• Contact
  • Direct contact
    Stel uw vraag
BAA
  • Diensten
    • Financiële administratie
    • Salarisadministratie
    • Jaarrekening, controles en rapportage
    • HRM
    • Ondernemingsadvies
    • Fiscaal advies
  • Over BAA
    • Medewerkers
    • Werken bij BAA
    • Sponsoring
  • Kennis
    • Artikelen
    • Inschrijven nieuwsbrief
  • Menu Menu
U bevindt zich hier: Home1 / zelfstandigenaftrek

Berichten

Belastingplan 2023. Wat kunt u verwachten?

6 oktober 2022/in Artikelen /door Pieter van Lieshout

Traditiegetrouw zijn op Prinsjesdag de belastingplannen weer bekend gemaakt. We wezen u al eerder op het zuur en zoet van deze plannen. In dit artikel een overzicht van een aantal andere belangrijke plannen voor 2023.

Twee schijven in box 2

Het kabinet wil met ingang van 2024 twee belastingschijven in box 2 introduceren. De eerste schijf kent een belastingtarief van 24,5% en moet oplopen tot € 67.000. Bedragen hierboven, de tweede schijf, zijn belast tegen 31%. Met het oog op de Wet excessief lenen. kan het voordelig zijn om dit jaar en volgend jaar dividend uit te gaan keren.

Gebruikelijk loon omhoog

Het Kabinet wil af van de zogenaamde doelmatigheidsmarge. Dit is het percentage waarmee de DGA zijn salaris mag verminderen ten opzichte van het salaris van iemand met het meest vergelijkbare dienstverband. In de voorjaarsnota stond dat deze in 2023 omlaag gaat van 25% naar 15%. In de nota van wijziging op het Belastingplan 2023 van 5 oktober 2022 wordt voorgesteld om dit per 1 januari 2023 niet te verlagen van 25% naar 15% maar naar 0%. Hierdoor vervalt de doelmatigheidsmarge binnen enkele maanden. Hierdoor zal de DGA zichzelf mogelijk in 2023 meer loon moeten geven waarover meer loonbelasting is verschuldigd.

Meer vennootschapsbelasting

Het tarief in de vennootschapsbelasting bedraagt in 2022 in de eerste schijf (winst tot € 395.000) 15% en 25,8% voor het meerdere. De schijfgrens van € 395.000 zal met ingang van 2023 worden verlaagd naar € 200.000 waardoor bedrijven eerder het hoge tarief verschuldigd zijn. Daarnaast wil het kabinet het tarief in de lage schijf verhogen van 15% naar 19%. Een winst van € 400.000 in 2022 kost € 60.540 vennootschapsbelasting. Diezelfde winst kost in 2023 € 89.600 belasting. Een verschil van bijna € 30.000.

Zelfstandigenaftrek omlaag

Om het verschil tussen ondernemers en werknemers te verkleinen is een aantal jaar geleden afgesproken om de zelfstandigenaftrek jaarlijks terug te brengen. In het coalitieakkoord was afgesproken om de zelfstandigenaftrek vanaf 2023 verder terug te brengen tot € 1.200 in 2030. Het kabinet wil nu deze termijn naar voren halen waarbij de zelfstandigenaftrek al in 2026 teruggebracht wordt tot € 1.200 en in 2027 verder wordt verlaagd naar € 900.

2022 2023 2024 2025 2026 2027
€ 6.310 € 5.030 € 3.750 € 2.470 € 1.200 € 900

Geen bpm-vrijstelling meer voor bestelauto’s en meer motorrijtuigenbelasting

Het kabinet wil de vrijstelling voor een bestelauto van de ondernemer met ingang van 1 januari 2025 afschaffen. De hoogte van de bpm moet afhankelijk worden van de CO2-uitstoot.

Daarnaast wil het kabinet het tarief van de motorrijtuigenbelasting voor bestelauto’s van ondernemers verhogen. De bedoeling is dat In 2025 de motorrijtuigenbelasting wordt verhoogd met 15% en in 2026 nog eens met 6,96%.

Einde Oudedagsreserve (FOR)

De FOR houdt in dat een ondernemer voor de inkomstenbelasting onder voorwaarden jaarlijks een deel van de winst mag reserveren voor een oudedagsvoorziening, zodat er (tijdelijk) geen belasting over verschuldigd is. Volgens de plannen zal de FOR met ingang van 1 januari 2023 worden afgeschaft. De opgebouwde oudedagsreserve tot en met 31 december 2022 kan volgens de huidige regels worden afgewikkeld. Dat betekent dat het hele bedrag bij staking van de onderneming in één keer vrijkomt en dat daar belasting over verschuldigd is. Of het kan worden omgezet in een lijfrenteproduct.

Verhoging vrije ruimte werkkostenregeling (WKR)

Per 2023 wordt de vrije ruimte in de WKR verruimd. De vrije ruimte in de WKR van 1,7% tot een loonsom van € 400.000 stijgt naar 1,92% tot een loonsom van € 400.000. In de nota van wijziging op het Belastingplan 2023 van 5 oktober 2022 wordt voorgesteld het percentage voor de eerste
€ 400.000 te verhogen naar 2,14%. Hierdoor kunnen werkgevers meer onbelaste vergoedingen geven aan werknemers. Het kan dus voordelig zijn om een werknemer een lager brutoloon te geven en dit aan te vullen met een onbelaste vergoeding binnen de WKR.

Leegwaarderatio versoberd

Verhuurt u een woning dan moet u in beginsel in box 3 de WOZ opgegeven als bezitting. De leegwaarderatio kan echter de WOZ-waarde van een verhuurde woning in box 3 verminderen. De WOZ-waarde mag dan worden vermenigvuldigd met een percentage dat afhankelijk is van de kale huur ten opzichte van de WOZ-waarde. Het Kabinet wil de percentages in de leegwaarderatio gaan verhogen waardoor verhuurders meer inkomstenbelasting betalen in box 3 en waardoor men eventueel meer schenk- en erfbelasting verschuldigd is.

Voorbeeld
De WOZ-waarde van een verhuurde woning is € 250.000. De huur bedraagt € 1.000 per maand. De jaarhuur (€ 12.000) is dan 4,8% van de WOZ-waarde. Volgens de huidige regels (2022) moet een waarde van 67% x € 250.000 = € 167.500 aangegeven worden in box 3. Bij de nieuwe voorgestelde percentages zou een waarde van 95% x € 250.000 = € 237.500 aangegeven moeten worden.

Bij vakantiewoningen en niet-woningen (bedrijfspanden, enz.) is de leegwaarderatio overigens niet van toepassing. Het is verder ook de bedoeling dat de leegwaarderatio niet mag worden toegepast bij tijdelijk verhuurde woningen. Ook zou bij verhuur aan een gelieerde partij (zoals zoon of dochter) uitgegaan moeten worden van 100% van de WOZ-waarde.

Verhouding jaarlijkse huurprijs
tot WOZ-waarde
Huidige leegwaarderatio Nieuwe leegwaarderatio
Meer dan Minder dan
0% 1% 45% 73%
1% 2% 51% 79%
2% 3% 56% 84%
3% 4% 62% 90%
4% 5% 67% 95%
5% 6% 73% 100%
6% 7% 78% 100%
7% – 85% 100%

Verhoging overdrachtsbelasting

De bedoeling is dat het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting flink omhoog gaat. In het coalitieakkoord was afgesproken om het tarief te verhogen naar 9%. In de Voorjaarsnota 2022 was dit percentage al verhoogd naar 10,1% en het voorstel nu is om het tarief te verhogen naar 10,4%. Het tarief voor de eigen woning (2%) blijft echter ongewijzigd. Maar de verhoging geldt dus wel voor bijvoorbeeld woningen die worden aangekocht als belegging en voor bedrijfspanden. Voor starters blijft gelden dat er geen overdrachtsbelasting verschuldigd is, mits voldaan aan de voorwaarden van de zogenaamde startersregeling.

Voorbeeld
Wilt u een vakantiewoning of een tweede woning kopen? Dan is het dus voordeliger om dat nog dit jaar te doen. Bij aankoop van onroerend goed van bijvoorbeeld € 250.000 bespaart u (10,4% – 8%) x € 250.000 = € 6.000.

Inkomensafhankelijke combinatiekorting

Heeft u een kinderwens? Een kind geboren voor 1 januari 2025 kan een belastingvoordeel opleveren van ruim € 2.500. Het plan is namelijk om met ingang van 2025 de inkomensafhankelijke combinatiekorting af te schaffen (behalve voor kinderen die voor 2025 zijn geboren).

Mogelijkheid tot middeling verdwijnt

Het Kabinet wil de middelingsregeling per 1 januari 2023 afschaffen. Voor jaren na 2022, mits ook 2022 in het middelingstijdvak wordt betrokken, geldt overgangsrecht. Dit betekent dat het laatste tijdvak waarover nog kan worden gemiddeld 2022, 2023 en 2024 zijn.

BAA ADVIES. Heeft u vragen of ideeën over de mogelijke gevolgen van deze wijzigingen voor uw persoonlijke situatie? Bespreek dan met uw adviseur hoe u op de wijzigingen zo fiscaal gunstig mogelijk kunt anticiperen.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2022/10/belastingplan-2023-2.jpg 800 1200 Pieter van Lieshout https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Pieter van Lieshout2022-10-06 08:28:572022-11-17 18:08:05Belastingplan 2023. Wat kunt u verwachten?

Het verwachte ‘zoet’ en ‘zuur’ van Prinsjesdag 2022

13 september 2022/in Artikelen /door Jac Vossen

In de Voorjaarsnota werden al diverse maatregelen aangekondigd. Op 1 september werden sommige van deze maatregelen in het Koopkrachtakkoord weer aangepast. Wat wordt het ‘zoet’ en wat het ‘zuur’ dat met Prinsjesdag wordt aangekondigd?

Over het zoet

Omdat de koopkracht met bijna 7% zal dalen en de inflatie nog steeds stijgt, heeft het kabinet besloten om het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen (AOW, bijstand) per 1 januari 2023 met 10% te verhogen. Huur- en zorgtoeslag en kind-gebonden-budget worden verhoogd en de energiebelasting wordt verlaagd. Ook wil het kabinet vanaf 2023 het tarief van de eerste schijf van de inkomstenbelasting verlagen. Tot zover het zoet.

En dan over het zuur

Na de forse steunpakketten van de coronacrisis speelt de overheid met dit zoet dus weer voor Sinterklaas. Maar dit is maar schijn, want er is ook het nodige zuur voor ondernemers en vermogende particulieren. We bespreken hieronder vijf van die zure traktaties.

Voor ondernemers met een BV

1. Verhoging vennootschapsbelastingtarief. Iedereen die een BV heeft en daarmee winst behaald, betaalt vennootschapsbelasting. De heffing van de vennootschapsbelasting kent twee tariefschijven. In het jaar 2022 moet over een winst tot een bedrag van € 395.000 een tarief van 15% worden betaald. Is de winst hoger dan kost dat 25,8%. In de Voorjaarsnota stond het plan om de grens van € 395.000 naar € 200.000 te verlagen. In het Koopkrachtpakket wordt nu voorgesteld het tarief van 15% te verhogen naar 19%.

Voorbeeld 1
Autobedrijf Peters BV heeft in 2022 een winst van € 500.000. Dit kost € 86.340 aan vennootschapsbelasting. Eenzelfde winst van € 500.000 in 2023 kost € 115.400, een stijging van meer dan 33%.

Voorbeeld 2
Autobedrijf Keuren BV heeft over 2022 een winst van € 350.000 gehaald. De vennootschapsbelasting bedraagt € 52.500. In 2023 is dat bij een gelijke winst € 76.700, een stijging van meer dan 46%.

Voorbeeld 3
Autobedrijf Dekkers BV behaalt in 2022 een winst van € 200.000. Vennootschapsbelasting is € 30.000 en in 2023 € 38.000, een stijging van bijna 27%.

2. Meer belasting bij een dividenduitkering. Zoals we ook al eerder meldden wordt het tarief in Box 2 gedifferentieerd. Op dit moment betaalt een DGA bij het uitbetalen van dividend 26,9% belasting. Per 1 januari 2024 wordt de hoogte van de dividenduitkering ook van belang. Als er dan méér dan € 67.000 dividend wordt uitgekeerd is, er niet sprake van een heffing van 26,9%, maar van 29,5%. Daarentegen wordt de heffing tot € 67.000 iets verlaagd van 26,9% naar 26%. Als u dus voornemens bent om meer dan € 67.000 dividend uit te keren, dan is dit in 2022 en 2023 goedkoper als in 2024.

Voorbeeld
Kasgeld BV keert over het jaar 2022 aan zijn aandeelhouder een bruto-dividend uit van € 350.000. Dit kost € 94.150 aan belasting. In 2024 kost dit dan € 100.905, een stijging van meer dan 7%.

Ondernemers zonder BV

3. Versnelde afbouw zelfstandigenaftrek. Iedere ondernemer die 1.225 uur werkzaam is binnen zijn onderneming (eenmanszaak of vof) heeft recht op de zelfstandigenaftrek. Dit is in 2022 een aftrekpost van € 6.310. Er lagen al plannen om deze aftrekpost vanaf 2023 elk jaar met € 650 te verlagen, tot de uiteindelijke aftrek van € 1.200 in 2030. De verwachting is echter dat de afbouw nog sneller zal gaan en dat het eindbedrag eerder in zicht zal komen.

4. Afschaffing FOR. 2022 is het laatste jaar waarin u als IB-ondernemer kunt toevoegen aan de Oudedagsreserve. Met ingang van 1 januari 2023 is dat niet meer mogelijk.

Vermogende particulieren

5. Wijzing box 3-heffing. Naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 24 september 2021, heeft het kabinet de heffing in box 3 gewijzigd. In 2022 tot en met 2025 zal deze heffing plaatsvinden op basis van de zogenaamde ‘spaarvariant’. Recent werd namelijk bekend dat het nieuwe box 3-stelsel niet voor 2026 hoeft worden verwacht.

Het heffingsvrijvermogen wordt in tegenstelling tot eerdere berichten niet verhoogd naar € 80.000, maar wordt wel in 2023 verhoogd van € 50.650 naar € 57.000. Op dit moment moet over het rendement over het vermogen een tarief van 31% belasting worden betaald. Dit tarief stijgt in 2023 naar 32%, in 2024 naar 33% en in 2025 naar 34%.

Voorbeeld

Meneer Peters heeft een beleggingsportefeuille van € 500.000. Na aftrek van het heffingsvrij vermogen (€ 50.650) is dat € 449.350. Hierover wordt in 2022 een percentage van 5,69% fictief rendement gerekend en daar moet Peters 31% box 3-heffing betalen. Dat is een bedrag van € 7.926. In 2025 moet Peters bij een gelijk rendementspercentage van 5,69% over een vermogen van € 443.000 (500.000 – € 57000) x 34% = € 8.570 aan box 3 belasting betalen, een stijging van meer dan 8%.

BAA ADVIES. Hoogstwaarschijnlijk worden de zure plannen uit dit artikel met Prinsjesdag bekend gemaakt. Het is slim om, als het van toepassing is, hier de komende tijd op te anticiperen. Bespreek uw plannen hieromtrent met uw adviseur. Wij houden alles nauwlettend in de gaten.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2022/09/prinsjesdag-2022-plannen.jpg 800 1200 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2022-09-13 14:32:562022-09-15 10:19:52Het verwachte ‘zoet’ en ‘zuur’ van Prinsjesdag 2022

De fiscale wijzigingen uit het coalitieakkoord

2 februari 2022/in Artikelen /door Jac Vossen
Jubelton vervalt nog dít jaar!
Op 9 maart 2022 heeft het kabinet aangekondigd dat de belastingvrije schenking voor de eigen woning (de jubelton) niet per 1 januari 2024 maar al per 31 december 2022 zal vervallen. Vanaf 1 januari 2023 is alleen nog een belastingvrije schenking van maximaal € 27.231 aan kinderen tot 40 jaar mogelijk (de leeftijdsvrijstelling). Deze schenking hoeft niet voor de eigen woning te worden gebruikt.

In het coalitieakkoord van 15 december 2021 staan allerlei fiscale maatregelen. Wat staat u zoal te verwachten en waarmee kunt/moet u al vroegtijdig rekening houden?

Coalitieakkoord en fiscale wijzigingen

Begin januari 2022 is het nieuwe kabinet Rutte IV geïnstalleerd. In het coalitieakkoord 2021-2025, met als titel ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’, staan ook diverse fiscale maatregelen die het kabinet voornemens is in te voeren. Een echte hervorming van het huidige belastingstelsel is het niet te noemen. Het is slechts een inspanningsverplichting om tot een vereenvoudiging te komen.

We lopen de te verwachten maatregelen kort met u door. Gesplitst in een deel voor alle belastingplichtigen en in een deel voor alleen IB-ondernemers.

Verwachte fiscale maatregelen voor alle belastingplichtigen

Box 3-aanpassing

Box3-heffing over het reële rendement. In het coalitieakkoord staat dat een box 3-heffing over het reële rendement pas in 2025 te verwachten is. De Hoge Raad heeft het kabinet echter tot snellere actie gemaand. Op 2 februari 2022 schrijft staatssecretaris van Rij dat het kabinet pas in het voorjaar van 2022 een besluit neemt over de compensatie van spaarders die belast werden over fictieve rendementen. Totdat er een nieuw box-3 stelsel is kunt u de fiscaal meest gunstige optie kiezen. Dat betekent dat als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitair rendement u kunt kiezen voor een box 3-heffing over dat lagere rendement. Is het werkelijke rendement hoger dan het forfaitair rendement, dan kunt u kiezen voor een box-3 heffing over het forfaitaire rendement.

Hoger heffingsvrij vermogen. Met ingang van 1 januari 2023 wordt het heffingsvrij vermogen van box 3 verhoogd naar € 80.000 per belastingplichtige. Voor de toeslagen blijft het lagere heffingsvrije vermogen van toepassing (€ 31.747 in 2022);

Afschaffing leegwaarderatio. De leegwaarderatio in box 3 (dat is een waardevermindering voor verhuurde woningen) wordt met ingang van het jaar 2023 afgeschaft. Verhuurde woningen zullen vanaf 1 januari 2023 in box 3 moeten worden gewaardeerd tegen de WOZ-waarde.

De Jubelton

Het plan is om met ingang van 1 januari 2024 de belastingvrije schenking voor de woning (2022: € 106.671) af te schaffen. Het is dan in 2024 niet meer mogelijk om belastingvrij aan de kinderen een schenking van ongeveer één ton te doen voor de aankoop, verbouwing of financiering van de woning. Zie voor de laatste update de kadertekst bovenaan het artikel.

Overdrachtsbelasting

Het kabinet blijft zoeken naar mogelijkheden om meer mensen betere kansen te bieden op de woningmarkt. Het kabinet is voornemens de overdrachtsbelasting voor niet-woningen en woningen die niet worden gebruikt voor zelfbewoning per 1 januari 2023 te verhogen van 8 naar 9%.

Middelingsregeling

Stel, er is sprake van sterk wisselende inkomens waarbij ook het hoogste IB-tarief wordt betaald. Als die inkomens gelijkmatig over de jaren zouden zijn verdeeld, was de belastingheffing mogelijk lager geweest. Met de zogenaamde middelingsregeling kan dan een verzoek om te middelen bij de Belastingdienst worden ingediend. Van drie opeenvolgende jaren worden dan de inkomens gelijkmatig verdeeld en wordt vervolgens de belastingheffing opnieuw berekend. Als die lager is wordt de te veel betaalde belasting terugbetaald (minus een drempelbedrag). Deze regeling wordt met ingang van het jaar 2023 afgeschaft. Hoe dit precies wordt vormgegeven is nog niet duidelijk.
Door antwoorden op recent gestelde Kamervragen is duidelijk geworden hoe de afschaffing vorm zal worden gegeven. Hierbij werd geantwoord dat de 3-jaarsperiode 2022-2023-2024 de laatste periode is waarin een middeling kan worden toegepast. Dit is zeker iets om rekening mee te houden als uw inkomen sterk is gefluctueerd de laatste jaren..

Vervoer

De vergoeding voor zakelijke kilometers is al jaren € 0,19 per kilometer en staat ook al jaren ter discussie. Dit wordt waarschijnlijk per 1 januari 2024 verhoogd; vermoedelijk omdat het de overheid niet te veel geld mag kosten tot maar liefst € 0,20 per kilometer.

Verwachte fiscale maatregelen voor alle IB-ondernemers

Zelfstandigenaftrek

De overheid had al besloten tot een afbouw van de zelfstandigenaftrek. Deze afbouw wordt nu versneld doorgevoerd. Deze aftrek wordt vanaf 2023 in stappen van € 650 verlaagd, zodat deze in het jaar 2030 uitkomt op een bedrag van € 1.200. De overheid is voornemens om als compensatie de arbeidskorting te verhogen. Door de daling van de ondernemersaftrek kan het fiscaal interessanter worden om de BV in te gaan. De grens ligt nu nog bij een winst van ongeveer € 100.000, maar die grens wordt de komende jaren lager.

Arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV)

Nu is het zo dat iedere ondernemer zelfstandig maatregelen tegen arbeidsongeschiktheid moet nemen. Denk aan verzekeren, deelnemen aan een broodfonds of anderszins. In het coalitieakkoord staat dat er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering komt voor alle zelfstandigen. De vorm en inhoud hiervan is nog niet bekend.

Vervoer

Hogere kilometer-aftrek. Een ondernemer mag voor zakelijke kilometers € 0,19 per kilometer van de gemaakte winst aftrekken. Zoals eerder vermeld is het plan om dit per 1 januari 2024 te verhogen.

Afschaffing bpm-regeling bestelauto’s. Momenteel betalen ondernemers bij de aanschaf van een bestelauto geen bpm. In het coalitieakkoord is opgenomen dat deze vrijstelling vanaf 2024 in drie stappen tot 0 in 2026 wordt afgebouwd. Vanaf dat moment moeten ook ondernemers het reguliere BPM-tarief voor bestelauto’s betalen tenzij er wordt geïnvesteerd in een elektrische bestelauto.

BAA ADVIES. Door de voorgenomen belastingwijzigingen in 2023 of later, kan het slim zijn om dit of volgend jaar nog actie te ondernemen. Denk daarbij aan het kunnen schenken van de jubelton, het vrijgesteld van bpm kunnen aanschaffen van een bestelauto of aan het kunnen middelen van sterk fluctuerende inkomens. Heeft u plannen hieromtrent? Sluit dat dan snel met ons kort en maak de beste keuzes.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2022/02/fiscale-wijzigingen-coalitieakkoord.jpg 800 1200 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2022-02-02 15:30:102022-04-12 12:25:15De fiscale wijzigingen uit het coalitieakkoord

Voorsorteren op de fiscale wijzigingen van 2022

24 november 2021/in Artikelen /door Pieter van Lieshout

Prinsjesdag is achter de rug en het demissionair kabinet is bezig om het Belastingplan 2022 door de Kamer te loodsen. Ook u maakt waarschijnlijk al plannen, het is dus een mooi moment om alvast naar 2022 te kijken en om voor te sorteren op de nieuwe fiscale wijzigingen.

Drempel van opstaptarief vennootschapsbelasting omhoog

Rechtspersonen betalen in 2021 over een winst tot € 245.000 15% vennootschapsbelasting. Winsten boven de € 245.000 worden belast tegen 25%. In de Tweede Kamer is tijdens de Algemene Politieke beschouwingen een motie aangenomen om het hoge tarief in 2022 te verhogen van 25% naar 25,8%. Het tarief van 15% verandert in 2022 niet, maar het plan is om vanaf 2022 de eerste schijf van € 245.000 te verhogen naar € 395.000. Bekijk daarom tijdig of het zinvol is om een fiscale eenheid te verbreken of activiteiten binnen een vennootschap te splitsen.

Fiscale eenheid verbreken. Binnen een fiscale eenheid worden winsten van rechtspersonen bij elkaar opgeteld en kan het opstaptarief tot € 395.000 maar één keer worden benut. Door een fiscale eenheid te verbreken kan meerdere keren gebruik worden gemaakt van het opstatarief van € 395.000.

Activiteiten binnen de vennootschap splitsen. Door activiteiten te splitsen, ontstaan er meerdere entiteiten die ieder afzonderlijk belastingplichtig zijn en die ieder gebruik kunnen maken van het opstaptarief tot € 395.000.

Voorbeeld
Uw BV heeft een winst van € 500.000. De vennootschapsbelasting hierover bedraagt € 85.500. Als de BV kan worden opgeknipt in 2 ondernemingen die elk € 250.000 winst maken dan bedraagt de gezamenlijke vennootschapsbelasting € 75.000. Een besparing van € 10.500 dus.

Hogere milieu-investeringaftrek (MIA)

Het plan is om de MIA te verhogen. De MIA kent nu drie percentages: 13,5 – 27 en 36. De plannen zijn om vanaf 1 januari 2022 deze percentages te verhogen naar 27 – 36 en 45. Welk percentage geldt bij welk bedrijfsmiddel is terug te vinden op de Milieulijst die jaarlijks door de RVO wordt gepubliceerd (Milieulijst 2021).

Voorbeeld
Een BV gaat een elektrische auto kopen. In 2021 bedraagt het netto voordeel 13,5% x € 40.000 (max.) x 15% vpb tarief = € 810. Dezelfde auto levert in 2022 een netto voordeel op van 27% x € 40.000 x 15% vpb tarief = € 1.620.

Dit geldt uiteraard ook voor eenmanszaken, maar dan geldt er geen vpb-tarief maar een maximumtarief inkomstenbelasting van 49,5%.

Verhoging bijtelling auto van de zaak

De bijtelling voor een volledig elektrische auto wordt in 2022 verhoogd.

2021 2022
Tot € 40.000 € 35.000
Tarief 12% 16%
Boven € 40.000 € 35.000
Tarief 22% 22%

Voorbeeld
Stel, u wilt in 2022 een Tesla van € 75.000 gaan rijden en er is een inkomstenbelastingtarief van 49,5% van toepassing. De bijtelling wordt dan: (16% x € 35.000) + (22% x € 40.000) x 49,5% = € 7.128 per jaar. Het lage tarief van 16% geldt voor een periode van 60 maanden.

60-maandentermijn. Heeft u in het verleden een elektrische auto aangeschaft, tegen destijds een bijtelling van 4% of 8%, en de 60 maandstermijn verloopt dan is het wellicht verstandig om de auto (in geval van een BV) aan privé te verkopen.

Onbeperkte voorwaartse verliesverrekening

Heeft uw BV verlies geleden dan kan dit één jaar terug en zes jaar vooruit worden verrekend met positieve resultaten. De achterwaartse verliesverrekening van één jaar verandert niet, maar zoals we in april al meldden, verdwijnt de beperking van de voorwaartse verliesverrekening van 6 jaar. Vanaf 2022 kunnen verliezen onbeperkt naar de toekomst worden verrekenend. Trucjes om verliesverdamping te voorkomen zijn dan niet meer nodig. Hiertegenover staat wel dat verliezen voor slechts 50% verrekenbaar zijn als de belastbare winst € 1.000.000 of meer is.

Spaar-BV blijft interessant

Als vermogen op een bankrekening staat dan levert dit gezien de huidige rentestand, niets tot weinig op. U teert zelfs in als u wel vermogensbelasting hierover betaald (en/of als u geconfronteerd wordt met negatieve rente). Het heffingsvrij vermogen is in 2022 ca. € 50.000 per persoon. De Spaar-BV kan dus ook in 2022 interessant zijn. Er worden dan de werkelijke opbrengsten belast (= € 0) en het forfaitaire rendement van box 3 geldt dan niet.

Daarnaast wordt het vermogen in de Spaar-BV niet meegenomen bij de berekening van de eigen bijdrage voor het CAK. Deze kan oplopen tot wel € 2.500 per maand.

De zelfstandigenaftrek gaat omlaag

De zelfstandigenaftrek gaat stapsgewijs omlaag totdat deze in 2036 nog € 3.240 bedraagt. Door de daling van het vennootschapsbelastingtarief de afgelopen jaren en het verhogen van het opstaptarief naar € 395.000 is het steeds interessanter om voor een BV te kiezen. Nieuwgierig of een BV-structuur voor uw onderneming interessant is? Bespreek dit dan in alle rust met uw adviseur.

Onbelaste thuiswerkvergoeding

Door Covid-19 werken meer werknemers thuis. In het Belastingplan is een regeling opgenomen waarin het voor werkgevers mogelijk is om vanaf 2022 een onbelaste thuiswerkvergoeding van € 2 per dag te verstrekken. Voorwaarde is dat de werknemer ten minste 128 dagen per jaar vanuit thuis werkt.

Mits er 128 dagen thuis wordt gewerkt, mag u 214 dagen € 2 per dag onbelast vergoeden. Vervolgens mag u voor kantoordagen € 0,19 per kilometer onbelast vergoeden. Werkt een werknemer op een dag thuis én op kantoor, dan moet voor die dag gekozen worden tussen een reiskostenvergoeding of de thuiswerkvergoeding.

Een vergoeding voor internet en telefoon thuis staat los van de thuiswerkvergoeding en kan nog steeds onbelast worden vergoed. Mits uiteraard aan de wettelijke voorwaarden wordt voldaan. En dat geldt ook voor bijvoorbeeld een goede bureaustoel, een in hoogte verstelbaar bureau, goede verlichting en apparatuur die een werknemer nodig heeft (laptop, mobiele telefoon).

Vrije ruimte werkkostenregeling (WKR) weer normaal

Door Covid-19 was de vrije ruimte in de WKR in 2020 en 2021 tijdelijk verhoogd naar 3% tot een loonsom van € 400.000. In het Belastingplan 2022 zijn geen aanpassingen voorgesteld en geldt het normale tarief weer: 1,7% tot een loonsom van € 400.000 en daarboven 1,18%.

BAA ADVIES. Wilt u uw onderneming fiscaal laten ‘checken’ en wilt u voorsorteren op het Belastingplan 2022? Uw BAA-adviseur bekijkt graag samen met u de fiscale mogelijkheden voor uw onderneming.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/11/belastingplan-2022-2.jpg 200 300 Pieter van Lieshout https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Pieter van Lieshout2021-11-24 20:47:502022-04-12 12:29:51Voorsorteren op de fiscale wijzigingen van 2022

Gastouders opgelet! Raak de zelfstandigenaftrek niet kwijt

28 september 2016/in Artikelen /door Pieter van Lieshout

17 augustus 2016 deed het Gerechtshof een uitspraak die nogal wat fiscale gevolgen kan hebben voor gastouders. Wat speelt er en hoe moet u als gastouder hiermee omgaan?

Welk gevaar loopt u als gastouder?

Bent u (of is uw partner) gastouder en heeft u een bemiddelingsovereenkomst met een Gastouderbureau? Let dan goed op! Op 17 augustus 2016 heeft Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden namelijk een uitspraak gedaan die wellicht het einde kan betekenen voor u als gastouder die inkomsten in de aangifte inkomstenbelasting aangeeft als winst uit onderneming. Hiermee vervalt dan ook het recht op de ondernemersaftrek (o.a. de zelfstandigenaftrek, startersaftrek, meewerkaftrek en stakingsaftrek).

Winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden?

Minder belasting betalen. Er is verschil in belastingdruk als de inkomsten als gastouder worden aangemerkt als winst uit onderneming of als resultaat uit overige werkzaamheid. De belastingdruk is namelijk fors lager als de inkomsten als winst uit onderneming worden aangemerkt.

Ondernemer voor de belasting. Uiteraard moet u dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen om aangemerkt te worden als ondernemer en om de inkomsten aan te merken als winst uit onderneming. Lees het artikel “Gastouder betaalt u niet teveel belasting?” 

Tip. Twijfelt u of er sprake is van winst uit onderneming? Lees dan op de website van de Belastingdienst wanneer er hiervan sprake is, of informeer bij uw contactpersoon van BAA.

Wat speelde er bij het Gerechtshof?

Eerder oordeelde de rechter het volgende

Een gastouder (X) werd via gastouderbureaus gekoppeld aan vraagouders. De opbrengsten gaf X in haar aangifte Inkomstenbelasting aan als winst uit onderneming. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van winst uit onderneming.

De rechtbank wees er daarbij op dat er sprake was van continuïteit, dat er werd voldaan aan het duurzaamheidsvereiste en dat de werkzaamheden voldoende omvang hadden. Verder merkte de rechtbank nog op dat X debiteuren- en ondernemersrisico liep en dat X risico liep op inkomstenverlies, doordat zij bij ziekte, vakanties en absenties en anderszins niets verdiende.

Wat zegt nu het Hof?

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde echter anders en stelde dat deze gastouder géén winst uit onderneming genoot. Volgens het Hof vervulden de gastouderbureaus, waarmee X een bemiddelingsovereenkomst had, namelijk veel meer dan alleen een bemiddelende rol, namelijk:

  • X staat als gastouder onder een (wettelijk) permanent en scherp toezicht van de gastouderbureaus.
  • Een vraagouder heeft slechts recht op kinderopvangtoeslag als de opvang plaatsvindt door tussenkomst van een geregistreerd gastouderbureau.
  • X heeft geen zelfstandig declaratierecht.

Volgens het Hof was X dusdanig afhankelijk van haar opdrachtgevers (de gastouderbureaus) dat zij niet over de voor het ondernemerschap noodzakelijke zelfstandigheid beschikte.

Wat een gedoe

De Wet Kwo. Op grond van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wet Kwo) worden strikte eisen gesteld aan een gastouderbureau en in het verlengde hiervan de gastouder. Zo moet een gastouderbureau o.a.:

  • een pedagogisch beleidsplan opstellen voor de gastouder;
  • een risico inventarisatieplan voor de opvang bij de gastouder opstellen; en
  • een oudercommissie en een klachtencommissie instellen.

Dit soort verplichtingen hebben een grote invloed op de inhoud van de werkzaamheden en de wijze waarop deze door de gastouder verricht moeten worden.

Kinderopvangtoeslag. Een vraagouder heeft alleen recht op kinderopvangtoeslag als de opvang wordt geregeld door een geregistreerd gastouderbureau (zie art. 1.5 Wet Kwo). Het Gerechtshof stelt nu dat hierdoor de vraagouder dusdanig afhankelijk is van het gastouderbureau, dat de gastouder ten opzichte van het gastouderbureau over onvoldoende zelfstandigheid beschikt.

En dus? Gezien al deze regels concludeerde het Gerechtshof dat het gastouderbureau veel meer dan een bemiddelende rol had en er geen sprake was van zelfstandigheid van de gastouder.

Moet u zich als gastouder nu zorgen maken?

Het is zeker niet verkeerd om naar uw eigen situatie te kijken. De uitspraak van het Gerechtshof is een individuele zaak. Een zaak met eigen omstandigheden en eigen bewijsmateriaal. De uitspraak geldt dus niet zo maar voor elke gastouder. U heeft nu enkele opties:

  1. U doet gewoon over 2016 aangifte Inkomstenbelasting met winst uit onderneming en maakt gebruik van ondernemingsaftrek. U wacht hoe de Belastingdienst oordeelt.
  2. U wilt van tevoren zekerheid. U neemt contact op met uw adviseur en stapt samen naar de Belastingdienst om voor te leggen of er in uw situatie sprake is van winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden. U baseert uw aangifte dan hierop.
BAA ADVIES. De uitspraak van het Gerechtshof heeft het beoordelen of er sprake is van winst uit onderneming of van resultaat uit overige werkzaamheid behoorlijk moeilijk gemaakt. Neem contact op met uw adviseur van BAA om samen te bepalen hoe u hiermee om kunt/wilt gaan.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/gastouders-opgelet.jpg 206 300 Pieter van Lieshout https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Pieter van Lieshout2016-09-28 19:24:322021-12-09 19:27:19Gastouders opgelet! Raak de zelfstandigenaftrek niet kwijt

Categorieën

  • Vacatures (4)
  • Artikelen (285)

Laatste nieuws

  • Meer rust en zekerheid met financiële planning6 februari 2023 - 12:06
  • Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of voor onbepaalde tijd?6 februari 2023 - 08:50
  • Vergeet de (gewijzigde) renseigneringsverplichting niet!6 februari 2023 - 08:45
  • Lof der zotheid: het energiedebat in de Tweede Kamer31 januari 2023 - 14:17
  • Administratieve topperAdministratief toptalent16 januari 2023 - 09:16
  • Het DGA-loon vanaf 1 januari 20236 januari 2023 - 09:55
  • Pensioen voor zzp’ers/ondernemers in de nieuwe pensioenwet6 januari 2023 - 09:21
  • DGA arbeidsongeschikt in 2023: wat nu?6 januari 2023 - 09:15
  • Veiligstellen jubelton voor 2023 en 20245 december 2022 - 12:36
  • Een vakantieauto van de zaak: geen, enkele of dubbele bijtelling?5 december 2022 - 11:40

Wat mogen we voor u ontcijferen?

Heeft u een concrete vraag of wilt u gewoon eens met ons kennismaken?
Wij kijken uit naar uw mailtje of telefoontje!

In onze nieuwsbrief delen onze professionals kennis en inzicht. Zo blijven onze klanten voorlopen op de feiten.

0493 - 69 52 98 info@baa.nl
Inschrijven nieuwsbrief
lid van Noab

Postbus 122
5720 AC Asten
Julianastraat 2
5721 GL Asten

Algemene voorwaarden | Privacy statement & cookies | Disclaimer

Scroll naar bovenzijde