Fiscale gevolgen van (onbewust) prijsgeven pensioen in eigen beheer
Pensioen in uw BV opbouwen kan al sinds 2017 niet meer. Er zijn echter nog wel steeds veel pensioenafspraken ondergebracht in een BV. Bij u ook? Pas dan op voor het (onbewust) prijsgeven hiervan.
Einde pensioen in eigen BV
De Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen stelde DGA’s voor de keuze iets met het opgebouwde pensioen in eigen beheer te doen. Tot 2019 was het mogelijk om de pensioenaanspraak om te zetten in een Oudedagsverplichting (ODV) of om het fiscaal voordelig af te kopen. Het kan zijn dat u daar indertijd niet voor heeft gekozen en de pensioenaanspraak in de BV heeft gehandhaafd. Maar wat als blijkt dat de BV niet aan de pensioenverplichtingen kan voldoen? Wat als er niet voldoende geld meer is?
Het prijsgeven van een pensioenaanspraak in de BV
Het (al dan niet bewust) prijsgeven door de DGA van de pensioenaanspraak in de BV heeft grote fiscale gevolgen. Ook een deel prijsgeven betekent fiscaal gezien het prijsgeven van de volledige pensioenaanspraak. De commerciële waarde (het bedrag dat aan een onafhankelijke externe verzekeraar zou moeten worden betaald om het toegezegde pensioen af te kopen) van het pensioen in eigen beheer vormt dan de maatstaf voor de belastingheffing en niet de vaak lagere fiscale waarde (actuariële berekening door pensioendeskundige met een vaste rekenrente van tenminste 4%). Het prijsgegeven van de pensioenaanspraak wordt dan belast met loonheffing. Bovendien berekent de Belastingdienst nog 20% revisierente over deze waarde. Dit kan leiden tot een maximale belastingheffing van 69,5% over de commerciële waarde van de pensioenvoorziening.
Naast afzien van pensioen (‘ik hoef dat pensioen niet te hebben’ = het klassieke prijsgeven) zijn er meer situaties mogelijk waarbij er volgens de Belastingdienst sprake is van prijsgeven van pensioenrechten. Bijvoorbeeld als de pensioengerechtigde DGA het aandelenkapitaal laat afstempelen en uitkeren en hiermee de BV niet meer kan voldoen aan het uitbetalen van de pensioenaanspraak. Of als er door het uitkeren van dividend aan de DGA een uitholling van de pensioenaanspraak plaatsvindt. Het blijft dus altijd opletten dat er geen onbewust prijsgeven van pensioen plaatsvindt. Er moet voldoende vermogen in de BV aanwezig zijn om te voldoen aan de (toekomstige) uitkering van het pensioen.
Uitzonderingen prijsgeven pensioenaanspraak
Er zijn echter ook gebeurtenissen waarbij er géén sprake is van het prijsgeven van de pensioenaanspraak. Bijvoorbeeld bij een faillissement, een surseance van betaling en een schuldsanering. In deze gevallen kan de BV haar financiële verplichtingen dus niet nakomen en zijn de pensioenaanspraken niet ‘voor verwezenlijking vatbaar’. De pensioengerechtigde kan dan zonder belastingheffing afzien van het pensioen.
Is er geen sprake van een bovengenoemde dwingende maatschappelijke reden, maar bijvoorbeeld van een sterke daling van de waarde van een aandelenpakket door slechte ondernemingsresultaten? Dat is dit géén reden om de pensioenrechten prijs te geven. Dan moet de BV de uitvoering van de pensioenverplichtingen gewoon voortzetten. Overleg met de Belastingdienst is dan vaak aan te raden.
Deels afstempelen
Op grond van de wet loonheffingen bestaat ook de mogelijkheid om het pensioen deels af te stempelen (prijs te geven) als het pensioen een dekkingsgraad van 75% of lager heeft. De berekening hiervan is redelijk complex, maar een vereenvoudigd voorbeeld kan dit verduidelijken.
Voorbeeld
Jan is DGA van BV GoudenHand. Jan bereikt op 1 maart de pensioengerechtigde leeftijd. Vanaf dat moment heeft Jan recht op een pensioenuitkering uit de BV van € 35.000 per jaar. Fiscale waarde van de pensioenvoorziening is € 340.000 en de commerciële waarde is € 600.000. De waarde van de bezittingen van de BV is € 200.000 en de BV heeft geen schulden. De dekkingsgraad komt dus uit op € 200.000 : € 340.000 = 58,8%. Dat betekent dat de pensioenuitkering van Jan mag worden verlaagd naar 58,8% van € 35.000 = € 20.580 per jaar.
Uitspraken rechter
2019. De Hoge Raad heeft in 2019 geoordeeld dat het niets doen (stil toekijken en geen pensioen uitkeren na ingangsdatum) geen reden is om te oordelen dat het pensioen wordt prijsgegeven. Daarvoor is meer nodig dan alleen toekijken.
2024. De rechtbank Den Haag heeft in 2024 uitspraak gedaan over een DGA die na pensioendatum elk jaar een ander (en lager) bedrag kreeg dan waar hij recht op had. De restantbetalingen van de termijnen heeft de DGA aan de BV kwijtgescholden. De rechtbank is van mening dat dit niet betekent dat de DGA definitief afziet van een deel van zijn pensioenaanspraken. Er is dus geen sprake van het prijsgeven van de pensioenaanspraak. De rechtbank is wel van oordeel dat voor de inkomstenbelasting de gehele termijn van de pensioenaanspraak als loon moet worden aangemerkt. Dus ook het deel waarvan wordt afgezien. De DGA kan erover beschikken, maar kiest er zelf voor om dit niet te doen. De rechtbank ziet de volledige pensioentermijn dan als belastbaar inkomen.
BAA ADVIES. Het blijft belangrijk om de pensioenaanspraken in eigen beheer goed af te handelen. Een verkeerde keuze of actie kan echter leiden tot een volledige afkoop en er moet dan direct over de gehele aanspraak inkomstenbelasting en eventueel zelfs revisierente worden betaald. Overleg bij twijfel zeker met de Belastingdienst. |
