werknemers met een laag inkomen. Door de loonkosten laag te houden wordt u dus gestimuleerd hen in dienst te houden of te nemen.
Hoeveel bedraagt de LIV? U komt in aanmerking voor het LIV als een werknemer gemiddeld tussen 100% en 125% van het wettelijk minimumloon per uur verdient. Binnen deze groep is een splitsing gemaakt:
- 100% en 110%. Voor werknemers die tussen 100% en 110% van het minimumloon verdienen, krijgt u maximaal € 2.000 per werknemer per jaar.
- 110% en de 125%. Voor werknemers die tussen 110% en de 125% van het minimumloon verdienen, krijgt u maximaal € 1.000 per werknemer per jaar.
Eén voorwaarde. De werknemer dient wel minimaal 1.248 verloonde uren in het betreffende jaar te hebben (ongeveer 24 uur per week) en de werknemer mag nog niet de AOW-leeftijd bereikt hebben.
Hoe komt u aan dat LIV?
Het LIV hoeft u niet aan te vragen. De Belastingdienst kijkt zelf of u hiervoor in aanmerking komt. Via de aangifte loonheffingen komen de gegevens terecht bij de Belastingdienst en het UWV. Het UWV beoordeelt op basis van de aangiften voor welke werknemers u recht heeft op het lage-inkomensvoordeel.
Wanneer krijgt u het LIV?
Het voordeel over 2017 wordt pas in 2018 aan u uitbetaald. In 2018 weet men namelijk pas hoeveel verloonde uren er zijn geweest en wat het gemiddelde uurloon was. Vóór 15 maart 2018 krijgt u van het UWV een voorlopige berekening (gebaseerd op de aangiften over 2017). U kunt dan nog tot 1 mei 2018 correcties indienen en vóór 1 augustus 2018 krijgt u de definitieve vaststelling. Daarna volgt binnen 6 weken de uitbetaling. De uitbetaling over 2017 krijgt u dus wel bijna één jaar later!
Extra voordeel in 2017! Hoe zit dat …
Regelingen vallen samen. U kunt dit jaar profiteren van een extra voordeel. Als u tussen 1 januari 2017 en 1 januari 2018 een werknemer in dienst neemt die onder de doelgroep van de banenafspraak valt, dan kan het zijn er diverse regelingen samenvallen. U kunt namelijk in 2017 gebruikmaken van premiekorting, loonkostensubsidie én het LIV.
Een voorbeeld. Stel, u neemt een gehandicapte werknemer in dienst.
- Waarschijnlijk krijgt u voor deze werknemer premiekorting.
- Omdat hij niet 100% kan functioneren en hem wel het minimumloon moet betalen, krijgt u als werkgever ook loonkostensubsidie.
- En daarnaast krijgt u nog het lage inkomensvoordeel.
Vanaf 2018 verandert dat. Vanaf 2018 vervallen de huidige premiekortingen en zullen de zogenaamde loonkostenvoordelen (LKV’s) worden ingevoerd. Er is al bepaald dat het LIV niet mag worden gecombineerd met het nieuwe loonkostenvoordeel (LKV). Dat zogenaamde anticumulatiebeginsel is echter in 2017 nog niet aan de orde. De premiekortingen worden immers pas per 1 januari 2018 vervangen door LKV’s. In 2017 kunt u dus nog driedubbel voordeel krijgen.
Goed nieuws voor kleine werkgevers in 2018
Kleine werkgevers kunnen op dit moment nog niet optimaal profiteren van de premiekortingen omdat de af te dragen premies vaak lager zijn dan het maximumbedrag aan premiekorting. Men heeft dan geen recht op het volledige bedrag.
Vanaf 2018 verdwijnen echter de premiekortingen en wordt het Loonkostenvoordeel (LKV). Deze LKV zal na afloop van het kalenderjaar aan de werkgever worden uitbetaald; de verrekening loopt dan niet meer via de aangifte loonheffing. Dat is een voordeel voor vooral de kleinere werkgevers, maar die ontvangen de LKV zoals gezegd wel pas na afloop van het jaar.
BAA ADVIES. Neemt u dit jaar nog een arbeidsgehandicapte in dienst, dan heeft u grote kans recht te hebben op premiekorting, loonkostensubsidie én LIV. Door de introductie van de LKV vervalt dit voordeel weer in 2018. |