Geen premie Zvw bij omzetting stakingswinst in een lijfrente?
Heeft u in het verleden een stakingswinst omgezet in een lijfrente? Dan opgelet! Want wellicht heeft u te veel bijdrage voor de Zorgverzekeringswet betaald.
Over stakingswinst Zvw verschuldigd?
De pensioenpremie die een werknemer (of een werkgever voor haar werknemer) betaalt, wordt niet tot het loon gerekend en hierover is ook geen premie Zvw verschuldigd.
Als u als ondernemer echter spaart voor uw oude dag, door uw stakingswinst om te zetten in een lijfrente, dan wordt er geen rekening gehouden met de aftrek voor inkomensvoorzieningen en valt de stakingswinst volledig in de heffing voor de Zvw.
Ongelijke behandeling werknemer en ondernemer
Hierdoor ontstaat er een ongelijke behandeling. Zeker als voor u als ondernemer bij het daadwerkelijk uitkeren van de lijfrente nogmaals Zvw wordt berekend over de uitkering.
Het Hof en de Hoge Raad braken zich hierover het hoofd
Wat speelde er? Een ondernemer staakte in 2014 zijn onderneming. Bij deze staking werd een stakingswinst behaald die volledig bestond uit de vrijval van de opgebouwde fiscale oudedagsreserve (FOR). Op grond van de wet kon de ondernemer deze stakingswinst onder voorwaarden omzetten in een lijfrente. De storting in de lijfrente werd gezien als uitgaven voor inkomensvoorzieningen en was aftrekbaar in de aangifte inkomstenbelasting.
Aanslag Zvw. De inspecteur van de Belastingdienst heeft een aanslag Zorgverzekeringswet (Zvw) opgelegd zónder rekening te houden met de aftrek van uitgaven voor inkomensvoorzieningen.
Wat vond het Hof hiervan?
Het Hof heeft geoordeeld dat ondernemers die zelfstandig pensioen opbouwen door middel van omzetting van een stakingswinst in een lijfrente ongelijk worden behandeld ten opzichte van werknemers die pensioen opbouwen. Want bij werknemers verminderen de pensioenpremies wél het bijdrage-inkomen voor de Zvw en bij ondernemers niet.
Het Hof keek ook naar jurisprudentie onder de Zfw (de voorganger van de Zvw). Op basis hiervan besliste zij dat er géén rechtsherstel mogelijk is. Met andere woorden: er kan niets aan worden gedaan.
De Hoge Raad was het er niet helemaal mee eens
In zoverre eens met het Hof. De Hoge Raad stelde vast dat de wetgever verzekeringsplichtigen die als werknemer een pensioen opbouwen en als ondernemer een oudedagsvoorziening opbouwen door een fiscaal aftrekbare toevoeging aan de FOR, heeft beschouwd als gelijke gevallen.
Volgens de Hoge Raad is er dan ook sprake van een ongelijke behandeling tussen beide, als de omzetting van de stakingswinst in een lijfrente niet in aftrek kan worden gebracht op het bijdrage-inkomen voor de Zvw. In zoverre was de Hoge Raad het dus met het Hof eens.
Maar … Voor deze ongelijke behandeling bestaat, aldus de Hoge Raad, echter géén objectieve rechtvaardiging en daarom is dit in strijd is met de wet. Volgens de Hoge Raad is er dus wél rechtsherstel mogelijk en moet de betaalde uitgaven voor inkomensvoorzieningen in mindering komen op het bijdrage-inkomen voor de Zvw.
Dus?
De inspecteur had dus rekening moeten houden met de aftrek voor inkomensvoorzieningen waardoor de stakingswinst niet geheel in het bijdrage-inkomen voor de Zvw viel. De betreffende ondernemer is dus in het gelijk gesteld. Heeft of krijgt u met eenzelfde situatie te maken? Teken dan bezwaar aan middels een bezwaarschrift.
BAA ADVIES. Heeft u uw onderneming gestaakt en heeft u destijds de stakingswinst omgezet in een lijfrente? Controleer dan goed of de aftrek voor inkomensvoorzieningen is geaccepteerd door de Belastingdienst. Als dat niet het geval is, teken dan bezwaar aan middels ons model bezwaarschrift of neem contact met ons op. |