Stamrecht-BV en vennootschapsbelasting
Heeft u ooit een gouden handdruk ontvangen en ondergebracht in een stamrecht-BV? Dan kan het zijn dat u bij uitkering vennootschapsbelasting over behaalde winst moet betalen. De Hoge Raad heeft dat onlangs nog eens bevestigd. Wat moet u weten?
Eerst nog even over de stamrecht-BV
Mensen die voor 2014 werden ontslagen en een ontslagvergoeding (gouden handdruk) ontvingen, konden deze ontslagvergoeding onderbrengen in een stamrecht-BV. Hiermee werd voorkomen dat direct over de ontslagvergoeding moest worden afgerekend (een belastingheffing tegen maximaal 52%). De mogelijkheid, en hiermee de vrijstelling, om een gouden handdruk onder te brengen in een stamrecht-BV is echter per 2014 afgeschaft.
De waarde van het stamrecht bepalen
Op de balans. Op de balans van de stamrecht-BV moet de verplichting van het stamrecht gewaardeerd worden. De BV heeft namelijk een verplichting, een schuld, om in de toekomst aan u uitkeringen te doen. De waarde van het stamrecht is de contante waarde van de toekomstige uitkeringen en is afhankelijk van de rente waarmee gerekend moet worden.
Verschil tussen fiscale rente en commerciële rente? In de fiscale wetgeving is opgenomen dat rekening gehouden moet worden met een rekenrente van 4% (art. 3.29 Wet IB 2001). Commercieel is momenteel de rente echter een stuk lager. Hierdoor ontstaat een verschil in waardering.
Voorbeeld
De heer X is 65 jaar en krijgt vanaf 1 januari 2017 een uitkering uit zijn stamrecht-BV. Het opgebouwde stamrecht bedroeg op 31 december 2016 € 200.000. De heer X kiest ervoor om de stamrechtverplichting in 15 jaar volledig uit te laten keren.
- De hoogte van de uitkering wordt met een commerciële rekenrente van 1% 15 jaar lang ca. € 14.425 per jaar.
- Als eenzelfde uitkering berekend moet worden met fiscale rekenrente van 4% dan heeft de BV slechts een kapitaal nodig van ca. € 160.000.
Wat zijn nu de gevolgen hiervan?
In de praktijk betekent dit dat € 40.000 (€ 200.000 – € 160.000) als winst moet worden gezien en die is belast met vennootschapsbelasting. U mag hier wél eerst eventuele verrekenbare verliezen van de BV vanaf trekken. Onlangs werd deze zogenaamde verplichte vrijval in de winst door de Hoge Raad nog eens bevestigd.
Wat de rechters ervan vinden
De rechter. Een belastingplichtige was van mening dat hij met 3% commerciële rekenrente rekening moest houden. De belastinginspecteur vond dat de 4% rekenrente van toepassing was en kreeg ook gelijk van de rechter.
Het Hof. In hoger beroep oordeelde het Hof Den Haag dat inderdaad tegen 4% moest worden gewaardeerd, maar dat er geen winst hoefde te worden genomen.
De Hoge Raad. De Hoge Raad was het hier weer niet mee eens en tikte het Hof op de vingers. Ook de Hoge Raad oordeelde dat bij de waardering van de stamrechtverplichting rekening gehouden moet worden met een rekenrente van 4%, Máár de Hoge Raad oordeelde in tegenstelling tot het Hof dat de winst wél vrij moet vallen.
U kunt de uitspraken er eventueel nog eens op nalezen:
BAA ADVIES. Heeft u een stamrecht-BV die binnenkort gaat uitkeren? Dan moet er een uitkeringsschema worden opgesteld waarin de volledige aanspraak is opgenomen. Met de huidige commerciële rekenrente lijkt winstneming onoverkoombaar. Zorg er dan voor dat deze verplichte vrijval van winst geminimaliseerd wordt. Uw adviseur kan u helpen met zowel het uitkeringsschema als met het minimaliseren van de vrijval van de winst. |