Btw-vrijstelling sport verruimd per 1 januari 2019
Leden van een sportorganisatie hoeven per 1 januari a.s. over verschillende diensten geen btw meer te betalen. Dit is voor hén voordelig, maar voor sommige organisaties kan dit (zeer) negatief uitpakken. Daarom komt er een subsidiepot om dit te compenseren.
Wat is er aan de hand?
In 2017 werd bekend dat de btw-vrijstelling voor sportorganisaties wordt aangepast. De huidige regeling houdt in dat sportclubs (en -stichtingen) op bepaalde diensten aan hun leden geen btw hoeven te heffen. Denk hierbij aan het lidmaatschap voor de voetbal- of hockeyvereniging. De gedachte hierachter is om de deelname aan sport te stimuleren.
Het hoogste gerechtshof, het Hof van Justitie van de EU, is van mening dat de btw-vrijstelling óók moet gelden:
- voor diensten aan niet-leden. Bijv. als een sportvereniging de sportaccommodatie verhuurt aan een andere sportvereniging; en
- voor de algemene terbeschikkingstelling van sportaccommodaties.
Deze regeling wordt per 1 januari 2019 opgenomen in de btw-wetgeving.
Financieel nadeel bij ter beschikking stellen van sportaccommodatie
De nieuwe wetgeving leidt bij veel sportverenigingen tot een financieel nadeel, met name bij sportorganisaties met een sportaccommodatie. Op dit moment is op het ter beschikking stellen van een sportaccommodatie het verlaagde btw-tarief van 6% van toepassing. De voorbelasting (de btw op de kosten van de investering in de accommodatie) is dan aftrekbaar in de btw-aangifte.
Doordat het ter beschikking stellen van een sportaccommodatie per 1 januari 2019 is vrijgesteld van btw, zal ook de aftrek van de voorbelasting niet langer terug te vragen zijn. Dit betekent dat de kosten voor de sportverenigingen zullen toenemen.
De Nederlandse regering vindt dit negatieve effect ongewenst
Ondanks het vrijwillige lidmaatschap van de EU en het respecteren van de EU-wetgeving, heeft de regering een alternatief bedacht. Het komt erop neer dat de EU-wetgeving (verruiming btw-vrijstelling) wel wordt doorgevoerd, maar dat er tevens een regeling wordt bedacht om de ‘verplichte’ wetgeving teniet te doen.
Er komt een subsidiepot van € 87 miljoen
In de Staatscourant is een subsidiepot van € 87 miljoen aangekondigd die beschikbaar is per 1 januari 2019. De subsidiepot is bedoeld voor het stimuleren en in standhouden van sportaccommodaties, het beheer ervan en de aanschaf en onderhoud van sportmaterialen.
Deze subsidie zou een restitutie moeten betekenen van ongeveer 20% van de investering. Dit compenseert de toekomstige investeringen en onderhoudskosten die belast zullen zijn met niet-aftrekbare 21% btw.
De voorwaarden van deze subsidie
Om voor de subsidie in aanmerking te komen moet u aan een aantal voorwaarden voldoen:
- de activiteiten (begin investeringen) dienen te beginnen vanaf 1 januari 2019;
- de subsidie bedraag ten hoogste 20% van de investering inclusief btw;
- de subsidieaanvraag moet minimaal € 5.000 zijn (bij investering van € 25.000);
- de subsidieaanvraag bedraagt maximaal € 2.500.000 per kalenderjaar; en
- de subsidie geldt maximaal drie jaar.
De subsidie kan per 2 januari 2019 digitaal worden aangevraagd onder het motto: wie het eerst komt …
Extra aanvullende subsidie
Er is ook een aanvullende subsidie beschikbaar vanaf 1 januari 2019 voor energiebesparing en toegankelijkheid van de accommodatie. Denk hierbij aan LED-verlichting op sportvelden of een speciale lift voor gehandicapten om de accommodatie te betreden. De subsidie is 15% van het investeringsbedrag inclusief btw.
Herzieningsregeling
Voor sportverenigingen die investeringen in 2018 en eerdere jaren hebben gedaan, loopt de herzieningsperiode mogelijk nog. Dit betekent dat de btw die in het jaar van investeren is teruggevraagd, nu opnieuw per jaar beoordeeld moet worden. Stel, uw sportvereniging deed dit jaar een investering in een nieuwe kantine. Dan dient de teruggevraagde btw in de volgende 9 jaren te worden herzien. In het slechtste geval zal de btw nagenoeg geheel terugbetaald moeten worden.
Diverse sportorganisaties zijn in overleg getreden met het Ministerie van Financiën en WVS om een overgangsregeling te creëren. Dit om ervoor te zorgen dat sportverenigingen die in de afgelopen 10 jaar al een investering hebben gedaan, geen onoverkomelijk nadeel te laten ondervinden. Het zou voor veel (en misschien wel alle) sportverenigingen een financiële strop zijn als er geen compensatieregeling wordt getroffen. Op Prinsjesdag zal de definitieve regeling bekend worden gemaakt.
BAA ADVIES. Omdat sportorganisaties straks geen voorbelasting meer kunnen aftrekken, kan dat kan leiden tot een extra grote kostenpost. Er komt een flinke subsidiepot, maar helaas is er nog geen overgangsregeling voor investeringen die al voor 2018 zijn gedaan. Investeert u dit jaar nog of wacht u beter tot 2019? Vraag uw BAA-contactpersoon wat de gevolgen en de beste keuzes zijn. |