Aanslag box 3? Overweeg bezwaar aan te tekenen!
De Belastingdienst is drukdoende met het opleggen van de aanslagen over 2021 en 2022. De vraag die zich nu voordoet is: ‘Is het zinvol om (weer) bezwaar aan te tekenen tegen de definitieve aanslagen inkomstenbelasting?’
Box 3 blijft de gemoederen bezighouden
In april schreven we nog dat er meer duidelijkheid was over de wijze waarop vanaf 1 januari 2023 box 3-vermogen belast gaat worden. Inmiddels is de datum van 1 mei 2023 verstreken en zijn al vele aangiften 2022 ingediend. Als de definitieve aanslagen in de bus vallen, is het dan zinvol om bezwaar aan te tekenen?
Ook voor de jaren 2017 tot en met 2020 speelde indertijd deze vraag. Na intensief overleg met diverse beroepsorganisaties is hier eind 2022 over geoordeeld dat dit niet nodig was. Nu zijn we echter weer enkele maanden verder en dient deze vraag zich opnieuw aan.
Werkwijze belastingdienst bij opleggen van de aanslagen:
Rechtsherstel box 3. Ten gevolge van het zogenaamde Kerstarrest van 24 december 2021 zal de Belastingdienst bij het opleggen van de aanslag inkomstenbelasting kiezen voor de voor de belastingplichtige zo gunstig mogelijk uitkomst van twee systemen:
- het box 3-stelsel vanaf 2017 met de mix en de forfaitaire bedragen (oude stelsel); of
- de Spaarvariant (wet Rechtsherstel box 3) waarbij er sprake is van drie vermogenscategorieën met ieder een eigen vastgesteld forfaitair rendement.
Uw situatie. Omdat ook bij de Spaarvariant nog steeds wordt gewerkt met forfaits en niet met echte rendementen is het best mogelijk dat het forfaitaire rendement in uw situatie toch nog steeds hoger uitvalt dan het rendement dat u daadwerkelijk hebt genoten. Inmiddels zijn hier al diverse gerechtelijke procedures over gevoerd waarbij de belastingplichtige bijna altijd in het gelijk werd gesteld. Opgelet dus.
Gerechtelijke uitspraken werkelijk rendement
In 2022 zijn er al diverse gerechtelijke uitspraken geweest.
Hof Arnhem – Leeuwarden. In meerdere procedures (29-3-2022, 26-04-2022 en 17-05-2022) wordt aan belastingplichtigen rechtsherstel geboden door het rendement vast te stellen op het werkelijke rendement in plaats van het forfaitaire rendement.
Hof – Den Bosch. In een procedure van 2 november 2022 bleek dat het vermogen van X grotendeels uit beleggingen bestond. De heffing (forfaitair rendement) volgens het oude stelsel was € 47.811 en het rendement volgens de spaarvariant bedroeg € 50.966. X kon echter aantonen dat het werkelijke rendement € 36.000 was. De rechter heeft de box 3-aanslag verlaagd tot een belastingheffing over € 36.000. De staatssecretaris is het er echter niet mee eens en legt de zaak voor aan de Hoge Raad.
Rechtbank – Den Haag. De rechter oordeelde op 5 december 2022 dat ‘de op rechtsherstel gerichte compensatie in beginsel dient aan te sluiten bij het werkelijk behaalde rendement’. De bewijslast hiervan ligt echter bij de belastingplichtige. Als het effecten betreft, dient hierbij ook rekening te worden gehouden met ongerealiseerde koersresultaten.
Gerechtelijke uitspraken rentevergoeding
Een ander aspect waarover belastingplichtigen zijn gaan procederen is de rente die ze mis hebben gelopen doordat ze (zoals achteraf blijkt) een te hoge box 3-heffing hebben betaald.
Hof Arnhem. Op 17 januari 2023 oordeelde de rechter dat de belanghebbende inderdaad recht had op de vergoeding van rente. Deze rentevergoeding wordt berekend over de periode tussen de betaling en de terugbetaling door de Belastingdienst. De rentevergoeding wordt gebaseerd op de belastingrente (4%). Hierbij is de rechter van oordeel dat er weliswaar op basis van de nationale wet geen rente hoeft te worden vergoed, maar het betreft hier een schending van Europees recht en dan is een rentevergoeding wel aan de orde. In deze casus was het werkelijke rendement lager dan het rendement berekend volgens de Spaarvariant.
Hof Arnhem. In een procedure voor hetzelfde gerechtshof van 7 februari 2023 was de rechter echter van mening dat er géén recht bestond op een rentevergoeding. Hierbij was het werkelijke rendement hoger dan het rendement berekend volgens de Spaarvariant.
De truc van de staatssecretaris
Mede ten gevolge van de diverse gerechtelijke uitspraken die in het nadeel van de Belastingdienst uitvielen, heeft de staatssecretaris op de pauzeknop gedrukt. Er worden op dit moment geen nieuwe definitieve aanslagen opgelegd over 2021 voor de rendementsheffing bij beleggers die effecten en vastgoed in box 3 hebben. Op basis van de Spaarvariant wordt ervan uitgegaan dat Nederlandse belastingplichtigen in 2022 ruim 5,5% rendement hebben behaald op hun beleggingen. Door het slechte beursjaar was er echter sprake van een gemiddeld vermogensverlies van rond de 14%.
Ook worden er geen definitieve aanslagen over het jaar 2022 opgelegd bij belastingplichtigen met box 3-heffing, deze aanslagen blijven voorlopig waardoor mensen wel hun voorlopige aanslag moeten betalen of teruggave ontvangen maar bezwaar maken hiertegen kan niet.
Belastingbetalers die eerder bezwaar hebben gemaakt tegen aanslagen over de jaren 2017 tot en met 2021 ontvangen voorlopig geen uitspraak op hun bezwaarschriften. De Hoge Raad zal later dit jaar een uitspraak moeten doen of de Spaarvariant voldoende tegemoetkomt aan de uitspraak van het Kerstarrest. De staatssecretaris is hier optimistisch over maar deskundigen hebben twijfels.
Hoe nu verder?
Het aantekenen van bezwaar tegen definitieve aanslagen inkomstenbelasting over de jaren 2021 en 2022 heeft zin op het moment dat u als belastingplichtige kunt aantonen dat het werkelijk genoten rendement lager is dan het door de Belastingdienst berekende rendement. Het is dan slim om meteen op grond van de uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden om een rentevergoeding te verzoeken. Tot de tijd dat u geen definitieve aanslagen ontvangt, kunt u alvast een berekening opstellen van de werkelijke rendementen over deze jaren.
Als er sprake wordt van een ‘massaal bezwaarprocedure’ is het aantekenen van bezwaar niet meer nodig.
BAA ADVIES. Hou de brievenbus goed in de gaten. Kom op het moment dat u een definitieve aanslag krijgt op basis van rendementen die hoger zijn dan het echte rendement, in actie en teken individueel bezwaar aan. |