Wijzingen van de wet- en regelgeving per 1 januari 2016
Er is behoorlijk wat gewijzigd en de wet- en regelgeving per 1 januari 2016. Menig ondernemer stelt zich vragen over het een en ander. Wij zetten voor u de belangrijkste wijzigingen op een rijtje.
De Verklaring arbeidsrelatie (VAR) loopt ten einde
Hier is heel wat over te doen geweest en nog steeds te doen. De zgn. Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) is door de Eerste Kamer goedgekeurd. Vanaf 1 mei vervangt deze wet de VAR-verklaringen. Opdrachtgever en opdrachtnemer worden gezamenlijk verantwoordelijk gemaakt voor controle op de fiscale beoordeling van arbeidsrelaties.
- Modelovereenkomsten. De Belastingdienst publiceert overeenkomsten waarbij geen sprake is van een dienstbetrekking en stelt modelovereenkomsten op. Daarnaast is het ook mogelijk om zelf overeenkomsten voor te leggen aan de Belastingdienst.
- Wat is belangrijk? Als opdrachtgever is het belangrijk om te kijken of u gebruik kunt maken van de modelovereenkomsten of dat u een eigen overeenkomst dient op te stellen die ter goedkeuring aan de belastingdienst voorgelegd dient te worden. Daarnaast is het belangrijk om in de gaten te houden of er in de praktijk ook gewerkt wordt volgens de overeenkomst. U loopt anders gevaar dat de opdracht te veel lijkt op een dienstbetrekking met alle gevolgen van dien.
- 1 mei 2016. Vanaf 1 mei 2016 is het niet meer mogelijk om een VAR aan te vragen. Vanaf dat moment dienen de modelovereenkomsten gebruikt te worden.
- 1 mei 2017. Er is een overgangsperiode tot 1 mei 2017. Tot die tijd is er sprake van een terughoudend handhavingsbeleid. De Belastingdienst gaat ervan uit dat daarna iedereen voldoende tijd heeft gehad om waar nodig zijn werkwijze aan te passen en er zal dan sprake zijn van gerichte handhaving.
Aanvullende informatie 21 november 2016 Door de invoering van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) worden er in de praktijk minder opdrachten verstrekt. Staatssecretaris Wiebes erkent inmiddels dat de Wet DBA in de huidige vorm niet werkbaar is.Daarom verlengt hij de implementatietermijn van de wet tot 1 januari 2018. In de tussentijd heeft hij de gelegenheid om een aantal knelpunten op te lossen. Voor u betekent dit dat de Belastingdienst vanaf 1 mei 2017, maar met ingang van 2018 handhavend zal optreden. Meer informatie leest u ook de website van de Belastingdienst of in de “Kamerbrief Tweede voortgangsrapportage Wet DBA”. |
Lees ook het artikel Per 1 mei 2016 van VAR naar DBA, wat nu?
De duur van de WW is veranderd
De maximale duur van het recht op een WW-uitkering wordt bepaald door het opgebouwde arbeidsverleden. De uitkering in maanden duurt even lang als het arbeidsverleden in jaren met een maximum van 38 maanden.
- Maximale duur en opbouw. Met ingang van 2016 wordt de maximale duur geleidelijk teruggebracht van 38 naar 24 maanden in 2019. Gedurende de eerste tien jaar blijf de opbouw van de uitkering gehandhaafd. Dit is één maand WW-uitkering per jaar arbeidsverleden. Het arbeidsverleden dat werknemers opgebouwd hebben vóór 2016 blijft staan. De wijziging is van toepassing op uitkeringen die ontstaan zijn óp of ná 1 januari 2016.
- Hoogte niet aangepast. De hoogte van de WW-uitkering is niet gewijzigd. Het loon van de periode van 12 maanden voorafgaand aan de werkloze periode, bepaalt de hoogte van de WW-uitkering. De eerste twee maanden is dit 75 % en daarna 70%. Het maximum bruto dagloon voor de berekening van de WW-uitkering is € 202,17 per dag (geldt ook voor Ziektewet, WAO, WIA en WAZO). In veel cao’s of arbeidscontracten is afgesproken dat de werkgever verplicht is meer dan de wettelijk bepaalde 70% uit te betalen van het laatstverdiende salaris.
Speur- & Ontwikkelingswerk: WBSO en RDA samengevoegd
Per 1 januari 2016 is de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) samengevoegd met de Research & Development-aftrek (RDA). De fiscale regeling heeft per 2016 betrekking op alle kosten van research en development, niet alleen op loonkosten.
- Het beschikbare budget. Voor 2016 is € 1.143 miljoen beschikbaar gesteld.
Tarieven inkomstenbelasting gewijzigd
In 2016 zijn zowel de belastingschijven als de tarieven gewijzigd.
- De tarieven in de tweede en derde schijf (in de schijf tot de AOW-leeftijd) zijn verlaagd van 42% naar 40,40%.
- De derde schijf is verlengd, waardoor werknemers vanaf een hoger inkomen in de vierde belastingschijf komen waarin ze het hoogste tarief van 52% moeten afdragen.
In de praktijk is dit een belangrijke wijziging omdat dit gevolgen heeft voor het netto inkomen in het nieuwe jaar ten opzichte van het voorgaande jaar.
Onder AOW-leeftijd | Boven AOW-leeftijd | |||
Gecombineerd tarief | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 |
Tarief eerste schijf | 36,50% | 36,55% | 18,60% | 18,65% |
Tarief tweede schijf | 42,00% | 40,40% | 24,10% | 22,50% |
Tarief derde schijf | 42,00% | 40,40% | 42,00% | 40,40% |
Tarief vierde schijf | 52,00% | 52,00% | 52,00% | 52,00% |
- Heffingskorting. Daarnaast wil het kabinet de algemene heffingskorting sneller afbouwen. Om werken meer te laten lonen, heeft het kabinet de arbeidskorting flink opgevoerd. De arbeidskorting is een korting die elke werknemer ontvangt als percentage van het loon tot een maximumbedrag.
Maximale Transitievergoeding verhoogd
Sinds 1 juli 2015 is er nieuwe regelgeving in de Wet werk en zekerheid. Een van deze nieuw regels is de transitievergoeding die betaald dient te worden aan werknemers die na twee jaar dienstverband onvrijwillig worden ontslagen.
- Per 1 januari 2016. Per 1 januari 2016 is het maximum transitievergoeding verhoogd naar € 76.000. Wanneer een werknemer meer verdient, krijgt hij maximaal het jaarsalaris als transitievergoeding. De transitievergoeding wordt jaarlijks aangepast aan de salarisontwikkelingen.
Wet aanpak schijnconstructies (WAS)
- Loon per bank betalen. Sinds 1 januari 2016 is het op grond van de Wet aanpak schijnconstructies verplicht om het netto wettelijk minimumloonbedrag giraal (per bank) aan de werknemer te betalen. Let op, dit bedrag is echter niet gelijk aan het wettelijk minimumloon. Het wettelijk minimumloon is namelijk een bruto bedrag dat je minimaal moet ontvangen als je werkt. De nieuwe regeling ziet op de netto uitbetaling van het wettelijk minimumloonbedrag. Hier mogen dus wel inhoudingen van af.
- Inhoudingen verrekenen. Per 1 januari 2016 zou er een verbod komen om inhoudingen/verrekeningen te doen op het minimumloon. De inwerkingtreding van dit verbod is voorlopig uitgesteld tot 1 juli 2016. Er wordt wel een uitzondering gemaakt voor loonbeslag. Dit is wel mogelijk mits er rekening wordt gehouden met de beslagvrije voet.
Donderdag 21 april 2016 is bekend gemaakt dat het verbod om inhoudingen/verrekeningen te doen op het minimumloon is uitgesteld tot 1 januari 2017. Reden hiervoor is dat er nog enkele uitzonderingen worden voorbereid. |
- Loonstrook. Daarnaast is een gespecificeerde loonstrook verplicht. Er dient een uitsplitsing gemaakt te worden van kostenvergoedingen die onderdeel zijn van het loon. Het moet duidelijk zijn om welke kosten het gaat, bijvoorbeeld zakelijke kosten die de werknemer zelf van zijn loon betaald. Bijvoorbeeld ‘gereedschappen’ in plaats van ‘algemene onkostenvergoeding’.
Lees ook het eerder verschenen artikel ‘Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) – dit moet u weten’.
BAA ADVIES. Alle wijzigingen en ontwikkelingen in 2016, het is geen sinecure … Heeft u nog vragen? Dan staat uw contactpersoon bij BAA altijd voor u klaar. |