• Contact
  • Direct contact
    Stel uw vraag
BAA
  • Diensten
    • Financiële administratie
    • Salarisadministratie
    • Jaarrekening, controles en rapportage
    • HRM
    • Ondernemingsadvies
    • Fiscaal advies
  • Over BAA
    • Medewerkers
    • Werken bij BAA
    • Sponsoring
  • Kennis
    • Artikelen
    • Inschrijven nieuwsbrief
  • Menu Menu
U bevindt zich hier: Home1 / Schenken

Berichten

Schenken vlak voor overlijden? Voorkom een te hoge belastingheffing!

5 november 2021/in Artikelen /door Jasper Werts

Vlak voor het overlijden kan de wens ontstaan om nog snel een of enkele schenkingen te doen. Met een warme hand belastingvrij schenken, dus. De Belastingdienst steekt daar dan echter een fiscaal stokje voor.

Wanneer speelt dit?

Er is niemand die graag belasting betaalt en erf- en schenkbelasting is misschien wel het meest ongewenst. Een goede (estate) planning kan ervoor zorgen dat er zo min mogelijk belasting over vermogen betaald hoeft te worden. Maar een overlijden kan onverwachts roet in het eten gooien. De wetgever heeft namelijk de 180-dagenregeling in de wet opgenomen om dan toch nog een graantje mee te pikken. Dit kan zelfs een dubbele belastingheffing te gevolg hebben!

De 180-dagenregeling

Soms wil men vlak voor een naderend overlijden nog snel wat vermogen schenken aan de kinderen om zo de nalatenschap en dus de verschuldigde erfbelasting te verlagen. Dit was een veel voorkomende situatie en de wetgever heeft daarom als reparatie van de successiewet indertijd de 180-dagenregeling ingevoerd.

Er bestaat bij deze regeling géén mogelijkheid om tegenbewijs te leveren om aan te tonen dat de schenking is gedaan om andere redenen dan belastingbesparing. De schenking binnen deze 180 dagen moet dan bij de nalatenschap worden betrokken en wordt dus met erfbelasting belast.

Uitzondering 180-dagenregeling

Een uitzondering op de toepassing van de 180-dagenregeling is een schenking met een verhoogde vrijstelling. Dit zijn:

  • de eenmalig verhoogde vrijstelling: vrij te besteden bedrag aan kind tussen 18-40 jaar (€ 26.881 in 2021);
  • een dure studie: schenking aan een kind tussen 18-40 jaar (€ 55.996 in 2021);
  • de eigen woning: schenking aan iemand tussen 18 en 40 jaar (€ 105.302 in 2021).

Let op een dubbele belastingheffing

Schenkbelasting én erfbelasting. Over de schenking is schenkbelasting verschuldigd als het bedrag boven de vrijstelling uitkomt. Doordat de schenking binnen 180 voor het overlijden is gedaan, moet de schenking bovendien worden opgeteld bij hetgeen uit de erfenis wordt verkregen. Er is over de schenking dus alsnog erfbelasting verschuldigd. Dit betekent dat er over de schenking mogelijk een dubbele heffing plaatsvindt!

Dit is onwenselijk en daarom heeft de wetgever besloten dat de eerder betaalde schenkbelasting mag worden verrekend. Er zijn door de Hoge Raad echter wel regels opgesteld hoe dit mag worden verrekend.

Verrekenen schenk- en erfbelasting

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de eerder betaalde schenkbelasting evenredig moet worden verrekend met de te betalen erfbelasting. Dit betekent dat het laagste bedrag van de onderstaande twee rekenmethodes mag worden verrekend met de erfbelasting.

Methode 1. Het evenredig toegerekende bedrag aan schenkbelasting verschuldigd over de fictieve verkrijging.

Methode 2. Het evenredig toegerekende bedrag aan erfbelasting verschuldigd over de fictieve verkrijging.

Voorbeeld
Vader schenkt aan dochter op 1 juni 2021 een bedrag van € 80.000. Hierover is de dochter in totaal € 7.339 schenkbelasting verschuldigd (€ 80.000 -/- vrijstelling € 6.604 = € 73.396 x 10%).

Dan overlijdt vader op 1 september 2021 en de nalatenschap bedraagt € 25.000. Het overlijden is binnen 180 dagen na de schenking en dus moet de schenking als fictieve verkrijging bij de nalatenschap worden betrokken. De totale erfrechtelijke verkrijging van dochter is dus € 105.000. Hierover is de dochter € 8.371 erfbelasting verschuldigd (€ 105.000 -/- vrijstelling € 21.281 = € 83.719 x 10%). De schenkbelasting over de fictieve verkrijging (€ 80.000) is nu op basis van bovenstaande regels te verrekenen.

1. Schenkbelasting betrekking op schenking € 80.000 / € 80.000 x € 7.339 = € 7.339.
2. Erfbelasting betrekking op bijgetelde schenking € 80.000 / € 105.000 x € 8.371 = € 6.377.

Conclusie. Er mag dus € 6.377 schenkbelasting verrekend worden met de erfbelasting en er resteert dus een aanslag erfbelasting van € 1.994.

Nadelige gevolgen van deze verrekening

Doordat de vrijstelling voor de schenkbelasting lager is dan de vrijstelling voor de erfbelasting (€ 6.604 versus € 21.281) kan niet het volledige bedrag aan schenkbelasting worden verrekend. Per saldo wordt er dus meer belasting (schenk- en erfbelasting samen) betaald dan wanneer er niets was geschonken (alleen erfbelasting over geheel). Het is in bepaalde gevallen beter om met een overlijden in zicht niet te schenken.

Overlijden ouder en gezamenlijke schenking

Als beide ouders een bedrag schenken aan een kind en één van de ouders komt te overlijden binnen 180 dagen, dan is bovenstaande berekening ook van toepassing. Er hoeft dan echter slechts de helft van de schenking in aanmerking genomen als fictieve verkrijging. Ook de verrekening van de schenkbelasting wordt dus voor de helft meegenomen.

BAA ADVIES. Wilt u nog een schenking doen op uw oude dag of bij een naderend overlijden? Bedenk dan goed dat de 180-dagenregeling een grote fiscale impact kan hebben op de te betalen schenk- en erfbelasting. Door goed de gevolgen in kaart te brengen, kan een te hoge belastingheffing worden voorkomen.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/11/schenken-voor-overlijden.jpg 200 300 Jasper Werts https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jasper Werts2021-11-05 20:29:152022-04-12 12:30:38Schenken vlak voor overlijden? Voorkom een te hoge belastingheffing!

Schenken vlak voor overlijden? Voorkom een te hoge belastingheffing!

5 november 2021/in Artikelen /door Jasper Werts

Vlak voor het overlijden kan de wens ontstaan om nog snel een of enkele schenkingen te doen. Met een warme hand belastingvrij schenken, dus. De Belastingdienst steekt daar dan echter een fiscaal stokje voor.

Wanneer speelt dit?

Er is niemand die graag belasting betaalt en erf- en schenkbelasting is misschien wel het meest ongewenst. Een goede (estate) planning kan ervoor zorgen dat er zo min mogelijk belasting over vermogen betaald hoeft te worden. Maar een overlijden kan onverwachts roet in het eten gooien. De wetgever heeft namelijk de 180-dagenregeling in de wet opgenomen om dan toch nog een graantje mee te pikken. Dit kan zelfs een dubbele belastingheffing te gevolg hebben!

De 180-dagenregeling

Soms wil men vlak voor een naderend overlijden nog snel wat vermogen schenken aan de kinderen om zo de nalatenschap en dus de verschuldigde erfbelasting te verlagen. Dit was een veel voorkomende situatie en de wetgever heeft daarom als reparatie van de successiewet indertijd de 180-dagenregeling ingevoerd.

Er bestaat bij deze regeling géén mogelijkheid om tegenbewijs te leveren om aan te tonen dat de schenking is gedaan om andere redenen dan belastingbesparing. De schenking binnen deze 180 dagen moet dan bij de nalatenschap worden betrokken en wordt dus met erfbelasting belast.

Uitzondering 180-dagenregeling

Een uitzondering op de toepassing van de 180-dagenregeling is een schenking met een verhoogde vrijstelling. Dit zijn:

  • de eenmalig verhoogde vrijstelling: vrij te besteden bedrag aan kind tussen 18-40 jaar (€ 26.881 in 2021);
  • een dure studie: schenking aan een kind tussen 18-40 jaar (€ 55.996 in 2021);
  • de eigen woning: schenking aan iemand tussen 18 en 40 jaar (€ 105.302 in 2021).

Let op een dubbele belastingheffing

Schenkbelasting én erfbelasting. Over de schenking is schenkbelasting verschuldigd als het bedrag boven de vrijstelling uitkomt. Doordat de schenking binnen 180 voor het overlijden is gedaan, moet de schenking bovendien worden opgeteld bij hetgeen uit de erfenis wordt verkregen. Er is over de schenking dus alsnog erfbelasting verschuldigd. Dit betekent dat er over de schenking mogelijk een dubbele heffing plaatsvindt!

Dit is onwenselijk en daarom heeft de wetgever besloten dat de eerder betaalde schenkbelasting mag worden verrekend. Er zijn door de Hoge Raad echter wel regels opgesteld hoe dit mag worden verrekend.

Verrekenen schenk- en erfbelasting

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de eerder betaalde schenkbelasting evenredig moet worden verrekend met de te betalen erfbelasting. Dit betekent dat het laagste bedrag van de onderstaande twee rekenmethodes mag worden verrekend met de erfbelasting.

Methode 1. Het evenredig toegerekende bedrag aan schenkbelasting verschuldigd over de fictieve verkrijging.

Methode 2. Het evenredig toegerekende bedrag aan erfbelasting verschuldigd over de fictieve verkrijging.

Voorbeeld
Vader schenkt aan dochter op 1 juni 2021 een bedrag van € 80.000. Hierover is de dochter in totaal € 7.339 schenkbelasting verschuldigd (€ 80.000 -/- vrijstelling € 6.604 = € 73.396 x 10%).

Dan overlijdt vader op 1 september 2021 en de nalatenschap bedraagt € 25.000. Het overlijden is binnen 180 dagen na de schenking en dus moet de schenking als fictieve verkrijging bij de nalatenschap worden betrokken. De totale erfrechtelijke verkrijging van dochter is dus € 105.000. Hierover is de dochter € 8.371 erfbelasting verschuldigd (€ 105.000 -/- vrijstelling € 21.281 = € 83.719 x 10%). De schenkbelasting over de fictieve verkrijging (€ 80.000) is nu op basis van bovenstaande regels te verrekenen.

1. Schenkbelasting betrekking op schenking € 80.000 / € 80.000 x € 7.339 = € 7.339.
2. Erfbelasting betrekking op bijgetelde schenking € 80.000 / € 105.000 x € 8.371 = € 6.377.

Conclusie. Er mag dus € 6.377 schenkbelasting verrekend worden met de erfbelasting en er resteert dus een aanslag erfbelasting van € 1.994.

Nadelige gevolgen van deze verrekening

Doordat de vrijstelling voor de schenkbelasting lager is dan de vrijstelling voor de erfbelasting (€ 6.604 versus € 21.281) kan niet het volledige bedrag aan schenkbelasting worden verrekend. Per saldo wordt er dus meer belasting (schenk- en erfbelasting samen) betaald dan wanneer er niets was geschonken (alleen erfbelasting over geheel). Het is in bepaalde gevallen beter om met een overlijden in zicht niet te schenken.

Overlijden ouder en gezamenlijke schenking

Als beide ouders een bedrag schenken aan een kind en één van de ouders komt te overlijden binnen 180 dagen, dan is bovenstaande berekening ook van toepassing. Er hoeft dan echter slechts de helft van de schenking in aanmerking genomen als fictieve verkrijging. Ook de verrekening van de schenkbelasting wordt dus voor de helft meegenomen.

BAA ADVIES. Wilt u nog een schenking doen op uw oude dag of bij een naderend overlijden? Bedenk dan goed dat de 180-dagenregeling een grote fiscale impact kan hebben op de te betalen schenk- en erfbelasting. Door goed de gevolgen in kaart te brengen, kan een te hoge belastingheffing worden voorkomen.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/aanvaarding-erfenis2.jpg 206 300 Jasper Werts https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jasper Werts2021-11-05 07:42:122022-04-12 12:33:06Schenken vlak voor overlijden? Voorkom een te hoge belastingheffing!

Slim schenken op papier? Doe het wel goed!

5 mei 2021/in Artikelen /door Jac Vossen

Door nu geld te schenken wordt de nalatenschap en de erfbelasting, als u komt te overlijden, verlaagd. U kunt dat geld echter ook weer terug lenen. Als u bijvoorbeeld niet wilt dat het wordt opgebrast of als u om andere redenen er zelf over wilt beschikken. Dat noemen we ook wel schenken op papier. Hoe regelt u dit?

Schenken en terug lenen

Als u nu geld schenkt en weer terug leent, dan zijn er in principe twee mogelijkheden om dit schenken op papier te regelen:

  1. via een notariële akte; of
  2. via een onderhandse akte.

De notaris kost geld, dus waarom zou u niet altijd voor een onderhandse akte kiezen? U leest het in dit artikel.

1. Schenken en terug lenen via een notariële akte

Het is mogelijk om door de notaris een notariële akte te laten opmaken waarin enerzijds het geld wordt geschonken en anderzijds het geld weer wordt terug geleend. Deze ‘schenkingen onder schuldigerkenning’ kunnen worden opgesteld voor allerlei willekeurige schenkingen en ook voor allerlei bedragen.

Schenkbelasting betalen en erfbelasting verlagen. Is de schenking groter dan de jaarvrijstelling (2021: € 6.604), dan is er schenkbelasting verschuldigd. Echter … schenken bóven de jaarvrijstelling kan tóch gunstig zijn, indien door het betalen van 10% schenkbelasting nú, er straks 20% erfbelasting wordt voorkomen.

U moet wel rente betalen! Over het terug geleende bedrag moet wel elk jaar een zakelijke rente (vanaf 1 januari 2010 is dat 6%) aan de kinderen worden betaald. Deze rente moet u daadwerkelijk élk jaar betalen en mag dus niet bij de lening worden opgeteld. Bij overlijden kan de Belastingdienst van deze betalingen bewijsstukken opvragen. Bewaar dus de bankafschriften met de rentebetalingen goed, want als er straks niet kan worden aangetoond dat er elk jaar 6% rente is betaald, worden de leningen niet op de nalatenschap verminderd. Het gevolg: er moet alsnog erfbelasting over worden betaald.

Rentebetaling vergeten? Heeft u over één of meerdere jaren geen of te weinig rente betaald, dan kan dat wel worden gerepareerd. U moet dan binnen een periode langer dan 180 dagen voor overlijden de achterstallig verschuldigde rente betalen. Maar opgelet: over de niet betaalde rente moet er ook weer 6% rente worden betaald.

Geen notariële akte? Zijn van de papieren schenkingen geen notariële aktes opgesteld, dan kan dat ook achteraf nog. De notaris stelt dan een akte op waarin is opgenomen dat er in het verleden schenkingen op papier hebben plaatsgevonden en dat deze alsnog schriftelijk via notariële akte worden vastgelegd. De notaris zal wel om bewijsstukken vragen waaruit blijkt dat deze schenkingen ook daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Denk hierbij aan bankafschriften, onderhandse aktes, aangiften inkomstenbelasting inclusief box 3 schuld bij de ouders en box 3 vordering bij de kinderen. Deze notariële bekrachtiging dient ook meer dan 180 dagen voordat de schenker overlijdt plaats te vinden.

Is één akte voor komende jaren mogelijk? We krijgen regelmatig de vraag of er ook één notariële akte op te maken is, waarin wordt opgenomen dat de kinderen bijvoorbeeld in 2021, 2022 én 2023 elk jaar € 5.000 geschonken krijgen. Er wordt dan op de notariskosten bespaard. Wij raden dit echter af. De Belastingdienst ziet dan de schenking in 2021 niet als een schenking van € 5.000, maar als een schenking van 3 x € 5.000 waarbij slechts éénmaal de jaarvrijstelling van toepassing is.

Box 3 vermogen … De kinderen lenen u geld en hebben dus een vordering op hun ouders. Die vordering moeten de kinderen in box 3 bij hun vermogen tellen, waardoor mogelijk vermogensrendementheffing verschuldigd is. Voor u als ouder vormt de schuld aan de kinderen daarentegen een aftrekpost van uw box 3-vermogen. Valt úw box 3-vermogen in een hoger tarief dan het box 3-vermogen van de kinderen, dan levert dit een extra fiscaal voordeel op.

2. Schenken en terug lenen via een onderhandse akte

In 2001 bepaalde het Haagse Gerechtshof dat ook schenken en terug lenen via een onderhandse akte kon leiden tot een verlaging van de nalatenschap bij het overlijden. U maakt dan geld over op de bankrekening van de kinderen onder de noemer van ‘schenking’. De kinderen storten vervolgens een bedrag terug onder de omschrijving van ‘lening’.

Dit speelde echter bij de rechtbank Noord-Holland (4 september 2020). De ouders hadden gedurende een aantal jaren aan de kinderen geld overgemaakt met als omschrijving ‘schenking’. Het betrof in totaal € 90.000 in bedragen van € 5.000 per keer gedurende een periode van 3 jaar. Kort na ontvangst door de kinderen werden dezelfde bedragen als lening voor onbepaalde tijd terugbetaald aan de ouders. Er waren geen notariële aktes opgesteld. De Rechtbank oordeelde dat hier sprake was van zogenaamde ‘schenkingen des doods’. De leningen werden niet meegenomen als schulden bij de nalatenschap. Het is dus zaak om een onderhandse akte goed uit te voeren.

Kleine schenkingen. In de praktijk blijkt dat bij kleine schenkingen (tot de jaarvrijstellingsbedragen) de kosten van de notariële akte relatief hoog zijn in verhouding tot de besparing van toekomstige erfbelasting. Als alternatief voor de notariële akte zou voor dit soort schenkingen ook een onderhandse akte kunnen worden gebruikt. Maar zoals gezegd: dan moet dit wel goed worden uitgevoerd.

Voer het goed uit. Van belang is dat de schenking en de lening onafhankelijk van elkaar gebeuren. Er is zo dan sprake van twee ‘gescheiden rechtshandelingen’. Hierbij verdient het de voorkeur om tussen het moment van schenken en het moment van lenen een bepaalde periode (aantal maanden) te laten verstrijken.

Laat ook de bedragen van de schenking en van de lening van elkaar afwijken. Boek bijvoorbeeld € 5.000 als ‘schenking’ over op de bankrekening van het kind en stel een onderhandse schenkakte op. Na bijvoorbeeld drie maanden boekt het kind dan een bedrag van bijvoorbeeld € 4.000 over op uw bankrekening met als omschrijving ‘lening’.

Stel hiervoor een onderhandse leningsovereenkomst op met 6% rente per jaar. De rente dient daadwerkelijk jaarlijks te worden betaald en de lening mag te allen tijde worden afgelost. Essentieel hierbij is om de bankafschriften van de schenking, de lening en de rentebetalingen te bewaren.

BAA ADVIES. Er kan toekomstige erfbelasting worden bespaard door tijdens leven vermogen over te hevelen naar de kinderen en het weer terug te lenen. Door dit notarieel te regelen, heeft u 100% zekerheid dat de fiscus niet moeilijk gaat doen. Voor bedragen onder de jaarvrijstelling kunt u het onderhands (zonder notaris) regelen, maar u loopt een kleine kans op een lastige Belastingdienst.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/11/schenken-op-papier2.jpg 200 300 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2021-05-05 14:58:382021-11-30 15:02:37Slim schenken op papier? Doe het wel goed!

Schenking onder bewind: is er een schenkingstraditie?

8 december 2020/in Artikelen /door Jasper Werts

Schenken van vermogen om belasting te besparen is een populaire manier om vermogen van de ene naar de andere generatie te brengen. Maar wat als de ouder onder bewind is gesteld? Het bestaan van een schenkingstraditie is dan essentieel.

Schenken om belasting te besparen

Niemand betaalt graag belasting over vermogen. Om vermogen van de ene generatie naar de andere generatie te brengen, bijvoorbeeld van ouder naar kind, worden de vrijstellingen voor de schenkbelasting gebruikt. De reden laat zich raden: belasting besparen. Denk hierbij aan de minder te betalen erfbelasting bij overlijden, minder belasting over vermogen in de inkomstenbelasting (box 3) en een lagere eigen bijdrage voor de opname in een verzorgingsinstelling. Vermogende ouders proberen met een schenkplan belastingvrij hun vermogen over te hevelen. Dit is een prima gedachte. Maar wat nu als een ouder niet meer wilsbekwaam is?

Een ouder onder bewind

Een bewindvoerder. Op het moment dat een iemand door lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat is om ten volle de vermogensrechtelijke (financiële) belangen waar te nemen, is er een probleem. De kantonrechter kan dan een bewind instellen over de goederen en het vermogen die toebehoren aan deze persoon. De kantonrechter zal hiervoor een bewindvoerder benoemen die de financiële belangen behartigt van de persoon die onder bewind staat. Meestal is dat de partner en als er geen partner (meer) is, een kind of meerdere kinderen.

Schenken onder bewind

Stel nu dat een ouder inmiddels onder bewind is geplaatst en dat een kind als bewindvoerder is aangewezen. Dat kind wil nu een schenking doen aan zichzelf. Schenken wordt echter niet gezien als een gewone handeling om het financiële belang van de ouder te behartigen (het is geen ‘gewone beheersdaad’). Daarom is het kind als bewindvoerder niet bevoegd om een schenking aan zichzelf te doen. Het betreft namelijk een zogenaamde ‘beschikkingsdaad’ en hiervoor heeft het kind een machtiging nodig van de kantonrechter.

Bewindvoerder vraagt kantonrechter om te mogen schenken

Belangen van de ouder zijn doorslaggevend. Het verzoek tot schenking is vanzelfsprekend vaak afkomstig van de bewindvoerder (het kind). De ouder is tenslotte niet meer in staat zijn wil te bepalen. Het meeste gebruikte argument dat dan wordt gebruikt, is dat een schenking een daad van goed vermogensbeheer is met het oog op erfbelasting. De kantonrechter ziet hierin echter géén goed argument en geeft daarbij aan dat er moet worden gekeken naar de belangen van de onder bewind gestelde ouder en niet naar de belangen van de ontvanger van de schenking.

De toetsing door de rechter. Een machtigingsverzoek wordt vanwege dit soort situaties getoetst aan aanbevelingen van het LOVCK&T (Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton & Toezicht). De belangrijkste aanbevelingen hieruit zijn:

  • Voor het geven van gebruikelijk verjaardags- en sinterklaascadeautjes is geen machtiging vereist.
  • De wil van de onder bewind gestelde ouder kan niet met voldoende zekerheid worden afgeleid uit een kopie van het testament. De uiterste wil kan namelijk zijn gewijzigd, maar het officiële testament is niet te controleren voor overlijden, ook niet door notarissen. Eventuele problemen met schenkingen kunnen zich dan ook na overlijden openbaren.
  • In bijzondere omstandigheden kan van de hoofdregels worden afgeweken als het belang van de onder bewind gestelde ouder dat vereist, bijvoorbeeld omdat de leefomgeving van de ouder dan verbetert.
  • Een schenking wordt niet toegestaan als het liquide vermogen van de onder bewind gestelde ouder door de schenking minder dan € 30.000 bedraagt.
  • Een door bewindvoerder ingesteld verzoek tot machtiging voor het doen van een schenking namens de ouder zal worden afgewezen als er geen schenkingstraditie is.

Dus? Samengevat kunnen we dus zeggen dat alleen gebruikelijke verjaardags- en sinterklaascadeautjes zonder machtiging akkoord zijn en dat andere schenkingen alleen mogelijk zijn bij een zogenaamde schenkingstraditie.

Wat is zo’n schenkingstraditie?

Een schenkingstraditie kan worden aangetoond als er sprake is van een herhalende handeling van de onder bewind gestelde ouder voorafgaand aan het bewind. Denk hierbij aan een ouder die vóór de bewindvoering al elk jaar een jaarlijkse donatie aan een goed doel gaf. Of als de ouder bijvoorbeeld elk jaar een schenking aan het kind deed ter grootte van de jaarlijkse schenkvrijstelling.

Als er sprake is van een dergelijke schenkingstraditie, dan is er volgens de kantonrechter geen reden om van dit gebruik af te wijken. Vooropgesteld dat door deze traditie voort te zetten niet het vermogen dusdanig klein wordt dat de verzorging van de ouder in gevaar komt.

Een oplossing is het levenstestament

Het tijdens leven opstellen van een levenstestament kan een hoop problemen voorkomen. Op deze manier kan bewindvoering worden voorkomen en is er meer flexibiliteit aanwezig voor het doen van schenkingen in de toekomst.

BAA ADVIES. Stel bij voorkeur een levenstestament op, zodat bewindvoering niet nodig is om (belastingvrije) schenkingen te doen. Zónder levenstestament zal bij een wilsonbekwame ouder een rechter een schenking alleen overwegen als er sprake is van een schenkingstraditie.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/schenking-bewind.jpg 200 300 Jasper Werts https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jasper Werts2020-12-08 16:11:142021-12-02 16:16:00Schenking onder bewind: is er een schenkingstraditie?

December cadeautjesmaand: fiscale angels van de jubelton

29 november 2019/in Artikelen /door Jac Vossen

De jubelton is een populaire manier voor ouders om een schenking te doen aan hun kinderen met Sinterklaas of Kerst. Wat zijn de belangrijkste fiscale do’s en dont’s?

Opbouw van de vrijstelling schenkbelasting

Volgens de wetgever mag u als ouder aan uw kinderen ieder jaar een belastingvrij bedrag schenken ter grootte van € 5.428 (2019). Vervolgens zijn er de volgende opties:

  • Leeftijdsschenking. Het belastingvrije jaarbedrag mag eenmalig worden verhoogd tot € 26.040 (2019) als het kind tussen de 18 en 40 jaar is.
  • Kostbare studie. De leeftijdsschenking mag eenmalig worden verhoogd tot € 52.246 (2019) als het kind tussen de 18 en 40 jaar is én dit geld wordt besteed voor een kostbare studie.
  • De jubelton. De leeftijdsschenking mag eenmalig worden verhoogd tot € 102.010 als de ontvanger tussen de 18 en 40 jaar is én dit geld wordt besteed voor de eigen woning.

Samenloop van de leeftijdsschenking met de jubelton

Het is toegestaan om van de jubelton van maximaal € 102.010 in een bepaald jaar maximaal € 26.040 aan te merken als leeftijdsschenking. Het restant van maximaal € 75.970 moet dan worden besteed aan de eigen woning (aankoop, verbouwing of aflossing hypotheek). De ontvanger kan dan € 26.040 vrij besteden.

Zoals we al in een eerder artikel schreven is het toegestaan om de jubelton te spreiden over drie opeenvolgende jaren. Dit geldt echter niet voor de leeftijdsschenking.

Voorbeeld
Kees schenkt aan zoon Piet in 2019 € 25.000 en in 2020 € 75.000. In de aangifte schenkbelasting van 2019 geeft Piet het bedrag van 2019 aan als leeftijdsschenking en in de aangifte 2020 geeft Piet het bedrag aan als jubeltonschenking.

Omdat de leeftijdsschenking en de verhoging naar de jubeltonschenking niet in hetzelfde jaar plaatsvinden, vervalt de vrijstelling voor het bedrag van € 75.000 en moet hierover schenkbelasting worden betaald.

Uw kind ouder dan 40 jaar?

Zoals gezegd moet de ontvanger tussen de 18 en 40 jaar zijn. Hierbij geldt de daadwerkelijke verjaardagsdatum. Als uw kind nu ouder is dan 40 jaar, maar zijn/haar partner nog niet, dan is het tóch mogelijk om als ouders € 102.010 te schenken en een beroep te doen op de jubeltonvrijstelling. Het is in de praktijk dan niet zo dat de schenking voor de partner is. De schenking blijft voor het eigen kind, alleen de leeftijd van de partner wordt gehanteerd om gebruik te maken van de vrijsteling.

Vader en moeder zijn samen één schenker

Voor de schenkbelasting worden de ouders als één schenker gezien. Als vader en moeder dus ieder afzonderlijk een bedrag van € 102.010 aan hun zoon/dochter schenken dient over eenmaal € 102.010 schenkbelasting te worden betaald. Hierbij is niet van belang of de ouders gehuwd of gescheiden zijn. Om te voorkomen dat de partner van het kind bij een echtscheiding recht heeft op de helft van de schenking, is het slim om een uitsluitingsclausule op te nemen.

Dit is afwijkend voor grootouders. Als opa en oma nog gehuwd zijn, tellen deze ook als één schenker en geldt hetzelfde als bij de ouders. Als opa en oma echter gescheiden zijn mogen opa en oma ieder € 102.010 aan hun kleinkind schenken met toepassing van de jubeltonvrijstelling.

Ouders hebben toestemming nodig van elkaar

Voor het doen van de “jubeltonschenking” heeft de schenker (moeder/vader) op basis van artikel 1:87 BW toestemming nodig van de echtgenoot (vader/moeder). Als deze toestemming ontbreekt, kan de schenking achteraf ongedaan worden gemaakt. Dit kan bij overlijden zelfs worden ingeroepen door erfgenamen of de executeur. Het maakt niet uit of de vader en moeder in algehele gemeenschap van goederen of onder huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd.

Kind en partner door de fiscus soms als één persoon gezien

Evenals bij de ouders, die gezamenlijk worden gezien als één schenker, worden ook de kinderen als ontvanger van de schenking, soms gezien als één persoon voor de schenkbelasting. Dat geldt tijdens en binnen één jaar voor het huwelijk.

Voorbeeld
Vader schenkt op 25 december 2019 een bedrag van € 5.428 aan zijn 30 jarige zoon en tevens een bedrag van € 2.173 aan zijn 28 jarige aanstaande schoondochter. Op 28 november 2020 stappen zoon en schoondochter in het huwelijksbootje.

Omdat het huwelijk heeft plaatsgevonden binnen één jaar na de schenking, worden zoon en schoondochter aangemerkt als één persoon voor de schenkbelasting. Over een bedrag van € 2.173 dient dan schenkbelasting te worden betaald. Waren de zoon en schoondochter één maand later getrouwd, was er geen schenkbelasting verschuldigd geweest.

Schenkingen op papier

Voor de toepassing van de jaarlijkse vrijstelling van schenkbelasting € 5.428 (2019) en de leeftijdsschenking is het mogelijk om deze cash of op papier (onder schuldigerkenning) te doen. Dit is voor toepassing van de jubeltonvrijstelling niet mogelijk. U moet het geld daadwerkelijk overmaken aan de ontvanger.

Schenkingen binnen 180 dagen

Voor de jaarlijkse vrijstelling geldt dat als u als schenker binnen 180 dagen na de schenking overlijdt, de schenking alsnog bij de erfenis wordt geteld. Dit geldt niet voor de leeftijdsschenking en de jubelton. Zelfs op het sterfbed kan deze schenking nog worden gedaan. Ook is het mogelijk dit op te nemen in een levenstestament.

BAA ADVIES. Wilt u uw kind in de maand december verrassen met een jubelton en achteraf niet met ongewenste fiscale verrassingen worden geconfronteerd, hou dan de spelregels goed in de gaten. Wilt u weten wat in uw situatie de mogelijkheden zijn? Overleg dan met uw BAA-adviseur.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/fiscale-angels-jubelton.jpg 200 300 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2019-11-29 13:12:292021-12-05 13:15:30December cadeautjesmaand: fiscale angels van de jubelton

De uitsluitings- en insluitingsclausule bij schenkingen/erfenissen

25 januari 2019/in Artikelen /door Jac Vossen

Het nieuwe huwelijksvermogensrecht is ingegaan per 1 januari 2018. Na één jaar is het even goed om stil te staan bij de gevolgen voor zogenaamde bestaande en nieuwe uitsluitings- en insluitingsclausules.

Wat is een uitsluitingsclausule?

Schenking niet in een goederengemeenschap. Het komt regelmatig voor dat ouders aan hun kinderen schenkingen doen, zeker nadat de overheid dit heeft gestimuleerd met de grote schenking voor de eigen woning. De ouders willen dan meestal niet dat deze schenking in een goederengemeenschap valt bij een huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenwoners. Om dit te bewerkstelligen moet in de schenkingsakte de uitsluitingsclausule worden opgenomen.

Naar de notaris is niet nodig. Het is niet noodzakelijk de uitsluitingsclausule notarieel te laten vastleggen. Een onderhandse akte of bankafschrift met vermelding uitsluitingsclausule kan ook dienen als bewijs. Een uitsluitingsclausule kan niet meer worden afgesproken als de schenking reeds heeft plaatsgevonden. Alleen bij een herroepelijke schenking kan de schenking worden herroepen en kan alsnog de uitsluitingsclausule worden opgenomen.

Twee soorten uitsluitingsclausules: de harde en de zachte

Binnen de uitsluitingsclausule kennen we twee soorten, de harde- en de zachte uitsluiting.

Harde uitsluiting. Bij de harde uitsluiting geven de schenkers aan, dat de schenking nooit in de goederengemeenschap zal vallen. Dat wil zeggen: niet bij een eventuele echtscheiding maar ook niet bij een overlijden.

Zachte uitsluiting. Bij de zachte uitsluiting verklaren de schenkers dat de schenking tot het vermogen van hun kind behoort bij echtscheiding, maar dat bij een overlijden sprake is van gemeenschappelijk vermogen. De zachte uitsluitingsclausule kan leiden tot besparing van erfbelasting zoals blijkt uit onderstaand voorbeeld.

Een voorbeeld
Marieke en Pieter zijn met elkaar gehuwd in gemeenschap van goederen. Ze hebben geen kinderen. Marieke heeft van haar ouders een schenking met uitsluitingsclausule ontvangen van € 100.000. Het vermogen van Marieke en Pieter bedraagt samen € 1.500.000. Dit is exclusief de schenking van de ouders van Marieke. Marieke overlijdt. Bij een harde uitsluitingsclausule is de te betalen erfbelasting voor Pieter € 20.700. Bij een zachte uitsluitingsclausule is de te betalen erfbelasting € 15.700. Een besparing van € 5.000.

Vermogen vóór huwelijk is privévermogen

Volgens de wet voor het huwelijksvermogensrecht van 1 januari 2018, blijft vermogen dat vóór het huwelijk aanwezig is privévermogen. Ook vermogen verkregen via erfenis of schenking blijft privévermogen. Het expliciet opnemen van een uitsluitingsclausule in de schenkingsakte zou dus niet meer nodig zijn. Hierbij dient een kanttekening te worden geplaatst.

Als er géén uitsluitingsclausule is opgenomen in de schenkingsakte, kan het kind dat de schenking ontvangt wel met zijn/haar echtgenoot in testament of huwelijkse voorwaarden afspreken dat de schenking tóch wordt gedeeld bij scheiding of overlijden. Wil de schenker dat expliciet niet, dan is het opnemen van de harde uitsluitingsclausule in de akte nog steeds noodzakelijk.

Overgangsrecht

Voor huwelijken en geregistreerd partnerschappen met een wettelijke gemeenschap van goederen, die zijn gesloten vóór 1 januari 2018 blijft het oude recht van toepassing. Alleen schenkingen/erfenissen waarbij expliciet is bepaald dat deze zijn gedaan met een uitsluitingsclausule, vallen buiten de goederengemeenschap. Alle andere schenkingen/erfenissen niet.

Wat is een insluitingsclausule?

De keerzijde van de uitsluitingsclausule is de insluitingsclausule. Hierbij bepaalt de schenker/erflater dat de schenking/erfenis wél deel uitmaakt van de huwelijksgemeenschap van het kind en dat bij het einde van het huwelijk dient te worden gedeeld. Dit kan alleen spelen bij huwelijken/geregistreerd partnerschappen gesloten ná 1 januari 2018. De insluitingsclausule is echter alleen effectief als het kind in wettelijke gemeenschap van goederen is gehuwd of huwelijkse voorwaarden heeft gemaakt met daarin de bepaling dat schenkingen/erfenissen in de gemeenschap kunnen vallen.

Waarom een insluitingsclausule?

De reden voor de insluitingsclausule is net als in het verleden bij de zachte uitsluiting: het besparen van erfbelasting bij overlijden. Dat betekent dus ook dat de insluitingsclausule nagenoeg altijd zal worden opgesteld voor een situatie van overlijden, maar niet bij een echtscheiding.

Het verschil tussen de uitsluitingsclausule en de insluitingsclausule

Uitsluiting. Bij de uitsluitingsclausule bepaalt de schenker/erflateer wat er gebeurt met de schenking/erfenis. De ontvanger is hieraan wettelijk gebonden en kan hier niet van afwijken.

Insluiting. Bij de insluitingsclausule geeft de schenker/erflater een wens weer. Wil deze wens effectief zijn, dan dient de ontvanger dit te regelen in zijn huwelijkse voorwaarden/testament. De ontvanger is niet wettelijk gebonden aan deze wens. Het is dus mogelijk dat de schenker/erflater wil dat er wordt gedeeld, maar dit niet gebeurt. Denk hierbij aan de situatie dat de echtgenoten huwelijkse voorwaarden hebben gemaakt waarbij zij zijn overeengekomen dat schenkingen en erfenissen buiten de gemeenschap van goederen vallen.

BAA ADVIES. Wilt u dat partners van de kinderen (zogenaamde “koude kant”) geen rechten kunnen ontlenen aan door u gedane schenkingen? Dan moet u nadenken over de in dit artikel beschreven clausules. Wilt u advies hierbij of over estateplaning in het algemeen? Raadpleeg dan uw contactpersoon bij BAA.
https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/Uitsluitingsclausule.jpg 200 300 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2019-01-25 11:50:482021-12-04 11:53:25De uitsluitings- en insluitingsclausule bij schenkingen/erfenissen

Schenken van verhuurde woning

6 februari 2017/in Artikelen /door Jac Vossen

Beschikt u over verhuurd onroerend goed en wilt u dat in het kader van estateplanning schenken aan één of meer van uw kinderen? Lees dan hieronder hoe u hierbij schenkbelasting kunt besparen.

Valt verhuurd onroerend binnen de schenkvrijstelling?

Sinds 1 januari 2017 is de grote schenkvrijstelling van € 100.000,- weer ingevoerd. We schreven hier al eerder over. Lees het artikel “Belastingvrij schenken eigen woning: benut alle mogelijkheden!”  en: “Diverse opties om € 100.000 voor de eigen woning te schenken”.

Enkele voorwaarden. Degene die de schenking ontvangt moet echter tussen 18 en 40 jaar oud zijn. Een tweede voorwaarde is dat de schenking moet dienen voor de eigen woning. Wilt u verhuurd onroerend goed aan de kinderen schenken, dan kunt u van de schenkvrijstelling géén gebruikmaken. Er is wel een andere besparing mogelijk.

Verhuurd onroerend goed schenken

Als u dus verhuurd onroerend goed aan (een van) uw kinderen schenkt, moet er schenkbelasting betaald worden. De waarde van onroerend goed dat verhuurd wordt, is in het economisch verkeer echter minder waard dan onroerend goed dat niet wordt verhuurd. De (nieuwe) eigenaar kan de huurder er namelijk niet zomaar uitzetten en daarom wordt het onroerend goed minder waard.

De leegwaarderatio. Voor het berekenen van de waarde van de geheel of gedeeltelijk verhuurde woning moet u de leegwaarderatio gebruiken.

Wat is de leegwaarderatio?

De leegwaarderatio is een van de huurprijs afhankelijke factor voor het berekenen van de waarde van een geheel of gedeeltelijk verhuurde woning. De voorwaarde voor toepassing van de leegwaarderatio is wel, dat er sprake is van een reguliere langlopende huurovereenkomst en niet van een verhuurde situatie onder de leegstandswet (in afwachting van een spoedige verkoop van de woning).

Hoe berekent u de leegwaarderatio?

De leegwaarderatio is een bepaald percentage, waarmee de WOZ-waarde van de woning wordt vermenigvuldigd. Dit percentage is afhankelijk van de jaarhuur van de woning. In de tabel in de Successiewet kan aan de hand van dit percentage de vermenigvuldigingsfactor worden afgelezen. Op deze manier is het mogelijk een deel van de waarde van het verhuurd onroerend goed belastingvrij aan de kinderen te schenken.

Waarde verhuurde woningen vanaf 2014 t/m 2017

De verhouding van de jaarlijkse huurprijs tot de WOZ-waarde is meer dan maar niet meer dan Leegwaarderatio is
0% 1% 45%
1% 2% 51%
2% 3% 56%
3% 4% 62%
4% 5% 67%
5% 6% 73%
6% 7% 78%
7% – 85%

Voorbeeld. Als de jaarhuur bijvoorbeeld meer is dan 7% van de WOZ-waarde van de woning, is de leegwaarderatio 85%. Hoe lager de jaarhuur in verhouding tot de WOZ waarde, hoe lager de factor. Zie ook onderstaand praktijkvoorbeeld.

Opgelet

  1. Onzakelijke huur. Als het onroerend goed tegen een onzakelijke huurprijs wordt verhuurd, dan wordt de leegwaarderatio vastgesteld op 3,5 en de daarbij behorende factor is 62% (2016).
  2. Het kind huurt de woning. Als u een woning aan een kind heeft verhuurd en u schenkt die woning op een later tijdstip, dan is de leegwaarderatio-correctie niet mogelijk. U moet dan uitgaan van de waarde in onbewoonde staat; de WOZ-waarde dus.
  3. Extra voordeel. De kinderen ontvangen natuurlijk vanaf het moment van de schenking de huurpenningen en bovendien genieten ze onbelast van een eventuele toekomstige waardestijging.

Een praktijkvoorbeeld

Twee paar ouders beschikken over een verhuurde woning (A en B) die zij beiden aan een van hun kinderen willen schenken.

  • Woning A. De WOZ-waarde is € 185.000 en de zakelijke jaarhuur bedraagt van € 7.500.
  • Woning B. De WOZ-waarde bedraagt ook € 185.000, maar er is sprake van een onzakelijke jaarhuur van € 3.000.

De berekening luidt nu als volgt:

Woning A. De leegwaarderatio is volgens de tabel 67%. Voor de schenkbelasting geldt dus een waarde van € 185.000 x 67% = € 123.950. De vrijstelling is € 5.320 (2017). De te betalen schenkbelasting bedraagt 10% van (€ 123.950 – € 5.320) is € 11.863. Op deze manier wordt belastingvrij € 66.370 vermogen van de ouders naar de kinderen overgeheveld (€ 185.000 – € 118.630).

Woning B. De leegwaarderatio bij een jaarhuur van € 3.000,- is 51%. Omdat er sprake is van een onzakelijke huur bedraagt de leegwaarderatio echter 62%. Voor de schenkbelasting geldt nu een waarde van € 185.000 x 62% = € 114.700. De te betalen schenkbelasting is 10% van (€ 114.700 – € 5.320) is € 10.938. Er wordt nu door de ouders dus € 75.620,- aan vermogen (€ 185.000 – € 109.380) geschonken, zónder dat daar ook maar één euro schenkbelasting over hoeft te worden betaald.

BAA ADVIES. Overweegt u om verhuurd onroerend goed aan de kinderen te schenken? Dan mag u de waarde rekenkundig verminderen met de leegwaarderatio. Daardoor hoeft er minder schenkbelasting te worden betaald. Als u onroerend goed wilt gaan schenken, is het sowieso slim om contact op te nemen met uw adviseur.

https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/12/leegwaarderatio.jpg 222 300 Jac Vossen https://baa.nl/wp-content/uploads/2021/01/logo-1.png Jac Vossen2017-02-06 18:54:542021-12-08 18:58:28Schenken van verhuurde woning

Categorieën

  • Vacatures (4)
  • Artikelen (285)

Laatste nieuws

  • Meer rust en zekerheid met financiële planning6 februari 2023 - 12:06
  • Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of voor onbepaalde tijd?6 februari 2023 - 08:50
  • Vergeet de (gewijzigde) renseigneringsverplichting niet!6 februari 2023 - 08:45
  • Lof der zotheid: het energiedebat in de Tweede Kamer31 januari 2023 - 14:17
  • Administratieve topperAdministratief toptalent16 januari 2023 - 09:16
  • Het DGA-loon vanaf 1 januari 20236 januari 2023 - 09:55
  • Pensioen voor zzp’ers/ondernemers in de nieuwe pensioenwet6 januari 2023 - 09:21
  • DGA arbeidsongeschikt in 2023: wat nu?6 januari 2023 - 09:15
  • Veiligstellen jubelton voor 2023 en 20245 december 2022 - 12:36
  • Een vakantieauto van de zaak: geen, enkele of dubbele bijtelling?5 december 2022 - 11:40

Wat mogen we voor u ontcijferen?

Heeft u een concrete vraag of wilt u gewoon eens met ons kennismaken?
Wij kijken uit naar uw mailtje of telefoontje!

In onze nieuwsbrief delen onze professionals kennis en inzicht. Zo blijven onze klanten voorlopen op de feiten.

0493 - 69 52 98 info@baa.nl
Inschrijven nieuwsbrief
lid van Noab

Postbus 122
5720 AC Asten
Julianastraat 2
5721 GL Asten

Algemene voorwaarden | Privacy statement & cookies | Disclaimer

Scroll naar bovenzijde