In 2011 of 2012 erfbelasting betaald? Dan krijgt u wellicht geld terug!
Uit onderzoek blijkt dat er erfgenamen zijn die in 2011 of 2012 te veel erfbelasting hebben betaald. Valt u binnen deze groep? Dan kunt u belasting terugkrijgen! Wat speelt er en hoe krijgt u deze erfbelasting terug?
Eerst even terug in de tijd
Tot 2001. Het splitsen van het vruchtgebruik en de blote eigendom van de ouderlijke woning tussen ouders en kinderen was een instrument dat tot het jaar 2001 regelmatig werd geadviseerd om erfbelasting te besparen. We schreven daar al eerder over. Lees ook het artikel “Oude afspraak over vruchtgebruik en blote eigendom repareren”.
2001. Door de gewijzigde wetgeving in 2001 werd deze constructie al een stuk minder aantrekkelijker. Zowel blote eigendom als vruchtgebruik dienden te worden aangegeven in Box III. Hierover waren dan zowel de blote eigenaar als de vruchtgebruiker belasting verschuldigd.
2010. Tot het jaar 2010 was het zo dat voor de kinderen sprake was van een onbelaste waardeaangroei van blote eigendom naar volle eigendom. Zo behield deze vorm van estateplanning nog iets van zijn aantrekkelijkheid. Door het besluit van de staatssecretaris van 6 januari 2011 viel deze waardestijging, voor overlijdens vanaf 1 januari 2010, nu volledig in de heffing van erfbelasting.
2012. Omdat dit in de gehele maatschappij als heel onrechtvaardig werd ervaren, heeft de staatssecretaris dit in een besluit van 4 april 2012 versoepeld. Hierin staat:
- dat alléén de waardestijging van de woning vanaf 1 januari 2010 tot de datum van overlijden onder de heffing van erfbelasting valt;
- de waardeaangroei van de woning tussen de akte van levering (splitsing blote eigendom en vruchtgebruik) en de datum van 1 januari 2010 valt dan geheel buiten de heffing,
- niet meer de vrije verkoopwaarde van de woning geldt als uitgangspunt maar de WOZ waarde van de woning
- als een aanslag erfbelasting onherroepelijk vaststaat, kan een belanghebbende verzoeken de overgangsregeling alsnog toe te passen en de aanslag ambtshalve te laten verminderen.
Dus wat speelt er nu?
Ambtshalve vermindering binnen 5 jaar. Zoals gezegd trad het besluit in werking per 4 april 2012. Het kende echter een terugwerkende kracht tot 1 januari 2010. Als een belanghebbende de overgangsregeling wil laten toepassen, dan kan dat middels het indienen van een verzoek om een ambtshalve vermindering. Dit dient formeel te geschieden binnen een termijn tot vijf jaar na de datum van overlijden van de erflater.
Onderzoek toont aan … Uit onderzoek blijkt dat in het jaar 2011 en 2012 aanslagen erfbelasting zijn opgelegd volgens het besluit van 6 januari 2011.
Dit betekent dat hierin de volledige waardeaangroei van de woning van de datum van akte tot de datum van overlijden in de heffing van erfbelasting is betrokken. Hierdoor is er door de erfgenamen te veel belasting betaald.
En zoals we hierboven al beschreven, kan deze teveel betaalde belasting door het indienen van een verzoek tot ambtshalve vermindering binnen 5 jaar bij de belastingdienst worden teruggevraagd.
Een rekenvoorbeeld
Aan de hand van een sterk vereenvoudigd voorbeeld zullen we bovenstaande trachten verduidelijken:
Het voorbeeld. Op 1 juli 2000 zetten de ouders (gehuwd in gemeenschap van goederen) het huis op naam van hun enig kind. Ze behielden zelf het vruchtgebruik.
• Waarde van de woning: | € 300.000 |
• Waarde vruchtgebruik: | € 180.000 |
• Waarde blote eigendom: | € 120.000 |
Op 1 juli 2011 zijn vader en moeder ten gevolge van een noodlottig ongeval overleden:
De WOZ-waarde van de woning in het jaar 2000 bedroeg € 300.000 |
De WOZ-waarde van de woning in het jaar 2010 bedroeg € 425.000 |
De WOZ-waarde van de woning in het jaar 2011 bedroeg € 400.000 |
Belaste waarde. De belaste waarde voor de te betalen erfbelasting op basis van het besluit van 6 januari 2011 was de volgende:
WOZ-waarde in 2000 | € 300.000 + |
Bij: waardestijging woning tussen 2000 en 2011 | € 100.000 + |
Af: betaald voor aankoop blote eigendom | € 120.000 – |
Af: rentederving 6% x 11 jaar x € 120.000,- = | € 79.200 – |
Belaste waarde voor de aangifte erfbelasting: | € 200.800 |
Dit had het moeten zijn. Op basis de versoepeling in het besluit van 4 april 2012 is de belaste waarde voor de heffing van de erfbelasting echter de volgende:
WOZ-waarde in 2000 | € 300.000 + |
Bij: waardestijging woning tussen 2010 en 2011 | € 0 + |
Af: betaalde blote eigendom | € 120.000 – |
Af: rentederving 6% x 11 jaar x € 120.000,- = | € 79.200 – |
Belaste waarde voor de aangifte erfbelasting: | € 100.800 |
Het gevolg. Al met al leidt dit tot een lagere waarde voor de erfbelasting van € 100.000 en daarmede een lagere aanslag successierecht van minimaal € 10.000 (uitgaande van een tarief van 10%).
Maar opgelet; u krijgt het niet vanzelf
Omdat de staatssecretaris in het besluit van 4 april 2012 aangeeft dat de Belastingdienst niet uit eigener beweging de reeds onherroepelijk vaststaande aanslagen dient aan te passen, dient het initiatief te worden genomen door belanghebbenden. Bent u zo’n belanghebbende, dan moet u dus zelf om ambtshalve vermindering vragen.
BAA ADVIES. Heeft u in 2011 of 2012 geërfd, erfbelasting betaald en was er sprake van een constructie van blote eigendom en vruchtgebruik van een woning van voor 2010? Dan hoeft de waardestijging van deze woning tussen 2010 en de datum van overlijden niet meegeteld te worden bij de te belaste waarde voor de erfbelasting. Vermoed u dat u ook te veel erfbelasting heeft betaald, raadpleeg dan uw contactpersoon bij BAA. Samen kunt u dan beoordelen of het indienen van een verzoek tot ambtshalve vermindering zinvol is. |