Worden verkopers via Marktplaats nu ondernemer?
Online verkoopplatformen zoals Marktplaats moeten de verkoopgegevens gaan doorgeven aan de Belastingdienst. Wat kan dat voor gevolgen hebben voor degenen die met regelmaat iets verkopen via dit soort platforms?
Belastingdienst pikt een graantje mee
Met ingang van het belastingjaar 2023 worden internetplatforms wettelijk verplicht om hun verkoopgegevens te delen met de nationale belastingdiensten. Een en ander is het gevolg van Europese regelgeving: de zogenaamde DAC7 richtlijn. Voorbeelden hiervan in Nederland zijn Marktplaats, Vinted en Airbnb. De Belastingdienst wil dus een graantje meepikken als mensen via dergelijke platforms een lucratief handeltje opzetten. Omdat de wetgeving ingaat per 2023 is dit nu relevant voor de aangiften die komende maanden moeten worden ingevuld.
Hoe controleert de Belastingdienst?
De Belastingdienst ontvangt de gegevens van de online marktplaatsen als een belastingplichtige meer dan 30 verkopen doet in een jaar of als iemand voor meer dan € 2.000 goederen verkoopt via één van deze sites.
Bij het verhuren van onroerend goed (bijvoorbeeld via Airbnb), bij de handel in vervoermiddelen (Autotrack, AutoScout24, Autotrader e.d.) en bij het verrichten van persoonlijke diensten, moet élke transactie gedeeld worden met de Belastingdienst.
Moeten nu alle verkopen worden opgegeven?
Een en ander hoeft niet direct te leiden tot een aanslag maar als de belastingplichtige géén melding maakt van deze inkomsten, bestaat de gerede kans dat de Belastingdienst een vragenbrief gaat sturen waarin om meer uitleg wordt gevraagd.
Het is natuurlijk heel goed mogelijk dat iemand eenmalig zijn auto, die hij voor € 15.000 heeft gekocht, voor € 10.000 verkoopt. Dat wordt dan uiteraard niet aangemerkt als inkomen en hoeft dat ook niet te worden vermeld in de aangifte.
Als hobby mogen ook dingen verkocht worden, maar als de omvang dusdanig wordt dat er winst wordt gemaakt, moet dat wel worden opgegeven als resultaat uit overige werkzaamheden of als winst uit onderneming.
Wanneer is er sprake van winst uit onderneming?
In de Wet Inkomstenbelasting is geen definitie terug te vinden van het begrip onderneming. Dit is via rechtspraak tot stand gekomen en hiervoor gelden de volgende criteria:
- er moet sprake zijn van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid;
- er wordt deelgenomen aan het maatschappelijk verkeer;
- er wordt winst beoogd en deze winst is ook redelijkerwijze te verwachten.
Bij het beoordelen hiervan let de Belastingdienst erop:
- of u winst maakt (bij alleen een kleine winst is het niet aannemelijk dat er sprake is van een onderneming);
- hoe zelfstandig uw onderneming is (als anderen bepalen hoe u de werkzaamheden uitvoert, is er geen sprake van een onderneming);
- of u over kapitaal beschikt (om bijvoorbeeld reclame te maken, mensen in te huren, verzekeringen te betalen, enz.);
- hoeveel tijd u in de werkzaamheden steekt (veel tijd en weinig rendement leidt niet tot een onderneming);
- het aantal opdrachtgevers ( hoe meer opdrachtgevers, hoe meer zelfstandigheid en hoe groter de kans op een onderneming);
- wat de bekendheid naar buiten is (als u reclame maakt, een eigen internetsite en briefpapier heeft, duidt dit op het hebben van een onderneming);
- of u ondernemersrisico loopt (bijvoorbeeld als opdrachtgevers niet betalen);
- u aansprakelijk bent voor schulden van de onderneming (duidt op ondernemerschap).
Bent u geen ondernemer voor de inkomstenbelasting omdat u niet voldoet aan bovenstaande criteria, maar maakt u met uw activiteiten wel winst, dan moet dit resultaat in de aangifte inkomstenbelasting worden opgegeven als inkomsten uit overig werk.
Kosten zijn altijd aftrekbaar
Zo gauw de activiteiten de hobbysfeer overstijgen, moeten de inkomsten worden opgegeven in de IB-aangifte. Vanzelfsprekend mogen op deze inkomsten de gemaakte kosten (inkoop, advertentiekosten, enz.) in mindering worden gebracht, zodat het nettoresultaat als inkomen telt. Het is wel van belang dat de kosten kunnen worden gestaafd met bewijsstukken zoals facturen, bonnetjes, enz.
Dus?
De Belastingdienst is op de hoogte van de verkopen via online marktplaatsen. Overstijgen de activiteiten de hobby-sfeer dan moet de winst hieruit worden aangegeven als overige inkomsten. Wordt voldaan aan de criteria voor winst uit onderneming, dan moet men zich als ondernemer inschrijven bij de Kamer van Koophandel Het voordeel hiervan is dat van het nettoresultaat 14% (in 2023) onbelast is. Dit is de zogenaamde MKB-winstvrijstelling. Als de activiteiten meer dan 1.225 uur per jaar opslokken, kan men ook gebruik maken van de zelfstandigenaftrek (€ 5.030 in 2023) en de eerste drie jaren van het bestaan van de onderneming van de startersaftrek (vast bedrag van € 2.123). Dit zijn extra aftrekposten op het resultaat van de onderneming.
Het kan echter ook zijn dat de Belastingdienst de marktplaatsverkoper niet als ondernemer ziet. Meer zekerheid hierover kan worden verkregen door de Ondernemerscheck op de site van de Belastingdienst te doen.
Voorbeeld
Minke koopt tweedehands kleding in en verkoopt dat via Vinted. In 2023 was de omzet € 15.000. De inkoopwaarde van deze kleding bedroeg € 9.000 en de overige kosten waren € 500. Het nettoresultaat van Minke was dus € 5.500 Als overig inkomen komt dit bij haar looninkomen. Als dit looninkomen € 44.500 is, wordt haar totale belastbare inkomen € 50.000. Hierover is Minke € 12.450 loonbelasting/inkomstenbelasting verschuldigd.
Als Minke zich inschrijft bij de Kamer van Koophandel wordt het resultaat van de onderneming € 5.500 – 14% = € 4.730. Haar totale inkomen wordt dan € 49.230. Hierover is Minke € 12.150 loonbelasting/inkomstenbelasting verschuldigd. Een voordeel van € 300.
BAA ADVIES. De Belastingdienst krijgt vanaf 2023 verkoopinformatie van de online marktplaatsen. Hobby-inkomsten hoeven niet te worden opgegeven. Moeten er wel extra inkomsten worden opgegeven, dan kan winst uit onderneming gunstiger zijn dan inkomsten uit overige werkzaamheden; de Ondernemerscheck brengt uitkomst. |