Corona-update: ook extra steun in kwartaal 1 en 2 – 2021
Meer ondernemers moeten in 2021 langer hun deuren sluiten. Met het economisch steun- en herstelpakket van 21 januari jl. komt er 7,8 miljard euro extra ter beschikking. Dit moet u weten over de NOW, de TVL de TOZO en de TONK.
Jaar 2020
De pandemie heeft in het jaar 2020 geleid tot diverse steunmaatregelen. Denk maar aan uitstel van belastingbetaling, bevriezen van betalingen van aflossing en rente en verlaging van het gebruikelijk loon. De meest omvangrijke maatregelen waren de NOW en TOGS (later de TVL en de TOZO).
Bij een omzetverlies van 20% of meer kon een ondernemer met personeel een beroep doen op de NOW en bij een omzetverlies van 30% of meer kon een ondernemer in aanmerking komen voor de TVL. Daarnaast konden ondernemers, bij een daling van het inkomen onder het sociaal minimum een beroep doen op de TOZO. De intentie was om deze maatregelen gedurende 2021 langzaam af te bouwen maar …
1e en 2de kwartaal 2021
Met name de Britse variant van het coronavirus heeft ervoor gezorgd dat de maatregelen zelfs zijn uitgebreid en verscherpt. Meerdere ondernemers moesten hun deuren sluiten en waren voor hun inkomen afhankelijk van de steun van de overheid. Vandaar dat het kabinet in een kamerbrief van 21 januari 2021 heeft besloten het pakket uit te breiden. In dit artikel gaan we verder in op de wijzigingen in de NOW, de TVL de TOZO en de TONK.
De NOW 4.0 en 5.0 – kwartaal 1 en 2 2021
Wijzigingen. In tegenstelling tot wat eerder bekend werd gemaakt, wordt in het eerste kwartaal 2021 het vergoedingspercentage van de NOW niet verlaagd van 80% naar 70%, maar verhoogd van 80% naar 85%. De voorwaarde van stijging van het omzetverlies komt bovendien te vervallen. Hierdoor blijft het minimale omzetverlies 20% en stijgt niet naar 30%. De loonsomvrijstelling blijft gehandhaafd op 10%.
Kwartaal 1. Vanaf 15 februari 2021 is het mogelijk een aanvraag in te dienen voor de NOW 4.0. Deze aanvraag geldt dan voor de maanden januari, februari en maart 2021. De maximale vergoeding wordt per werknemer niet afgetopt op 1x het maximale dagloon (€ 4.845), maar blijft op 2x het maximum dagloon (€ 9.690).
Kwartaal 2. Ook voor het tweede kwartaal 2021 zal de vergoeding 85% bedragen bij een minimaal omzetverlies van 20% en ook de loonsomvrijstelling blijft gehandhaafd op 10%. Ook in het tweede kwartaal blijft de maximale vergoeding per werknemer 2x het maximale dagloon.
De referentieomzet: Net als bij NOW 1.0, 2.0 en 3.0 geldt als referentieomzet 25% van de omzet over het gehele jaar 2019.
De TVL 3.0 en 4.0 – 2021
Ook voor MKB 250+. De TVL 3.0 zal ook dit kwartaal weer gaan gelden voor alle SBI-codes, dus voor alle MKB-bedrijven en zzp’ers. Tevens zal de TVL 3.0 ook gaan gelden voor bedrijven met meer dan 250 medewerkers.
Verdere wijzigingen. Het vergoedingspercentage gaat omhoog van 70% naar 85% van de vaste lasten. Dit geldt voor alle ondernemingen met een omzetverlies vanaf 30%. Daarnaast wordt het maximale subsidiebedrag voor een onderneming verhoogd van € 90.000 naar € 330.000 per kwartaal. Voor bedrijven met meer dan 250 medewerkers wordt het maximale subsidiebedrag vastgesteld op € 400.000 per kwartaal. Ter tegemoetkoming aan de kleine ondernemer (kappers en pedicures) gaat het minimale subsidiebedrag omhoog van € 750 naar € 1.500.
Kwartaal 2. Ook in het tweede kwartaal 2021 kan de aanvraag voor de TVL 4.0 door alle bedrijven worden ingediend, moet er sprake zijn van een omzetverlies van minimaal 30%, een bedrag aan vaste lasten van minimaal € 3.000 en blijft het subsidiepercentage 85%.
De referentieperiode. De omzet over het eerste kwartaal 2021 zal worden vergeleken met de omzet over het eerste kwartaal 2019 en de omzet over het tweede kwartaal 2021 met de omzet over het tweede kwartaal 2019.
De voorraadsubsidie op de TVL
Door de verplichte sluiting van een groot deel van de detailhandel zal de voorraadsubsidie, die in het 4e kwartaal 2020 is ingevoerd, ook gaan gelden voor het eerste kwartaal 2021. Tevens wordt de voorraadsubsidie, ten gevolge van de mogelijke onverkoopbaarheid van de wintercollectie verhoogd van 5,6% naar 21%. Dit geldt als een opslag op het vastelastenpercentage.
Een voorbeeld
Een kledingzaak heeft een omzet van € 150.000 per kwartaal en op basis van de SBI-code aan vaste lasten per kwartaal € 30.000. Stel, er is sprake van een omzetverlies van 60%. De kledingzaak ontvangt dan aan TVL: 60% x € 30.000 x 85% (vergoedingspercentage) = € 15.300.
Boven op dit bedrag ontvangt de kledingzaak een voorraadsubsidie: omzetverlies 60% x € 150.000 = € 90.000. Vergoeding TVL 85% = € 76.500. De voorraadsubsidie (21%) is 21% x € 76.500 = € 16.065. De kledingzaak ontvangt dan in het eerste kwartaal 2021 van de overheid een bedrag van € 15.300 + € 16.065 = € 31.365.
2021. Op basis van de huidige plannen zal voor het tweede kwartaal 2021 geen voorraadsubsidie meer gelden. Het kabinet vindt het doortrekken hiervan op dit moment nog niet noodzakelijk, maar houdt voortdurend een vinger aan de pols om te bepalen wat passend is.
De TOZO 3.0 en 4.0 – 2021
Het plan van het kabinet was om bij de TOZO 4.0 rekening te gaan houden met een beperkte vermogenstoets. In de kamerbrief van 21 januari 2021 is echter besloten om dit niet in te voeren. Ook geldt vanaf 1 februari 2021 dat de TOZO 3.0 uitkering kan worden aangevraagd met terugwerkende kracht vanaf de voorgaande maand. Met andere woorden: op 1 februari 2021 kan een ondernemer de TOZO-uitkering aanvragen, terugwerkend vanaf 1 januari 2021. Ook voor de TOZO 4.0, met ingangsdatum 1 april 2021, zal een terugwerkende kracht van één maand gaan gelden.
De TONK
Op 9 december 2020 heeft de overheid de TONK (Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten) in het leven geroepen. Deze regeling geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021 tot en met (vooralsnog) 30 juni 2021. Op dit moment worden nog de ict-systemen e.d. aangepast en de verwachting is dat de meeste gemeenten per 1 maart hun TONK-loket geopend hebben.
De TONK geldt voor de volgende groepen ondernemers:
- ondernemers die wel nog inkomen hebben maar door een forse terugval in inkomsten worden geconfronteerd met noodzakelijke kosten die ze niet meer kunnen betalen;
- ondernemers die bijvoorbeeld door sluiting van de onderneming, moeten terugvallen op een uitkering en daardoor noodzakelijke kosten niet meer kunnen betalen;
- ondernemers waarbij de één geen inkomen uit onderneming meer heeft maar, bijvoorbeeld op basis van de partnertoets, ook geen recht heeft op een TOZO– uitkering. Ook zij kunnen een dusdanige terugval in inkomen hebben, waardoor ze de noodzakelijke kosten niet meer kunnen betalen.
BAA ADVIES. De strengere coronamaatregelen leiden tot nog meer steun aan getroffen ondernemingen. Inmiddels zijn er zoveel regelingen, dat men soms door de bomen het bos niet meer ziet. Heeft u bij het beoordelen en/of aanvragen van alle regelingen een ‘houthakker’ nodig? Neemt u dan contact met ons op. |