Een vakantieauto van de zaak: geen, enkele of dubbele bijtelling?
Als werkgever kunt u een werknemer een vakantieauto aanbieden. Maar dat kan wel tot een bijtelling voor privégebruik leiden. Zelfs een dubbele bijtelling is mogelijk. Hoe zit dat?
Een vakantieauto?
Gedurende de vakantieperiode kan een werkgever een ‘vakantieauto’ ter beschikking stellen aan een werknemer. Bijvoorbeeld omdat de auto’s van de zaak toch stil staan, omdat de werknemer een elektrische auto van de zaak rijdt en in de vakantie vanwege het aantal kilometers een diesel- of benzineauto krijgt of gewoon een grotere auto zodat alle bagage mee kan of de caravan kan worden getrokken. Deze vakantieauto heeft in verschillende situaties gevolgen voor de bijtelling. De volgende situaties kunnen voorkomen:
- In de vakantieperiode twee auto’s ter beschikking.
- In de vakantieperiode één vervangende auto ter beschikking.
- Uitsluitend in de vakantieperiode een auto ter beschikking.
- Een vakantieauto aan de werknemer verhuren.
Bijtelling privégebruik voorkomen
Voordat we naar de situatie van de vakantieauto kijken, zetten we nog even de algemene regels voor de bijtelling op een rijtje. Zoals u weet geldt voor een auto van de zaak voor privégebruik een fiscale bijtelling over de cataloguswaarde. In 2022 en 2023 zijn er twee bijtellingstarieven: 16% bij 0 gr/km CO2-uitstoot en 22% bij overige CO2-uitstoot. Die bijtelling kan op twee manieren worden voorkomen.
- Minder dan 500 km privégebruik. Het meest voorkomende is een sluitende kilometeradministratie waaruit blijkt dat de werknemer minder dan 500 kilometer op jaarbasis met de ter beschikking gestelde auto privé rijdt.
- Geen privégebruik . Een andere oplossing om bijtelling te voorkomen is een ‘verklaring geen privégebruik’ afgegeven door de Belastingdienst’.
Situatie 1: tijdens vakantieperiode twee auto’s ter beschikking
Een werknemer heeft het gehele jaar een auto ter beschikking. Afhankelijk van de privékilometers (meer of minder dan 500km in een kalenderjaar) is er wel of geen bijtelling over de auto verschuldigd. Tijdens de vakantieperiode stelt de werkgever aan diezelfde werknemer nóg een auto ter beschikking. De werkgever moet het privégebruik dan per auto beoordelen. De bijtelling voor privégebruik moet dan op elke auto waarmee de werknemer privé rijdt worden toegepast. Het aantal kilometers moet daarbij worden omgerekend naar een heel kalenderjaar. Het is dus goed mogelijk dat er een dubbele bijtelling volgt.
Voorbeeld
Stel, werknemer X rijdt met een vakantieauto in de vakantieperiode gedurende heel augustus slechts 50 kilometer privé. Omgerekend naar een heel kalenderjaar is dit 12 x 50 = 600 kilometer. Dit privégebruik leidt dan toch tot een bijtelling over de cataloguswaarde van de auto voor de maand augustus.
Let op. De bijtelling blijft echter beperkt tot één auto als er in de huishouding van de werknemer slechts één rijbewijs aanwezig is. De auto met de hoogste bijtelling wordt dan meegenomen.
Situatie 2: tijdens vakantieperiode een vervangende auto
Als de auto van de zaak tijdens de vakantieperiode echter achter slot en grendel komt te staan en de werknemer kan deze dan dus niet meer gebruiken, dan leidt de vervangende vakantieauto van de zaak niet tot een dubbele bijtelling. Dat moet u wel schriftelijk vastleggen. Er geldt voor beide auto’s uiteraard wel een bijtelling naar gelang de tijd dat ze gebruikt worden.
Voorbeeld
Werknemer Y rijdt een elektrische auto van de zaak en betaalt hierover 16% bijtelling. In juli heeft Y niet de beschikking over de elektrische auto, maar krijgt een vervangende benzineauto waarmee hij op vakantie gaat en meer dan 500 kilometer rijdt. Dan geldt voor de maand juli een bijtelling van 22% over de cataloguswaarde van de benzineauto (één maand) en voor de overige maanden 16% voor de elektrische auto (11 maanden).
Situatie 3: alleen tijdens vakantieperiode een auto ter beschikking
Als een werknemer gedurende het jaar geen auto ter beschikking heeft en van de werkgever tijdens de vakantieperiode wel een auto ter beschikking krijgt, dan moeten de privékilometers worden omgerekend naar een heel kalenderjaar en bij meer dan 500 kilometer privégebruik volgt een bijtelling voor de periode van ter beschikkingstelling.
Situatie 4: vakantieauto aan de werknemer verhuren
Een creatieve oplossing zou kunnen zijn dat u de vakantieauto voor een zakelijke huurprijs aan de werknemer verhuurt. Je zou kunnen zeggen dat er dan geen sprake meer is van ter beschikkingstelling en dat er geen bijtelling hoeft te worden gerekend. Helaas heeft de rechter deze regeling eerder al afgeschoten. Een huurconstructie doorbreekt de ter beschikkingstelling niet en dus is er gewoon bijtelling van toepassing. De betaalde huursom kan echter wél als eigen bijdrage worden verrekend.
Dus wat te doen?
Speelde dit binnen uw onderneming en is dit in de loonheffing afgelopen zomer niet goed gegaan? Dan zult een correctie moeten doen in de aangifte loonheffing en dit moeten verwerken in de salarisstrook van de desbetreffende werknemer. Of dit doorgeven aan degene waar u de salarisadministratie aan heeft uitbesteed natuurlijk. Gaat dit nog spelen, dan is het slim om van tevoren al met de verschillende bijtellingsregels rekening te houden.
BAA ADVIES. Staan er twee auto’s van de zaak ter beschikking dan moet er in principe dubbelde bijtelling betaald worden. Gaat één auto in de vakantieperiode echter achter slot en grendel en heeft u hier duidelijke (schriftelijke) afspraken over gemaakt, dan kan een dubbele bijtelling worden voorkomen. |