Gastouders opgelet! Raak de zelfstandigenaftrek niet kwijt
17 augustus 2016 deed het Gerechtshof een uitspraak die nogal wat fiscale gevolgen kan hebben voor gastouders. Wat speelt er en hoe moet u als gastouder hiermee omgaan?
Welk gevaar loopt u als gastouder?
Bent u (of is uw partner) gastouder en heeft u een bemiddelingsovereenkomst met een Gastouderbureau? Let dan goed op! Op 17 augustus 2016 heeft Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden namelijk een uitspraak gedaan die wellicht het einde kan betekenen voor u als gastouder die inkomsten in de aangifte inkomstenbelasting aangeeft als winst uit onderneming. Hiermee vervalt dan ook het recht op de ondernemersaftrek (o.a. de zelfstandigenaftrek, startersaftrek, meewerkaftrek en stakingsaftrek).
Winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden?
Minder belasting betalen. Er is verschil in belastingdruk als de inkomsten als gastouder worden aangemerkt als winst uit onderneming of als resultaat uit overige werkzaamheid. De belastingdruk is namelijk fors lager als de inkomsten als winst uit onderneming worden aangemerkt.
Ondernemer voor de belasting. Uiteraard moet u dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen om aangemerkt te worden als ondernemer en om de inkomsten aan te merken als winst uit onderneming. Lees het artikel “Gastouder betaalt u niet teveel belasting?”
Tip. Twijfelt u of er sprake is van winst uit onderneming? Lees dan op de website van de Belastingdienst wanneer er hiervan sprake is, of informeer bij uw contactpersoon van BAA.
Wat speelde er bij het Gerechtshof?
Eerder oordeelde de rechter het volgende
Een gastouder (X) werd via gastouderbureaus gekoppeld aan vraagouders. De opbrengsten gaf X in haar aangifte Inkomstenbelasting aan als winst uit onderneming. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van winst uit onderneming.
De rechtbank wees er daarbij op dat er sprake was van continuïteit, dat er werd voldaan aan het duurzaamheidsvereiste en dat de werkzaamheden voldoende omvang hadden. Verder merkte de rechtbank nog op dat X debiteuren- en ondernemersrisico liep en dat X risico liep op inkomstenverlies, doordat zij bij ziekte, vakanties en absenties en anderszins niets verdiende.
Wat zegt nu het Hof?
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde echter anders en stelde dat deze gastouder géén winst uit onderneming genoot. Volgens het Hof vervulden de gastouderbureaus, waarmee X een bemiddelingsovereenkomst had, namelijk veel meer dan alleen een bemiddelende rol, namelijk:
- X staat als gastouder onder een (wettelijk) permanent en scherp toezicht van de gastouderbureaus.
- Een vraagouder heeft slechts recht op kinderopvangtoeslag als de opvang plaatsvindt door tussenkomst van een geregistreerd gastouderbureau.
- X heeft geen zelfstandig declaratierecht.
Volgens het Hof was X dusdanig afhankelijk van haar opdrachtgevers (de gastouderbureaus) dat zij niet over de voor het ondernemerschap noodzakelijke zelfstandigheid beschikte.
Wat een gedoe
De Wet Kwo. Op grond van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wet Kwo) worden strikte eisen gesteld aan een gastouderbureau en in het verlengde hiervan de gastouder. Zo moet een gastouderbureau o.a.:
- een pedagogisch beleidsplan opstellen voor de gastouder;
- een risico inventarisatieplan voor de opvang bij de gastouder opstellen; en
- een oudercommissie en een klachtencommissie instellen.
Dit soort verplichtingen hebben een grote invloed op de inhoud van de werkzaamheden en de wijze waarop deze door de gastouder verricht moeten worden.
Kinderopvangtoeslag. Een vraagouder heeft alleen recht op kinderopvangtoeslag als de opvang wordt geregeld door een geregistreerd gastouderbureau (zie art. 1.5 Wet Kwo). Het Gerechtshof stelt nu dat hierdoor de vraagouder dusdanig afhankelijk is van het gastouderbureau, dat de gastouder ten opzichte van het gastouderbureau over onvoldoende zelfstandigheid beschikt.
En dus? Gezien al deze regels concludeerde het Gerechtshof dat het gastouderbureau veel meer dan een bemiddelende rol had en er geen sprake was van zelfstandigheid van de gastouder.
Moet u zich als gastouder nu zorgen maken?
Het is zeker niet verkeerd om naar uw eigen situatie te kijken. De uitspraak van het Gerechtshof is een individuele zaak. Een zaak met eigen omstandigheden en eigen bewijsmateriaal. De uitspraak geldt dus niet zo maar voor elke gastouder. U heeft nu enkele opties:
- U doet gewoon over 2016 aangifte Inkomstenbelasting met winst uit onderneming en maakt gebruik van ondernemingsaftrek. U wacht hoe de Belastingdienst oordeelt.
- U wilt van tevoren zekerheid. U neemt contact op met uw adviseur en stapt samen naar de Belastingdienst om voor te leggen of er in uw situatie sprake is van winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden. U baseert uw aangifte dan hierop.
BAA ADVIES. De uitspraak van het Gerechtshof heeft het beoordelen of er sprake is van winst uit onderneming of van resultaat uit overige werkzaamheid behoorlijk moeilijk gemaakt. Neem contact op met uw adviseur van BAA om samen te bepalen hoe u hiermee om kunt/wilt gaan. |