Minder dan het gebruikelijk loon: wat zijn de mogelijkheden?
Een directeur-grootaandeelhouder (hierna DGA) moet voor de werkzaamheden die worden verricht voor zijn BV ten minste het gebruikelijk loon ontvangen. Als dat een (te) grote verplichting voor de BV is, dan kan een lager loon slim zijn. Wat zijn hiervoor de mogelijkheden?
De hoofdregel voor gebruikelijk loon
Op grond van artikel 12a Wet op de loonbelasting moet een DGA tenminste het gebruikelijk loon van € 47.000 (€ 46.000 t/m 2020) in rekening brengen. Dit betekent een brutobeloning van de DGA voor de werkzaamheden verricht voor de BV in geld en/of loon in natura (bijvoorbeeld de bijtelling auto van de zaak). Voor de DGA (of zijn partner) moet een aanmerkelijk belang (tenminste 5% van de aandelen) aanwezig zijn de BV.
Bovendien blijkt uit de wet en uit de rechtspraak dat het gebruikelijk loon tenminste moet worden gesteld op het hoogste van onderstaande drie opties:
- 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking (buiten de BV); of
- het hoogste loon van de meest verdienende werknemer (binnen de BV of in verbonden vennootschappen);
- € 47.000.
Voorbeeld
Tony is DGA van ‘Loon BV’ en maakt een voltijdse werkweek. Het loon voor de meest vergelijkbare dienstbetrekking bij een ander bedrijf is € 100.000. Het hoogste loon binnen de eigen BV voor een medewerker is € 90.000. Op grond van de hoofdregels is het gebruikelijk loon het hoogste van: € 75.000 (75% x € 100.000), € 90.000 en € 47.000. Het gebruikelijk loon voor Tony is dus € 90.000, gebaseerd op het loon van de meest verdienende werknemer.
Afwijken van de hoofdregel
Van deze hoofdregel kan alleen worden afgeweken als de BV (en dus ook de DGA) dit aannemelijk kan maken. De BV is de inhoudingsplichtige en dus verantwoordelijk voor een correcte afdracht van de loonheffingen. In de volgende situaties kan van het gebruikelijk loon worden afgeweken, maar dat moet dan wel goed worden onderbouwd.
1. Het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking is lager dan € 47.000
Op deze manier kan de BV aantonen dat een lager gebruikelijk loon dan € 47.000 voor de DGA aannemelijk is.
2. De DGA werkt in deeltijd
Als de DGA niet een standaard voltijdse werkweek heeft, dan kan de BV aannemelijk maken dat een lager gebruikelijk loon reëel is. Het is dan namelijk niet gebruikelijk om een volledig salaris uit te betalen voor een werknemer die bijvoorbeeld een halve werkweek arbeid verricht.
3. Beperkte werkzaamheden voor de DGA
De werkzaamheden van de DGA voor de BV beperken zich tot bijvoorbeeld het afwikkelen van pensioen of een oudedagsverplichting (ODV) in eigen beheer of vermogensbeheer. Er is dan feitelijk geen sprake van arbeid voor de onderneming en daardoor is een gebruikelijk loon van nul verdedigbaar.
4. De BV maakt structureel verlies
Er moet sprake zijn van een structurele verliessituatie in de BV. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in een recente uitspraak geoordeeld dat moet worden gekeken of de structurele verliessituatie de continuïteit van de BV in gevaar brengt. De verliessituatie moet dan ook worden bekeken in het kader van de verrekening van de compensabele verliezen en de verrekening van het gebruikelijk loon. Als de structurele verliessituatie niet aannemelijk kan worden gemaakt door de BV, dient er gewoon een gebruikelijk loon te worden betaald.
5. Onvoldoende liquide middelen in de BV
In een uitspraak van de Rechtbank Gelderland wordt bevestigd dat in geval van onvoldoende liquide middelen in de BV wel degelijk een lager gebruikelijk loon kan worden aangehouden. Zelfs lager dan het minimumloon. Er moet namelijk ook naar de omstandigheden worden gekeken en als het uitbetalen van het gebruikelijk loon de continuïteit van de onderneming in gevaar brengt, is het te rechtvaardigen om een lager gebruikelijk loon aan te houden.
6. Er is sprake van een startup
Een DGA met een startup kan tot 1 januari 2022 gebruikmaken van een versoepeling van de regeling. In dit geval geldt het minimumloon als gebruikelijk loon of een lager loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Er moet wel aan enkele voorwaarden worden voldaan, zoals dat de BV een S&O-verklaring moet hebben. Eind 2019 is in het Handboek Loonheffingen opgenomen dat alle startende bedrijven kunnen afwijken van het gebruikelijk loon.
Dat betekent dat in de eerste drie jaren van de onderneming een lager loon mag worden vastgesteld als de onderneming het wettelijk gebruikelijk loon niet kan betalen. Het loon mag dan niet lager zijn dan het wettelijk minimum loon dat past bij de arbeidsomvang van de DGA.
7. Gevolgen van de coronacrisis
De speciale gebruikelijkloonregeling ten gevolge van de coronacrisis is van 2020 doorgetrokken naar 2021.
Gebruikelijkloonregeling bij meerdere BV’s
De gebruikelijkloonregeling geldt voor álle werkzaamheden die de DGA verricht voor een BV. Dus ook voor werkzaamheden bij meerdere BV’s. Elke BV moet dan ook apart de gebruikelijkloonregeling toepassen.
Soms is dat niet nodig. Bijvoorbeeld als de DGA via zijn holding de aandelen in de andere BV’s houdt dan waarin de werkzaamheden plaatsvinden. Als de holding als inhoudingsplichtige het loon betaalt en de loonheffing afdraagt namens alle BV’s, hoeft geen toestemming te worden gevraagd aan de Belastingdienst.
BAA ADVIES. Soms is het niet wenselijk of zelfs onmogelijk om het gebruikelijk loon volledig uit te keren. Er zijn dan mogelijkheden om een verlaging toe te passen. Belangrijk daarbij is om dit vooraf goed af te stemmen en/of te toetsen bij de Belastingdienst. |