Wet Tegenbewijsregeling box 3 aangenomen
We hebben er al diverse artikelen aan gewijd: de rendementsproblematiek box 3 en de daarmee samenhangende belasting. Ten gevolge van het Kerstarrest van 2021 en de uitspraken van de Hoge Raad in juni 2024 was het kabinet aan zet.
Wetsvoorstel tegenbewijsregeling box 3 aangenomen
Op 12 juni 2025 is het wetsvoorstel Wet tegenbewijsregeling box 3 met meerderheid van stemmen aangenomen in de Tweede Kamer. Na de Tweede Kamer heeft de Eerste Kamer op dinsdag 8 juli ook ingestemd met het wetsvoorstel. Door de aanname van dit wetsvoorstel krijgen belastingplichtigen de mogelijkheid om aan te tonen dat hun werkelijke rendement op vermogen lager is dan het forfaitaire rendement dat standaard in box 3 wordt gehanteerd. Als dat lukt, wordt de belastingheffing gebaseerd op het lagere, werkelijke rendement.
Hoe wordt het werkelijk rendement bepaald?
In eerdere artikelen zijn we al uitvoerig ingegaan op de manier waarop het werkelijk rendement bepaald moet worden. De hoofdlijnen zijn:
- Er wordt gekeken naar de in een desbetreffend jaar daadwerkelijk ontvangen rente, dividend, huur en andere inkomsten uit vermogen.
- De kosten die hiermee samenhangen, met uitzondering van betaalde rente, zijn niet aftrekbaar.
- Met ongerealiseerde waardemutaties van beleggingen en onroerend goed dient rekening te worden gehouden (voor woningen is de WOZ-waarde bepalend).
- Het voordeel van het eigen gebruik van de (vakantie)woning in box 3 is nihil.
- Er mag geen rekening worden gehouden met heffingsvrij vermogen en correcties voor inflatie.
- Het werkelijk rendement over het gehele box 3-vermogen moet per kalenderjaar berekend worden en er mag geen rekening worden gehouden met verliescompensatie.
- Formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR)
De Belastingdienst zal in de loop van juli het formulier (OWR) beschikbaar stellen. Dit formulier moet worden gebruikt om het werkelijk rendement door te geven.
Rekenvoorbeelden. Vooruitlopende hierop heeft de Belastingdienst een aantal rekenvoorbeelden op de site geplaatst.
- Rekenvoorbeelden 2021
- Rekenvoorbeelden 2022
- Rekenvoorbeelden 2023
- Rekenvoorbeelden 2024
- Rekenvoorbeelden 2025
Daarmee kunt u beoordelen of het zinvol is om te zijner tijd het echte OWR-formulier in te vullen. Het betreft de volgende rekenvoorbeelden:
- belastingplichtigen zonder fiscale partner:
• met alleen spaargeld;
• met spaargeld én beleggingen. - belastingplichtigen met fiscaal partner:
• met alleen spaargeld;
• met spaargeld én aandelen;
• met spaargeld, beleggingen én een schuld;
• met spaargeld, beleggingen én een verhuurde woning;
• met spaargeld, beleggingen, een (vakantie) woning voor eigen gebruik in box 3 én een schuld in box 3.
Aan de hand van deze berekeningen kunt u vrij snel beoordelen of het zinvol is om te zijner tijd het OWR-formulier in te vullen. Blijkt hieruit dat het werkelijk rendement hoger is dan het forfaitair rendement heeft het opsturen van het OWR-formulier geen zin. De OWR-formulieren over de jaren 2021 tot en met 2024 worden vanaf juli verzonden aan de belastingplichtigen.
Binnen 12 weken insturen. Naar verwachting zullen er bijna 3,5 miljoen brieven worden verstuurd. Deze dienen binnen een periode van 12 weken na datum in de attentiebrief, te worden ingezonden naar de Belastingdienst. Maakt u gebruik van een fiscaal intermediair dan is de termijn 26 weken. Het is echter niet zo dat als het werkelijk rendement hoger is er dan een extra belastingaanslag volgt. Het forfaitair rendement blijft uitgangspunt, alleen bij een lager werkelijk rendement, kan een teruggave volgen, er hoeft nooit te worden bijbetaald.
Wanneer is het zinvol om het OWR-formulier in te sturen?
De staatssecretaris van Financiën heeft recent gemeld dat hij verwacht dat vanaf 2025 ongeveer 18% van alle belastingplichtigen gebruik zal gaan maken van de tegenbewijsregeling in box 3. Door de verhoging van het forfaitair rendement in 2026 zal dat percentage naar verwachting stijgen naar ongeveer 40%.
Als we kijken naar de ontwikkelingen op de rentemarkt, de effectenbeurs en de onroerend goed markt kunnen we het volgende vaststellen:
Rente op bank- en spaartegoeden. Voor 2021 en 2021 wordt uitgegaan van een forfaitair rendement van 0,01%. Voor 2023 is dat 0,92% en voor 2024 1,44%. Alleen voor 2023 en 2024 is het mogelijk het werkelijke rendement van banktegoeden lager is dan het forfaitair rendement.
Beleggingen. 2021, 2023 en 2024 waren over het algemeen goede jaren voor de beurs en de rendementen waren aanzienlijk. Het jaar 2022 daarentegen was een slecht beursjaar. Hierdoor zou het kunnen dat het forfaitair rendement over de beleggingen in 2022 hoger is dan het werkelijk rendement.
Onroerend goed. De onroerend goed markt is alle afgelopen jaren alleen maar gestegen. De gemiddelde ontwikkeling van de WOZ in 2021 tot en met 2024 laat stijgingen zien van tussen de 7 en 16%. De kans dat het forfaitair rendement lager is dan het werkelijke rendement in deze jaren is relatief klein; het insturen van een OWR-formulier is dan meestal ook niet zinvol.
Stappenplan
Mocht u tot de conclusie komen dat in uw specifieke situatie het werkelijk rendement lager is dan het forfaitair rendement, dan moet u de volgende stappen ondernemen.
Stap 1 – Verzamel bewijsstukken. Denk aan bankoverzichten, jaaropgaven van banken en verzekeringsmaatschappijen, WOZ-beschikkingen van woningen in box 3, jaaroverzichten van beleggingsportefeuilles etc. Hanteer hierbij de checklist van de Belastingdienst en de rekentool.
Stap 2 – Stuur het formulier OWR in. Vul dit formulier digitaal in en verzend dit naar de Belastingdienst.
Stap 3 – Overige gegevens. Als blijkt dat u niet al uw gegevens kwijt kunt in het OWR-formulier, stuur dan binnen een periode van 6 weken de aanvullende informatie naar de Belastingdienst.
Planning in de tijd
Vanaf juli 2025 zullen de zogenaamde attentiebrieven worden verzonden en zal het OWR-formulier online worden gezet. In het vierde kwartaal van 2025 zullen de definitieve aanslagen over de jaren 2021 tot en met 2024 worden opgelegd en in het tweede kwartaal van 2026 zijn de verminderingsbeschikkingen te verwachten voor belastingplichtigen van wie het werkelijk rendement inderdaad lager blijkt te zijn dan het forfaitair rendement.
BAA ADVIES. Stel vast welke bezittingen u in welke jaren in box 3 heeft en beoordeel aan de hand daarvan of het zinvol is om het OWR-formulier in te vullen. Mocht u tot de conclusie komen dat het in enig jaar wel voordeel oplevert, verzamel dan alle relevante gegevens, vul het formulier in en stuur het binnen 12 weken na datum attentiebrief in. Desgewenst controleren we samen met u of alle gegevens compleet zijn en dienen het OWR-formulier voor u in. |
