Liquide middelen in uw onderneming tóch privévermogen?
Als u als ondernemer voor de inkomstenbelasting geld verdient, is dat in eerste instantie vermogen van de onderneming. Let dan op dat dit niet onbedoeld tot uw privévermogen gaat behoren.
Belangrijk: de vermogensetikettering
Met de zogenaamde vermogensetikettering kan worden bepaald of een vermogensbestanddeel, zoals een bedrijfspand, een machine, een auto, enz., zakelijk of privévermogen is.
Tussen 10 en 90% keuzevermogen. Uit rechtspraak kan worden afgeleid dat vermogensbestanddelen die tenminste 90% dienstbaar zijn aan de onderneming, verplicht tot het ondernemingsvermogen gerekend moeten worden. Vermogensbestanddelen die daarentegen voor minimaal 90% privé gebruikt worden, zijn verplicht privévermogen. Alles hiertussen is keuzevermogen. Dit houdt in dat u als IB-ondernemer mag kiezen of de vermogensbestanddelen ondernemings- of privévermogen zijn. De keuze kan worden gemaakt totdat over het jaar van de investering een definitieve aanslag Inkomstenbelasting is opgelegd.
Liquide middelen ook vermogensetikettering
Ook voor liquide middelen (geld op een bankrekening of beleggingen) is de vermogensetikettering van belang voor de fiscale behandeling in de inkomstenbelasting. De liquide middelen moeten namelijk een reële functie hebben of gaan vormen binnen de onderneming, om als ondernemingsvermogen te kunnen worden gezien. Is dit niet het geval dan wordt het als privévermogen beschouwd.
Uw werkkapitaal. Binnen een onderneming is er werkkapitaal nodig. Daarmee kunnen facturen worden voldaan, belastingen en salarissen worden betaald. Boven op het werkkapitaal kunnen er ook overtollige liquide middelen zijn.
Tijdelijke overtollige liquide middelen
Deze zijn bedrijfsgebonden en dus zakelijk, als deze binnen een termijn van één jaar worden aangewend binnen de onderneming. Denk hierbij aan investeringen, overnames of als buffer voor financieel mindere tijden. Er is dan sprake van tijdelijke overtolligheid. Ook het aanhouden van liquide middelen voor de aflossing van langlopende schulden vallen hieronder.
Blijvend overtollige liquide middelen
De andere kant van de medaille zijn de blijvend overtollige liquide middelen. Die liquide middelen hebben namelijk geen functie voor de IB-onderneming meer en zijn daarom verplicht privévermogen. Dat is niet alleen het geld op de bankrekening maar bijvoorbeeld ook liquide middelen die blijvend buiten de onderneming zijn belegd en liquide middelen voor het betalen van privéschulden bij de Belastingdienst van u als IB-ondernemer. De bewijsplicht ligt overigens bij de Belastingdienst.
Uitgeleende liquide middelen
Uitgeleend geld toch box 3-vermogen? Over liquide middelen die de IB-ondernemer heeft uitgeleend aan een derde heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan. De inspecteur van de Belastingdienst was van mening dat er geen sprake was van ondernemingsvermogen en dat de liquide middelen als verplicht privévermogen in box 3 meegenomen dienden te worden.
Of geen box 3-vermogen? Het Hof Amsterdam was van mening dat bij het uitlenen van geld door een IB-ondernemer aannemelijk moet zijn dat de lening is verstrekt voor doeleinden die niet vreemd zijn aan de onderneming. Met andere woorden, voor een zakelijke lening is het beslissend of er sprake is van een verstrekking binnen het kader van de normale uitoefening van de onderneming. Bijvoorbeeld als beleggen uw hoofdactiviteit is. Er is echter door het Hof Amsterdam een uitzondering mogelijk gemaakt: overtollige liquide middelen risicoloos beleggen. Een groenteboer die vanuit zijn onderneming geld leent aan een vriend voor de opstart van een bedrijf dat handelt in computers en de groenteboer heeft daar verder geen actieve rol in, zal de toets niet doorstaan.
Nadelige gevolgen privévermogen
Box 3 belasting. Over liquide middelen als ondernemingsvermogen hoeft u geen belasting te betalen. Over privévermogen in box 3 wel zoals u weet. Maar er kan sprake zijn van nog meer nadelen.
Minder FOR. Door het aanmerken van liquide middelen als privévermogen, betekent dit ook een verlaging van het ondernemingsvermogen op de balans van de onderneming. En dit kan ertoe leiden dat er minder kan worden ‘gedoteerd’ aan de fiscale oudedagsreserve (FOR). En dat is voor u dus fiscaal nadelig.
Verlies belegging in box 3. Als u in uw onderneming heeft belegd met overtollige liquide middelen en u leidt hierop verlies, dan kunt u deze verliezen niet in mindering brengen op de winst in de onderneming. Immers de beleggingen zijn verplicht privévermogen en het verlies valt in box 3.
Verschil in successiewet. Het aanhouden van blijvend overtollige liquide middelen kan ook gevolgen hebben voor de Successiewet. Hierin worden ondernemingsvermogen en beleggingsvermogen namelijk verschillende behandeld.
BAA ADVIES. U mag overtollige liquide middelen tijdelijk in uw onderneming laten als ze bedrijfsgebonden en zakelijk zijn. U moet deze middelen dan binnen één jaar binnen uw onderneming aanwenden. Denk aan investeren of aan een buffer voor financieel mindere tijden. Overtollige liquide middelen kunnen door de Belastingdienst tot uw privévermogen (box 3) gerekend worden; mogelijk met terugwerkende kracht. |