De Advocaat-Generaal adviseert de Hoge Raad over de belastingrente
In een eerder artikel meldden we al dat de Rechtbank heeft geoordeeld dat de belastingrente die de Belastingdienst hanteert te hoog is. De Advocaat-Generaal heeft hierover nu een advies uitgebracht. Hoe pakt dat uit?
Wat speelt er?
De Rechtbank Noord-Nederland stelde vorig jaar dat het gebruik van 8% belastingrente in strijd is met het evenredigheidsbeginsel en dat daar 4% moet gelden. Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris sprongcassatie ingesteld (is beroep instellen bij de Hoge Raad en het tussenliggende hoger beroep overslaan), waardoor de zaak nu direct bij de Hoge Raad ligt. In zaken bij de Hoge Raad geeft de Advocaat-Generaal vaak een niet-bindende conclusie waarin hij een juridisch advies formuleert op basis van de feiten en de relevante rechtsbeginselen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal
Op 26 september 2025 heeft de Advocaat-Generaal geconcludeerd (zie: uitspraak) dat het huidige belastingrentepercentage voor de vennootschapsbelasting niet kan worden gehandhaafd. Hij adviseert de Hoge Raad om dit percentage te verlagen en in ieder geval aan te sluiten bij de wettelijke niet-handelsrente, zoals opgenomen in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek.
De conclusie is als volgt…
- Het bedrag van 8% gaat verder dan strikt noodzakelijk om het nadeel van de Belastingdienst te compenseren.
- De motivering is gebrekkig: de nadelen voor belastingplichtigen zijn onvoldoende meegewogen of uitgewerkt.
- De verhoging was in redelijkheid niet te verdedigen, gegeven de willekeur en ongelijke lastendruk tussen belastingplichtigen.
- In de concrete casus behoort het rentepercentage vastgesteld te worden op 4%.
De Advocaat-Generaal suggereert de wettelijke niet-handelsrente als referentie. Voor recente jaren zou dat neer kunnen komen op bijvoorbeeld:
- 2022: 2%
- 2023: 6%
- 2024: 7%
- 2025: 6%
Als de Hoge Raad het advies van de Advocaat-Generaal volgt dan hebben bedrijven (met name vpb-plichtigen) over de jaren 2022 en 2023 recht op teruggave van te veel betaalde rente. Ook in 2024 en 2025 is de belastingrente hoger dan de wettelijke niet-handelsrente.
Wat nu?
Definitieve aanslag. Het is noodzakelijk dat er tijdig (binnen 6 weken na dagtekening van de belastingaanslag) bezwaar wordt aangetekend tegen de belastingrente die is opgenomen in een belastingaanslag. Bezwaar is echter alleen mogelijk bij een definitieve aanslag en het bezwaar zal dan in de massaal bezwaarprocedure worden meegenomen.
Voorlopige aanslag. Maar wat nu als de Belastingdienst bij een voorlopige aanslag al rekening houdt met belastingrente? In dit geval moet een verzoek tot herziening van de aanslag worden ingediend. Dit verzoek zal standaard door de Belastingdienst worden afgewezen, maar tegen deze afwijzing is bezwaar mogelijk. Als vervolgens bezwaar wordt aangetekend tegen de afwijzing dan zal dit bezwaar worden meegenomen in de massaal bezwaar procedure.
Andere belastingsoorten. De uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland betrof een zaak over de vennootschapsbelasting. De uitspraak van de Hoge Raad kan mogelijk ook gevolgen hebben voor andere belastingsoorten (omzetbelasting, overdrachtsbelasting, erfbelasting, inkomstenbelasting enz.).
BAA ADVIES. Of de Hoge Raad het advies van de Advocaat-Generaal volgt is niet zeker. Heeft u een belastingaanslag ontvangen, en heeft de Belastingdienst belastingrente in rekening gebracht? Teken dan toch tijdig bezwaar aan tegen deze aanslag of dien bij een voorlopige aanslag een verzoek tot herziening in. |
