De bedrijfsopvolgingsregeling en de doorschuifregeling vanaf 2025

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) zijn belangrijke fiscale faciliteiten bij het schenken of vererven van een bedrijf. Een aantal zaken hieromtrent zijn dit jaar al gewijzigd, maar vanaf 2025 volgen er nog meer wijzigingen.

De BOR- en DSR-faciliteiten betreffen een forse vrijstelling en een doorschuiving van te betalen belasting, op voorwaarde dat het bedrijf wordt voortgezet. Zoals we eerder berichtten zijn de BOR en de DSR met ingang van 1 januari 2024 op een aantal punten aangepast. Vanaf 1 januari 2025 volgen nog een aantal aanpassingen.

Vrijstelling wordt aangepast

Bij het schenken of het vererven van een onderneming is schenk- of erfbelasting verschuldigd over de waarde van de onderneming. In de wet is echter een vrijstelling opgenomen. Is de waarde van de onderneming maximaal € 1.325.253 (2024) dan is de verkrijging geheel vrijgesteld. Voor het meerdere geldt een vrijstelling van 83%. Vanaf 2025 geldt een gehele vrijstelling tot een waarde van € 1.500.000 en voor het meerdere 75%.

De doelmatigheidsmarge wordt afgeschaft

De BOR geldt alleen voor ondernemingsvermogen en niet voor beleggingsvermogen. Tot 2025 mag echter rekening worden gehouden met een doelmatigheidsmarge van 5%. Dit houdt in dat 5% van het beleggingsvermogen kan worden aangemerkt als ondernemingsvermogen. Deze doelmatigheidsmarge zal voor onder de vennootschapsbelasting vallende rechtspersonen met ingang van 1 januari 2025 worden afgeschaft. Later zal de doelmatigheidsmarge ook voor de bedrijfsopvolgingsregeling in de inkomstenbelasting worden afgeschaft.

Tip. Bent u voornemens om aandelen in een BV die naast een onderneming ook veel belegginsvermogen heeft, te schenken, dan kan het dus interessant zijn om dat in 2024 in plaats van 2025 te doen.

Splitsen bij gemengd gebruik

Worden bedrijfsmiddelen zowel in de onderneming als voor privé gebruikt, dan komen deze bedrijfsmiddelen vanaf 1 januari 2025 niet meer volledig in aanmerking voor de BOR. Het gaat hier overigens alleen over bedrijfsmiddelen met een waarde van meer dan € 100.000.

Voorbeeld. Stel, u heeft een zakelijke auto van € 120.000 die u voor 50% zakelijk gebruikt en voor 50% privé. Dan komt 50% van de waarde in aanmerking voor de BOR. Bij deze maatregel geldt een drempel van 10%. Gebruikt u de auto maar voor 5% in privé, dan komt de hele auto in aanmerking voor de BOR.

Dienstbetrekkingseis komt te vervallen

Schenkt een aanmerkelijkbelanghouder aandelen in zijn B.V. dan is hij onder voorwaarden geen belasting verschuldigd (DSR). De verschuldigde belasting wordt doorgeschoven naar de verkrijger. Tot 2025 geldt de eis dat de verkrijger minimaal 36 maanden voorafgaand aan de schenking in dienstbetrekking van de onderneming (of dochteronderneming) moet zijn geweest. Vanaf 1 januari 2025 komt deze 36 maanden eis te vervallen.

Minimumleeftijd wordt 21 jaar

Vanaf 1 januari 2025 moet de verkrijger voor de BOR en de DSR minimaal 21 jaar oud zijn. De wetgever probeert hiermee oneigenlijk gebruik tegen te gaan zoals het schenken van een onderneming aan hele jonge (klein)kinderen. Ingeval van overlijden geldt deze minimumleeftijd overigens niet.

Ook wijzigingen in 2026

De BOR en de DSR zullen in 2026 verder wijzigen. Zo wil de wetgever een aantal maatregelen invoeren om specifieke constructies tegen te gaan. Denk bijvoorbeeld aan oudere mensen die op hoge leeftijd een onderneming beginnen waarbij privévermogen wordt omgezet naar ondernemingsvermogen om vervolgens de onderneming onder de BOR zonder belastingheffing te schenken aan de (klein)kinderen. Ook wel de rollatorinvesteringen genoemd.

Ook zal vanaf 2026 de bezits- en voortzettingseis wijzigen. De regeling dat een erflater of schenker de aandelen in zijn bezit heeft of dat de verkrijger de onderneming moet voortzetten zullen worden versoepeld.

BAA ADVIES. Bent u voornemens om aandelen in uw onderneming te schenken, dan is het slim om vroegtijdig rekening te houden met alle komende wijzigingen in de BOR en DSR. Bespreek met uw adviseur wat de mogelijkheden zijn en wat fiscaal het beste moment is.