De toekomst van de Youngtimer- en Oldtimerregeling
Het rapport Autobelastingplan 2022-2030 is opgesteld door een samenwerking van o.a. ANWB, BOVAG, RAI en Natuur en Milieu. Het bevat plannen om de overgang naar autoverkeer zonder uitstoot te stimuleren en dat deels te financieren door te stoppen met de Youngtimer- en Oldtimerregeling.
Rapport Autobelastingplan 2022-2030
Op 12 mei 2021 heeft de ANWB in samenwerking met onder andere de BOVAG, Natuur en Milieu en de RAI een rapport gepresenteerd met als titel ‘Autobelastingplan 2022-2030.’ Hierin worden de contouren geschetst om haalbaar en betaalbaar over te gaan naar autoverkeer zonder uitstoot. Dit om de gestelde klimaatdoelen (de EU Green Deal) te kunnen realiseren.
Een van de pijlers in dit plan is om de aanschaf van elektrische auto’s sterk te subsidiëren en om dit deels te financieren door te stoppen met de Youngtimerregeling en dat betekent waarschijnlijk ook het einde voor de Oldtimerregeling. Op basis van de huidige stand van zaken is de verwachte afschaffing per 1 januari 2026.
Wanneer geldt de Youngtimer- en wanneer de Oldtimerregeling?
Een auto op de zaak is voor veel ondernemers interessant. En zeker als de bijtelling voor het privégebruik kan worden beperkt. Een van de mogelijkheden hiervoor is de aanschaf van een oudere auto.
Er is sprake van een Youngtimer als de auto ouder is dan 15 jaar. Is de auto ouder dan 40 jaar, dan mag men spreken over een Oldtimer. Hierbij is de datum van 1e toelating zoals vermeld op het kentekenbewijs van belang.
Wat houdt de Youngtimer- Oldtimerregeling in?
Dit is een speciale regeling voor ondernemers (en werknemers) rondom de bijtelling voor het privégebruik van de auto. Voor 2023 moet voor de bijtelling van het privégebruik uit worden gegaan van 25%, 22% of 16% van de cataloguswaarde. Bij Youngtimers en Oldtimers is de bijtelling niet gebaseerd op de cataloguswaarde maar op de economische waarde (de marktwaarde van de auto). Het bijtellingspercentage over deze economische waarde bedraagt 35%.
Omdat er bij Youngtimers sprake is van oudere auto’s, is de marktwaarde lager dan de cataloguswaarde waardoor de bijtelling lager uitvalt. Die bijtelling zal ook ieder jaar lager worden omdat de marktwaarde ieder jaar lager wordt.
Bij Oldtimers is dat vaak niet het geval. De marktwaarde daarvan ligt vaak hoger dan de cataloguswaarde. Voor het op de zaak zetten van een Oldtimer zijn er dan ook meestal geen fiscale redenen.
Voorbeeld
Ondernemer Janssen kan in 2023 kiezen voor de aanschaf van één de onderstaande auto’s. Een 3 jaar oudere auto leidt tot een bijtelling die bijna € 11.000 lager is. (minder IB belasting ca € 4.700 max)
Auto | Bouwjaar | Cataloguswaarde | Marktwaarde | Bijtelling |
Audi A6 | 2010 | € 55.000 | € 9.000 | 25% cataloguswaarde € 13.750 |
Audi A6 | 2007 | € 55.000 | € 8.000 | 35% marktwaarde € 2.800 |
De bijtelling privégebruik voor de btw
In tegenstelling tot de regeling in de inkomstenbelasting is er bij de omzetbelasting geen sprake van een uitzonderingspositie voor Youngtimers en Oldtimers. Als deze auto’s op de zaak staan, dan geldt er voor de btw een bijtelling. Die is voor margeauto’s (hetgeen geldt voor de meeste Young- en Oldtimers) 1,5%; er is sprake van margeauto als die eenmalig of vaker van een particulier is geweest. Voor de Audi A6 uit het voorbeeld bedraagt de bijtelling voor de btw dus € 825.
Motorrijtuigenbelasting (mrb) en Young- en Oldtimers
Youngtimers en de mrb. Voor een Youngtimer is het bedrag van de mrb gelijk aan het bedrag van de belasting die moet worden betaald voor auto’s die jonger zijn dan 15 jaar.
Oldtimers en de mrb. Voor de Oldtimers is er sprake van een vrijstelling van motorrijtuigenbelasting. Deze vrijstelling is in december 2022 opnieuw in de Tweede Kamer aan de orde geweest. Groen Links, PvdA en Volt wilden de regeling per 2023 afschaffen. Dit amendement werd echter verworpen waardoor Oldtimers ook dit jaar vrijgesteld blijven van het betalen van motorrijtuigenbelasting.
Keuze voor Youngtimer of Oldtimer gebaseerd op fiscale motieven
Youngtimers zijn tussen de 15 en 30 jaar oud. Deze auto’s verkeren meestal nog in goede staat voor dagelijks gebruik. De bijtelling gaat over de marktwaarde en bedraagt 35% hiervan. Alle kosten zijn aftrekbaar van de winst.
Omdat de bijtelling wordt gerekend over de dagwaarde en de dagwaarde van echte Oldtimers vaak hoger is dan de cataloguswaarde, pakt deze regeling nadelig uit. Bij de aanschaf van een echte Oldtimer is het dus verstandig om een rittenadministratie bij te houden waaruit blijkt dat met de auto minder dan 500 km per jaar privé wordt gereden. Hierdoor kunnen alle autokosten worden afgetrokken en voorkomt men een hoge bijtelling.
Nadelen van Youngtimers en Oldtimers
Youngtimers en Oldtimers kennen uiteraard ook een aantal nadelen ten opzichte van moderne auto’s en die nadelen zult u bij uw keuzes mee moeten laten tellen. Die nadelen zijn o.a.:
- hogere onderhoudskosten;
- hoger verbruik;
- minder technologische ontwikkelingen;
- minder veilig; en
- minder milieuvriendelijk (milieueisen van sommige regio’s en steden).
BAA ADVIES. Door de aanschaf van een Youngtimer op de zaak kunt u fiscaal voordeel behalen. Maar opgelet: een Youngtimer rijden kent ook nadelen en naar grote waarschijnlijkheid zal de fiscale Youngtimerregeling per 1 januari 2026 komen te vervallen. |