Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU)
Op 1 januari 2021 is de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen ingegaan. Die maakt een belastingvrije uitkering aan uw werknemer om vroegtijdig ‘op pensioen te gaan’ mogelijk.
Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen
Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen. In deze wet zijn maatregelen uit het Pensioenakkoord uitgewerkt met als doel werkgevers en werknemers meer ruimte te bieden om keuzes te maken ten aanzien van het pensioen. Per 1 januari 2021 is een van deze maatregelen voor vervroegde uittreding (RVU) gewijzigd.
Geen RVU-heffing van 52%. Het is nu mogelijk om als werkgever vertrekkende werknemers vanaf 36 maanden voor hun AOW-leeftijd maximaal € 1.847,- (cijfers 2021 – jaarlijks geïndexeerd) bruto per maand voor maximaal 36 maanden mee te geven, zónder dat daarover een RVU-heffing van 52% aan de fiscus moet worden betaald. Deze regeling is tijdelijk en geldt tot en met 2025. Deze regeling is bedoeld voor mensen voor wie het lastig is om gezond werkend de steeds hogere AOW-leeftijd te halen. Deze regeling mag echter ook gebruikt worden als u om welke reden dan ook afscheid van elkaar wilt nemen.
Voorwaarden vrijstelling Regelingen voor vervroegd uittreden (RVU’s)
Voor deze vrijstelling gelden de volgende voorwaarden en uitgangspunten:
- De regeling om eerder te stoppen met werken heeft betrekking op werknemers die binnen drie jaar hun AOW-gerechtigde leeftijd bereiken.
- Er geldt een maximumbedrag van € 1.847 bruto per maand zijnde € 22.164 per jaar voor de regeling. De hoogte van de jaarlijkse vrijstelling is gelijk aan de jaarlijkse netto AOW.
- Als het bedrag van de vertrekregeling hoger is dan de RVU-vrijstelling dan is over het ‘meerdere’ een RVU-heffing verschuldigd.’
Het UWV kijkt zeer kritisch naar alle aangeboden regelingen. De kans op acceptatie lijkt groter als maandelijkse vergoedingen worden afgesproken. De Handreiking voor uitvoering Regelingen voor vervroegd uittreden (RVU’s) kunt u hier downloaden.
De RVU in cao’s
Er wordt in steeds meer cao’s afspraken gemaakt over de RVU. In maart van dit jaar was dit voor 27% van de werknemers die onder een cao vielen. Eind juni van dit jaar was dit gestegen naar 35%. De regelingen zijn niet overal hetzelfde, soms is het erg concreet en soms gaat het om een plan. In de meerderheid van die cao’s staat dat de RVU alleen beschikbaar is voor werknemers in een bepaalde functie of met een minimumaantal dienstjaren. Vrijwel in alle cao’s wordt de RVU-uitkering gemaximeerd op de wettelijke fiscale jaargrens van €22.164. Parttimers krijgen een bedrag naar rato.
Hogere drempelvrijstelling
In de eerste vier maanden van 2021 ontvingen 1.447 uitdiensttredende werknemers – voornamelijk in de sector bouw of politie – voor het eerst een RVU-uitkering. Dat is nog niet erg veel. Het aantal uitkeringen zal de komende tijd toenemen als er meer (cao-)afspraken volgen of als het vrijgestelde bedrag wordt aangepast; voor veel werknemers is de uitkering nu te laag om eerder te kunnen stoppen met werken. Bepaalde branches pleiten daarom voor een hoger vrijgesteld bedrag.
BAA ADVIES. De komende vijf jaar kunt u samen met werknemers die binnen drie jaar voor hun AOW-leeftijd zitten een belastingvrije uitkering (RVU) overeenkomen van max. € 22.164 per jaar. Het is slim om van tevoren al een RVU-regeling uit te werken die past bij u en uw onderneming. |