Voorjaarsnota 2023: dit kunt u verwachten
Op 28 april jl. heeft Minister Kaag van Financiën de Voorjaarsnota 2023 naar de Tweede Kamer gestuurd. In augustus besluit het kabinet definitief welke maatregelen worden ingezet. Wat moet u nu al weten…
De voorjaarsnota 2023
Zoals u weet wordt er elk jaar in het voorjaar een begroting gemaakt: de voorjaarsnota. Vorig jaar besteedden we daar aandacht aan en ook dit jaar geven we u een samenvatting van een aantal belangrijke fiscale voorstellen die zijn gedaan en die wellicht voor u een rol kunnen (gaan) spelen.
Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en doorschuifregeling bij bedrijfsopvolging (DSR)
Het kabinet wil de BOR en de DSR verbeteren en zoveel mogelijk knelpunten wegnemen. De verwachte maatregelen zijn de volgende.
- Aan derden verhuurde onroerende zaken moeten vanaf 2024 standaard aangemerkt worden als beleggingsvermogen.
- De vrijstelling in de BOR wordt vanaf 2025 100% van de waarde going concern (is de normale waarde van de onderneming als deze gewoon wordt voortgezet) van de onderneming tot 1,5 miljoen euro (dit is nu 1,2 miljoen) en 70% over het meerdere aan ondernemingsvermogen (dit is nu 83%).
- De bedoeling is om de doelmatigheidsmarges in de BOR en in de DSR af te schaffen. Deze doelmatigheidsmarges zorgen er nu nog voor dat beleggingsvermogen tot 5% van het ondernemingsvermogen aangemerkt wordt als ondernemingsvermogen.
- Bedrijfsmiddelen die ook buiten de onderneming worden gebruikt, kwalificeren straks alleen nog voor het deel dat in de onderneming wordt gebruikt voor de BOR en de DSR.
- Alleen reguliere aandelen met een belang van 5% die volledig meedelen in de winstgerechtigheid en liquidatieopbrengst kunnen straks nog in aanmerking komen voor de BOR en de DSR.
- In bepaalde situaties worden de bezits- en voortzettingseis in de BOR versoepeld en de dienstbetrekkingseis wordt afgeschaft.
- Constructies met de BOR (zoals dubbel gebruik van de BOR en oneigenlijk gebruik van de BOR door constructies met personen op hoge leeftijd) worden aangepakt.
Deze maatregelen worden later, naar verwachting in juni van dit jaar, uitgebreider toegelicht. Al met al: heeft u plannen voor bedrijfsopvolging? Hou nu dan al rekening met de mogelijke aanpassingen.
Aanpassing in box 3 vanaf 2023
Zoals we vorige maand al meldden, wil het kabinet vanaf 2023 een aantal aanpassingen in box 3 realiseren.
- Heeft u een aandeel in het vermogen van een VvE dan wordt dat in de categorie banktegoeden geplaatst (in plaats van in de categorie overige bezittingen tegen een veel hoger forfait van 6,17% in 2023).
- Ook een aandeel in het vermogen op een derdenrekening bij een notaris wordt in de categorie banktegoeden geplaatst in plaats van in de categorie overige bezittingen.
- Defiscaliseren van onderlinge vorderingen en schulden tussen fiscale partners die in een gezamenlijke aangifte inkomstenbelasting opgenomen zouden moeten worden. Datzelfde geldt voor onderlinge vorderingen en schulden tussen ouders en een minderjarig kind in situaties waarin het inkomen van het minderjarige kind aan de ouders wordt toegerekend. Defiscaliseren is het niet meer betrekken in de belastingheffing; een bepaalde post is dan niet meer aftrekbaar, maar wordt ook niet meer belast.
- Het was de bedoeling van het kabinet om vanaf 2026 het box 3 vermogen tegen het werkelijke rendement te belasten. Dit is uitgesteld naar op zijn vroegst 2027.
Verruiming herinvesteringsreserve (HIR) bij stoppersregelingen
Als een HIR is gevormd dan kan deze later (binnen 3 jaar en volgens bepaalde voorwaarden) worden afgeboekt op de aanschaf van een nieuw bedrijfsmiddel. Voor het toepassen van een HIR bij een gedeeltelijke staking van een onderneming door overheidsingrijpen gelden nu al soepelere voorwaarden. De bedoeling is om deze soepelere voorwaarden per 2024 te verruimen, zodat de HIR ook toegankelijker wordt voor bijvoorbeeld stoppende agrariërs.
Afschaffen betalingskorting inkomstenbelasting
Als een voorlopige aanslag gedurende het lopende jaar in een keer wordt betaald, kan in de inkomstenbelasting een betalingskorting worden ontvangen. Voor de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting is deze betalingskorting vanaf 2023 al afgeschaft. De bedoeling is om vanaf 2024 deze betalingskorting ook voor de inkomstenbelasting af te schaffen.
Afschaffing of versobering laag btw-tarief
Het lage btw-tarief voor bepaalde producten/diensten wordt door het kabinet onder de loep genomen. In het bijzonder wordt gekeken naar het 9% btw-tarief in de sierteelt, arbeidsintensieve diensten (zoals schilders, kappers en schoenmakers), cultuur (zoals boeken, musea en bioscopen) en logies (zoals hotels en campings). Het kabinet beslist vóór Prinsjesdag 2023 welke vervolgstappen het neemt.
Overige fiscale maatregelen
- Het STAP-budget moet vanaf 2024 worden afgeschaft.
- De loonkostenvoordelen voor ouderen moeten per 1 januari 2026 worden afgeschaft.
- Het aftrekpercentage van de Energie-investeringsaftrek (EIA) en het maximale investeringsbedrag moet vanaf 2024 structureel worden verlaagd.
- Bij culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve of vermakelijkheidsdiensten die virtueel worden verricht is vanaf 2025 de btw verschuldigd in de staat van de woon- of vestigingsplaats van de afnemer.
- Het is de bedoeling dat het kabinet in juni 2023 met voorstellen komt om een aantal bijzondere regelingen in de motorrijtuigenbelasting (MRB) en in de belasting personenauto’s en motorrijwielen (BPM) te beëindigen of te versoberen.
BAA ADVIES. In de voorjaarsnota staan dit jaar voorstellen voor 2023 en later. Of deze ook daadwerkelijk worden omgezet naar wetgeving is nog niet duidelijk. Wij adviseren u om er tóch al kennis van te nemen en om er eventueel al rekening mee te houden. Desgewenst in overleg met ons. |